RozièreballonEen luchtballon is een magisch beeld, een bonte bol die geruisloos door de lucht zweeft, met enkel een vlam, een mand en de wind als sturing. Tegenwoordig zien we ze vooral bij zonsondergang boven weilanden of als toeristische trekpleister, maar achter die rustieke romantiek gaat een verhaal schuil van wetenschappelijke revolutie, avontuurlijke geesten en een flinke dosis lef.
Hieronder vind je 10 fascinerende weetjes over luchtballonnen – van hun spectaculaire debuut in de 18e eeuw tot de technologische hoogstandjes van nu.
1. De eerste bemande vlucht vond plaats in 1783
Op 21 november 1783 stegen twee Fransen, Jean-François Pilâtre de Rozier en François Laurent d’Arlandes, op in een heteluchtballon boven Parijs. De ballon was gebouwd door de gebroeders Montgolfier, die eerder al proeven hadden gedaan met onbemande ballonnen en dierenvluchten.
De vlucht duurde 25 minuten en bereikte een hoogte van ongeveer 900 meter. Duizenden toeschouwers zagen hoe de mannen in een open mand de lucht in gingen – zonder stuur, zonder parachute, zonder zekerheid. Het was het begin van de bemande luchtvaart, decennia vóór het eerste vliegtuig.
2. De gebroeders Montgolfier dachten dat rook werkte (maar het was warmte)
Joseph en Étienne Montgolfier waren papiermakers van beroep, maar raakten gefascineerd door lucht en vuur. Ze ontdekten dat hete lucht een lichte zak omhoog kon tillen, maar begrepen aanvankelijk niet waarom. Ze dachten dat rook de opwaartse kracht veroorzaakte, en gebruikten dus nat stro en wol om dikke, zwarte rook te produceren.
In werkelijkheid is het de warmte die lucht minder dicht maakt, waardoor deze opstijgt. Dat ze het werkingsprincipe niet helemaal snapten, deed niets af aan hun prestatie: hun ballonontwerp werkte wél – en veranderde de wereld.
3. Luchtballonnen waren de eerste militaire luchtvaartuigen
Nog voor het eerste vliegtuig werd ingezet in oorlog, gebruikten legers luchtballonnen voor verkenning. Al in 1794 gebruikte Frankrijk een ballon tijdens de Slag bij Fleurus om vijandelijke troepenbewegingen te observeren. De ballon was verbonden met de grond via kabels en diende als uitkijkpost.
Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog (1861–1865) zette het Noordelijke leger een Ballon Corps in om op grote hoogte de Zuidelijke linies te bespieden. Het was gevaarlijk werk: wind, kogels en onstabiele manden maakten het geen comfortabele observatiepost.
4. Er bestaan verschillende soorten ballonnen: hetelucht, gas en hybride
De meeste ballonnen die we vandaag zien zijn heteluchtballonnen: ze stijgen op doordat een brander de lucht in de ballon verwarmt. Maar er zijn ook gasballonnen, gevuld met lichte gassen zoals helium of waterstof (al is dat laatste explosief).
Daarnaast zijn er hybride ballonnen (Rozièreballonnen) die zowel een gasvulling hebben voor draagkracht als een brander om hoogte aan te passen. Deze worden vooral gebruikt voor langeafstandsvluchten, zoals recordpogingen.
5. Ballonvaren is extreem afhankelijk van het weer
Luchtballonnen hebben geen motor of stuur: ze drijven met de wind mee. De piloot kan alleen de hoogte aanpassen door de lucht in de ballon te verwarmen of te laten afkoelen. Door van luchtlaag te wisselen kan men gebruik maken van verschillende windrichtingen – maar dat vereist ervaring en kennis van de atmosfeer.
Daarom varen ballonnen alleen onder zeer specifieke weersomstandigheden: weinig wind, goed zicht, geen regen of onweer. De meeste ballonvaarten vinden dan ook vroeg in de ochtend of vlak voor zonsondergang plaats, wanneer de lucht stabiel is.
6. De eerste ballonvlucht over de Atlantische Oceaan was in 1978
Hoewel men al in de 19e eeuw droomde van trans-Atlantische ballonvluchten, lukte het pas in 1978. Drie Amerikanen — Ben Abruzzo, Maxie Anderson en Larry Newman — staken de oceaan over in de Double Eagle II, een heliumgasballon.
Ze vertrokken vanuit Maine (VS) en landden 137 uur later in Frankrijk. De reis was gevaarlijk: ze werden geteisterd door stormen, ijsvorming en lekkages. Maar ze bewezen dat ballonvlucht niet alleen recreatie was — het kon ook avontuur en prestatie zijn.
7. In 1999 werd voor het eerst non-stop rond de wereld gevlogen
De Zwitser Bertrand Piccard (ja, afstammeling van ballonpioniers) en de Brit Brian Jones slaagden erin om in 20 dagen de aarde rond te vliegen in een Rozier-balloon genaamd Breitling Orbiter 3.

Ze vertrokken vanuit Zwitserland en landden in Egypte, na meer dan 45.000 kilometer te hebben afgelegd. Aan boord: zuurstofmaskers, slaapzakken, hoogtechnologische communicatieapparatuur — én een enorme dosis vertrouwen in hun ballon.
8. Er worden ballonfestivals georganiseerd over de hele wereld
Van Nieuw-Zeeland tot Zuid-Frankrijk: over de hele wereld vinden jaarlijks ballonfestivals plaats. Het grootste is het Albuquerque International Balloon Fiesta in New Mexico (VS), waar honderden ballonnen tegelijk opstijgen — in allerlei kleuren en vormen.

Ook in Europa zijn bekende festivals, zoals die in Château-d’Oex (Zwitserland) en Bristol (VK). In Nederland is Ballonfiesta Barneveld een begrip. Zulke festivals trekken niet alleen ballonvaarders, maar ook duizenden toeschouwers die genieten van het spektakel in de lucht.
9. Je mag niet zomaar in een luchtballon vliegen
Hoewel het er ontspannen uitziet, is ballonvaren serieus werk. De piloot moet een brevet hebben en een grondige opleiding volgen. Hij of zij moet kennis hebben van aerodynamica, meteorologie, navigatie én noodprocedures.
Tijdens een vaart wordt voortdurend de temperatuur in de ballon gemeten en wordt bepaald wanneer en hoe vaak er bijgestookt moet worden. Ook het kiezen van een geschikte landingsplek is een vaardigheid op zich – zeker als er geen open veld in zicht is.
10. Ballonvaren is verrassend duurzaam (en stil)
Vergeleken met vliegtuigen of helikopters is een luchtballon bijzonder milieuvriendelijk. De enige uitstoot komt van de brander die de lucht verwarmt, meestal op propaan. Er zijn zelfs experimenten met elektrische branders of biomethaan om de impact te minimaliseren.
Daarbij is ballonvaren ook fluisterstil: zodra de brander uitstaat, hoor je niets dan de wind. Dat maakt het niet alleen rustgevend, maar ook geschikt voor het observeren van vogels of wilde dieren — zonder ze te storen.