Na de psychedelische flowerpower van de 60ies, beloofden de jaren 70 meer muziekgenres dan ooit. Britse hardrockbands als Black Sabbath, Led Zeppelin en Deep Purple draaiden het volume van hun versterkers helemaal open voor de oerscheur die ‘Heavy Metal’ werd. Marc Bolan en David Bowie doken in de glamrockverkleedkoffer en lieten het glittertjes regenen op ‘Top of the Pops’. Getalenteerde artiesten stierven ondertussen bij bosjes kort nadat ze hun 27ste-verjaardag vierden.
De Ramones raasden met een ‘Gabba Gabba Hey!’-kreet over het ‘CBGB’s-podium, terwijl de Sex Pistols ‘Anarchy in the UK’ zaaiden. Concerten werden massa-events waar je al eens een gigantisch opblaasvarken zag voorbijvliegen en er meer vuurwerk door de zaal knalde dan op oudejaarsavond.
Elektronische snufjes vonden hun weg naar de opnamestudio. Vanuit de Bronx klonk het gescratch van de eerste hiphopbeats. In Brooklyn stuiterden soul en funk onder de spiegelbol naar de discotijd. Iedereen waande zich op zaterdagavond Tony Manero. Bruce Springsteen trapte de deur naar wereldroem open met ‘Born to Run’. Elton John scheerde als een ‘Rocketman’ naar de hoogste positie van de hitlijsten. En Fleetwood Mac verpakten hun drugs- en liefdesperikelen in het fantastische ‘Rumours’.
‘What would life be? Without a song or a dance, what are we?’, zong ABBA in ‘Thank You for the Music’. Wat die 70ies-muziek toch zo wonderlijk onvergetelijk maakte? Dat ontdek je in deze 10 Weetjes over Jaren 70 Muziek!
10. Forever 27 – De Dood van Psychedelische Rockmuziek
Het nieuwe muziekdecennium nam een rampzalige aanloop. Op 10 april 1970 bevestigde Paul McCartney het einde van The Beatles. Een maand later verscheen ‘Let It Be’, hun laatste studio-album. De nog steeds maar 27-jarige Beatle had ondertussen al zijn solodebuut ‘McCartney’ uit. Ook het nieuwe werk van John Lennon, George Harrison en Ringo Star liet niet lang op zich wachten. Ondertussen incasseerde de muziekwereld in nog geen 10 maanden tijd drie rake uppercuts.
Jimi Hendrix (1942 – 1970)
Op het Duitse Open Air Love & Peace Festival in Fehmarn toverde Jimi Hendrix op 6 september 1970 voor het laatst ‘All Along the Watchtower’, ‘Purple Haze’ en ‘Voodoo Child’ uit zijn Fender Stratocaster. Slechts enkele gelukkigen waren erbij toen de gitaargod 10 dagen later onverwacht in de Londense jazzclub Ronnie Scott’s opdook om twee nummertjes mee te jammen met zijn boezemvriend Eric Burdon.
Het verrassingsoptreden werd het laatste wapenfeit van de mythische gitarist. Want in de ochtend van 18 september 1970 trof Jimi’s liefje, de Duitse kunstschaatsster Monika Dannemann, zijn levenloze lichaam aan in hun kamer van het Samarkand Hotel in Notting Hill.
Gestikt in zijn eigen braaksel. Even daarvoor was de snarenvirtuoos in een coma gesukkeld na een noodlottige combinatie van slaappillen en wijn. Al zijn er nog steeds mensen die geloven dat zijn manager Michael Jeffrey meer wist. De beruchte zakenman kan het niet meer navertellen. Hij liet zelf het leven tijdens een vliegtuigongeluk in Nantes op 5 maart 1973.
Janis Joplin (1973 – 1970)
Op 1 oktober 1970 zong Janis Joplin haar laatste nummer in. De zwanenzang ‘Mercedes Benz’ stond in één take op tape. Daarna was het weer even tijd voor de spuit. Maar de heroïne waarmee ze drie dagen later op 4 oktober 1970 haar laatste shot zette in het Landmark Motor Hotel in Hollywood, bleek veel straffer spul dan anders. Die week stierven verschillende andere klanten van Janis’ drugdealer eveneens aan een overdosis.
In januari 1971 lag ‘Pearl’ in de platenwinkel. Het tweede soloalbum van de getroebleerde Texaanse blueszangeres bleef 9 weken bovenaan in de Amerikaanse Billboard 200. Ook in Nederland bereikte de bluesparel de eerste plaats.
Jim Morrison (1943 – 1971)
Na het rauwe, doorzopen ‘L.A. Woman’ (1971) verkaste Jim Morrison naar Parijs. De lichtstad bleek de zolang gezochte balsem voor zijn gekwelde ziel. Maar het Franse feest duurde maar even. In de ochtend van 3 juli 1971 vond Morrisons liefje, Pamela Courson, ‘The Lizard King’ morsdood in de badkuip van hun huurappartement aan de Rue Beautreillis in het 4e arrondissement.
De opgetrommelde dokter verklaarde op het overlijdenscertificaat dat de dichter een natuurlijke dood stierf: hartfalen. Vervolgens verdween de man met de noorderwind. Een autopsie kwam er niet. Het moest kennelijk snel gaan. Vier dagen later lag de zanger al onder de zoden van het Cimetière du Père-Lachaise.
De opkomst was klein. Zijn bandleden van The Doors dachten dat ‘Mr. Mojo Risin’’ hun weer een poets bakte. ‘I got a phone call and I didn’t believe it because we used to hear shit like that all the time – that Jim jumped off a cliff or something. So we sent our manager off to Paris, and he called and said it was true.’, aldus gitarist Robby Krieger.
Maar de kist was al toe getimmerd. De manager twijfelde zelfs of de frontman er wel daadwerkelijk in lag. En de getuigenissen over Morrisons laatste uren spreken elkaar allemaal openlijk tegen.
Schokgolf
De plotse overlijdens van deze drie legendarische 60ies-boegbeelden joegen een schokgolf door de muziekwereld. Psychedelische rockmuziek verloor zijn bestaansreden. Zeker nadat ex-Pink Floyd gitarist Syd Barrett in 1972 compleet van de horizon verdween.
Langzaam begon er de muziekpers ook iets te dagen. Ze stierven allemaal op dezelfde leeftijd. 27 jaar. Wacht eens. Dat was ook exact hoe oud Brian Jones was toen hij verdronk op 3 juli 1969 in zijn zwembad verdronk.
En de betreurde gitarist van The Rolling Stones bleek daarmee lang geen uitzondering. Lees er maar eens dit onthutsend lijstje van op 27-jarige leeftijd gestorven artiesten op na. Het mag een wonder heette dat Elvis Presley met zijn levensstijl nog de 42 lentes haalde, toen hij op 16 augustus 1977 het loodje legde op zijn badkamervloer in Graceland.
