Henri Matisse (1869–1954) was de meester van kleur, licht en eenvoud. Zijn werk veranderde de loop van de moderne kunst en bracht emotie tot leven in pure vormen en tinten.
Waar anderen worstelden met realisme, schilderde Matisse gevoelens. Zijn penseelstreken lijken soms kinderlijk eenvoudig, maar achter die helderheid schuilt een briljant oog voor balans, ritme en harmonie.
Hieronder ontdek je tien van zijn beroemdste en meest geliefde schilderijen.
1. La Danse (1910)

Weinig schilderijen vangen zó perfect de energie van het leven als La Danse. Vijf naakte figuren dansen in een cirkel op een achtergrond van blauw en groen. De eenvoudige vormen en het felle rood symboliseren vreugde en vrijheid. Het doek werd geschilderd voor de Russische verzamelaar Sergej Sjtsjoekin, die het beschouwde als een meesterwerk van moderne expressie.
Matisse gebruikte ritme en kleur om pure emotie op te wekken. De cirkelvormige beweging suggereert een eeuwige dans, een symbool van verbondenheid en extase. Het werk wordt beschouwd als een hoogtepunt van het fauvisme.
2. Vrouw met hoed (1905)

Toen Matisse dit portret van zijn vrouw Amélie exposeerde op de Parijse Salon d’Automne van 1905, ontstond een rel. Critici spraken schande van de “wildheid” van de kleuren. Dat woord, fauves, gaf later naam aan de hele stroming. Het gezicht van Amélie is opgebouwd uit vlakken van paars, blauw, oranje en groen, zonder enige poging tot realisme.
Vandaag wordt het gezien als een keerpunt in de moderne kunst: kleur als gevoel, niet als beschrijving. De emoties van de kunstenaar primeren op de werkelijkheid. Matisse brak hier voorgoed met het naturalisme.
3. Le Bonheur de Vivre (1905–1906)

In dit grote doek, gemaakt net na zijn fauvistische explosie, schildert Matisse een idyllisch landschap vol naakte figuren, dansend, slapend en musicerend. De kleuren zijn warm, vloeiend en vol beweging. De natuur is geen decor maar een emotie op zich. Een wereld van vrijheid, sensualiteit en rust.
4. Portret van mevrouw Matisse. De groene streep (1905)

Weinig portretten hebben de kunstwereld zo opgeschud als The Green Stripe. Matisse schilderde zijn vrouw Amélie met een brede, verticale streep van gifgroen dwars over haar gezicht. Geen poging tot realisme, maar een bewuste breuk met elke conventie. De twee gezichtshelften verschillen in kleurtemperatuur: koel blauwgroen aan de ene kant, warm oranje en roze aan de andere.
Critici waren verbijsterd, maar kunstenaars zagen meteen de vernieuwing. Kleur werd hier niet meer gebruikt om te imiteren, maar om te voelen. De groene lijn is geen fout, maar een grens tussen licht en schaduw – tussen ratio en emotie.
5. De rode kamer (harmonie in rood) (1908)

Een kamer vol rood, waarin tafelkleed, muur en vloer samensmelten tot één geheel. Het klinkt chaotisch, maar Matisse maakte er een evenwicht geheel van. De patronen dansen, maar niets stoort. De vrouw aan tafel lijkt op te gaan in de ruimte, alsof ze onderdeel is van de muziek van kleur.
Met dit schilderij bewees Matisse dat perspectief en schaduw niet nodig zijn om diepte te creëren. De harmonie zit in de tinten zelf, in hun relatie tot elkaar. Dit doek hangt vandaag in de Hermitage in Sint-Petersburg.
6. Blue Nude (Souvenir de Biskra) (1907)

Deze gedurfde compositie van een vrouwelijk naakt in diepblauw schokte het publiek bij de eerste vertoning. Het model, hoekig en expressief, lijkt eerder gebeeldhouwd dan geschilderd. Matisse maakte het na een bezoek aan Algerije, waar het licht en de vormen van het landschap hem diep raakten.
Het werk toont zijn zoektocht naar eenvoud en kracht. In plaats van realistische details koos hij voor pure lijnen en kleurvlakken die vorm en emotie tegelijk dragen. Blue Nude werd een icoon van modernisme en sensualiteit.
7. Het open raam (1905)

Een open raam in Collioure, een klein vissersdorp aan de Middellandse Zee, toont de perfecte balans tussen binnen en buiten. Matisse gebruikte complementaire kleuren – roze, blauw, groen – om de warmte van de zuidelijke zomer te vangen. De lucht en het water lijken te trillen van licht.
Dit schilderij belichaamt zijn overtuiging dat kleur een emotie kan oproepen zonder dat er iets “gebeurt”. Het raam is niet alleen uitzicht, maar ook symbool: de verbinding tussen de wereld en de verbeelding van de kunstenaar.
8. De Slak (1953)

In zijn latere jaren, toen ziekte hem verhinderde om te schilderen, creëerde Matisse kunst met papier en schaar. De Slak bestaat uit kleurrijke uitgeknipte vormen die samen een spiraal vormen — eenvoudig en toch krachtig. Het is een abstract eerbetoon aan beweging en leven.
Deze techniek, die hij “papiers découpées” noemde, gaf hem nieuwe vrijheid. Ondanks zijn fysieke beperkingen bereikte hij een spirituele helderheid die veel jongere kunstenaars inspireerde.
9. De Dans (1932–1933, vers. 2)

Meer dan twintig jaar na zijn eerste La Danse maakte Matisse een monumentale muurschildering voor het Rockefeller Center in New York. Deze tweede versie, nog abstracter, bestaat uit blauwgekleurde figuren op een oranje achtergrond. De compositie straalt rust en beweging tegelijk uit.
Het werk toont de rijping van zijn stijl: eenvoud als ultieme verfijning. Waar zijn vroege werk schreeuwde, zingt dit. De cirkel is rond – letterlijk en figuurlijk.
10. De Goudvis (1912)

Vier oranje goudvissen zweven in een glazen kom, omringd door planten en patronen. The Goldfish lijkt eenvoudig, maar het is een studie in rust en concentratie. Matisse schilderde het na zijn reizen naar Marokko, waar hij gefascineerd raakte door het rituele kijken – het verstillen van de blik.
De vissen staan symbool voor contemplatie en innerlijke vrede. Hun felle kleur contrasteert met het kalme blauwgroen van de achtergrond, waardoor het geheel lijkt te ademen. Dit werk toont Matisse op zijn meest meditatieve: kleur als meditatie, eenvoud als wijsheid.
