Je loopt er overheen, zit erop in het park of maait het in je achtertuin — maar hoe vaak denk je écht na over gras?
Toch is gras een van de meest invloedrijke plantensoorten op aarde. Het bedekt maar liefst een kwart van al het landoppervlak en voedt letterlijk de wereld — van koe tot panda tot mens.
En dat strakke, groene gazon voor je huis? Dat blijkt een cultureel fenomeen met diepe wortels én verrassend veel impact.
Hier zijn 10 weetjes over gras die je voortaan anders doen kijken naar elke spriet onder je voeten.
1. Gras is een overlever
Gras lijkt kwetsbaar, maar is evolutionair gezien juist een kampioen. Het hoort tot de grassenfamilie (Poaceae), met zo’n 12.000 soorten — waaronder bamboe, tarwe, rijst en mais.
Wat gras uniek maakt? Het groeit van onderuit. Zelfs als het vertrapt, afgegraasd of gemaaid wordt, schiet het weer omhoog. Dat maakt het bestand tegen grazers én grasmaaiers.
Waar andere planten sneuvelen onder druk, komt gras juist sterker terug.
2. Het oudste gras is minstens 66 miljoen jaar oud
Fossiele pollen wijzen erop dat gras al groeide in de tijd van de dinosauriërs. Sterker nog: sommige dino’s aten vermoedelijk gras.

Wetenschappers vonden fossielen van gras in de versteende uitwerpselen (ja, echt) van sauropoden. Dat maakt gras ouder dan men lange tijd dacht — en laat zien hoe fundamenteel het is in de geschiedenis van planten en herbivoren.
3. Jouw gazon is cultureel erfgoed
Het idee van een strak gemaaid gazon komt niet uit de natuur — maar uit de Engelse aristocratie van de 17e eeuw.
Landerijen rond kastelen en landhuizen werden kort gehouden, eerst met schapen, later met mensen. Een perfect gazon werd een statussymbool: wie gras had, hoefde daar geen voedsel op te verbouwen. Die esthetiek verspreidde zich via koloniale tuinen naar de hele wereld.
4. Gras voedt de wereld — letterlijk
Driekwart van wat we eten bestaat uit grassen. Niet het gras zelf, maar de granen die tot de grassenfamilie behoren: rijst, mais, tarwe, haver, gerst en rogge.
Ook het vlees dat je eet, komt vaak van grasetende dieren zoals koeien, schapen of geiten. Zelfs bamboe — het favoriete voedsel van de panda — is een grassoort.
Gras staat dus aan de basis van nagenoeg elke voedselketen op aarde.
5. Grasvelden zijn ecologisch… discutabel
Hoewel gras er mooi uitziet, is het ecologisch gezien vaak een groene woestijn. Veel gazons bestaan uit slechts één soort, worden zwaar bemest en gemaaid — wat slecht is voor biodiversiteit.
Inheemse bloemen, insecten en vogels gedijen beter in natuurlijke graslanden of bloemenweides. Een ‘wilde’ tuin met hoog gras en bloemen is dus vaak véél diervriendelijker dan een perfect gemaaid tapijt.
6. Er zijn ook ‘supergrassen’
Wetenschappers werken aan genetisch verbeterde grassoorten die beter bestand zijn tegen droogte, ziektes of overstromingen. Sommige kunnen zelfs helpen bij CO₂-opslag of grondreiniging (bijvoorbeeld van olie of zware metalen).
Eén voorbeeld is switchgrass (Panicum virgatum), een Noord-Amerikaanse soort die wordt onderzocht als biobrandstof-alternatief.
7. Kunstgras is geen moderne uitvinding
Kunstgras lijkt iets van deze tijd, maar bestaat al sinds de jaren ’60. De eerste versie, AstroTurf, werd ontwikkeld voor de Houston Astrodome — een overdekt honkbalstadion zonder zonlicht.

Sindsdien heeft kunstgras zich, dankzij bedrijven als Grasexpert, ontwikkeld van plastic mat tot hyperrealistische sportvloer. Vooral op voetbalvelden en schoolpleinen is het populair.
8. In sommige landen mag je gras geen water geven
In droge gebieden zoals Californië, Zuid-Afrika of Spanje worden tijdens droogteperiodes wetten ingevoerd die het sproeien van gras verbieden.
Gras onderhouden kost namelijk extreem veel water: tot wel 1000 liter per week per 10 m². Steeds meer steden stimuleren daarom ‘xeriscaping’ — tuinen zonder gras, met vetplanten of grind.
9. Hoog gras is goed voor je mentale gezondheid
Onderzoek wijst uit dat mensen zich rustiger, blijer en creatiever voelen in natuurlijke, ongemaakte omgevingen — dus níet in een strak gazon, maar juist in hoog gras, met bloemen en insecten.
Een veld vol klaprozen en wuivend gras werkt als een soort natuurlijke meditatie.
Misschien is het dus tijd om de grasmaaier iets vaker te laten staan.
10. Er bestaan grasliefhebbersclubs
In landen als het Verenigd Koninkrijk en de VS bestaan verenigingen van gazonliefhebbers die elkaar jaarlijks ontmoeten, tips delen over maaihoogte, beluchting en zelfs het juiste looppatroon voor een ‘streeploos gazon’.
Voor sommigen is gras geen plant, maar een passie. De ultieme vorm van rust, controle en schoonheid in eigen tuin. En er zit ook wel iets zen-achtigs in een perfect gemaaid veld.