9. Glitter, satijn & GLAM ROCK
Begin 1970 legden de psychedelische 60ies letterlijk én figuurlijk het loodje. Wat nu geblazen? Geen nood. Er stonden de muziekliefhebber al snel weer spannende nieuwe tijden te wachten. Daarvoor moesten ze wel eerst naar ‘Top of the Pops’ kijken. Je weet wel. Het legendarische wekelijkse BBC-programma dat liep van 1964 tot 2006. Begin jaren 70 je daar vanuit je luie zetel je reinste Britse muziekgeschiedenis zien op het tv-scherm.
Want wat stond daar op 25 februari 1971 plots op het podium? Een vent in een zilverkleurige blinkend satijnen matrozenpakje! Toen T-Rex op 11 maart 1971 opnieuw opdook met de single ‘Hot Love’ in het invloedrijke muziekprogramma was het hek helemaal van de dam. Dit keer droeg die zanger niet alleen een goudsatijnen broek onder zijn matrozenpakje. Hij had nu verdorie zelfs glinsterende zilveren glittertranen onder zijn ogen geplakt! En dat, beste lezer, was de geboorte van de ‘Glam Rock’.
Glamrock was dé muziekstijl die de ‘UK Charts’ van 1971 tot 1975 met een zwierige glitterwolk bedekte. Typische kenmerken? Uitbundige flamboyante outfits, mannen met make-up, gekke kapsels die later nog een tweede leven kregen bij de Punk- & New Wave-beweging, torenhoge plateauschoenen, openlijke androgene kantjes en uiteraard héél veel glitter. Vandaar dat muziekjournalisten het in de begindagen ook weleens ‘glitterrock’ noemden.
Marc Bolan
De naam van die modieuze trendsetter? Marc Bolan (1947 – 1977). Die jongen modderde al even aan met zijn bandje Tyrannosaurus Rex. Dat was een psychedelisch folk-duo met naast Bolan ook nog een drummer die te veel Tolkien-boeken had gelezen en zich kordaat als ‘Steve Peregrin Took’ liet aanspreken. Na enkele jaren had de drummer ook te veel hallucinogenen binnen en knikkerde zijn frontman hem buiten.
Marc Bolan ronselde vervolgens nieuwe muzikanten en kortte de groepsnaam af tot ‘T. Rex’. De zwartharige krullenbol had ondertussen ook zijn akoestische gitaar ingeruild voor een ruige Gibson Les Paul. De band onderging in enkele maanden tijd een complete transformatie en het resultaat daarvan heette ‘Electric Warrior’. Die plaat was met pareltjes als ‘Get It On’, ‘Cosmic Dancer’ en ‘Jeepster’ het gracieuze startschot waarmee de Britse glambeweging in 1971 uit de startblokken schoot.
Tijdens de jaren van de ‘T. Rextasy’ regende het glitters, luipaardprints, boapluimpjes, mascara en oogschaduw in de Britse muzieklijsten. Kijk maar naar die fancy custom made aluminium Veleno-gitaar die Bolan in ‘Children of the Revolution’ geselt.
Ziggy Stardust
In dit glamoureuze glittertijdperk hostte ‘Top of the Pops’ nog een tweede legendarisch muziekmoment. Want wie bracht daar op 6 juli 1972 een onvergetelijke versie van ‘Starman’? David Bowie (1947 – 2016).
Of beter gezegd, Bowie’s nieuwe alter ego ‘Ziggy Stardust’. Bono, Boy George, Morrissey, de jongens van Duran Duran én Depeche Mode-zanger Dave Gahan waren maar enkele van de jeugdige thuiskijkertjes wiens levens nooit meer hetzelfde zouden zijn na Bowie’s muzikale verkleedpartij. Het decennium daarop kleurden ze elk op hun eigen unieke wijze de 80ies.
Máár! Eerlijk is eerlijk. Zonder het satijn en glitter van zijn jeugdvriend Marc Bolan, had Bowie nooit zijn innerlijke ‘Ziggy Stardust’ aangeboord. Het was van meet af duidelijk wie van de twee ‘The Guru of Glitter’ was. Toen de twee elkaar begin jaren 60 ontmoeten, waren Bolans eerste woorden aan Bowie: ‘Your shoes are crap.’ – Daarna gingen ze winkelen.
8. Tot de nok gevulde sportarena’s & stampvolle weides
In de jaren 70 groeiden rockconcerten uit tot complete massaspektakels. Bands ruilden de rokerige clubs en theaterzaaltjes in voor duizelingwekkende sportstadions en andere mega-arena’s.
The Beatles zorgden in de 60ies al voor een unicum toen ze op 15 augustus 1965 voor 55.600 mensen in het New Yorkse Shea Stadium speelden. Toen The Fab Four met hun helikopter arriveerde, krijste de menigte zo luid dat de veiligheidsagenten hun oren moesten bedenken. Het gejoel was zo oorverdovend dat je geen fluit van het optreden hoorde. Een jaar later deden ze die prestatie lichtjes over in het Los Angeles Dodger Stadium voor 45.000 fans.
Elton John
Op 25 augustus 1970 speelde een 23-jarige Elton John voor een schamele 300 aanwezigen in Los Angeles. Het publiek ging meteen overstag voor de flamboyante Brit en zijn piano. 5 jaar na zijn Amerikaans debuut in de Troubadour, stond de extravagant geklede Engelsman in het Dodger Stadium. In een baseball-outfit met duizenden glittertjes, dat spreekt voor zich. Andere podiumattributen? Het 45-koppige Rev. James Cleveland-koor, tennisster Billie Jean King, en een échte springlevende leeuw.
De ‘Pinball Wizard’ was in zijn sas. Hij had net een ster op de ‘Hollywood Walk of Fame’ gekregen. En hij zat in de 70ies vooral ook tjokvol drank en drugs, niet te vergeten. 2 x 55.000 gillende fans genoten in de nachten van 25 en 26 oktober 1975 van een 3,5 durende setlist vol hits als ‘Your Song’, ‘Goodbye Yellow Brick Road’ en ‘Bennie and the Jets’. Er konden zelfs 2 Beatles-covers vanaf. Een mooie knipoog naar de laatste keer dat een Britse muziekact deze iconische sportarena vulde.
Wanneer de 75-jarige Sir Elton 5 decennia later afscheid neemt van zijn Noord-Amerikaanse publiek, doet hij dat met 3 nachten in de uitverkochte sporttempel van weleer. O.a. aanwezig in het publiek: Mick Jagger en Paul McCartney.
