Ajax is de meest succesvolle voetbalclub uit Nederland. De club uit Amsterdam draagt graag aanvallend en technisch voetbal uit. De top-10 spelers die in het rood-witte tenue hebben geschitterd.
10. Ruud Krol (1968 – 1980)
foto: Dijk, Hans van / Anefo
De statige verdediger Ruud Krol begon bij Ajax als linksback maar groeide uit tot de beste centrale verdediger uit de clubgeschiedenis. Krol werd in 1974 aanvoerder van Ajax en bleef de club veel langer trouw dan zijn generatiegenoten. Pas na 339 competitiewedstrijden begon hij aan een buitenlands avontuur. Krol was lang, fysiek sterk en las het spel als geen ander. Bovendien beschikte hij over een verfijnde traptechniek waardoor zijn lange passes een machtig aanvalswapen vormden.
9. Tscheu La Ling (1975-1982)
foto: Dijk, Hans van / Anefo
In het seizoen 1975-1976 kwam de talentvolle maar lastige Tscheu La Ling van ADO Den Haag naar Ajax. Na een moeizaam seizoen kreeg hij van de nieuwe trainer Ivić meer vrijheid en ontpopte hij zich tot een charismatische rechtsbuiten. La Ling verdeelde lange tijd de Ajax-aanhang. Sommige mensen moesten niets van hem weten vanwege zijn vermeende luiheid, anderen raakten verrukt van elke fantasierijke actie waaronder zijn beroemde schaar. Lange tijd ging het gerucht dat zijn fans aan een tribunezijde van De Meer aan de wedstrijd begonnen en speciaal voor La Ling in de rust naar de overkant verhuisden.
8. Gerrie Mühren (1968 – 1976)
foto: Croes, Rob C. / Anefo
Gerrie Mühren was een van de middenvelders van het Gouden Ajax uit het begin van de jaren zeventig. Mühren was technisch zeer begaafd en beheerste alle aspecten van het spel. Hij scoorde met een geweldig schot in de kruising tegen Bayern München een van de mooiste Europacupdoelpunten uit de clubgeschiedenis. In de halve finale die daarop volgde maakte Mühren zichzelf onsterfelijk door in de uitwedstrijd tegen Real Madrid een lange pass op het middenveld eenvoudig te controleren en vervolgens een paar keer achteloos hoog te houden. De actie werd het symbool voor de superioriteit van Ajax in die periode.
7. Jari Litmanen (1992 – 1999, 2002 – 2004)
De Finse aanvaller Jari Litmanen werd als volstrekt onbekende huurling in de selectie van Ajax opgenomen. Dankzij een paar goede wedstrijden werd hem definitief een contract aangeboden. Door het vertrek van Dennis Bergkamp kreeg Litmanen opeens de kans om op de schaduwspitspositie te spelen. Met zijn slimme passes en prachtige goals groeide hij al snel uit tot een nieuwe publiekslieveling. In het seizoen 1993/1994 werd hij met 26 doelpunten topscoorder van de Nederlandse competitie en verkozen tot beste speler van het seizoen. Litmanen speelde een cruciale rol in het elftal dat onder leiding van Louis van Gaal in 1995 de Champions League won. Hij probeerde na dit succes tevergeefs de uittocht van ploeggenoten tegen te houden en bleef tot 1999 Ajax trouw. In 2002 werd Litmanen teruggehaald om de jongste lichting op het veld bij te staan. Hij werd door een dolenthousiast publiek bij de eerste training opgewacht. Litmanen scoorde ondanks veel blessures in twee seizoenen nog enkele prachtige en belangrijke doelpunten.
6. Frank Rijkaard (1980 – 1987, 1993 -1995)
foto: anefo
Begin jaren tachtig begon Ajax aan een flinke verjongingskuur. Een aantal tieners kreeg in korte tijd de kans om zich in het eerste elftal te spelen. Frank Rijkaard was pas 17 jaar toen hij in de uitwedstrijd tegen Go Ahead Eagles debuteerde en meteen scoorde. De elegante Rijkaard kon met zijn loopvermogen op verschillende posities worden ingezet wat hem onder de trainers in die periode zeer populair maakte. Na een conflict met de als trainer teruggekeerde Cruijff vertrok Rijkaard naar het buitenland waar hij samen met Van Basten en Gullit furore maakte bij AC Milan. Na zijn Milanese periode keerde Rijkaard voor twee seizoenen terug bij Ajax. Met zijn ervaring en rust zorgde hij samen met Danny Blind voor balans in het talentvolle elftal dat uiteindelijk de Champions League won. De finale tegen zijn oude club was de laatste wedstrijd uit zijn imposante carrière.
