Massahysterie is een vreemd maar fascinerend verschijnsel. Een groep mensen raakt collectief in paniek, overtuigd van een gevaar of verschijnsel dat vaak niet echt blijkt te zijn. Soms lijkt het op angst, soms op geloof, maar altijd vertelt het iets over de tijd waarin het gebeurde.
Deze tien gevallen laten zien hoe krachtig, en gevaarlijk, groepsgedrag kan zijn.
1. De dansplaag van 1518

In Straatsburg begon het met één vrouw die niet kon stoppen met dansen. Binnen enkele dagen volgden tientallen anderen. De zomerzon brandde, mensen vielen flauw, sommigen stierven van uitputting – maar de dans ging door. Historici spreken van een “dansmanie”, die wekenlang aanhield en nog steeds een van de bekendste gevallen van collectieve hysterie uit de geschiedenis is.
Verklaringen voor de danswoede
Medische wetenschappers en historici hebben inmiddels andere verklaringen voor de danswoede dan heet bloed of een goddelijke straf. De dansplaag zou zijn veroorzaakt door de kriebelziekte (ergotisme), een gevolg van het eten van granen die waren besmet met moederkoren. Patiënten konden hierdoor hallucinaties, spasmes en stuiptrekkingen ervaren.
Ook wordt de ziekte weleens toegeschreven aan honger en bijgeloof. Dansplagen braken vooral uit op plekken waar sprake was van hongersnood. Een derde mogelijke oorzaak is mass psychogenic illness – een vorm van collectieve psychische reactie waarbij mensen in een dissociatieve toestand raken, vaak door stress en een sterk geloof in het bovennatuurlijke. Met de zware leefomstandigheden en religieuze belevingswereld van die tijd is dat helemaal geen gek idee.
2. De heksenprocessen van Salem (1692)

In het puriteinse Salem, Massachusetts, leidde de angst voor hekserij tot de beruchte heksenvervolgingen. Een groep jonge meisjes beweerde bezeten te zijn en wees dorpsbewoners aan als heksen. Binnen korte tijd werden meer dan 200 mensen beschuldigd en 19 geëxecuteerd.
Het was een dodelijke mix van religieuze overtuiging, bijgeloof en sociale spanning. Pas jaren later erkende de gemeenschap dat het allemaal op angst en suggestie was gebaseerd. Salem werd een symbool van hoe gevaarlijk collectieve paniek kan zijn.
3. Angst voor radioactieve regen (1954)
In 1954 raakte Japan in de ban van de angst voor “radioactieve regen”. Enkele maanden eerder was het vissersschip Daigo Fukuryū Maru (“Lucky Dragon No. 5”) getroffen door neerslag van de Amerikaanse waterstofbomproef bij Bikini-atol. De bemanning werd ziek van stralingsvergiftiging, en het nieuws schokte het land diep.
Toen er later dat jaar regen viel, doken geruchten op dat ook die druppels radioactief waren. Mensen bleven binnen, kinderen mochten niet naar school en sommige bewoners wasten of vernietigden hun kleding uit voorzorg. Er bleek echter geen enkel bewijs voor besmetting. De episode toonde hoe een echt trauma – de atoomaanvallen van 1945 en het vissersincident – kon omslaan in collectieve angst, gevoed door onzekerheid en herinnering.
4. De apenman van Delhi (2001)

