Psychologie is de studie van de menselijke geest, ook wel het ‘innerlijke leven’ genoemd, en het gedrag van mensen. Het woord bestaat uit twee Griekse woorden, namelijk psyche, wat voor ‘ziel’ staat, en logos, wat ‘rede’ betekent. Het is dus de rede van de ziel.
Hoewel dit een term is uit het Oud Grieks, stamt de psychologie als wetenschap zoals wij hem tegenwoordig kennen geenszins uit de oudheid. Sterker nog, de eerste moderne psychologen kwamen pas aan het woord niet eerder dan slechts twee eeuwen geleden! Voortgedreven door een bijna instinctieve nieuwsgierigheid zijn psychologen van de laatste eeuwen op zoek gegaan naar verklaringen voor ons gedrag. Immers, hoewel we wel denken dat we invloed hebben op ons eigen gedrag, is in feite veel van ons gedrag niet te verklaren met pure rede. Bijvoorbeeld: ademhaling, zenuwtikken, het bewust willen stoppen met roken en dan toch naar een sigaret grijpen. De lijst van onverklaarbare gedragingen en gedachtepatronen is (bijna) eindeloos, en hoewel psychologen nu al ruim tweehonderd jaar lang onze ziel proberen te begrijpen, zijn we nog altijd pas aan het begin van een spannend kennisveld.
Dat betekent niet dat we niets hebben bereikt deze afgelopen decennia. In tegendeel, er zijn vele grote denkers in de psychologie geweest die ons reuzenstappen vooruit hebben gebracht. In deze top tien geven wij tien grote psychologen de kans om zich te presenteren. We hanteren daarbij niet per se een strikte volgorde, het enige criterium is dat deze denkers allemaal grote bijdragen aan de wetenschap hebben gegeven.
10. Ivan Pavlov
Ivan Petrovich Pavlov was een Russische fysioloog (iemand die de levenstekenen en vitaliteit van levende organismen onderzoekt), en hij werd geboren op 26 september 1849. Op 86-jarige leeftijd stierf hij, 27 februari, in 1936, vlak voordat de tweede wereldoorlog uitbrak.
Pavlov was een psycholoog nog vóór de term werd gebruikt als titel, en derhalve was hij een ’fysioloog met interesse in gedrag’. Hij is vooral bekend van zijn onderzoek naar speekselgedrag bij honden (ja, je moet simpel beginnen!). Pavlov vond namelijk uit dat je een hond kon ‘leren’ om voedsel te anticiperen door middel van een totaal on-gerelateerde andere gebeurtenis. Hoe dit precies werkt is als volgt: Pavlov wist dat honden letterlijk gingen ‘watertanden’ (ze produceerden speeksel) wanneer ze voedsel konden ruiken. Normaliter gebeurde dit watertanden uiteraard niet als er iets anders, onbelangrijks, gebeurde, zoals wanner er een bel ging. Pavlov, echter, koppelde deze bel aan het moment dat er eten werd gepresenteerd. Het gevolg was dat de honden gingen watertanden terwijl ze zowel het voedsel roken, als de bel hoorden. Later, echter, liet Pavlov enkel de bel gaan, zonder voedsel te presenteren, en tóch gingen de honden watertanden. Ze hadden ‘geleerd’ dat de bel betekende dat er speeksel moest komen. Deze leermethode, ook wel conditionering genoemd, heet tegenwoordig nog altijd de ‘pavlov-reactie’.
Dit was een enorme vondst in zijn tijd. In 1904 ontving Pavlov de Nobel prijs, maar dit was echter niet voor deze vondst, maar voor zijn bevindingen rondom het spijsverteringskanaal.
Een grappig neven-feitje is dat Pavlov een fel tegenstander van het communisme was. Hij is zelfs verdacht van de volgende uitspraak over het communisme, die hij zou hebben geuit nadat hij de Verenigde staten had bezocht en dat systeem had kunnen ondervinden: “Voor het soort sociaal experiment dat hier wordt uitgevoerd, zou ik nog niet de achterpoten van een kikker ter beschikking stellen.”
