Burgeroorlogen zijn mogelijk nog verwoestender dan oorlogen tussen landen. Ze splijten samenlevingen, zetten buren en zelfs familieleden tegenover elkaar en laten littekens achter die generaties voelbaar blijven. Sommige interne conflicten liepen zo hoog op dat miljoenen levens verloren gingen.
Dit zijn de tien bloederigste burgeroorlogen uit de wereldgeschiedenis, met hun oorzaken, verloop en gevolgen.
10. Engelse Burgeroorlog (1642–1651)

De Engelse Burgeroorlog draaide om de vraag wie de macht had: de koning of het parlement. Koning Karel I wilde absolute macht behouden, terwijl het parlement onder Oliver Cromwell meer invloed eiste. Het leidde tot meerdere veldslagen en uiteindelijk de eerste terechtstelling van een regerend monarch in Europa: Karel werd in 1649 onthoofd.
Het conflict eiste naar schatting 200.000 levens, een enorm aantal voor die tijd. De oorlog had grote gevolgen: de monarchie werd tijdelijk afgeschaft en Engeland kreeg een republiek. Het idee dat een koning verantwoording moest afleggen, zou blijvende invloed hebben op de Europese politiek.
9. Syrische Burgeroorlog (2011–heden)

Wat begon als een vreedzame opstand tegen president Bashar al-Assad groeide uit tot een van de meest complexe conflicten van onze tijd. Meerdere partijen raakten betrokken: de Syrische regering, rebellen, Koerden, IS en buitenlandse machten zoals Rusland, Turkije en de VS. Steden als Aleppo en Homs werden grotendeels verwoest, en culturele erfgoedplaatsen gingen verloren.
Meer dan 500.000 mensen kwamen om, terwijl miljoenen anderen hun huis ontvluchtten. De Syrische Burgeroorlog liet zien hoe een regionaal conflict kan uitgroeien tot een wereldwijde crisis, met blijvende gevolgen voor migratie, internationale politiek en de stabiliteit van het Midden-Oosten.
8. Spaanse Burgeroorlog (1936–1939)

De Spaanse Burgeroorlog begon toen generaal Francisco Franco en andere nationalistische officieren in opstand kwamen tegen de democratisch gekozen republiek. De strijd was een clash van ideologieën: fascisme versus socialisme en anarchisme. Buitenlandse machten grepen in: Duitsland en Italië steunden Franco, terwijl de Sovjet-Unie en vrijwilligers uit heel Europa – de Internationale Brigades – aan de kant van de republikeinen vochten.
De oorlog werd gekenmerkt door enorme wreedheden, zoals het beruchte bombardement op Guernica, vastgelegd door Picasso. Naar schatting kwamen er tussen de 500.000 en 1.000.000 mensen om.
Franco’s overwinning leidde tot een dictatuur die tot 1975 standhield en Spanje decennialang isoleerde van de rest van Europa.
7. Amerikaanse Burgeroorlog (1861–1865)

De Amerikaanse Burgeroorlog brak uit toen elf zuidelijke staten zich afscheidden en de Confederatie vormden, voornamelijk om de slavernij te behouden. Het industriële Noorden (Unie) en het agrarische Zuiden stonden lijnrecht tegenover elkaar in een conflict dat zowel ideologisch als economisch geladen was.
De oorlog werd gekenmerkt door enorme veldslagen zoals Gettysburg en Antietam, en door technologische vernieuwingen zoals spoorwegen en telegraaf die grootschalige oorlogsvoering mogelijk maakten. Uiteindelijk trok het Noorden aan het langste eind: in 1865 gaf de Confederatie zich over. Kort daarna werd president Abraham Lincoln vermoord.
Het conflict kostte naar schatting 620.000 tot 750.000 mensen het leven, meer dan in alle andere Amerikaanse oorlogen samen. De gevolgen waren ingrijpend: de slavernij werd afgeschaft en de VS begon aan een moeizame periode van wederopbouw, waarin de sociale en raciale tegenstellingen nog lang voelbaar bleven.
6. Nigeriaanse Burgeroorlog (Biafra-oorlog, 1967–1970)
Toen de zuidoostelijke regio Biafra zich onafhankelijk verklaarde, barstte een bloedige oorlog los. De Nigeriaanse regering voerde blokkades in die leidden tot massale hongersnood. Televisiebeelden van uitgemergelde kinderen gingen de wereld over en maakten diepe indruk, waardoor internationale hulpacties op gang kwamen.
Ondanks deze hulp stierven er tussen de 1 en 3 miljoen mensen, vooral door honger en ziekte. De Biafra-oorlog werd een pijnlijk voorbeeld van hoe hongersnood als wapen kan worden ingezet in een burgeroorlog.
5. Vietnamoorlog (1955–1975)

