Pasen: voor de een is het een gezellig lang weekend met familie en chocolade-eieren, voor de ander het belangrijkste religieuze feest van het jaar. Maar waar komt Pasen eigenlijk vandaan? Waarom eten we eieren, en wat heeft een konijn er in vredesnaam mee te maken? In deze lijst kijken we naar de geschiedenis van Pasen, van heidense wortels tot christelijke symboliek en moderne tradities.
1. Pasen is ouder dan het christendom
Pasen is tegenwoordig vooral bekend als christelijk feest, maar vergis je niet de oorsprong van dit lentefeest gaat veel verder terug in de tijd. Al ver voor de opkomst van het christendom vierden volkeren de komst van de lente met rituelen rond vruchtbaarheid en wedergeboorte. De lente stond symbool voor nieuw leven na de donkere wintermaanden. In veel culturen werd dit gevierd met eieren, jonge dieren (zoals hazen en lammeren) en feesten ter ere van godinnen van vruchtbaarheid, zoals de Germaanse Ostara of de Babylonische Ishtar.
Die link met Pasen is geen toeval: toen het christendom zich in Europa verspreidde, namen kerkleiders bewust bestaande heidense gebruiken en symbolen op in de paasviering, om de overgang naar het nieuwe geloof soepeler te maken. Vruchtbaarheidssymbolen zoals eieren en hazen, en het algemene thema van nieuw leven in de lente, sloten naadloos aan bij de boodschap van de opstanding van Christus. Zo raakten voorchristelijke en christelijke tradities met elkaar verweven in wat wij nu als Pasen kennen.
2. De naam “Pasen” kent verschillende oorsprongen
In het Nederlands en in veel andere talen (zoals Frans: Pâques, Italiaans: Pasqua, Spaans: Pascua) is de naam van het feest afgeleid van het Hebreeuwse Pesach, het Joodse feest dat de uittocht uit Egypte herdenkt. Ook het woord Pasen komt via het Latijn (Pascha) uiteindelijk van Pesach.

In het Engels (Easter) en Duits (Ostern) is dat anders: die namen gaan waarschijnlijk terug op heidense wortels. De Engelse monnik Beda schreef in de 8e eeuw dat Eostre (of Ostara in het Germaans) een godin van de lente en vruchtbaarheid was, en dat het lentefeest naar haar vernoemd was. Die naam bleef in die talen bestaan, ook nadat het christendom het feest inhoudelijk veranderde.
3. Pasen markeert de kern van het christelijke geloof

Voor christenen draait Pasen om de wederopstanding van Jezus Christus op de derde dag na zijn kruisiging. Dit moment – beschreven in de evangeliën van het Nieuwe Testament – wordt beschouwd als het bewijs van Jezus’ goddelijke aard. In die zin is Pasen belangrijker dan Kerstmis: het bevestigt het hele fundament van het christelijk geloof. De week voorafgaand aan Pasen, de zogenaamde Goede Week, volgt de lijdensweg van Jezus, met belangrijke momenten als Witte Donderdag (het Laatste Avondmaal), Goede Vrijdag (de kruisiging) en Stille Zaterdag (de dag van rouw).
4. Waarom verandert de datum van Pasen elk jaar?
De datum van Pasen hangt af van de maanstand: Pasen valt op de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente. Daardoor kan het feest plaatsvinden tussen 22 maart en 25 april. Deze manier van berekenen werd in 325 na Christus vastgesteld tijdens het Concilie van Nicea, waar kerkelijke leiders afspraken maakten over een uniforme paasdatum voor de hele christenheid. Het systeem volgt een combinatie van de zonnekalender en maankalender, wat betekent dat je nooit precies weet wanneer je dit jaar paaseitjes moet verstoppen.
5. De paashaas komt uit Duitsland
De paashaas is voor veel mensen hét symbool van Pasen, maar waar komt hij vandaan? De traditie van een konijn die eieren brengt, ontstond in de 17e eeuw in Duitsland. Konijnen waren in de Duitse volkscultuur al langer symbolen van vruchtbaarheid, omdat ze zich snel voortplanten. De eerste vermelding van de “Osterhase” (paashaas) komt uit de regio rond de Rijn. Duitse immigranten brachten deze traditie later mee naar Amerika, waar de paashaas uitgroeide tot een wereldwijd fenomeen. In Nederland werd hij pas in de 20e eeuw populair, mede dankzij de opkomst van chocolade-eieren en commercie.