9. John Watson
John Watson
John Broadus Watson werd geboren in Amerika op 9 januari 1878, en stierf, na 80 jaar, op 25 september 1958. Hij maakte dus zowel de eerste als de tweede wereldoorlog mee, en dit heeft wellicht geholpen als motivatie voor zijn grote ontdekkingen van de menselijke psyche. Wat heeft Watson op zijn kerfstok?
Doordat Pavlov had ontdekt dat we reacties op bepaalde stimuli kunnen ‘leren’, had hij een bepaalde sub-beweging binnen de prille discipline van de psychologie bewerkstelligt, het ‘behaviorisme’. Deze stroming, waarvan Watson een van de grootste denkers was, geloofden dat wij als mensen onze eigen psyche niet kunnen begrijpen anders dan door observatie van gedrag.
Om dit te onderzoeken richtte Watson zich niet op mensen, maar muizen, en onderzocht nauwkeurig hun reactie op de meest uiteenlopende zaken. Maar het bleef niet bij muizen! Later zou hij trouwen met een van zijn studentes (Rosalie Rayner) en paste hij ook behaviorisme toe op hun twee zoontjes. Psychologen zijn soms rare jongens (of meisjes)!
8. Skinner
Ook wel bekend als Burrhus Frederic (BF) Skinner. Skinner werd ook geboren en getogen in Amerika, op 20 maart 1904, en stierf op 86-jarige leeftijd (net als Pavlov), op 18 augustus, 1990. Skinner was, net als Watson, een behaviorist, en hij bouwde voort op Pavlov’s ideeën rondom conditioneren. Terwijl Pavlov stimuli (een stimulus is een bepaalde gebeurtenis in onze omgeving die gedrag bewerkstelligd, en stimuli is de meervoud hiervan) koppelde aan bepaalde gedragingen, probeerde Skinner zijn patiënten (wederom dieren) te leren om iets te doen of laten door middel van straffen of beloning. Simpelweg werkt zijn zogeheten ‘operant’ conditioneren als volgt: als je wil dat een muis linksaf slaat, dan geef je hem een stroom schokje iedere keer dat hij rechtsaf gaat, en een snoepje als hij linksaf gaat. Dat dit werkt, en dat dit een langdurig resultaat oplevert (dieren (en mensen) onthouden dit lange tijd nadat de straf of beloning weg is gehaald), was Skinner’s grootste contributie aan de psychologie.
Een leuk feitje is dat Skinner aanvankelijk helemaal geen psycholoog had willen worden. Hij behaalde eerst een bachelor in Engelse literatuur en wou beroepsschrijver worden. Omdat hij echter weinig literair talent bezat, besloot hij uiteindelijk om dan maar wat anders te studeren, en waarom ook niet psychologie. Hij promoveerde aan Harvard, in die tijd al een van de beste universiteiten ter wereld.
7. Sigmund Freud
Wil je meer weten over Sigmund Freud, dan bied ik aan de top tien te lezen over feitjes over hem die je vermoedelijk niet wist. Ben je daar niet zo heel erg in geïnteresseerd, dan is hier een beknopte versie van Freud.
Freud, officieel genaamd Sigismund Schlomo Freud, werd geboren op 6 mei 1856, in Oostenrijk. Ook hij stierf in zijn tachtiger jaren, namelijk op 83-jarige leeftijd, op 23 september 1939. Op dat moment had Duitsland Oostenrijk overigens al overgenomen, en omdat Freud van Joodse afkomst was, was hij een jaar eerder al naar het Verenigde Koninkrijk verkast. Daar stierf hij aan kanker, vermoedelijk vanwege zijn obstinate rookgewoonten. Maar dat terzijde.
Freud heeft een hoop zin en onzin aan de psychologie bijgedragen. De meest zinnige contributie zijn de theorieën rondom psychoanalyse. Freud was echter, net als Pavlov, geen officiële psycholoog, maar een neuroloog (iemand die hersenen en hun werkwijze bestudeerd). Hij schreef vele psychische aandoeningen toe aan een zekere vorm van neuroticisme, waarbij deze neurotiscisme ontstond door bepaalde gebeurtenissen in iemands ontwikkelingsfase (jeugd). Afhankelijk van die gebeurtenissen, en de fase waarin iemand zich verkeerde op dat moment, zijn de effecten op latere leeftijd zichtbaar. Wordt je bijvoorbeeld in een bepaalde jonge leeftijd ontzien van liefde, dan kan je wellicht een passie voor eten of drinken ontwikkelen.
