“In poker you never play your hand. You play the man across from you.”, doceert James Bond zijn bevallige tegenspeelster in ‘Casino Royale’. Maar soms loopt dat al eens mis. Gruwelijk mis zelfs. En voor je het weet zit je krampachtig gekneveld op een stoel terwijl een sinistere schurk je kroonjuwelen bewerkt met een onzacht zwiepende karwats. Ja, het witte doek staat altijd wel garant voor wat onvergetelijke pokerscènes.
Benieuwd wie naast 007 aanschuift aan het luxegroen voor ‘high stakes’-pokerpartijen, clandestiene kaartspelletjes in groezelige New Yorkse en Londense achterkamertjes en andere zenuwslopende masterclasses in bluffen? Pauzeer dan even dat online pokerschermpje voor deze Top 10 Buitengewoon Briljante Poker Films.
10. High Roller: The Stu Ungar Story (2003)
Voor er poker online gespeeld werd, was er Stu Ungar (1953 – 1998). ‘Stuey’ was een geniaal wonderkind dat drie keer op ongeëvenaarde wijze het ‘Main Event’ van de ‘World Series of Poker’ won. En wel in 1980, 1981 en 1997. Een record dat hij deelde met Johnny Moss (1907 – 1995). Maar waar ‘The Grand Old Man of Poker’ de wereld vredevol verliet op de gezapige leeftijd van 88 jaar, had ‘The Kid’ zich tegen zijn 45ste levensjaar al compleet kapot gesnoven.
Op 22 november 1998 overleed de tragische pokerkampioen in zijn kamer van het Oasis Motel in Las Vegas. De grootste ‘Texas Hold ‘em’ speler ooit verzilverde bij leven miljoenen aan pokerchips. Toch stierf hij compleet berooid. Verbazingwekkend. Zeker gezien Ungar het jaar daarvoor nog een miljoen dollar won op het ‘No Limit Hold ‘em World Championship’. Zijn vrienden gingen rond met de collectebus voor Stueys uitvaart. Zoals zijn oude vriend en collega-pokerspeler Mike Sexton zei: “In the game of life, Stu Ungar was a loser.”
Waar liep het allemaal fout? Dat ontdek je in ‘High Roller: The Stu Ungar Story’ (2003). Deze sombere biopic met Michael Imperioli (die in 2004 een Emmy Award verzilverde voor zijn rol van Christopher Moltisanti in ‘The Sopranos) in de titelrol is bezwaarlijk Oscarmateriaal. Maar de stempel die ‘Stuey’ op de pokerwereld van eind twintigste eeuw drukte, is te groot om de man hier niet te vermelden.
9. Mississippi Grind (2015)
‘Mississippi Grind’ (2015) is naast een meer dan beloftevolle Scrabble-score, vooral ook een fraai gefilmde kijk op de wanhoop waar een gokverslaafde mee worstellen kan. Je moet weten wanneer je stopt aan de tafel. Een wijze waarschuwing die Gerry (Ben Mendelsohn) compleet in de wind slaat.
‘A man alone is a half a man.’ – En wees maar zeker dat Gerry eenzaam is. Zijn leven is een puinhoop. De 44-jarige gokverslaafde vastgoedmakelaar verzuipt in de schulden en ‘Kentucky Straight Bourbon Whiskey’, zijn vrouw is al eeuwen weg en geen idee wanneer hij zijn dochter nou weer voor het laatst zag.
Op een avond biedt een charismatische jonge pokerspeler die verdacht veel op ‘Deadpool’-ster Ryan Reynolds lijkt, hem een glas Woodford Reserve aan. Hun voorliefde voor puike bourbon en kaarten betekent de aftrap van een loutertocht van Iowa naar New Orleans. Eindbestemming: een pokerwedstrijd met een buy-in van 25.000 keiharde dollarflappen. Als ze er geraken, tenminste. En vooral: in welke toestand?