Led Zeppelin
Op 5 mei 1973 deed Led Zeppelin daar in Florida een schepje bij. Die dag genoten 56.800 toeschouwers in het Tampa Stadium van een 2,5 uur durende setlist vol schroeiende songs als ‘Rock and Roll’, ‘Heartbreaker’ en ‘Whole Lotta Love’. Goed voor een nieuw wereldrecord. ‘I think it was the biggest thrill I’ve had’, blikte een tevreden Robert Plant terug op ‘The Largest Audience for a Single Artist Performance in History’.
The Grateful Dead
Klein bier met wat de Grateful Dead op 3 september 1977 klaarspeelde. Jerry Garcia en zijn manschappen propten toen 107.019 betalende ‘Deadheads’ in New Jersey’s Raceway Park in Englishtown. Sommige bronnen schatten het nieuwe bezoekersrecord zelfs op 150.000 aanwezigen. Mickey Hart had zich geen betere comeback kunnen wensen. Het was hun eerste gig sinds de drummer op het nippertje aan een doodsmak in een ravijn ontsnapte. En ze speelden zelfs ‘Truckin’’!
Al ging het optreden ei-zo na niet door. De lokale overheid vreesde dat het concert Hells Angels en andere grimmige motorbendes zou aantrekken. Zorgen voor niets. Het publiek gedroeg zich opperbest. Ze verorberden samen 200.000 blikjes frisdrank en 7.500 kilo hotdogs. – ‘But they were great, stood in line, waited patiently, and no one tried to start an argument.’, verklaarde een tevreden hotdogventer achteraf.
‘Summer Jam 1973’
De Grateful Dead wist dan ook wel wat van massa-evenementen. Ze stonden namelijk al samen met de Allmans Brothers Band en The Band (Bob Dylans voormalig begeleidingsgroepje in de jaren 60) in het ‘Guinness Book of World Records’ onder het kopje ‘The Largest Audience at a Pop Festival’.
‘Summer Jam 1973’ lokte op 28 juli 1973 een ongeziene 600.000 muziekliefhebbers naar het Watkins Glen International-racecircuit. Slechts 150.000 toeschouwers hadden een ticketje. De rest glipte gratis binnen toen de organisatie de poorten opengooide.
Het glorieuze muziekfestival op ‘The Glen’ brak daarmee vlotjes het oude record van 400.000 ‘Woodstock 1969’-hippies. Met 400.000 liter water, 1.000 mobiele toiletten, 500 agenten en 3 helikopters bereidde de ‘Summer Jam’-organisatie zich voor op het ergste. Dat belette evenwel niet dat er een parachutist te pletter stortte op het festivalterrein.
Engels gras
Het moeten natuurlijk niet altijd Amerikaanse sportarena’s zijn. ‘Knebworth Fair’ strikte The Rolling Stones als headliner voor het festival op 21 augustus 1976. Het optreden werd met 120.000 tot zelfs 200.000 mensen hun grootste publiek ooit.
Na de doortocht van ‘The Greatest Rock and Roll Band in the World’, werd deze heilige Hertfordshire-grond dé ultieme Engelse openluchtlocatie. Queen speelde er op 9 augustus 1986 hun laatste concert met Freddie Mercury. Oasis schreef er Britpop-geschiedenis met de legendarische ‘Knebworth 1996’-concerten.
Het Hyde Park in Londen is anders ook best een pittoreske locatie voor een optredentje. Een piepjonge Richard Branson organiseerde er op 18 september 1976 een gratis concert, voor wel 150.000 tot zelfs 200.000 aanwezigen. Het feit dat de hoofdact van dienst toen net het nummer 1-album ‘A Night at the Opera’ uit had en de boel aftrapte met ‘Bohemian Rhapsody’ had daar wellicht wat mee te maken.
Jean-Michel Jarre
Toch verbleken deze indrukwekkende bezoekerscijfers bij de eindeloze mensenzee die Jean-Michel Jarre op 14 juli 1979 naar de Place de la Concorde lokte. 1 tot zelfs 1,5 miljoen toeschouwers verzamelden voor het gratis openluchtconcert op het Parijse Eendrachtsplein. Op de plaats waar 2 eeuwen geleden de hoofden van koning Lodewijk XVI en Marie-Antoinette van de guillotine rolden, klonk die dag de futuristische elektro van ‘Équinoxe’ en ‘Oxygène’.
De Franse synth-pionier hield het niet bij dat éne Guinness Record. Ook in 1990 en 1995 trok hij meer dan 1 miljoen mensen naar de Franse hoofdstad. Met 3,5 miljoen toeschouwers op 6 september 1997 in Moskou, staat het grootste gratis concert ooit nog steeds op zijn naam.
7. Vuur, bloed, satellieten & andere waanzinnige SHOWELEMENTEN
70ies-concerten maakten niet alleen indruk met hun duizelingwekkende bezoekersrecords. Optredens garandeerden ook waanzinnig spektakel. Niet toevallig stammen tal van legendarische concertfilms uit dit gouden rockdecennium. Voor sommige groepen was het showelement zelfs minstens even belangrijk als de muziek. Artiesten zochten voortdurend de grenzen van het mogelijke op.
Pink Floyd
‘More Than a Movie! An Explosive Cinema Concert!’, beloofde ‘Pink Floyd: Live at Pompeii’ (1972). En dat was beslist niet gelogen. De Britse band speelde in oktober 1971 vier dagen in het verlaten amfitheater van Pompeii.
De natuurlijke echo van het Romeinse bouwwerk bleek geknipt voor adembenemende composities als ‘Echoes’ en ‘One of These Days’. Regisseur Adrian Maben wisselde de concertopnames af met beelden van opgravingen en de met lava dreigdende Vesuvius. 45 jaar later keerde gitarist David Gilmour terug naar de historische locatie voor zijn ‘Rattle That Lock Tour’.
Tegen de late 70ies waren visuele spektakels en verbluffende decors vaste prik op een Pink Floyd-concert. De groep sleepte o.a. een indrukwekkende roterende bloemblaadjes-spiegelbol, een pyrotechnische waterval en gigantische opblaasbare varkens en schapen mee tijdens hun ‘In the Flesh’-tour voor ‘Animals’.
Het fenomenale muziekkwartet zou vervolgens de lat nog hoger leggen met het live-spektakel van ‘The Wall’, waar je de fameuze muur op het podium steen voor steen zag verschijnen en vervolgens weer neergaan. De kille muur die ondertussen tussen Roger Waters en zijn bandleden groeide, bleek helaas iets robuuster.
Elvis in Hawaii
Zo’n 650 miljoen mensen zagen hoe Neil Armstrong op 21 juli 1969 als eerste mens ooit zijn linkervoet op het maanoppervlak drukte. Indrukwekkend. Maar niet zo indrukwekkend als wat Elvis in zijn adelaarscape op 14 juni 1973 in het ‘Honolulu International Center’ presteerde.
