Brazilië ademt voetbal. Het is geen sport, maar een cultuur. Een religie bijna. Op straatvelden, op stranden, in favelas — overal wordt gevoetbald. En uit die liefde voor het spel zijn de grootste legendes voortgekomen.
Met vijf wereldtitels, talloze briljante doelpunten en een herkenbare stijl van spelen — snel, technisch, vol flair — heeft Brazilië een ongeëvenaarde impact gehad op het wereldvoetbal.
Hier zijn de 10 meest legendarische spelers uit de rijke geschiedenis van het Braziliaanse elftal. Ze maakten naam, bouwden aan mythen — en gaven miljoenen mensen kippenvel.
1. Pelé
- Positie: Aanvaller
- Periode: 1957–1971
- Interlands: 92 | Doelpunten: 77
Pelé is niet alleen de grootste Braziliaan aller tijden — voor velen is hij dé grootste voetballer ooit. Hij won drie WK’s (1958, 1962, 1970), een prestatie die nog niemand evenaarde. Zijn spel was compleet: techniek, kracht, inzicht, afwerking. En hij deed het met elegantie. Zijn bijnaam O Rei (de Koning) zegt eigenlijk alles.
2. Zico
- Positie: Aanvallende middenvelder
- Periode: 1976–1986
- Interlands: 71 | Doelpunten: 48
Zico wordt vaak de witte Pelé genoemd — en dat zegt wat. Hij blonk uit in techniek, vrije trappen en spelinzicht. Hoewel hij nooit een WK won, geldt het team van 1982 (met Zico als dirigent) als een van de mooiste die Brazilië ooit heeft gehad.
3. Garrincha
- Positie: Rechtsbuiten
- Periode: 1955–1966
- Interlands: 50 | Doelpunten: 12
Garrincha was magie op twee benen (waarvan er één korter was dan de ander). Hij speelde met een ongekende lichtheid, als een kind dat voorbij alles en iedereen dartelde. Samen met Pelé leidde hij Brazilië naar de titels van 1958 en 1962.
4. Ronaldo (Ronaldo Luís Nazário)
- Positie: Spits
- Periode: 1994–2011
- Interlands: 98 | Doelpunten: 62
El Fenômeno was kracht, snelheid en afwerking in één. Ronaldo brak door als tiener, domineerde eind jaren ’90 en herrees spectaculair in 2002 na zware blessures om Brazilië de vijfde wereldtitel te bezorgen.
5. Romário
- Positie: Spits
- Periode: 1987–2005
- Interlands: 70 | Doelpunten: 55
Romário was een geniale afmaker: klein van stuk, maar met een groot gevoel voor positie en timing. In 1994 leidde hij Brazilië naar de wereldtitel in de VS, en werd verkozen tot speler van het toernooi.
6. Ronaldinho
- Positie: Aanvallende middenvelder
- Periode: 1999–2013
- Interlands: 97 | Doelpunten: 33
Ronaldinho speelde voetbal alsof het dansen was. Zijn lach, zijn trucjes, zijn vrije trappen — alles aan hem ademde vreugde. In 2002 werd hij wereldkampioen, in 2005 en 2006 wereldvoetballer van het jaar.
7. Cafu
- Positie: Rechtsback
- Periode: 1990–2006
- Interlands: 142 | Doelpunten: 5
Cafu is de beste vleugelverdediger die Brazilië ooit heeft gehad. Hij combineerde defensieve degelijkheid met aanvallende kracht — en won twee WK’s (1994 en 2002). Als aanvoerder in 2002 was hij de eerste Braziliaan die in drie WK-finales speelde.
8. Rivaldo
- Positie: Aanvallende middenvelder
- Periode: 1993–2003
- Interlands: 74 | Doelpunten: 35
Rivaldo was sierlijk én efficiënt. Hij kon met beide benen schieten, dribbelen, passen en scoren. Zijn rol in het kampioensteam van 2002 was cruciaal, en in 1999 werd hij verkozen tot Wereldvoetballer van het Jaar.
9. Sócrates
- Positie: Middenvelder
- Periode: 1979–1986
- Interlands: 60 | Doelpunten: 22
Sócrates was een voetballende filosoof — hij studeerde medicijnen en speelde met een tactisch inzicht dat uitzonderlijk was. Als aanvoerder van het team van 1982 combineerde hij elegantie met leiderschap.
10. Jairzinho
- Positie: Rechtsbuiten
- Periode: 1964–1974
- Interlands: 81 | Doelpunten: 33
In 1970 scoorde Jairzinho in elke wedstrijd van het WK — iets wat bijna niemand hem nadeed. Zijn explosieve kracht en snelheid maakten hem onmiskenbaar in het gouden team van 1970.
De wereld bekijkt Brazilië vaak als het summum van voetbalplezier. Van Pelé’s elegantie tot Ronaldinho’s kunsten: deze tien legendes laat zien waarom het land onlosmakelijk verbonden is met de mooiste sport ter wereld.