De Vietnamoorlog kan worden beschreven als zowel een burgeroorlog als een proxy-oorlog binnen de Koude Oorlog, omdat het een strijd was tussen het door de VS gesteunde Zuid-Vietnam en het door China en de Sovjet-Unie gesteunde Noord-Vietnam, die voortkwam uit een interne Vietnamese scheiding. De oorlog was een direct conflict tussen de twee delen van Vietnam, maar werd ook een strijdtoneel tussen de grote communistische en kapitalistische mogendheden, wat de term burgeroorlog passend maakt.
De Vietnamoorlog wordt vaak gezien als een conflict tussen Noord- en Zuid-Vietnam, maar in wezen was het ook een burgeroorlog die door de Koude Oorlog werd versterkt. Het noorden, gesteund door de Sovjet-Unie en China, vocht tegen het zuiden, gesteund door de VS. Guerrillaoorlog, chemische wapens en massale bombardementen maakten de oorlog bijzonder verwoestend.
De oorlog kostte 2 tot 3 miljoen Vietnamezen het leven. Toen de VS zich in 1973 terugtrokken en Saigon in 1975 viel, won het communistische noorden. De oorlog liet diepe littekens achter in zowel Vietnam als de VS en beïnvloedde het vertrouwen in politiek en leger wereldwijd.
4. Russische Burgeroorlog (1917–1923)

Na de Oktoberrevolutie van 1917 barstte een felle strijd los tussen de bolsjewieken (Roden) en hun tegenstanders (Witten), waaronder monarchisten, liberalen en buitenlandse legers. Het was een chaotische oorlog die zich uitstrekte over het hele land. Naast gewapende strijd speelden ook hongersnoden en epidemieën een grote rol in het dodental.
Uiteindelijk wisten de bolsjewieken onder leiding van Lenin en Trotski te winnen. De burgeroorlog kostte tussen de 7 en 12 miljoen mensen het leven, grotendeels burgers. Het resultaat was de oprichting van de Sovjet-Unie, die de wereldpolitiek in de 20e eeuw diepgaand zou beïnvloeden.
3. Chinese Burgeroorlog (1927–1949)

China werd verscheurd door de strijd tussen de nationalisten (Kuomintang) en de communisten onder Mao Zedong. De oorlog kende meerdere fases en werd tijdelijk opgeschort toen Japan China binnenviel tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarna laaide de burgeroorlog opnieuw op, met de beroemde Lange Mars als keerpunt voor de communisten.
In 1949 wonnen de communisten en riepen ze de Volksrepubliek China uit, terwijl de nationalisten naar Taiwan vluchtten. Het conflict kostte circa 8 miljoen levens. Tot op de dag van vandaag bepaalt deze burgeroorlog de geopolitieke situatie tussen China en Taiwan.
2. An Lushan-opstand (755–763)
De Tang-dynastie leek op haar hoogtepunt, maar generaal An Lushan kwam in opstand tegen het keizerlijk hof. Zijn rebellie groeide uit tot een van de dodelijkste conflicten in de wereldgeschiedenis. Hele steden werden verwoest en miljoenen boeren kwamen om door honger en ziekte.
Het dodental wordt geschat op 13 tot 36 miljoen. Hoewel de Tang-dynastie technisch gezien overleefde, was ze na deze burgeroorlog nooit meer zo machtig. De opstand liet zien hoe fragiel zelfs de sterkste rijken kunnen zijn.
1. 19e-eeuwse Chinese burgeroorlogen (Taiping- en Dungan-opstand)

Onder leiding van Hong Xiuquan, die zichzelf zag als de broer van Jezus Christus, brak in Zuid-China de Taiping-opstand uit tegen de Qing-dynastie. De rebellen wilden een “Hemels Koninkrijk” stichten met radicale sociale hervormingen. Ze veroverden grote gebieden en hielden zelfs een eigen hoofdstad, Nanjing. De strijd duurde 14 jaar en kostte 20 tot 30 miljoen mensen het leven.
Kort daarna brak de Dungan-opstand uit (1862–1877), een islamitische opstand in het westen van China. Ook dit conflict eiste miljoenen slachtoffers, voornamelijk door hongersnood en etnisch geweld.
Samen hebben deze burgeroorlogen in de 19e eeuw naar schatting 30 tot 40 miljoen levens gekost. Ze verzwakten de Qing-dynastie blijvend, waardoor buitenlandse machten steeds meer invloed kregen. Deze eeuw van interne conflicten geldt als de bloedigste reeks burgeroorlogen uit de geschiedenis.
Burgeroorlogen zijn vaak meedogenlozer dan internationale conflicten. Omdat het buren, familie en landgenoten tegenover elkaar zet, zijn de wonden diep en moeilijk te helen. Van Spanje tot Syrië, van Nigeria tot China: deze oorlogen herinneren ons eraan hoe gevaarlijk verdeeldheid kan zijn. De menselijke tol is immens – miljoenen doden, verwoeste steden en generaties trauma. Geschiedenis laat zien dat vrede en verzoening altijd fragiel zijn, maar des te kostbaarder.