‘The King’ was toen de eerste soloartiest die zijn concert wereldwijd live per satelliet uitzond. ‘I did it my way’, klonk het triomfantelijk met een okergele bloemenkrans rond zijn wit glitterpak. Elvis’ manager Colonel Parker beweerde dat er zéker 1,5 miljard mensen in 36 landen naar ‘Aloha from Hawaii via Satellite’ keken. Iets kritischere mediakenners schatten het aantal kijkers van deze 85 minuten durend TV-special eerder op 1 miljard.
In Elvis’ thuisland moesten de fans wachten op een herwerkte uitzending op 4 april 1973. TV-zender NBC vreesde namelijk iets te veel concurrentie van de Super Bowl, de jaarlijkse ‘American Football’-hoogmis die diezelfde dag plaatsvond.
Alice Cooper
Ten tijde van ‘Billion Dollar Babies’ (1973) was Alice Cooper even het belangrijkste rockfenomeen ter wereld. Het 6de studio-album bereikte zowel in UK als de VS de eerste positie. Vervolgens trok de shockrocker met zijn trawanten op een monstertour waar beslist niet op een bloederig decorstuk meer of minder werd gekeken.
Alice Coopers optredens waren sinds de begindagen, toen er al eens een onfortuinlijk stuk pluimvee het leven liet, een ongeziene belevenis. Wat wil je ook. Met een boa constrictor als tourmaatje. Nu maakte de ‘School’s Out’-zanger met hulp van de beroemde Amerikaanse goochelaar James Randi zijn eretitel van ’s werelds meest ‘Beloved Heavy Metal Entertainer’ helemaal waar.
Tijdens de groteske griezelshow sneuvelden honderden babypoppen en gebeurden er allerlei gruwelijke dingen met mannequin-paspoppen. Er was een enge podium-act met een akelig realistische operatietafel en een psychotisch intermezzo met dansende tanden – waarna het publiek nooit meer in een tandartsstoel durfde. Hét hoogtepunt van elke avond was het moment waarop James Randi in zijn rol als beul het hoofd van ‘The Godfather of Shock Rock’ onder de guillotine gooide.
Kiss
Een van de aanwezigen in het publiek van Alice Coopers’ prettig gestoorde ‘Billion Dollar Babies’-tour was Paul Stanley. ‘… the theatricality made a huge impression on me. He really opened my eyes to the possibilities of a rock ‘n’ roll show. I wanted Kiss to do things as visually arresting as that, but I wanted the band to be the show, by itself.’
En zo geschiedde. Onder hun geschminkte en gekostumeerde alter ego’s ‘The Starchild’, ‘The Demon’, ‘The Spaceman’ en ‘The Catman’ veranderde Kiss de rockmuziek zoals we het vandaag kennen. Gene Simmons spuwde vuur en bloed, terwijl er letterlijk vlammen en rook uit Ace Frehleys schroeiende gitaarsolo’s kwamen.
Eén keer werd The Spaceman bijna geëlektrocuteerd na ‘Detroit Rock City’ in het Lakeland Civic Center van Florida. Paul Stanley sloeg Pete Townshend-gewijs tussen 1976 en 1980 naar schatting 300 Gibson Marauder-gitaren kapot op het podium. En Peter Criss zijn drumstel schoot de lucht in terwijl het vonken en andere knetterende pyrotechnics regenden.
‘The Hottest Band the World’ groeide in enkele jaren uit tot een heuse live-sensatie. Tegen hun ‘Destroyer – The Spirit of ‘76’-tour zetten ze ’s werelds beste rockshow neer. – ‘We went back to all the stuff we react to, 4th of July fireworks shows and things exploding. We wanted to go where no band had gone before.’ – Optredens waren nooit meer hetzelfde na Kiss. Voortaan zetten ook andere artiesten in op peperdure speciaal ontwerpen decors en licht- en vuurshows.
Al die klappertjes en rotjes vereisten natuurlijk gespecialiseerd personeel en een uit de kluiten gewassen tourkaravaan. De ‘I Was Made For Lovin’ You’-rockers overspoelden hun fans als eerste met een shitload aan massa-merchandising. Het Kiss-logo pronkt op wel 3.000 verschillende hebbedingen. Variërend van broodtrommeltjes, stripboeken, action figures, flipperkasten, condooms tot zelfs een officiële Kiss-doodskist.
6. ‘THE STARSHIP’
Als je alle excessieve ‘Sex & Drugs & Rock & Roll’ van de 70ies in één voorwerp moest vatten, dan was het wel in ‘The Starship’. ‘The Starship’ was een voormalige United Airlines Boeing 720. Het 60ies-tieneridool Bobby Sherman en zijn manager Ward Sylvester tikten het afgedankte passagiersvliegtuig in 1973 op de kop.
Vervolgens besloot het duo met een bescheiden budget van 200.000 dollar het interieur een beetje aan te passen. Ze hadden namelijk een ingenieus businessplan bedacht. Het ding charteren als privéjet voor tourende rockbands! Dat kon voor 2.500 dollar per uur. Voor die prijs kreeg je wel 3 stewardessen (genaamd Bianca, Sandy & Susie), een barman én een piekfijne aankleding bij.
Denk aan gezellige snuisterijtjes zoals een 9 meter lange loungezetel, een met kopermessing afgewerkte bar vol ijsgekoelde kratten Dom Pérignon-champagne uit ‘64 en ‘66, een TV met bijbehorende videotheek, een ingebouwd elektrisch ‘Thomas’-orgel, een exotische kussenhoek (incl. open haard!), en een fraai ingerichte slaapkamer – compleet met kingsize waterbed, witte bontensprei en badkamer. Onnodig te zeggen dat daar bitter weinig geslapen werd.
‘A floating gin palace’
Led Zeppelin was de eerste rockgroep die voor hun Noord-Amerikaanse tournee beroep deed op deze ‘private world of elegance’. De jongens voelden hun er meteen thuis. Hun groepsnaam pronkte zelfs buiten op de vliegtuigromp. Tourmanager Richard Cole herinnerde de eerste luchtreizen als ‘a floating gin palace’. De beroemde rockfotograaf Neal Preston prees ‘The Starship’ dan weer als ‘the Bolivian diamond flake of airplanes’.
Coke en andere clandestiene snuifgoederen vlogen er lustig door, terwijl bassist John Paul Jones zijn reisgezelschap achter het orgel entertainde met vrolijke kroegsongs als ‘I’ve Got a Lovely Bunch of Coconuts’. Het was zelfs zo’n gezellige boel op ‘The Starship’, dat je soms zou vergeten dat je 10 km boven de grond hing. Drummer Jon Bonham, het notoire drankorgel van de Britse band, probeerde ooit boven Kansas City de buitendeuren te open omdat hij dringend moest pissen.
