Een keeper is vaak een eenling in een voetbalteam. Een goede keeper is echter wel ontzettend belangrijk en levert in de loop van een seizoen veel punten op voor het team. Wie zijn de beste Nederlandse keepers aller tijden?
10. Jasper Cillessen

Cillessen heeft het imago dat hij, veel meer nog dan de meeste andere keepers, een einzelgänger zou zijn. Diverse trainers meenden daarom dat hij niet goed voor het ’teamproces’ was. Hierdoor heeft hij minder vaak in de selectie van Oranje gezeten, dan hij puur op basis van zijn keeperscapaciteiten zou verdienen.
Dat hij wel een ijzersterke doelman is, bewees hij bij NEC, Ajax, FC Barcelona en Valencia, maar ook in het Nederlands elftal. Een hoogtepunt uit zijn carrière was de derde plek die hij met Oranje behaalde op het WK voetbal 2014.
9. Ed de Goeij
In de jaren negentig was Ed de Goeij een ware cultheld. Als deze keeper van Feyenoord in De Kuip het veld betrad, dan scandeerde het legioen massaal: ‘Say oe a Ed de Goeij!’ Hij bleef doorgaans erg nuchter onder die grote populariteit. Ook tijdens spannende momenten in topwedstrijden kon de 1,97 meter lange keeper vaak erg nuchter en koel blijven. Het leverde hem de bijnamen Ed IJskonijn en Ed Konijn op.
8. Eddy Pieters Graafland

Eddy Pieters Graafland speelde oorspronkelijk bij Ajax, maar boekte zijn grootste successen bij aartsrivaal Feyenoord. Nadat hij in Rotterdam jarenlang de eerste doelman was, verloor ‘Eddy PG’ eind jaren zestig zijn basisplek aan het jonge talent Eddy Treijtel.
In 1970 haalde Feyenoord de finale van de Europacup I (de voorloper van de Champions League). Tot verbazing van velen koos trainer Ernst Happel ervoor om bij die finale niet Treijtel, maar Eddy Pieters Graafland op te stellen. ‘Eddy PG’ was zelf ook verbaasd en twijfelde zelfs even of hij die wedstrijd wel wilde keepen. Uiteindelijk deed hij dat toch. Feyenoord won de finale en pakte als eerste Nederlandse club de belangrijkste Europese voetbalbeker. ‘Eddy PG’ had daarbij een belangrijke bijdrage, want hij keepte een sterke wedstrijd. Deze legendarische keeper koos ervoor om te stoppen op een hoogtepunt: na de finale hing hij definitief zijn keepershandschoenen aan de wilgen.
7. Maarten Stekelenburg

Stekelenburg werd in zijn jonge jaren bij Ajax beschouwd als één van de grootste keeperstalenten ter wereld. De hoge verwachtingen heeft hij zeker niet altijd waar kunnen maken. Stekelenburg had een wisselvallige carrière. Volgens velen leefde hij minder fanatiek voor zijn sport dan de meeste collega’s. Wanneer hij echter in topvorm was, zoals bij Oranje tijdens het WK voetbal 2010, dan behoorde hij zonder twijfel tot de beste keepers ter wereld. Op dat WK van 2010 won het Nederlands elftal de zilveren medaille.
6. Piet Schrijvers

Piet Schrijvers was een keeper die veel indruk maakte op zijn tegenstanders door zijn grote gestalte. Tijdens zijn glorietijd bij Ajax had hij daarom als bijnaam ‘De Beer van de Meer’. In de nadagen van zijn keeperscarrière vertrok Schrijvers naar PEC Zwolle. Daar had hij al snel een minder vleiende bijnaam: ‘De Bolle van Zwolle’. Toen het in de slotfase van zijn carrière slecht ging met de prestaties van Schrijvers en zijn club PEC Zwolle, kreeg hij wederom een nieuwe bijnaam: ‘Het Lek van PEC’.
5. Frans de Munck

In de jaren vijftig was Frans de Munck een keeper met een mythische status. Hij was een zeer stijlvolle verschijning, waar zowel de vrouwelijke als de mannelijke voetbalfans met bewondering naar keken. Vanwege zijn zwarte haren, zwarte keeperstenue en katachtige reflexen had hij de bijnaam ‘De Zwarte Panter’.
Toen profvoetbal in Nederland nog verboden was, boekte hij successen bij de Duitse profclub 1. FC Köln. Na de introductie van het profvoetbal in Nederland was hij onder meer succesvol bij Fortuna ’54 en DOS. Zijn laatste officiële duel speelde hij op 44-jarige leeftijd in de zomer van 1966 voor Vitesse.
4. Jan Jongbloed