6. De oorsprong van paaseieren ligt bij… vasten
Waarom eten we met Pasen eieren? Dat heeft alles te maken met de vastentijd. Tijdens de 40 dagen voor Pasen – de Veertigdagentijd – mochten katholieken vroeger geen eieren eten. Maar kippen legden natuurlijk gewoon door. Daarom werden de eieren gespaard, gekookt en versierd, zodat ze met Pasen als traktatie gegeten konden worden. Het eieren versieren werd zo een traditie op zich. In sommige culturen kreeg dit religieuze betekenis: het breken van het ei stond symbool voor het openbreken van het graf van Jezus.
7. De paaswake en het vuur: oud gebruik in een nieuw jasje
Op de avond van Stille Zaterdag, tijdens de paaswake, wordt in veel kerken het paasvuur ontstoken. Dat vuur symboliseert het licht van de opstanding. Maar het gebruik van vuur is ook ouder dan het christendom. In heidense tradities werden vuren aangestoken om de duisternis van de winter te verdrijven en de zon terug te verwelkomen. Deze vuren bleven bestaan binnen de christelijke rituelen, maar kregen een nieuwe betekenis. In sommige delen van Nederland, zoals Twente en de Achterhoek, zijn de paasvuren nog altijd een spectaculair dorpsritueel.
8. Pasen was ooit het moment voor doop en nieuwe kleren
In de vroege christelijke kerk was Pasen hét moment waarop nieuwe gelovigen werden gedoopt. De nacht van de paaswake was een belangrijk overgangsmoment: van duisternis naar licht, van zonde naar genade. Ook het dragen van nieuwe kleren met Pasen vindt hier zijn oorsprong. Het symboliseerde de nieuwe start, het afwerpen van het oude leven. Die traditie leeft in sommige landen nog steeds voort: in bijvoorbeeld de VS dragen mensen met Pasen vaak pastelkleurige ‘Easter outfits’ — een echo van deze oude gewoonte.
9. Pasen is niet één dag, maar een heel seizoen
Wat veel mensen niet weten: in de kerkelijke kalender is Pasen niet alleen die ene zondag, maar het begin van een periode van 50 dagen. De Paastijd loopt van Pasen tot Pinksteren, en staat in het teken van vreugde, hoop en het vieren van het nieuwe leven. De eerste week heet zelfs de Paasoctaaf en wordt beschouwd als één lange feestdag. In die tijd worden vaak doopdiensten gehouden, klokken luiden feestelijk, en de kleur wit (symbool voor licht) overheerst in de liturgie.
10. Veel paasgebruiken zijn ontstaan door vermenging van culturen
De kracht van Pasen ligt misschien wel in zijn vermogen om zich steeds opnieuw aan te passen. Door de eeuwen heen zijn heidense, Joodse, christelijke en seculiere elementen door elkaar gaan lopen. Daardoor is Pasen voor iedereen anders: religieus of niet, traditioneel of modern, spiritueel of commercieel. Wat ooit begon als een lenteviering, groeide uit tot een van de meest veelzijdige feesten ter wereld.
Pasen toen en nu
Pasen is méér dan een lang weekend. Het is een feest dat al duizenden jaren meegaat, zich aanpast aan nieuwe tijden, maar diepgeworteld is in oeroude thema’s: dood en leven, duisternis en licht, einde en nieuw begin.Of je nu paaseieren zoekt met kinderen, naar de kerk gaat, of vooral geniet van een extra dagje vrij: je maakt deel uit van een lange, rijke traditie. Een traditie waarin culturen samenkomen, symboliek zich opstapelt en de lente telkens opnieuw wordt verwelkomd.
Dus, de volgende keer dat je een chocolade-ei openbreekt of langs een paasvuur rijdt — weet dat daar een geschiedenis van duizenden jaren achter schuilt.