Je was in de 70ies pas een échte wereldster, als je genoeg slappe was had om deze exuberante vlieger enkele weken af te huren. Voor Alice Cooper, Bob Dylan & The Band, Deep Purple, The Allman Brothers, Elton John (die naar verluidt vrolijk onder invloed van allerlei verboden middelen door het vliegtuig rolschaatste), The Rolling Stones en Peter Frampton bleek dat alvast geen probleem.
Roemloos einde
Ook andere illustere namen als John Lennon, Frank Sinatra, Sonny & Cher, Elizabeth Taylor en ‘Grease’-ster Olivia Newton-John lieten zich maar wat graag in deze luxueuze jet rondvliegen.De eigenaars legden hun klanten dan ook voortreffelijk in de watten. Toen The Allman Brothers voor het eerst aan boord gingen, zagen ze ‘Welcome Allmans Bros’ in lijntjes coke geschreven op de bar.
Toen de 2de oliecrisis eind jaren 70 opborrelde, ontsprong ook dit mythische rockvliegtuig de dans niet. In 1979 belandde ‘The Starship’ in de opslag van het Londense Luton Airport. Om daar 3 jaar later roemloos ontmanteld te worden.
5. Vanwaar komt de naam ‘HEAVY METAL’?
Als je de Berg der Wijsheid beklimt en eens boven op de top aan de baardige kaalgeschoren wijze sjamaan in kwestie daar, die overigens verdacht veel op Robert Halford van Judas Priest lijkt, vraagt – Wie nou precies de metalmuziek uitvond? Dan zal hij je zonder aarzelen 3 namen geven.
En wel Black Sabbath, Led Zeppelin en Deep Purple. Deze Grote Drie vormen samen de ‘Unholy Trinity of British Hard Rock and heavy metal in the early to mid-seventies’ Zij klutsten als geen ander de rock, blues en psychedelica van de 60ies tot een gloeiendhete smeltkroes waaruit gevaarlijk harde gitaarmuziek borrelde.
Black Sabbath
Black Sabbaths invloed op het metal-, doom- én stoner rock-genre is immens. Al kon je dat in 1968 nog niet uit hun groepsnaam afleiden. Toen luisterde het legendarische kwartet uit Birmingham tenslotte nog naar de naam ‘The Polka Tulk Blues Band’. Ook ‘Earth’ was geen blijvertje. Maar Ozzy Osbourne en co waren zo overtuigd van de Boris Karloff-horrorprent ‘Black Sabbath’ (in regisseur Mario Bavo’s thuisland Italië uitgebracht als ‘Il Tre Volti Della Paura’), dat ze er in 1970 meteen ook hun debuutplaat naar vernoemden. Én het openingsnummer!
Je hoeft zelfs geen muziekkenner te zijn om te geloven dat dit hét eerste heavy metal-album ooit was. Alleen al die lome, loodzware opener! Na de flowerpower van de 60ies was dit hoogst boosaardige muziek! Nog datzelfde jaar verscheen ‘Paranoid’. En met nummers als de opgejaagde titeltrack, het oorlogsprotest ‘War Pigs’ en Tony Iommi’s monsterriff genaamd ‘Iron Man’ schroeide Black Sabbath voorgoed haar brandmerk op élke metalband die na hen kwam.
Led Zeppelin
Ook Led Zeppelin drukte al sinds zijn oprichting in 1968 zijn onbetwistbare stempel op het oorverdovende metalgenre. Dat deed het Londense viertal al meteen op prille nummers als ‘Communication Breakdown’, waar Jimmy Page ronkende downstrokes uit zijn Les Paul ragde. Het was een voorbode van de gitaarriffs waarop de plunderende Vikingen van ‘Immigrant Song’ richting Valhalla beukten. Om nog maar te zwijgen van het majestueuze werkstuk ‘Kashmir’.
Of neem er maar eens het 37 miljoen stuks verkopende ‘Led Zeppelin IV’-album bij. Op ‘Black Dog’, een knipoog naar de naamloze zwarte labrador die tijdens de opnames rondzwierf bij de Headley Grange studio’s, is het heerlijk headbangen geblazen.
En hoeveel metalbands hebben wel niet aandachtig geluisterd naar die epische opbouw van ‘Stairway to Heaven’? Volgens ene Randy California hadden Jimmy Page en Robert Plant voor dat meesterwerk dan weer iets te goed naar het nummer ‘Taurus’ van zijn band Spirit geluisterd. Pas in 2020 beslechte de rechtbank de jarenlange aanslepende plagiaatzaak in het voordeel van Led Zep.
Deep Purple
Na hun optreden op 30 juni 1972 in het Londense Rainbow Theatre, erkende ‘Guinness Book of World Records’ Deep Purple als ‘The Globe’s Loudest Band’. Het volume bereikte pieken van 117 dB en de monsterlijke geluidsmuur sloeg 3 aanwezigen buiten bewustzijn. Toen Manowar later in 1994 met het geschifte 129,5 dB een gooi naar een nieuw record deed, had het ‘Guinness Book’ de categorie alweer wijselijk afgevoerd.
Maar of je klassiekers als ‘Smoke on the Water’ en ‘Child in Time’ nu door versterkers van 10.000 watt hoort of je badkamerradiootje. Het pionierswerk dat deze Britten vanaf hun 4de studioalbum ‘Deep Purple in Rock’ (1970) voor de metalwereld verrichten is ontzaglijk. Want jij, Lars Ullrich? – ‘When I was nine years old it was all about Deep Purple. My all time favourite [album] is still ‘Made in Japan’.’
Allemaal goed en wel. Maar vanwaar komt die naam ‘Heavy Metal’ nou?!
Uitstekende vraag! De naam dook voor het eerst op in ‘The Soft Machine’ (1961) van William S. Burroughs. In dat boek voerde de Amerikaanse ‘Beat’-schrijver het personage Uranian Willy – ‘The Heavy Metal Kid’ op. In 1968 smokkelde de Canadese rockband Steppenwolf de woordcombinatie in ‘Born to Be Wild’: ‘I like smoke and lightnin’ / Heavy metal thunder / Racing with the wind / And the feeling that I’m under!’
Begin 1970 gebruikte de legendarische muziekjournalist Lester Bangs de term ‘Heavy Metal’ vervolgens in een muziekbespreking van ‘Creem Magazine’. Toen nam ook het toonaangevende ‘Rolling Stone Magazine’ het begrip over. En al snel had iedereen het over dit nieuwe zware muziekgenre.
