Heb je wel eens gehoord van de ‘zeven wereldwonderen van de antieke wereld’? Het gaat om een zevental opmerkelijke constructies die tijdens de klassieke oudheid zijn gebouwd. Deze wereldwonderen waren niet alleen indrukwekkende bouwkundige prestaties, maar ook kunstwerken die de grootheid en creativiteit van de oude beschavingen weerspiegelden.
Waarom precies zeven? Het getal zeven had een magische en symbolische betekenis voor de oude Grieken. Ze geloofden dat dit getal de kosmische orde en volmaaktheid vertegenwoordigde, aangezien het terugkwam in zaken als de zeven weekdagen, zeven planeten (zoals destijds bekend), en zeven kleuren van het spectrum. Daarom is er gekozen voor een lijst van zeven wereldwonderen, in plaats van bijvoorbeeld tien.
Hieronder vind je een overzicht van de zeven klassieke wereldwonderen. Op twee na zijn deze allemaal gebouwd door Grieken.
Piramide van Cheops – 2584-2561 voor Christus
De Piramide van Cheops, ook wel bekend als de Grote Piramide van Gizeh, is het oudste en enige nog bestaande wereldwonder uit de klassieke oudheid. Deze monumentale piramide werd gebouwd tijdens de 4e dynastie van het Oude Egypte, rond 2584-2561 voor Christus, en diende als het graf voor de farao Cheops (Khufu in het Egyptisch). Wat deze piramide zo bijzonder maakt, is niet alleen de indrukwekkende grootte, maar ook het feit dat ze al meer dan 4.500 jaar overeind staat. Oorspronkelijk was de piramide 147 meter hoog, hoewel door erosie en het verlies van de bovenste laag witte Toera-kalksteen, de hoogte nu ongeveer 139 meter is.
De Piramide van Cheops maakte deel uit van een groter complex dat drie grote en zes kleinere piramides omvatte, samen met diverse tempels en andere bouwwerken. Hoewel de meeste piramides werden gebouwd als grafmonumenten en vaak gevuld waren met schatten, is er in de Piramide van Cheops nooit iets gevonden dat direct wijst op een grafmonument. Dit heeft geleid tot talloze speculaties over de werkelijke functie van de piramide. In de buurt van de piramide werd wel een zogenaamde zonnebark gevonden, een ceremonieel schip dat mogelijk werd gebruikt om het lichaam van de farao naar zijn laatste rustplaats te vervoeren. Het bouwen van deze piramide nam naar schatting 20 jaar in beslag en vereiste de inspanning van duizenden arbeiders. Met ongeveer 2.300.000 stenen, elk met een gemiddeld gewicht van 2,5 ton, blijft de Piramide van Cheops een van de grootste bouwkundige prestaties in de geschiedenis.
Hangende tuinen van Babylon – circa 600 voor Christus
De Hangende Tuinen van Babylon zijn wellicht het meest mysterieuze van de zeven klassieke wereldwonderen. Er is veel geschreven over deze prachtige tuinen, maar het bewijs van hun bestaan blijft omstreden. Volgens oude teksten zouden de tuinen rond 600 voor Christus zijn aangelegd door koning Nebukadnezar II, in het huidige Irak, nabij de stad Bagdad. De tuinen zouden zijn gebouwd als geschenk voor zijn vrouw Amytis, die heimwee had naar de groene heuvels van haar thuisland, Medië (het huidige Iran).
De Hangende Tuinen zouden een reeks terrasvormige tuinen zijn geweest, met bomen, struiken en bloemen die boven de stad uitrezen. Deze tuinen werden bewaterd door een geavanceerd irrigatiesysteem dat water uit de rivier de Eufraat naar de hoogste terrassen bracht. Dit alles zou een oase van groen hebben geschapen in het droge klimaat van Babylon. Het beeld dat de tuinen “hingen” komt waarschijnlijk voort uit het feit dat de planten en bomen op verhoogde terrassen stonden, waardoor ze als het ware boven de stad zweefden.
Hoewel de tuinen uitvoerig worden beschreven door oude schrijvers zoals Strabo en Diodorus Siculus, is er tot op heden geen archeologisch bewijs gevonden dat het bestaan van deze tuinen bevestigt. Dit heeft geleid tot speculaties dat de Hangende Tuinen van Babylon mogelijk een mythe zijn, of dat ze op een andere locatie hebben gestaan dan traditioneel wordt aangenomen.