In de zomer van 2001 sloeg paniek toe in de Indiase hoofdstad. Honderden inwoners meldden dat ze ’s nachts werden aangevallen door een mysterieuze “apenman” – half mens, half dier. De politie kreeg honderden meldingen binnen, maar vond geen enkel bewijs.
De verhalen verspreidden zich razendsnel via de media, en angst veranderde in chaos: er vielen zelfs gewonden toen mensen in paniek van daken sprongen. Achteraf bleek het een combinatie van geruchten, suggestie en stedelijke stress.
5. De Lach-epidemie in Tanganyika (1962)
In een meisjesschool in Tanzania begon een groep leerlingen plotseling te lachen – en ze konden niet meer stoppen. De lachbuien verspreidden zich naar nabijgelegen dorpen. Sommige mensen lachten dagenlang, tot ze niet meer konden ademen.
Artsen spraken van “mass psychogenic illness” – hysterie veroorzaakt door stress in een streng schoolsysteem. Er was niets te lachen, maar het werd een van de meest bizarre vormen van collectieve besmetting ooit vastgelegd.
6. De angst voor duivelse kinderlokkers (Satanic Panic, jaren ’80)
In de Verenigde Staten ontstond in de jaren tachtig een golf van angst rond vermeende satanische sekten die kinderen zouden misbruiken in scholen en crèches. Ouders, politie en media geloofden de verhalen, ook al ontbrak bewijs volledig.
De “Satanic Panic” leidde tot tientallen rechtszaken en levenslange trauma’s bij onschuldige mensen. Later bleek het te gaan om een collectieve illusie, gevoed door sensatie en morele paniek – een moderne heksenjacht.
7. De Pokémon-epilepsie angst(1997)
Op 16 december 1997 kregen honderden Japanse kinderen klachten na het kijken naar een aflevering van de animatieserie Pokémon. De scène bevatte flitsende rode en blauwe beelden, waarna velen duizelig of misselijk werden. Media spraken direct van “Pokémon-epilepsie”.
Een klein deel had daadwerkelijk een fotosensitieve reactie, maar het grootste deel bleek te lijden aan massahysterie: kinderen voelden zich ziek omdat ze dachten dat het hoorde. De aflevering werd meteen uit de omloop gehaald en blijft een leerboekvoorbeeld van psychologische besmetting.
8. De flauwte-epidemie van Blackburn (1965)
In de zomer van 1965 stond Blackburn op zijn kop toen tientallen schoolkinderen plotseling flauw vielen tijdens een ceremonie bij de kathedraal, waar prinses Margaret werd verwacht. Door vertraging in Londen moesten de 800 kinderen uren in de brandende zon wachten, vaak zonder ontbijt. Uiteindelijk zakten 140 van hen in elkaar, terwijl ambulancemedewerkers eerste hulp verleenden op de grasvelden.
Een dag later gebeurde het opnieuw: bijna honderd meisjes van St. Hilda’s Girls’ School kregen soortgelijke aanvallen. Onderzoekers controleerden water, lucht, verf en voedsel, maar vonden niets. De school werd tijdelijk gesloten, en pas weken later concludeerden artsen dat er geen fysiek gevaar was. Volgens een latere analyse in de British Medical Journal ging het om massahysterie – een collectieve hyperventilatie, veroorzaakt door spanning, hitte en opwinding.
9. De Mad Gasser van Mattoon (1944)
In de Amerikaanse stad Mattoon dachten bewoners dat een onbekende aanvaller ’s nachts gas via ramen blies. Mensen meldden duizeligheid, verlamming en vreemde geuren. De politie vond niets, maar de paniek verspreidde zich als een lopend vuurtje.
Het bleek een klassiek geval van massahysterie. Waarschijnlijk kwam de geur van fabrieken in de buurt, maar in een tijd van oorlogsdreiging en spanning zagen mensen patronen die er niet waren. Angst is besmettelijker dan gas, zo bleek.
10. De Halifax Slasher (1901)

In november 1938 raakte het Engelse stadje Halifax in rep en roer door meldingen van een mysterieuze aanvaller die vrouwen zou hebben aangevallen met een scheermes. Binnen enkele dagen verschenen krantenkoppen over de “Halifax Slasher”, en de paniek verspreidde zich razendsnel. Winkels sloten vroeg, buurtwachten patrouilleerden door de straten en onschuldige voorbijgangers werden verdacht en zelfs aangevallen door woedende menigten.
De politie schakelde Scotland Yard in, maar al snel bleek dat er geen enkel bewijs was voor een echte dader. Meerdere vermeende slachtoffers bekenden later dat ze hun verwondingen zelf hadden toegebracht of de gebeurtenissen hadden overdreven. De autoriteiten spraken van “mass hysteria”, een collectieve angst die volledig uit de hand liep. De Halifax Slasher werd daarmee een klassiek voorbeeld van hoe geruchten, media en spanning samen een heel stad in paniek kunnen brengen.