4. VINYL – Hoe het zwarte goud zijn glans verloor
‘8-tracks’ & ‘cassettes’
Aan de vooravond van de jaren 70 was vinylplaat oppermachtig. Wie had ze te vrezen? De ‘8-track tape’, misschien? Ach. Die malle 8-sporencassette was leuk voor in de auto. Maar thuis koos je toch voor ‘the real deal’ op je platenspeler. ‘8-tracks’ stonden namelijk niet bepaald bekend om hun betrouwbare geluidskwaliteit. Ze waren bovendien geen lang leven beschoren. Tegen de 80ies waren ze alweer uit de winkelrekken verdwenen.
De ‘Compact Cassette’ dan? Die klonk mogelijks nog belabberder toen Philips er in 1963 mee leurde. Toegegeven. Tegen midden jaren 70 hadden die slappe bandjes precies aan de steroïden gezeten. De geluidskwaliteit werd namelijk beduidend beter. Dat vond de consument ook. In 1977 evenaarden cassettes voor het eerst de vinylverkoop. Toen kreeg de LP plots wél een beetje schrik. Zeker toen Sony in 1979 die enge staalblauwe ‘Walkman’ uit zijn broekzak toverde!
Vinyl-hoogdagen
Op het hoogtepunt van de vinyl-verkoop vlogen er jaarlijks 530 miljoen platen de deur uit. Goed voor een jaaropbrengst van 2,5 miljard dollar. Het zwarte goud was goed voor 70% van de verkochte geluidsdragers. In zowat elk huishouden vond je wel een LP van ‘Led Zeppelin IV’ (1971), Pink Floyds ‘The Dark Side of the Moon’ (1973), The Eagles’ ‘Hotel California’, Fleetwood Macs ‘Rumours’ (1977) en de ‘Saturday Night Fever’-soundtrack. Niet toevallig komt de hoofdmoot van de bestverkopende muziekalbums ooit uit de 70ies.
Dé echte horror moest nog komen. Toen de 80ies de ‘Compact Disc’ binnenhaalden. Het bloedbad dat daarop volgde was enger dan eender welke ‘Nightmare on Elm Street’- of ‘Friday the 13th’-prent. De gouden jaren 70 werden zo meteen ook de laatste gloriedagen van de langspeelplaat. Wie had durven vermoeden dat de vinylverkoop tegen 1990 opdroogde tot een schamele 10 miljoen plaatjes per jaar? De ooit zo machtige grammofoonplaat kromp tot een lachwekkend marktaandeel van nog geen 0,1%. Kwam dat allemaal door die CD? Niet helemaal. De LP had het ook een beetje aan zichzelf te danken.
Belabberde geluidskwaliteit
Begin jaren 70 besloot de muziekindustrie te bezuinigen in het productieproces. Ze maakten de platen wat dunner. Want waarom zou je een muziekalbum op 180 tot 220 gram hoogwaardige vinyl persen, als het ook op 125 gram kan? De fabrieken recycleerden ook oude en onverkochte platen. Niet omdat ze allemaal ‘The Limits of Growths’ van de Club van Rome hadden gelezen. Het was gewoon lekker goedkoop om dat oud spul om te smelten tot nieuwe albums.
Dat de persing nogal krassig klonk en allerlei onaangename bijgeluiden produceerde? Daar liet de muziekindustrie zijn slaap niet voor. Minder grondstoffen levert tenslotte meer winst op. Alsof de luisteraar zou merken dat de geluidskwaliteit meteen ook beduidend dunner werd. Maar die merkte het wel. Soms kon je zelfs papierrestjes en ander vuil van het gerecycleerd spul in de groeven van je vers aangekochte LP ontwaren. Een nachtmerrie voor audiofielen.
Het kwam dus heus niet alleen door de CD. De vinylindustrie had vooral ook zijn eigen graf gegraven. Toen Sony en Philips in 1982 hun blinkend CD-schijfje showden, hadden muziekliefhebbers weinig overtuigingskracht nodig om hun krakende, haperende platenverzameling in te ruilen voor die loepzuivere, weliswaar peperdure, optische rondjes.
3. Elektronische muziek & 2 platenspelers in ‘The Bronx’
De jaren 70 deelden allerlei leuke technologische nieuwigheden uit. Atari rolde in 1972 ‘Pong’ in de speelhallen. Philips veranderde de huiskamer voorgoed met de VCR. Bill Gates en Paul Allen richtten in 1975 Microsoft op. Een softwarebedrijfje dat hen enkele jaren later in het lijstje van de rijkste mensen ter wereld katapulteerde.
Steve Wozniak prutste ondertussen wat computerchips op een printplaatje. Een zenboeddhistische fruitariër uit San Francisco vond dat zo’n geniaal idee dat hij meteen zijn Volkswagen busje verkocht om samen een bedrijfje op te richten. Apple, of zoiets?
Elektronische snufjes
Ook in de muziekindustrie lonkte de toekomst met digits. Elektro-snufjes zoals polyfonische synthesizers en elektronische drums slopen de muziekstudio in. John Paul Jones toverde in 1970 een grappig drone-geluidje uit een Moog Synth op Led Zeppelins ‘Celebration Day’. Het Duitse Kraftwerk nam op ‘Autobahn’ (1974) afscheid van zijn ‘Krautrock’ en ging vervolgens all-in elektro op ‘Radio-Activity’ (1975).
The Alan Parsons Project vervormden op ‘The Raven’ als eerste rockers de stem van hun frontman met een digitale vocoder. Giorgio Moroder en Pete Bellotte toverde in 1977, op een verdwaalde kickdrum na, alle instrumenten ‘I Feel Love’ uit elektronische doosjes. Donna Summer zong de lyrics van dé track die de elektronische dansmuziek aankondigde vervolgens in één magistrale take in. De Italiaanse synth-pionier won 2 jaar later een Oscar voor de filmmuziek van ‘Midnight Express’ (1978).
DJ Kool Herc
Maar ook buiten de opnamestudio hoorde je verbluffende dingen. Als je op het juiste moment op de juiste plaats was, tenminste. Héél soms beleefde je dan zelfs iets dat de muziekgeschiedenis voorgoed veranderde. Zoals op 11 augustus 1973, op 1520 Sedgwick Avenue. Daar draaide een 18-jarige Jamaicaanse jongen genaamd Clive Campbell plaatjes op een ‘Back to School Jam’. Er was best wat volk in het flatgebouwen. Zijn zusje Cindy had tenslotte enthousiast flyers uitgedeeld voor het buurtfeestje in The Bronx.
