Patat of friet. Het is één van de meest verhitte discussies in Nederland, en dat terwijl het eigenlijk gewoon over een goudgeel gefrituurd aardappelstaafje gaat. Of ja — ‘gewoon’ is het eigenlijk niet. Want achter die dampende puntzak schuilt een wereld van verrassende feiten, diepgewortelde tradities én hilarische details. In dit artikel ontdek je 10 weetjes over Nederlands favoriete fastfood.
1. De discussie ‘patat vs. friet’ is bloedserieus
Vraag een Limburger om ‘patat’ en je krijgt een opgetrokken wenkbrauw. Vraag een Amsterdammer om ‘friet’ en je krijgt een beschaafde correctie. In het zuiden van Nederland en in België zeggen we “friet”, in het noorden en westen eerder “patat”. Wie gelijk heeft? Niemand. Of eigenlijk iedereen: beide termen zijn correct.
“Friet” is een afkorting van “frietjes” en komt van het Franse pommes frites. “Patat” komt van het Spaanse patata (aardappel), en is dus ook historisch onderbouwd. Dus: eet smakelijk — hoe je het ook noemt.
2. Zowel de Belgen als Fransen claimen de uitvinding
Zowel België als Frankrijk claimen de uitvinding van de gefrituurde aardappelstaafjes. De Belgen zeggen dat arme vissers in de 17e eeuw aardappels frituurden toen er geen vis te vangen was. Fransen houden het op het ontstaan van pommes frites in Parijs rond 1780. Wie er gelijk heeft? Ook dat blijft voer voor discussie — maar dat het lekker is, daar is iedereen het over eens.
3. Nederlanders eten gemiddeld 18 kilo friet per jaar
Volgens cijfers van de aardappelverwerkende industrie eet de gemiddelde Nederlander zo’n 18 kilo friet per jaar. Dat is ongeveer 150 porties — bijna drie per week! En dan tellen we de friet bij de snackbar, thuis uit de oven én die op festivals of bij een frietkraam tijdens een feestje allemaal mee. Patat is daarmee één van de populairste snacks in Nederland.
4. De perfecte friet bestaat… en hij komt in twee keer uit de frituur
Echte frietkenners weten het: de allerbeste friet wordt twee keer gebakken. Eerst op een lagere temperatuur (rond de 140°C) om de aardappel gaar te maken. Daarna op hoge temperatuur (180°C) voor dat krokante laagje. Dit proces heet ‘voorbakken’ en is heilig in professionele keukens. Alleen dan krijg je friet die knapperig is van buiten en zacht van binnen — net zoals het hoort.
5. In België is friet bijna een cultureel erfgoed

In België wordt friet niet gewoon gegeten, maar geëerd. Er zijn frietmusea, frietbakkers die al generaties in het vak zitten, en zelfs serieuze gesprekken over het toevoegen van friet aan de lijst van immaterieel cultureel erfgoed van UNESCO. De ‘frietkot’ is daar net zo heilig als de kroeg. En ja, ze vinden dat zij het hebben uitgevonden. Punt.
6. Ovenfriet is gezonder, maar is niet hetzelfde
Ovenfriet lijkt een uitkomst voor wie gezonder wil snacken, en dat is deels terecht: het bevat minder vet, omdat je het niet in olie bakt. Maar échte frituurliefhebbers zullen het herkennen: de smaak is anders. Ovenfriet is vaak droger, minder krokant en mist net dat beetje vettige voldoening. Gezond? Zeker. Maar voor de liefhebber geen vervanging van het origineel.
7. Patat is booming business
De aardappel is een simpel gewas, maar patat is big business.
Nederland is een van de grootste exporteurs van diepvriesfriet ter wereld. Bedrijven als Aviko en Farm Frites leveren miljarden porties aan fastfoodketens wereldwijd. En die frietjes beginnen vaak op een Hollands akkertje, ergens in Flevoland of Drenthe.
8. Er zijn meer dan 25 soorten sauzen voor op je friet

Van mayonaise tot currysaus, van joppiesaus tot zuurvlees: de keuze is reuze. In sommige snackbars kun je kiezen uit meer dan 25 sauzen. En als je denkt dat dat veel is: in België kun je bij sommige frituren zelfs je eigen sauscombinatie samenstellen, inclusief pittige varianten, truffelmayo of knoflookyoghurt.
9. Patat met azijn? In Engeland heel normaal
In Nederland kiezen we massaal voor mayonaise, maar in Engeland is de standaard vinegar — azijn dus. Britse ‘chips’ worden meestal geserveerd met een flinke scheut moutazijn, wat zorgt voor een zure, pittige smaak die ze zelf “addictive” noemen.
Niet iedereen is fan, maar het hoort zó bij de Britse eetcultuur dat veel Engelsen nergens anders friet durven bestellen. En ja, zelfs de friet bij McDonald’s UK wordt er soms mee bestrooid.
10. Patat met… alles
Friet is misschien wel het meest veelzijdige gerecht dat je kunt bedenken. Je eet het als snack, bij een maaltijd, na het stappen, op een festival, met vrienden of alleen op de bank. Je kunt het in puntzakken krijgen, in plastic bakjes, in luxe schalen of zelfs in sterrenrestaurants. En wil je het groots aanpakken, dan kun je zelfs een frietwagen huren voor een feestje of evenement — gegarandeerd succes bij jong en oud.
Of je het nou patat of friet noemt: het is meer dan een snack. Het is een stukje cultuur, een smaakherinnering aan je jeugd en een vast ritueel op vrijdagavond. Wat begon als simpele gefrituurde aardappelstaafjes is inmiddels uitgegroeid tot een culinair fenomeen met eindeloze variaties, meningen en sauzen.
Dus de volgende keer dat je twijfelt tussen mayonaise, ketchup of iets gewaagders: weet dat je deelneemt aan een eeuwenoude, grensoverschrijdende, goudgele traditie.