We zijn niet altijd bewust van deze gebeurtenissen in het verleden echter. Sommige gebeurtenissen zijn gewoon te ver terug in ons verleden om te worden herinnerd, maar andere gebeurtenissen kunnen, zo dacht Freud, als herinnering actief worden onderdrukt. Bewust kan je je wellicht niets ervan herinneren, maar wie weet ben je op jonge leeftijd door je vader misbruikt? Afijn, via zijn psychoanalyse, een vorm van introspectie (naar binnen kijken), hypnose en droom-analyse dacht Freud om aan deze onderdrukte herinneringen te komen. Tot dusver in een notendop zijn ideeën.
Andere feitjes: hij trouwde met een dame genaamd Martha Bernays, een dame uit een vooraanstaande familie van rabbijnen. Ze kregen zes kinderen, waarvan hij, ondanks dat hij vrouwen over het algemeen als inferieur beschouwde, meer hang had naar zijn dochters dan naar zijn zonen. Hij was geen liefdevolle vader.
6. Carl Jung
Carl Gustav Jung was een Zwitser die werd geboren in de hoogtijdagen van Freud, op 26 juli 1875. Hij stierf (jawel) op 85-jarige leeftijd, op 6 juni 1961. Hij ontving voor zijn werk de Zurich prijs voor literatuur in 1932, en werd een gelauwerd lid van de Royal Society of Medicine (zeer prestigieus) in 1938. Hij is daarnaast vooral bekend om zijn voortzetting van Freuds ideeën, en met name zijn eigen ontwikkeling van een theorie erbovenop. Hoewel Freuds ideeën tegenwoordig door de meesten als achterhaald worden gezien, zijn Jung’s ideeën nog altijd populair onder sommigen.
Freud zag het geslacht (mannelijk of vrouwelijk) als een symbolisch verschil dat onbewust grote implicaties had in onze ‘psyche’. Jung wou daar niets van hebben. Hij bouwde een theorie op rondom archetypes, zogeheten modellen voor mensen, hun gedrag of persoonlijkheden, die het gedrag van een alledaags persoon kunnen sturen of beïnvloedden. Hij deed, net als Freud, veel met dromen, en van hem komt de veel gebruikte droom-analyse. Het is van Jung dat wij de splitsing tussen introvert en extrovert hebben.
Als jonge jongen werd Jung eenmaal aangevallen door een medestudent, en verloor bewustzijn. Daarna had hij telkens aanvallen van bewusteloosheid als hij huiswerk moest doen of naar school moest, en zijn ouders vermoedden dat het epilepsie was. Jung overhoorde zijn vader zijn zorgen uiten, dat hij, Jung, nooit voor zichzelf zou kunnen zorgen met deze aandoening. Als gevolg hierop wierp de 12 jarige Jung zich wederom op zijn studies, en wist, na enkele herhalingen van flauwtes, zich tot wereldberoemde psycholoog te ontwikkelen. Hij had later nooit meer last van enige vorm van bewusteloosheid.
In 1903 trouwde Jung met Emma Rauschenbach, en hoewel hij met haar getrouwd bleef tot haar dood, zijn er indicaties dat hij er verscheidene romantische uitstapjes op na hield. Onder andere met een patiënt van hem, Sabina Spielrein. Deze relatie duurde zelfs enkele jaren, totdat Jung besloot dat het zijn carrière schade aandeed, en de relatie afbrak.
Overigens was Jung’s kritiek op Freud niet eenvoudig: Freud had namelijk een koppige hang naar gelijk krijgen, en toen Jung zijn protest uitte, liet Freud al zijn andere ‘freudiaanse collega’s’ Jung de koude schouder toe richten. Maar Jung hield vol, en zou uiteindelijk veel meer invloed hebben op hedendaagse psychologie dan Freud.
[criteo]5. Anna Freud
We keren even terug naar de Freud familie. Anna, de dochter van Sigmund, werd geboren in Oostenrijk in 1895, op drie december. Op 86-jarige leeftijd stierf ze, op 9 oktober 1982.
