Voodoo komt vooral voor in West-Afrika en in de landen van het Caribisch gebied. Maar ook in het zuidoosten van de Verenigde Staten zijn er voodoo-aanhangers, in het bijzonder in de deelstaat Louisiana. In het West-Afrikaanse land Benin is voodoo zelfs de staatsgodsdienst. Voodoo roept bij de meeste mensen beelden op van poppen waar priesters naalden in prikken, van rituelen waarbij bloedige dierenoffers plaatsvinden en van priesters en priesteressen die in extase zijn en wild in het rond dansen. De Amerikaanse filmindustrie heeft van voodoo een soort ‘zwarte magie’ gemaakt, met duivelse ceremonies die tot doel hebben om andere mensen kwaad te berokkenen. Velen beschouwen voodoo als een occulte godsdienst, boosaardig en ‘des duivels’. In werkelijkheid is voodoo een religie die een heel andere oorsprong en doel heeft. Hierna 10 weetjes over de werkelijke voodoo, die een heel ander beeld geven van deze religie dan je zou verwachten.
Verschillende stromingen in voodoo
Net als bij de meeste religies kent ook voodoo verschillende stromingen. Voodoo is oorspronkelijk afkomstig uit Afrika. Het waren slaven die hun godsdienst meenamen naar het Caribisch gebied, Zuid-Amerika en het zuiden van de Verenigde Staten. De voodoo die nu nog voorkomt in West-Afrikaanse landen als Ghana, Benin en Togo is de oorspronkelijke vorm, die weinig werd beïnvloed door het christendom. De West-Afrikaanse voodoo kent nog zo’n 30 miljoen aanhangers. De Haïtiaanse voodoo is ook afkomstig uit West-Afrika, maar ondervond wel een enorme invloed van de Franse kolonisten en hun christelijk geloof. Dit is ook het geval met de Louisiana-voodoo, die aanhangers vindt in het zuidoosten van de Verenigde Staten. De Louisiana-voodoo kende veel Spaanse, Franse en Creoolse beïnvloeding.
De godenwereld in voodoo
Net als in het christendom erkent voodoo één almachtige god. Daarnaast zijn er honderden andere goden of geesten, die men ‘Loa’s’ noemt. De Loa’s hebben de macht over zaken als gezondheid, rijkdom, de natuur, de dood enzovoorts. Tijdens een voodoo ceremonie, die gepaard gaat met veel dans, muziek en rituelen, kan een Loa het lichaam van een aanwezige in bezit nemen. Deze aanwezige wordt op dat moment zelf een Loa, die adviezen en waarschuwingen geeft aan de overige deelnemers.
Een van de belangrijkste Loa’s is Papa Legba, die de toegangsdeur tot het hiernamaals bewaakt. Een andere vooraanstaande Loa is Baron Samedi, de Loa van de dood. Damballa is de Loa die de wereld schiep en de macht heeft over het intellect en de menselijke geest. Ook de geesten van de overleden voorouders spelen een erg belangrijke rol in voodoo. Deze geesten behoren eveneens tot het rijk van de Loa’s.
Voodoopoppen
Een voodoopop is het eerste object waar een westerling aan denkt als het gaat over voodoo. In westerse films komen voodoopoppen uitgebreid aan bod – meestal in negatieve zin. Het prikken van naalden in voodoopoppen wordt afgeschilderd als een manier om een andere persoon pijn te doen of leed te berokkenen. In werkelijkheid gebruiken voodoo-aanhangers niet zo vaak een voodoopop. Een voodoopop kan een geest of een god voorstellen die aanbeden wordt. Vergelijk dit met het vereren van een heiligenbeeld in de katholieke kerk. De pop kan ook een persoon voorstellen waarvoor men bijvoorbeeld geluk of genezing vraagt. In dit geval prikken voodoo-aanhangers een foto van de persoon in kwestie op de pop. Dit kan ook een ander object zijn, bijvoorbeeld een haarlok of een stuk van de kledij van de persoon voor wie gebeden wordt.
Men versiert de pop vaak met bloemblaadjes of andere versieringen, met de bedoeling om de geesten te overtuigen om de bedoelde persoon te helpen. Het gebruik van poppen om mensen te vervloeken, wat zo vaak in Hollywoodfilms en boeken voorkomt, is afkomstig van de zogenaamde ‘hoodoo’. Hoodoo is geen religie zoals voodoo, maar een vorm van magie, oorspronkelijk afkomstig uit West-Afrika. Hoodoo en voodoo worden vaak met elkaar verward, maar zijn in feite twee verschillende begrippen.