Tempel van Artemis in Efeze – circa 550 voor Christus
De Tempel van Artemis, gelegen in de stad Efeze (in het huidige Turkije), was een van de grootste en meest indrukwekkende tempels van de oudheid. Deze tempel werd gebouwd ter ere van de godin Artemis, die in de Griekse mythologie werd vereerd als de godin van de jacht, de natuur, en de vruchtbaarheid. De tempel, ook bekend als het Artemision, werd voltooid rond 550 voor Christus en stond bekend om zijn enorme omvang en prachtige architectuur.
De Tempel van Artemis was ongeveer 115 meter lang, 55 meter breed en werd ondersteund door 127 zuilen, elk 18 meter hoog. Het gebouw was versierd met talloze beelden en reliëfs, gemaakt door de meesters van die tijd. Helaas werd de tempel meerdere keren vernietigd en herbouwd. De eerste verwoesting vond plaats in 356 voor Christus, toen een man genaamd Herostratos de tempel in brand stak om zijn naam onsterfelijk te maken. Ondanks de herbouw werd de tempel later opnieuw verwoest door de Goten in 262 na Christus.
In de 4e eeuw na Christus, toen het christendom de dominante religie in het Romeinse Rijk werd, werd de tempel definitief gesloten en gesloopt. De overblijfselen van de tempel werden gebruikt voor de bouw van andere gebouwen, waaronder de Aya Sofia in Istanbul. Vandaag de dag is er weinig meer over van de oorspronkelijke tempel, behalve enkele fundamenten en een gereconstrueerde zuil. De Tempel van Artemis blijft echter een symbool van de macht en rijkdom van de stad Efeze in de oudheid.
Beeld van Zeus in Olympia – 466 tot 435 voor Christus
Het Beeld van Zeus in Olympia was een van de meest indrukwekkende beelden uit de oudheid en werd beschouwd als een meesterwerk van de Griekse beeldhouwkunst. Dit kolossale beeld, dat ongeveer 12 meter hoog was, werd rond 435 voor Christus gemaakt door de beroemde Atheense beeldhouwer Phidias. Het beeld stelde de oppergod Zeus voor, zittend op een troon, en werd geplaatst in de tempel die speciaal voor hem was gebouwd in Olympia, de stad waar de Olympische Spelen werden gehouden.
Het beeld was gemaakt van een houten kern, die bedekt was met platen van goud en ivoor (chryselephantine-techniek). De troon van Zeus was versierd met ebbenhout, ivoor, goud en edelstenen, wat het beeld nog indrukwekkender maakte. De god zelf werd afgebeeld met een krans op zijn hoofd, een scepter in zijn ene hand en een standbeeld van Nike, de godin van de overwinning, in zijn andere hand. Het Beeld van Zeus symboliseerde de macht en majesteit van de goden en was een belangrijk religieus icoon in de Griekse wereld.
Het beeld bleef meer dan 800 jaar in de tempel staan, totdat het in de 5e eeuw na Christus werd overgebracht naar Constantinopel (het huidige Istanbul). Helaas werd het beeld daar in 475 na Christus vernietigd tijdens een grote brand. Hoewel het Beeld van Zeus nu verloren is, blijft het een van de meest bewonderde kunstwerken uit de oudheid, dat door oude schrijvers als een van de zeven wereldwonderen werd genoemd.
Mausoleum van Halicarnassus – 351 voor Christus
Het Mausoleum van Halicarnassus, gelegen in het huidige Bodrum, Turkije, was een grafmonument dat werd gebouwd voor Mausollos, de satraap (gouverneur) van Karië, en zijn vrouw (en zus) Artemisia II. De bouw van het mausoleum begon rond 353 voor Christus, na de dood van Mausollos, en werd voltooid in 351 voor Christus. Het mausoleum werd ontworpen door de Griekse architect Pytheos en was een van de grootste en meest indrukwekkende grafmonumenten uit de oudheid.
Het mausoleum stond op een rechthoekige basis en had een hoogte van ongeveer 45 meter. Het was versierd met uitgebreide reliëfs en beelden, gemaakt door de beroemdste Griekse beeldhouwers van die tijd, waaronder Skopas, Bryaxis, Timotheos en Leochares. Bovenop het mausoleum stond een marmeren strijdwagen met daarin de beelden van Mausollos en Artemisia, getrokken door vier paarden. Dit monument was zo indrukwekkend dat de naam “mausoleum” sindsdien is gebruikt voor alle grote grafmonumenten.