De 18-jarige DJ pakte het publiek helemaal in met zijn voorraad funk-LP’s. Hij verraste zijn Amerikaanse buurt ook met de soundsystemcultuur en dubmuziek uit zijn geboorteland. Bovenal wist-ie donders goed dat de dansvloer ontplofte tijdens de stevige instrumentale stukjes van een liedje. Zeg maar de ‘break’. De vingervlugge knul verlengde deze stukjes door snel tussen zijn 2 Technics SL-1100-draaitafels van nummer te wisselen. ‘Beat juggling’ heette dat kunstje.
‘To the beat, y’all!’
Het liefst wisselde hij als een bezetene tussen de instrumentale stukjes op 2 exemplaren van James Browns ‘Give It Up or Turnit a Loose’. Zo kreeg je een heerlijk lange, compleet nieuwe beat. De uitzinnige feestvierders trapten de vloer van het flatgebouw nét niet aan stukken. En anders gooide de gastheer wel nog wat extra olie op het vuur met opzwepende aansporingen als ‘B-boys, b-girls, are you ready? keep on rock steady!’ en ‘To the beat, y’all!’
Vrienden kenden deze knul ook wel als DJ Kool Herc. Die avond draaide hij op ’s werelds allereerste hiphopfeest ooit. Of toch het eerste waarvan we de datum nog weten. Al snel overspoelden honderden gelijkaardige ‘bloc party’s’ de Bronx. En DJ Kool Herc, die we ook wel eerbiedig als de ‘Father of Hip-Hop’ aanspreken, werd een regelrechte ‘Turntablism’-legende.
2. ‘CBGB’s’, bloed, gebroken neuzen & dode vissen
Op 10 december 1973 opende ‘CBGB’ voor het eerst zijn deuren in New York City. Het acroniem van deze muziekclub stond voluit voor ‘Country, Bluegrass, Blues and Other Music for Uplifting Gormandizers’. Maar na enkele weken vielen er nog maar betrekkelijk weinig banjo’s en mandolines te horen.
Want in dit legendarische heiligdom was je in de 70ies elke avond getuige van je reinste punkrockgeschiedenis. Proto-punkers en intrigerende kunstzinnige acts als Television en Patti Smith Group deelden er de eerste jaren de lakens uit. Dit was dé plaats waar de Ramones voor het eerst ‘Hey Ho, Let’s Go!’ brulden en vervolgens ‘Blitzkrieg Bop’ inzetten. En ook Blondie en de Talking Heads waren er sinds het prille begin kind aan huis.
Toen met The Damned op 7 april 1977 voor het eerst een Britse punkband in Amerika speelde, was dat uiteraard op deze roemrijke planken. Wanneer The Police met ‘Roxanne’ onder de arm de Atlantische Oceaan overvloog op zoek naar wereldfaam, was de eerst halte op 20 oktober 1978 uiteraard CBGB. Elvis Costello verdiende er ondertussen zijn sporen als voorprogramma voor Richard Hell and the Voidoids. In de jaren 80 maakte de New Yorkse hardcore punk scene er hun clubhuis van. Of zoals Madball-frontman Freddy Cricien het poëtisch verwoordde: ‘CBGB’s was our shithole.’
Sid Vicious (1957 – 1979)
Wie gek genoeg nooit in deze mythische punkrocktempel stond? De Sex Pistols! De Britse punkers speelden hun eerste gig op Amerikaanse bodem op 5 januari 1978 merkwaardig niet in New York of Los Angeles. Wel in een of andere ballentent waar net 500 mensen in pasten, ergens in het godvergeten Zuiden van de VS. Het optreden in de Great Southeast Music Hall boven een bowlingbaan in Atlanta eindigde niet goed. Bassist Sid Vicious moest naar het ziekenhuis nadat hij een briefopener van een fan had uitgetest op zijn polsen.
Enkele dagen later incasseerde de bassist een bloed spuitende gebroken neus tijdens een affreus optreden in de Dallas’ Longhorn Ballroom. De meningen over wat nu de exacte aanleidingen daarvoor was, lopen een beetje uit elkaar. Maar het is sowieso nooit een strak plan om in Texas het publiek te begroeten met ‘cowboy faggots!’
De sfeer zat erin, op die 10de januari 1978. Even daarvoor had Barry Kooda, de gitarist van het voorprogramma Nervebreakers al een dode vis uit het publiek opgevangen. Die hij vervolgens als plectrum gebruikte. Want een beetje chaos mocht nooit ontbreken op een 70ies-punkconcert.
Sid ‘speelde’ doodleuk verder terwijl het bloed over zijn blote borstkas droop. Daar had de heroïnejunkie ‘Get me a fix’ met een scheermesje ingekrast. Die kon hij kennelijk wel gebruiken. Tussen twee nummers door greep hij een fles om er woest zijn versterker mee af te ranselen. Niet dat het veel uitmaakte. Zijn bandleden draaiden het volume van zijn Ampeg SVT geregeld uit om erger te voorkomen.
Lemmy
Sid Vicious had dan ook meer talent voor bloedvergieten, vernieling en drugs, dan voor zijn Fender Precision Bass. Ooit vroeg hij aan Lemmy van Motörhead wat baslessen. Na drie dagen besefte Lemmy dat het een hopeloze zaak was. ‘Sid, you can’t play bass.’, zei Lemmy diplomatisch. – ‘Yeah I know,’ klonk het sip.
Twee maanden later liepen de twee elkaar weer tegen het lijf. – ‘Hey Lem, guess what? I’m in The Pistols!’, riep Sid triomfantelijk. – ‘But you can’t play bass.’, schudde Lemmy het hoofd. – Waarop Sid grijnsde ‘Yeah, I know, but I’m IN THE PISTOLS!’
Want ook dát was punk. Zelfs als je nóg minder dan drie akkoorden kende, kon je in een bandje spelen. Maar lang duurde die hele ‘Anarchy in the UK’ niet. Hoe het afliep met de Sex Pistols, de Britse punkbeweging en vooral die compleet onberekenbare Sid Vicious? Dat lees je in deze Top 10 Beste 70ies-Punkbands!
1. (Niet) iedereen hield van … DISCO!
Geen 70-ies muzieklijstje is compleet zonder … DISCO! Glitterende spiegelbollen, oplichtende dansvloertegels en felgekleurde glimmende outfits waren niet meer weg te denken in het nachtleven na ‘Saturday Night Fever’ (1977).
‘Saturday Night Fever’
Een piepjonge John Travolta slenterde in de openingsscene nonchalant door de straten van Brooklyn met een pot verf in zijn hand en een sappige pizzaslice in de andere. Dansschoenen netjes opgeblonken, haren piekfijn in model, en de scherpe puntkragen van zijn kraakvrije retro rode overhemd uiteraard onberispelijk gesteven. En zijn gedachten natuurlijk al helemaal bij het weekend en de dansvloer van de plaatselijke discotheek ‘2001 Odyssey’.