5. Dennis Bergkamp (1986 – 1993)
foto: anefo
Dennis Bergkamp maakte als zeventienjarige zijn debuut in het eerste elftal van Ajax. In eerste instantie speelde hij flets als rechtervleugelaanvaller. Pas wanneer hij van positie veranderd en als schaduwspits wordt ingezet blijkt Bergkamp een uitzonderlijk begaafde voetballer te zijn. Zijn snelheid, intelligentie en fluwelen techniek maken van Bergkamp een fantasierijke voetballer. De lange passes van Frank de Boer en Wim Jonk worden door Bergkamp feilloos gecontroleerd en vaak omgetoverd tot schitterende doelpunten. Hij maakt van “de stift” een nieuwe kunstvorm. In 1991 en 1993 was Bergkamp topscoorder van de Nederlandse competitie. In 1991 en 1992 werd hij bovendien uitgekozen tot speler van het jaar.
4. Marco Van Basten (1981 – 1987)
foto: NL-HaNA, ANEFO
Ook Marco Van Basten debuteerde als zeventienjarige bij Ajax door Johan Cruijff te vervangen. Zoals zoveel debutanten scoorde hij in zijn eerste wedstrijd. Het seizoen daarop gaf Cruijff veel aandacht aan de jonge spits en zijn rol binnen het elftal werd langzaam maar zeker belangrijker. Bij aanvang van het seizoen 1983/1984 waren veel routiniers vertrokken waardoor jonge talenten noodgedwongen aan de slag moesten. Hierdoor kon Van Basten definitief doorbreken. Zijn hattrick in de 8-2 tegen Feyenoord, waar zijn oude leermeester Cruijff speelde, zorgde voor furore. Van Basten werd drie seizoenen achterelkaar topscoorder. In 1985 trof hij in de thuiswedstrijd tegen Sparta zes maal doel. Dat seizoen werd hij uitgekozen tot speler van het jaar. In zijn laatste seizoen bij Ajax begon Van Basten steeds vaker te kampen met een enkelblessure die van beslissende invloed zou zijn op de rest van zijn carrière. In datzelfde seizoen scoorde hij tegen FC Den Bosch met een perfecte omhaal in de kruising een van de mooiste doelpunten aller tijden.
3. Sjaak Swart (1956 -1973)
foto: Koch, Eric / Anefo
De top 3 van de beste Ajacieden wordt ingenomen door drie toppers uit het gouden Ajax-elftal van begin jaren zeventig, te beginnen met “Mister Ajax” Sjaak Swart. Deze titel heeft hij niet zomaar verworven, Swart is de Ajax-speler met het meeste aantal wedstrijden in Ajax 1: 596 in totaal. De snelle en behendige rechtsbuiten speelde zijn eerste wedstrijd in 1956 en sloot zijn carrière af in 1973. In die periode won hij met Ajax onder andere in 1971, 1972 en 1973 de Europa Cup 1 (na een verloren finale in 1969) en werd hij acht maal Nederlands Landskampioen.
2. Piet Keizer (1960 – 1975)
foto: Harry Pot / Anefo
Tijdens de gouden jaren van Ajax werd in Amsterdam druk gediscussieerd over de vraag wie de beste was: Cruijff of Keizer? Toch was de carrière van Keizer bijna op jonge leeftijd afgebroken toen hij in 1964 bij een kopduel een schedelbreuk opliep en een tijd buiten bewustzijn bleef. Na zijn rentree liet de nieuwe trainer Rinus Michels Keizer als linksbuiten spelen. Hij bloeide op tot een onnavolgbare dribbelaar die na zijn acties loepzuivere voorzetten gaf. Vaak scoorde hij met gebruik van zijn keiharde schot. De geboren en getogen Amsterdammer bleef Ajax altijd trouw waardoor hij onderdeel werd van het elftal dat drie keer op rij de Europacup I won en zes keer landskampioen werd. Hij speelde 490 wedstrijden voor Ajax waarin hij 189 keer doel trof.