Het Mausoleum van Halicarnassus bleef eeuwenlang intact, maar werd uiteindelijk beschadigd door aardbevingen in de 13e eeuw en later volledig verwoest. De overblijfselen van het mausoleum werden in de 15e eeuw gebruikt door de Ridders van Sint-Jan van Jeruzalem om het kasteel van Bodrum te versterken. Tegenwoordig zijn alleen de fundamenten en enkele fragmenten van beeldhouwwerk bewaard gebleven, die te zien zijn in het British Museum in Londen.
Kolossus van Rodos – 292 tot 280 voor Christus
De Kolossus van Rodos was een gigantisch standbeeld van de Griekse zonnegod Helios, dat op het eiland Rodos stond. Dit indrukwekkende beeld, dat ongeveer 33 meter hoog was, werd gebouwd tussen 292 en 280 voor Christus door de beeldhouwer Chares van Lindos. De Kolossus was gemaakt van brons en was het grootste standbeeld van de oudheid, vergelijkbaar in grootte met het Vrijheidsbeeld in New York.
De Kolossus van Rodos werd gebouwd ter herdenking van de overwinning van de Rodiërs op de belegering door Demetrius Poliorcetes in 305 voor Christus. Het beeld stond waarschijnlijk bij de ingang van de haven van Rodos, hoewel er geen archeologisch bewijs is dat dit bevestigt. Volgens de legende stond de Kolossus wijdbeens over de haveningang, maar dit is waarschijnlijk een mythe, aangezien een dergelijke positie technisch onmogelijk zou zijn geweest.
Helaas stond de Kolossus van Rodos slechts 54 jaar overeind, voordat het werd verwoest door een aardbeving in 226 voor Christus. De brokstukken van het standbeeld lagen eeuwenlang op de grond, totdat ze in 654 na Christus door Arabische veroveraars werden verkocht als schroot. Hoewel er geen overblijfselen van de Kolossus meer bestaan, blijft het beeld een van de meest iconische symbolen van de oude Griekse wereld en een blijvende inspiratie voor monumentale beeldhouwkunst.
Pharos van Alexandrië – circa 280 voor Christus
De Pharos van Alexandrië, ook bekend als de Vuurtoren van Alexandrië, was een van de hoogste en meest indrukwekkende vuurtorens uit de oudheid. De vuurtoren werd gebouwd rond 280 voor Christus op het eiland Pharos, vlak bij de kust van de Egyptische stad Alexandrië, die was gesticht door Alexander de Grote. Het project werd gestart onder de eerste hellenistische koning van Egypte, Ptolemaeus I Soter, en voltooid tijdens de regering van zijn zoon Ptolemaeus II.
De Pharos van Alexandrië had een hoogte van ongeveer 100 tot 130 meter, wat het een van de hoogste bouwwerken van de oudheid maakte. De vuurtoren bestond uit drie niveaus: een vierkante basis, een achthoekige middelste sectie, en een cilindrische top. Bovenop de vuurtoren stond een beeld van de zonnegod Helios, die waakte over de schepen die de haven van Alexandrië binnenvoeren. Het vuur van de vuurtoren, dat door spiegels werd versterkt, was tot op een afstand van ongeveer 80 kilometer zichtbaar en diende als een baken voor zeelieden.
De Pharos van Alexandrië stond meer dan 1.500 jaar overeind en overleefde vele aardbevingen, totdat het uiteindelijk zwaar beschadigd raakte door een reeks aardbevingen in de 14e eeuw. In 1375 werd het laatste deel van de vuurtoren verwoest en de ruïnes werden later gebruikt om het fort Qaitbay te bouwen, dat vandaag de dag op dezelfde locatie staat. Ondanks dat de vuurtoren niet meer bestaat, blijft het een van de meest legendarische wereldwonderen en een symbool van de oude maritieme macht van Alexandrië.
3 reacties
80 km?
, Romeien, Byzantijnen als ook Arabieren hebben er wel bij gevaren. Zo was het vuur zichtbaar op een afstand van 80 meter. Ik denk 80km
Is dit waar?