Deze droefgeestige roadtrip van de Amerikaanse regietandem Anna Boden en Ryan Fleck (die hierna in ‘Captain Marvel’ (2019) het superheldengenre verkenden) leest als een hedendaagse ‘California Split’ (1974). Maar waar in die Robert Altman-gokprent tenminste nog wat te lachen valt, kruipt de doffe ellende je hier al vanaf de eerste scènes als vleesetende scarabeen onder de huid.
8. Maverick (1994)
Na de uitzichtloze tristesse van ‘Mississippi Grind’ en ‘Stuey’, kan een mens wel een goede lachstuip gebruiken. Welaan dan. Die heeft het doldwaze Far West-spektakel ‘Maverick’ (1994) namelijk meer dan in overvloed. Niet te verwarren met de gelijknamige ‘Top Gun’-sequel waarmee Tom Cruise zich in 2022 door de geluidsmuur van de box-office boorde.
Nee, het gaat hier wel degelijk over de knotsgekke westernkomedie die Richard Donner in 1994 met de toen nog helemaal salonfähige Mel Gibson maakte. De Amerikaanse blockbuster-specialist (Donners naam prijkt voorts o.a. onder ‘The Omen’, ‘Superman’ en ‘The Goonies’) en de Australische actieheld hadden er al drie hilarische ‘Lethal Weapon’-films opzitten. Nu zadelden ze hun paard richting het Wilde Westen van 1875 voor nog meer grappen en grollen.
Daar is ene Bret Maverick (Mel Gibson) naarstig op zoek naar de laatste 3.000 dollars deelnamegeld voor het berucht ‘Five Card Draw’-pokertoernooi op de raderstoomboot ‘Lauren Belle’. Onderweg naar het rivierfortuin krijgt hij hulp van de plichtsbewuste wetshandhaver Marshall Zane Cooper (James Garner, die in de oorspronkelijke gelijknamige jaren 50 westernserie de titulaire beroepsgokker speelde) en de pittige Annabelle (Jodie Foster in een opvallend dartele bui).
Pokerfilms bezwijken vaak onder het gewicht van hun eigen gravitas. Soms wil een mens ook gewoon eens lachen, toch? Deze ietwat vergeten lichtvoetige actiekomedie vormt het ideale antidotum tegen al die zwaarmoedige kaartsessies.
Een beetje filmliefhebber smult ook van de royale lading cameo’s die tussen de outlaws en andere bandietentuig uit hun holsters schieten. Onderweg naar de ‘Lauren Belle’ struikelt het illustere trio over legendarische westernacteurs die alweer uit het beeld de ondergaande zon tegemoet hobbelen voor je het goed en wel beseft. Tussendoor foetert een wel heel vertrouwd klinkend acteermaatje van Mel Gibson “I’m too old for this shit!”
7. California Split (1974)
Cinema met een grote C jaagt al eens kijkers op de kast. Zo ook Robert Altmans ‘California Split’ (1974). De regisseur zette zich binnen jaren 70 op de kaart met de zware oorlogskomedie ‘M*A*S*H’ (1970). Toen hij dan toch bezig was, draaide hij prompt ook nog de revisionistische western ‘McCabe & Mrs. Miller’ (1971), de neo noir ‘The Long Goodbye’ (1973) en de satirische musical ‘Nashville’ (1975). Jaja, je moest die ijverige Altman beslist niet leren hoe zijn eigen draai te geven aan een vastgeroest filmgenre of twee.
Tussendoor maakte het ‘New Hollywood’-icoon ook ‘California Split’ (1974). Een film die het kijkpubliek verdeelt als ware het een overijverige croupier. Voor de ene is deze chaotische geld verbrassende slemppartij richting een prestigieus pokertoernooi in Reno een onsamenhangende brei. Voor de andere is het misschien wel de beste gokfilm (naast poker wordt er ook verwoed veel geld ingezet op blackjack, roulette en craps) ooit.