Slangen staan centraal in voodoo
Het symbool van de slang staat centraal in voodoo. Een van de belangrijkste Loa’s, Damballa, wordt afgebeeld als een slang met een mensenhoofd. Damballa is de Loa die de kosmos schiep en is de oudste van de Loa’s. Het lijf van deze slangengeest bestaat uit 7000 windingen waarmee Damballa de sterren, planeten en andere hemellichamen schiep. Met zijn afgeworpen slangenhuid creëerde Damballa de zeeën en oceanen. Toen de zon door de mist scheen, ontstond er een regenboog, met de naam Ayida Wedo. Damballa werd verliefd op de regenboog Ayida Wedo en trouwde met haar. Nog steeds zijn Damballa en Ayida Wedo man en vrouw en vormen een symbool van evenwicht tussen de geslachten. Damballa wordt geassocieerd met de witte kleur. Voodoo-aanhangers offeren witte kippen, eieren, rum en ivoor aan Damballa.
Het offeren van dieren
Het offeren van dieren is een dagelijkse praktijk in voodoo. Door talloze scènes in Hollywoodfilms ontstond er alweer een vertekend beeld over de bloedige offers die in voodoo plaatsvinden. Voodoo-aanhangers hebben geen fascinatie voor bloed of voor het doden van dieren. Volgens de voodoo-religie hebben de Loa’s deze offers nodig als een soort voedsel. De Loa’s hebben immers energie nodig om in contact te treden met de stervelingen op aarde en om te luisteren naar hun smeekbeden. De energie van geofferde dieren gaat over naar de Loa’s, zodat deze geesten hun werk kunnen blijven doen. In veel gevallen worden de geofferde dieren tijdens voodoorituelen gekookt en opgegeten door de gelovigen.
Op zoek naar genezing
In het vertekende beeld dat Hollywoodfilms geven over voodoo, zou het vooral de bedoeling zijn van voodoopriesters om andere mensen pijn te doen en leed te berokkenen. Iedereen kent het typische beeld van het prikken van een naald in een voodoopop om een ander persoon te martelen. In werkelijkheid draait voodoo juist om het genezen van anderen. In heel wat voodoorituelen roept de priester een Loa aan om een gelovige te laten genezen van een lichamelijke of een geestelijke ziekte. De meeste voodoopriesters beseffen gelukkig dat ze geen echte dokters zijn. Ze aarzelen niet om een gelovige door te sturen naar een medische specialist in het geval van een ernstige ziekte.
Dienaars van de geesten
Voodoopriesters en -priesteressen zien zichzelf als dienaars van de geesten, de Loa’s. Ze vereren de Loa’s en brengen offers. De voodoopriesters geloven dat ze in ruil voor verering en offers, geluk, gezondheid, een goede oogst of wat voor positieve gunsten dan ook ontvangen. In voodoo beschouwt men dit als een soort overeenkomst tussen de Loa’s en de stervelingen. Als de stervelingen de ‘overeenkomst’ met de Loa’s niet nakomen, heeft dit ongeluk en tegenspoed tot gevolg. Voodoopriesters en -priesteressen hebben een intensieve ‘opleiding’ achter de rug. Vaak stammen ze af van andere priesters of priesteressen.
Voodoopriesters leiden ceremonies, geven raad en geestelijke bijstand aan de gelovigen en voorzien voodoo-aanhangers ook van allerlei producten, bijvoorbeeld geneeskrachtige kruiden en amuletten. Voodoo-aanhangers geloven dat een Loa tijdens een ceremonie bezit neemt van het lichaam van een gelovige. De ziel speelt hierin een belangrijke rol. Volgens de voodooreligie bestaat de ziel uit 2 delen: de ‘gros bon ange’ en de ‘ti bon ange’. De ‘gros bon ange’ is de levenskracht die door alle mensen op aarde wordt gedeeld. De ‘ti bon ange’ bevat de kwaliteiten van elke individuele persoon. Het is deze ‘ti bon ange’ die het lichaam verlaat als een aanbeden Loa bezit neemt van het lichaam van een persoon.