Geluidsband bij deze iconische filmopener? De Bee Gees die ‘Staying Alive’ uit hun hoge falsettokeeltjes slaken. ‘Saturday Night Fever: The Original Movie Sound Track’ werd de plaat die het Amerikaanse uitgaansleven voorgoed veranderde. Discomuziek sprong van de ondergrondse nachtclubs naar de hoogste posities van de internationale hitlijsten. 16 miljoen Amerikanen haalden de dubbele LP in huis. Het jaar daarop won de onweerstaanbare filmmuziek de Grammy Award voor ‘Album of the Year’ – nog steeds een unicum voor een discoalbum.
Ook over de Atlantische Oceaan beheersten de broertjes Barry, Robin en Maurice Gibb maandenlang de platenspeler met liedjes als ‘How Deep Is Your Love’, ‘You Should Be Dancing’ en ‘Night Fever’. De soundtrack piekte zelfs 19 weken in de Nederlandse Album Top 100.
Soul & Funk
‘Disco’ komt van het Franse woord ‘discothèque’: een platenbibliotheek. Al tijdens WO II werd er in het Parijse ‘La Discothèque’ gedanst op langspeelplaten. Begin jaren 70 ging het er stevig aan toe in de nachtclubs van New York. Geen muurbloempje was opgewassen tegen de zwoele Amerikaanse soul en stuiterende funk die de dj’s uit hun platenbak graaiden.
Geen avond was compleet zonder Sly and the Family Stone’s ‘Dance to the Music’, James Browns ‘Sex Machine’, Isaac Hayes’ ‘Theme from Shaft’, Aretha Franklins ‘Spanish Harlem’, Marvin Gaye’s ‘What’s Going On’, Curtis Mayfields ‘Super Fly’, Barry White’s ‘Can’t Get Enough of Your Love, Babe’, Van McCoys ‘The Hustle’, Earth, Wind & Fire’s ‘Shining Star’, en Parliament-Funkadelics ‘Give Up the Funk’.
Amerikaanse funkmuziek zou met zijn moddervette baslijnen, gesyncopeerde drumbeats en soulvolle grooves het populaire discogenre bevruchten. De hele wereld zou op Donna ‘Queen of Disco’ Summers ‘Love To Love You Baby’ en Chics ‘Le Freak’ dansen in wapperende olifantenpijpen, en nog niet minnetjes ook!
Eurodisco
Ook in Europa kriebelde in de 2de helft van de jaren 70 het discobeest. Het Spaanse meidenduo Baccara scoorde in 1977 een wereldhit met ‘Yes Sir, I Can Boogie’. Het Duitse Boney M. was niet uit de hitlijsten weg te branden met discokrakers als ‘Daddy Cool’, ‘Ma Baker’, ‘Rivers of Babylon’ en ‘Rasputin’.
De Italiaanse producer Giorgio Moroder flanste in zijn Musicland Studios in Munich de ene na de andere invloedrijke eurodisco-track in elkaar. ‘At that time, in Germany, in ’69, ’70 / They had already discotheques’, klonk het 4 decennia later in Daft Punks ode ‘Giorgio by Moroder’.
ABBA
Hét Europese muziekfenomeen van de 70ies kwam uit Stockholm. Nadat ABBA in 1974 het Eurovisiesongfestival in het Engelse Brighton won met ‘Waterloo’, waren Agnetha, Björn, Benny en Anni-Frid tot hun split in 1983 met voorsprong de succesvolste act van het Oude Continent. Het gouden kwartet beheerste een decennium lang de hitlijsten met werkelijk onweerstaanbare nummer 1-hits als ‘Gimme! Gimme! Gimme!’, ‘Mama Mia’, ‘Take a Chance on Me’ en ‘The Winner Takes It All’.
Met ‘Dancing Queen’ schreven Benny Andersson en Björn Ulvaeus misschien wel de beste popsong ooit in hun zomerhuisje op het Zweedse eilandje Viggsö. Zelfs de échte Queen was fan. – ‘I always try to dance when this song comes on, because I am the Queen and I like to dance.’, verklapte Queen Elizabeth II ooit.
‘Disco Demolition Night’ – het trieste einde van de disco
Toch hield niet iedereen van disco. Hardrockers zagen met lede ogen toe hoe hun scheurende gitaren op de radio moesten wijken voor discoplaatjes. In Amerika kwam het zo al eens tot relletjes. Die relletjes bereikten op 12 juli 1979 een triest dieptepunt. Die dag riepen rock-dj’s Steve Dahl en Garry Meier op tot een ludieke disco-protestactie: ‘The eradication and elimination of the dreaded musical disease!’
Maar hun ludieke ‘Disco Demolition’-actie liep mis. Gruwelijk mis. Plaats van het gebeuren was het Comiskey Park in Chicago. Daar stond een baseballwedstrijd gepland tussen de Chicago White Sox en de Detroit Tigers. Wie met een (uiteraard te vernielen) discoplaat opdaagde, mocht aan flinke korting binnen. De organisatie zou de platen vervolgens veilig opfikken op een strategisch geplaatste brandstapel op het middenveld.
De organisatie had alleen niet verwacht dat er tienduizenden drieste disco-haters zouden opduiken. Laat staan dat ze zelf wel voor het vuurwerk zouden zorgen. Plots regende het niet alleen vinyl, maar ook rotjes, lege flessen en aanstekers in het stadium. In enkele minuten tijd ontaarde het jolige plan in complete chaos. – ‘It wasn’t just one, it was many. Oh, God almighty, I’ve never seen anything so dangerous in my life.’, herinnerde Tigers-slagman Rusty Staub zich de horror. Daarna bestormde de dolle meute het veld met zelfgemaakte spandoeken als ‘DISCO SUCKS!’, voor niets minder dan de totale vernieling.
De anarchie leidde tot 39 arrestaties en naar schatting 30 gewonden. De Amerikaanse honkbalbond legde de thuisploeg een forfait op en riep de bezoekende Tigers uit tot winnaar. De ‘Disco Demolition Night’ blijft een van de zwartste bladzijden uit de Amerikaanse sportgeschiedenis. En volgens tal van muziekkenners betekende het ook de ultieme genadeslag voor hét muziekgenre dat als geen ander zijn stempel drukte op de muzikale 70ies.
Nog niet genoeg muziek weetjes geleerd? Lees dan ook
Jaren 60 Muziek weetjes
Jaren 80 Muziek Weetjes
Jaren 90 Muziek Weetjes
Jaren 00 Muziek Weetjes
1 reactie
Luister dan ook maar eens naar Pinguin Vintage (https://pinguinradio.com/player/pinguinvintage) of via Online Radio Box. Muziek van 40 jaar en ouder en niet alleen de hits, maar ook jukeboxklassiekers en elpeetracks