De plot is zoals gebruikelijk in een Altman Grand Cru eerder bijzaak. Twee totaal verschillende karakters vinden elkaar in de liefde voor het kaartspel. Of misschien eerder in zoektocht naar de nooit bevredigde kortstondige instant roes van kletterende munten? Charlie (Elliott Gould) kent het gokwereldje van binnen en van buiten. Bill (George Segal) is de beginner die zich tegen beter weten overlevert aan de even onstuimige als moreel ontaarde pokerconnaisseur. De filmontknoping kletst keihard in je gezicht als een rauwe forel die al drie dagen op het keukenaanrecht lag.
Let goed op die jonge Elliott Gould. Voor Gould bijschnabbelde als de vader van Ross en Monica in ‘Friends’, was de New Yorker even de coolste acteur ter wereld. Steven Soderbergh gaf de later in de vergetelheid gesukkelde filmster eerherstel met de rol van Reuben Tishkoff in zijn ‘Oceans Eleven’-trilogie.
6. God of the Gamblers (1989)
Poker, een oer-Amerikaans kaartspel? Dat is buiten ‘Do san’ – bij ons beter bekend als ‘God of the Gamblers’ (1989) gerekend. Mel Gibsons toch best al hoogst vermakelijke potje ‘Five Card Draw’ in ‘Maverick’ (1994) lijkt haast een begrafenisuitvaart in vergelijking met de compleet van de pot gerukte kaarttaferelen die deze hyperkinetische actiekomedie van Hongkongse makelij uit zijn pokerhoed schudt.
Deze losgeslagen rollercoaster over kaartwonder Ko Chun (een werkelijk onnavolgbare Chow Yun-Fat die tekeer gaat alsof hij in een later filmleven nooit een ernstige wudang-zwaardvechter speelde in het prestigieuze ‘Crouching Tiger, Hidden Dragon’ (2000)) ontketende begin jaren 90 een heuse tsunami aan Aziatische gokfilms.
Wanneer de legendarische pokerkampioen Ko Chun zijn geheugen verliest en daar meteen ook plotsklaps de verstandelijke vermogens van een brabbelende kleuter aan overhoudt, ziet het er niet goed uit voor de ‘God of the Gamblers’.
Met hulp van een allegaartje hopeloze sidekicks in het kielzog van de onfortuinlijke ritselaar Litte Knife (Andy Lau) vecht het mentaal gemolesteerde pokerbrein zich een weg terug naar de kaarttafel waar een ouderwets spelletje ‘5 Card Stud’ met hoge inzet wacht. De daarbij horende kaartwisseltrucjes zijn niet van de poes. Geheel naar de Hongkongse stunttraditie voerden Chow Yun-Fat en Andy Lau die vingervlugge zinsbegoochelingen uiteraard helemaal zelf uit.
5. The Cincinnati Kid (1965)
Het thema van het jonge brutale broekje die de oude baas uitdaagt, is zo oud als de straat. Maar als dat jonge brutale broekje midden jaren 60 gespeeld wordt Steve McQueen? Dan staat er al snel je reinste filmgeschiedenis in de steigers. Ten tijde van ‘The Cincinnati Kid’ (1965) stond Steve McQueen op eenzame hoogte wat coolheid betrof. Of je moest al op de 8.848 meter hoge top van de Mount Everest staan. Of gewoon de drie jaar oudere Steve McQueen in ‘Bullitt’ (1968) zijn.
De ‘King of Cool’ had er net de geweldige oorlogskampklassieker ‘The Great Escape’ (1963) opzitten, toen hij met uitgestreken gezicht zijn verfrommelde dollarbriefjes neerlegde op het pokertafeltje van Norman Jewisons ‘The Cincinnati Kid’ (1965). Met zijn 35 lentes en goed afgeleefde kop (de legendarische acteur onderhield zijn conditie met een spartaans regime van hardlopen, motorrijden, Tang Soo Do, vrouwen, blowen, snuiven, zuipen en kettingroken) was McQueen eigenlijk al minstens een decennium oud voor de titelrol, maar een kniesoor die daar om maalde.