Anna was een pionier van kinderpsychologie, en gebruikte haar vaders psychoanalyse voor deze doelgroep. Dat gaf haar inzicht in de grote verschillen tussen volwassenen en kinderen. Anna zou ooit gezegd hebben: “als sommige verlangens niet bevredigd worden, wees dan niet verbaast. We noemen dat leven”. Overigens zullen we meer over onbevredigde verlangens lezen bij Maslow, een paar nummers later!
4. Erik Erikson
Erik Homburger Erikson, geboren op 15 juni 1902, en gestorven op 85-jarige leeftijd op 12 mei 1988, was een Deense psycholoog die net als Anna zich specialiseerde op kinderpsychologie. Hij studeerde eerst samen met Anna, maar later alleen, de ontwikkelingsfasen van de identiteitsvorming van kinderen. Erikson was van Deense afkomst maar werd geboren in Duitsland, en verhuisde om de oorlog te vermijden naar Amerika. Hier zou hij uiteindelijk sterven.
Erikson behoort tot de post-freudiaanse psychologen stroom genaamd ego-psychologen. Zij onderzochten met name de functie van ons ego en identiteitsgevoel. Waarom identificeren wij ons met sommige mensen of groepen, en niet met anderen, en wat de voor en nadelen zijn van zulk een gedrag.
3. Jean Piaget
Jean William Fritz Piaget, geboren op 9 augustus 1896, en op 84 jarige leeftijd gestorven op 16 september 1980, was een Zwitser die evenals Anna Freud en Erik Erikson de ontwikkeling van kinderen onderzocht. Hij richtte zich echter niet op identiteitsvorming, maar op de cognitieve capaciteiten (intelligentie). Hij was een van de eerste psychologen die suggereerde dat kinderen op geheel andere manier ‘denken’ als volwassenen. Voor Piaget geloofde men er heilig in dat kinderen simpelweg miniatuur volwassenen waren, met dezelfde werkwijze van binnen. Piaget, echter, ondervond dat kinderen structureel verschillende gedachte processen bezitten, en dit zorgt ervoor dat kinderen sommige dingen makkelijker leren, terwijl andere dingen moeilijker zijn. Zijn werk is zelfs tegenwoordig nog van enorm belang voor ontwikkelingspsychologen.
2. Abraham Maslow
https://www.youtube.com/watch?v=7DOKZzbuJQA
Abraham Harold Maslow werd op 1 april (geen grapje) geboren, in het jaar 1908. Hij is uniek in het feit dat hij al op zijn 62-ste levensjaar het vaantje streek, op 8 juni 1970. Alle andere psychologen in deze lijst werden 80 of ouder (en we hebben daar niet op geselecteerd, het blijkt simpelweg een gezonde professie te zijn, psycholoog!). Maslow was een Amerikaan (van Joods- Russische ouders), en hij was fel tegen het behavioristische gedachte patroon van Watson en Skinner. Maslow was in zijn jongere jaren net als Watson en Skinner een aanhanger van behaviorisme, maar in de jaren zestig bekeerde hij zich tot zogeheten humanistische psychologie. Aan hem hebben we de Maslow Piramide te danken, een schematisch overzicht dat in principe stelt dat iedere individu behoeften heeft die hiërarchisch gerangschikt zijn. Deze behoeften moeten in volgorde worden opgelost. Een persoon kan niet de ‘hogere’ behoeften wensen of vervullen als lagere behoeften niet zijn voldaan.
Helemaal onderaan vinden we lichamelijke behoeften, zoals voedsel, drinken en slaap (en volgens Maslow zelf ook seks). Het volgende niveau bevat behoefte aan veiligheid en zekerheid. Als dit is voorzien (dus als je niet vreest voor je leven en een zekere regelmatige vorm van inkomen hebt, bijvoorbeeld) dan kan je door naar niveau drie, behoefte aan sociaal contact. Na een uitgebreide vriendenkring te hebben ontwikkelt, is niveau vier aan de orde, de behoefte aan waardering en erkenning. Als je ook dit allemaal weet te ontvangen van je omgeving, dan ben je in staat om je hoogste behoefte te bevredigen, namelijk zelfontplooiing. Meeste mensen in het Westen kunnen de eerste twee niveaus wel als ‘vanzelfsprekend’ beschouwen (hoewel dit helaas niet voor iedereen op deze aarde het geval is!). Maar de volgende niveaus zijn, afhankelijk van de persoon, situatie en andere factoren, niet altijd even haalbaar.