Gelijkenissen met het christendom
Voodoo lijkt weinig overeenkomsten te bezitten met de christelijke godsdienst. Bezeten zijn door geesten, het aanbidden van voorouders, het brouwen van toverdrankjes: het doet je niet onmiddellijk aan het christendom denken. Toch vertoont de Haïtiaanse en Louisiana-voodoo verrassend veel gelijkenissen met de katholieke en protestantse kerk. De namen van voodoo-goden of Loa’s worden in sommige streken aanroepen met de namen van katholieke heiligen. Petrus, die in het christendom de sleutel tot de hemel bewaart, heeft in voodoo een tegenhanger: de god Legba, die de deur tot het hiernamaals opent. In de West-Afrikaanse voodoo staat er één almachtige god centraal, net als in het christendom. Op heel wat voodoo-altaren treft men beelden van katholieke heiligen aan.
Toenadering van de katholieke kerk
Voodoo kent dus wel degelijk gelijkenissen met het christelijke geloof en werd er ook sterk door beïnvloed. Katholieke gelovigen die gedoopt waren en toch in het geheim voodoo-goden aanbaden, konden vroeger op een berisping van de katholieke kerk rekenen. Dat is de laatste decennia sterk veranderd. Voodoo-aanhangers en katholieken leven intussen vreedzaam samen. De katholieke kerk erkent dat voodoo in wezen een religie is die de mens aanspoort tot goede daden, en zeker geen boosaardige bedoelingen heeft.
Paus Johannes Paulus II spande zich sterk in om de samenwerking tussen beide religies aan te moedigen. Op zijn reis naar Benin in 1993 prees hij zelfs de aanwezige voodoo-dokters voor het in stand houden van de tradities van hun voorvaderen. Johannes Paulus verkondigde dat voodoo en katholicisme perfect verenigbaar waren.
Marie Laveau: de voodookoningin van New Orleans
Marie Laveau was een Creoolse voodoopriesteres die als kapster werkte in New Orleans. Er zijn echter weinig exacte en bewezen feiten over haar leven bekend. Ze werd op het einde van de 18de of het begin van de 19de eeuw geboren – haar exacte geboortedatum wordt betwist. Ze was de bastaarddochter van de Creoolse plantage-eigenaar Charles Lavaux en zijn minnares Marguerite Darcantrel , een bevrijde slavin. De grootmoeder van Marie nam de opvoeding van haar kleindochter op zich. Marie trouwde voor de eerste keer met Jacques Paris, een vrije kleurling uit Haïti. Jacques Paris verdween plotseling onder geheimzinnige omstandigheden. Ze trouwde voor de 2de keer met Louis Christophe Dumensnil de Glapion, een blanke man afkomstig uit een vooraanstaande familie uit New Orleans. Sommigen beweren dat Marie en haar tweede echtgenoot 15 kinderen kregen, maar ook dat is niet zeker. Een van haar dochters volgde haar op als voodoopriesteres en werd later Marie Laveau II genoemd.
Marie Laveau ging naar katholieke missen, vulde haar huis met afbeeldingen en beelden van katholieke heiligen en verdiepte zich gelijktijdig in voodoorituelen. In de loop der jaren werd ze het boegbeeld van voodoo in New Orleans en werd uitgeroepen tot voodookoningin. Ze gaf steun aan de armen en daklozen in New Orleans, hielp zieken en gevangenen. Als voodoopriesteres gaf ze advies en spirituele leiding aan al wie erom vroeg. Tegelijkertijd kwam ze veel te weten van invloedrijke blanke klanten in haar kapsalon, wat haar tot een vrij machtig persoon maakte. Marie Laveau ging de geschiedenis in als een van de bekendste figuren in de wereld van de Louisiana-voodoo.
4 reacties
=Voodoohoodo=
Toch is het uitkijken met die voodoo poppen.. er kan namelijk een Djinn in zitten. Een kwaadaardige geest die binnengeslopen is bij het aanroepen van overleden voorouders. Je zet dan een deur open van een portaal en dan kan er ook een slechte geest mee komen die in die pop gaat huizen.
Het kan per ongeluk komen maar je hebt ook mensen die van deze slechte geest af wil komen en deze opsluit in een djinn. Wanneer je afreist naar deze landen dan krijg je vaak advies om geen poppen te kopen.
@Blue Feather: het is maar net wat je gelooft.
Niet te geloven, maar wel waar ik heb antilliaanse nederlandse buurvrouwen en hun doen heel veel vloek voodoo zelfs met eten. In het caribische gebied is dit heel sterk en wordt beoefend uit haat en jaloezie voor mij met veel ellende, maar ik blijf laconiek eronder. Het is een smerige gedoe met grote slangen gekruld om hun nek in afrika. Beter in god of voorouder geloven dan dit soort duivelse dingen.