Tijdens de WK-finales van 1974 en 1978 was Jan Jongbloed de keeper van Oranje. Jongbloed viel op doordat hij, zeker vergeleken met de meeste keepers uit zijn tijd, goed mee kon voetballen. Dat was erg belangrijk bij het speltype van Oranje op de eindtoernooien van 1974 en 1978. Ook viel Jongbloed op doordat hij vaak geen keepershandschoenen droeg. Als clubkeeper was hij actief voor DWS, FC Amsterdam, Roda JC en Go Ahead Eagles. Bij die laatste club stond hij op 45-jarige leeftijd nog onder de lat. Nadat hij tijdens een eredivisiewedstrijd door een hartinfarct werd getroffen, moest hij zijn carrière besluiten.
3. Jan van Beveren

Volgens velen was Jan van Beveren in de jaren zeventig veruit de beste Nederlandse keeper. De doelman van PSV kwam 32 keer uit voor Oranje, maar zou uiteindelijk nooit actief zijn op een groot eindtoernooi (EK of WK voetbal). Dit kwam door een groot conflict binnen de selectie van Oranje. Dat ging tussen enerzijds de PSV-spelers Willy van der Kuijlen en Jan van Beveren, en anderzijds een groep Ajax-spelers, waaronder Johan Cruijff. Als gevolg van dit conflict ontving Van Beveren heel wat bedreigingen van boze voetbalsupporters. Daaronder waren ook doodsbedreigingen voor de doelman en zijn kinderen. Dit was een belangrijke reden voor hem om in 1980 Nederland te verlaten. Hij ging in de Verenigde Staten voetballen en zou de rest van zijn leven in dat land blijven wonen.
2. Hans van Breukelen

1988 was het grote gloriejaar van Hans van Breukelen. Tijdens de strafschoppenserie van de finale van de Europacup I stopte Van Breukelen de beslissende penalty, waardoor hij met PSV dat bekertoernooi won. In die zomer van 1988 was Van Breukelen ook erg belangrijk bij het Nederlands elftal dat het EK won. Hij stopte eveneens een penalty in de EK-finale. Hans van Breukelen was een doelman die keihard voor zijn vak werkte. Hij stond als clubkeeper onder de lat bij FC Utrecht, Nottingham Forest en PSV.
Na zijn carrière heeft Van Breukelen verteld dat hij eigenlijk in stilte vaak ontzettend onzeker was en zich eenzaam voelde in de voetballerij. Op een bepaald moment in zijn keepersloopbaan waren zijn psychische problemen zo erg, dat hij met zelfmoordplannen rondliep. Dat dieptepunt beleefde hij in 1987. Een jaar later zag de wereld er voor hem totaal anders uit: in 1988 was hij dankzij zijn glansrol in de finales van de Europacup I en het EK voetbal één van de grote Nederlandse voetbalhelden.
1. Edwin van der Sar

Edwin van der Sar was niet alleen een geweldige keeper. Belangrijk was dat hij ook veel beter kon voetballen dan de meeste andere doelmannen. Hij was daardoor in de jaren negentig de juiste keeper op het juiste moment. In de zomer van 1992 werd er namelijk een belangrijke regelwijziging doorgevoerd in het mondiale voetbal. Voortaan mochten keepers een terugspeelbal niet meer in hun handen pakken. Ontzettend veel keepers hadden moeite met die verandering. Voor Edwin van der Sar gold dat zeker niet.
Hij groeide uit tot één van de beste keepers ter wereld. Met Ajax won hij in 1995 de Champions League en in 1996 de Wereldbeker. Vanaf 1999 had hij een paar moeizame seizoenen in Italië bij Juventus. Hierna vertrok Van der Sar naar Engeland, om via Fulham uiteindelijk bij Manchester United terecht te komen. Bij die club beleefde hij van 2005 tot en met 2011 een glansrijke periode, met als hoogtepunt de winst in de finale van de Champions League 2008. Van der Sar had in dat duel een glansrol: hij stopte de beslissende penalty.