Maslow schreef overigens ook veel over de psychologie van wetenschap. Tot dusver had de wetenschap in de vorm van psychologie zich beziggehouden met de ‘gewone’ mens, maar Maslow bedacht zich dat wetenschappers zelf ook maar mensen zijn, en richtte zijn aandacht dus op wetenschappers zelf. Hij maakte een hele waslijst aan functies voor wetenschappers, dus als je een wetenschapper in spe bent, en wilt weten of je volgens Maslow voldoet aan de eisen, ga dan snel op Wikipedia zijn list opzoeken. Het staat allemaal in het boek: Psychologie van de wetenschap (1974).
1. Carl Rogers
Tot slot, Carl Ransom Rogers. Rogers werd geboren op Amerikaans grondgebied op 8 januari 1902 en stierf op 85-jarige leeftijd, op 4 februari 1987. Rogers is vooral bekend om zijn bijdrage aan raadgeving en therapie. Samen met Maslow is hij de grondlegger van humanistische psychologie. Echter, Rogers wou aanvankelijk helemaal geen psycholoog worden. Hij kwam uit een zeer religieus gezin, en wilde aanvankelijk predikant worden. Hij werd uiteindelijk toch psycholoog.
Een van de belangrijke bijdragen is simpelweg uit te drukken met deze spreuk: “his experience is his reality”: Wat Rogers hiermee bedoelde was dat voor een mens de ‘werkelijkheid’ precies is wat die persoon waarneemt. Met andere woorden, de werkelijkheid is dat gras blauw is, als deze persoon inderdaad die perceptie heeft. Echter, de meeste mensen zien gras als groen, en dus gaat iedereen er van deze werkelijkheid uit. Het idee dat mensen handelen naar wat zij ‘denken’ dat de werkelijkheid is, in plaats van een heuse objectieve werkelijkheid, was een noviteit. Dit is ook een inzicht dat veel heeft gedaan om psychologische raadgeving te bevorderen. In plaats van patiënten te berispen voor hun foutieve waarnemingen, konden psychologen nu ‘begrijpen’ vanuit het perspectief van de patiënt, dat zij het daadwerkelijk zo zagen.
[adsenseo]Tot dusver tien van de meest belangrijke psychologen van de laatste twee eeuwen. Ongetwijfeld zijn we er eentje vergeten, wellicht jou favoriet. Geen zorgen, er is ruimte hieronder om iedereen te vertellen over deze vergeten psycholoog! Vergeet niet om ook een beetje achtergrond info te verschaffen.
5 reacties
De enige die ik ken was Freud en Pavlov
”Meeste mensen zien gras groen” met nadruk op meeste
dit zijn massa moordenaars die met hun achterlijke pseudowetenschap heel veel doden op hun naam hebben staan.
dit zijn de grondleggers van de farmaceutische maffia. mensen nep ziektes aanpraten en die mensen vervolgens dure medicijnen voorschrijven of zoals vroeger, de meest verschrikkelijke martelingen
@ Hendrik
Wat je beschrijft heeft alles te maken met het boek “DSM”, wat gebruikt wordt om diagnoses te stellen.
Een beetje psychotherapeut van tegenwoordig heeft geen boodschap aan de DSM en bbh. farmacotherapie.
En ik schat zo in dat de psychologen op deze pagina er ook weinig mee te maken willen hebben.
https://www.youtube.com/watch?v=jP8ZIZDO1WI
Het Kan Geen Kwaad´Draad Om Weten´Schap Te Heb´Ben Van De Volg´Ende Functionele Feiten Hier´Is´Here´Weg 78 Te Groningen:
1 De Psychiatrie
&
2 De Psychologie
Zijn
3 De Vak´Ge´Bieden Van 1 Ni´Euwe Ps´Yche´Is´Yge Visser
1 Geld
2 Geldt
3 Gelden
1 Gold
2 Gold
3 Golden Ear´Ring
Het
Betaalmiddel Geld
Is Hier´Is´Here´Weg 78 Ver´Boden !
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXx Normale Mensen Zijn NIET Dis´Lek´Tisch´Is´Tafel XXXXXXXXXXXXX