1. Johan Cruijff (1964 – 1973, 1981 – 1983)
foto: Nationaal Archief
Johan Cruijff groeide op in de buurt van De Meer. De frêle maar talentvolle straatvoetballer doorliep de complete jeugdopleiding van Ajax. In 1964 maakte Cruijff zijn debuut in het eerste elftal waarbij hij meteen scoorde. Ajax was onder de nieuwe trainer Michels een elftal in opbouw. Dankzij succesvolle aankopen en de instroom van talenten werd de club in 1966 weer kampioen. Cruijff had inmiddels een basisplaats afgedwongen en werd met 33 doelpunten topscoorder van de Eredivisie. Onder leiding van Cruijff en zijn zaakwaarnemer Cor Coster werd het Nederlandse voetbal steeds professioneler en commerciëler. Hierdoor veranderde Cruijff in een controversieel figuur: geliefd om zijn fabelachtige voetbalkunsten, gehaat om zijn obsessie met geld. Na een blessure keerde Cruijff in 1970 terug in de basiself maar moest door omstandigheden met het rugnummer 14 spelen. Hij speelde zo goed dat hij uit bijgeloof met dit nummer bleef spelen dat zijn symbool werd. Cruijff groeide dankzij zijn snelheid, inzicht en techniek uit tot de beste voetballer ter wereld. Samen met een geweldige generatie spelers maakte Cruijff Ajax tot een van de sterkste clubelftallen aller tijden. Desondanks stuurde Cruijff al jaren aan op vertrek bij Ajax en toen de spelersgroep Keizer verkoos tot nieuwe aanvoerder was voor hem de maat vol. Toch keerde Cruijff na vele omzwervingen terug bij Ajax. Bij zijn rentree scoorde hij met een weergaloze lob. De dertiger speelde zo inspirerend dat Ajax onder zijn leiding twee keer achter elkaar kampioen werd.
[adsenseo]
20 reacties
Geachte Hr/Mw,
Ik constateer dat bij de naam Gerrie Mühren (8e plaats) de verkeerde foto is geplaatst, dit is nml een foto van broer Arnold Mühren. Zou dit mogelijk gecorrigeerd kunnen worden. Mocht u een foto nodig hebben van Gerrie Mühren, help ik u daar graag aan.
Vriendelijke groet,
Jaap Mooijer (zwager van Gerrie)
Ik mis Ibrahimovic en Suarez
Hoe kan van Basten op 4 staan en Rijkaard op 6 van Basten hoort op 2 en Rijkaard op 4 en bergkamp op3
Ik mis Johan Cruijff ????
Precies
die horen er toch ook bij
Als je ’topscoorder’ schrijft moet je nog maar even terug naar school…
Geen suarez???? dan geef ik als een ajacied een dikke dislike. suarez er niet bij, dat kan helemaal niet!!
Voor de ouderen onder ons: Goaltjes-Piet van Reenen, 273 doelpunten in 237 wedstrijden.
En nu staat johan weer boven van basten?
1 Cruijf
2 Van Basten
3 Dennis Bergkamp
Haha al 3 jaar helemaal niks en dat zal ook een aantal jaar zo blijven!
Inmiddels……slechts 2 jaar dus helemaal niks na deze opmerking.
Wat zal dat een mooie zomer voor je zijn, hoop voor je dat het bij eenmalig succes blijft dat ze 2 prijzen in 1 week pakken…
Cruijff en Keizer zijn echt onomstreden hoor, evenals de rest van het Gouden elftal van de jaren zeventig.
Deze jongens zijn meer van waarde geweest voor Ajax dan Suarez, Ibra, vd Vaart en Sneijder bij elkaar.
Zij hebben er voor gezorgd dat de naam Ajax een begrip werd in de wereld.
Als Louis van Gaal zegt dat hij zijn hele post-Ajax carriëre op zoek was / is naar een kopie van Jari , dan weet je toch al genoeg . Het zijn allemaal wereldspelers , maar wat Jari Litmanen voor Ajax ( binnen de lijnen ) heeft gedaan is gewoon ABNORMAAL goed . En dan ben ik nog niet eens Ajax fan .
Oud geen nieuwe voetballers zoals bij fijenoord en psv top 10
Oud geen nieuwe voetballers
Oud geen nieuwe spelers
johan cruijff
Ik mis Neeskens, Sneijder en Seedorf. En Rep. Seedorf heeft misschien te weinig in Ajax 1 gespeeld. Ruud Geels was ook wel indrukwekkend, meer dan Suarez. Ling en MÜhren staan wel wat te hoog. Krol te laag.
1. Cruyff
2. Van Basten
3. Bergkamp
4. Keizer
5. Krol
6. Rijkaard
7. Litmanen
8.Neeskens
9.Swart
10. Geels