De plot die zich afspeelt in het New Orleans van de Depressie is zo flinterdun dat je ze zo onopgemerkt tussen twee pokerfiches schuift. Het arrogante aanstormende talent ‘The Kid’ (Steve McQueen) daagt de pokerveteraan Lancey ‘The Man’ Howard (een verdomd intense, keiharde levenslessen debiterende Edward G. Robinson) uit voor een spelletje ‘5 Card Stud’.
Geheel in de traditie van oude Hollywoodfilms verloopt dit pokerspelletje met ‘open stakes’ i.p.v. het vandaag gebruikelijke ‘table stakes’. Maar of ‘The Kid’ die stakes ook daadwerkelijk mee naar huis neemt? Het zenuwslopende eindduel blijft zes decennia later nog steeds een masterclass in old school acteren en spanningsopbouw.
4. Molly’s Game (2017)
Goed in de slappe was zittende wereldsterren zijn daarom nog geen meesterkaarters. In tegendeel. Veel beroemdheden kampen met gokschulden als ware ze Franky Four Fingers in ‘Snatch’. Toch schuiven Hollywood A-listers als Leonardo DiCaprio, Matt Damon, Ben Affleck en Tobey Maguire graag met blinkende pokerchips over een groen pokermatje.
Of ze op het einde van de avond überhaupt een miezerige fiche uit de pot haalden? Dat zal hun worst wezen. Elke afleiding is welkom in Tinseltown. Je altijd afgevraagd hoe zo’n avondonderonsje ‘high-stakes poker’ tussen met duizendjes zwaaiende beroemdheden eruit ziet? Dan is het op waargebeurde feiten geïnspireerde ‘Molly’s Game’ (2017) een must.
Een altijd even ravissante als intens acterende Jessica Chastain glijdt in de verleidelijke cocktail dress van Molly Bloom. Deze hemelbestormende Amerikaanse skiester ruilde na een blessure haar Olympische ambities in voor een rechtenstudie met een bijbaantje achter de bar.
Dat was toch het plan. In enkele jaren tijd schopte ze het tot geprezen organisatrice van illegale pokerwedstrijden, waar dubieuze Hollywoodsterren, hoge bankpiefen en voorbeeldige sportmannen miljoenen verbrasten alsof het monopolygeld was. Dat ging goed. Heel goed zelfs. Tot zowel akelige Russische gangsters als de FBI voor Molly’s deur staan. Hoe dat afliep? Nou. Laten we zeggen dat de dame een goede advocaat (al even goed gespeeld door Idris Elba) kon gebruiken.
Verbaal vuurwerk gegarandeerd. De gelauwerde scenarist Aaron Sorkin (‘Moneyball’ (2011), ‘The Social Network’ (2012) en ‘Steve Jobs’ (2015)), maakte met deze film zijn ‘opening bet’ als regisseur. Daarbij vond hij bovendien nog voldoende tijd aan de schrijftafel om Molly Blooms memoires in een gedegen script te gieten.
3. Lock, Stock and Two Smoking Barrels (1998)
In ‘Lock, Stock and Two Smoking Barrels’ (1998) is er zoveel in groezelige sepiakleuren gedraaide flitsende gekheid gaande, dat je haast zou vergeten dat Guy Ritchies hoogst aanbevolen filmdebuut begon met een potje poker. En wel ‘Three Card Brag’. Zeg maar het Britse grootje van het moderne Amerikaanse pokerspel. Deze stokoude variant gaat minstens terug tot 1721, toen ‘The Compleat Gamester’ voor het eerst de regels van ‘The Ingenious and Pleasant Game of Bragg’ op papier zetten.
Voor het vermaledijde vriendengroepje Eddy (Nick Moran), Tom (Jason Flemyng), Soap (Dexter Fletcher) en Bacon (Jason Statham) blijkt het spelletje helaas minder plezant. Hun zelfverklaarde meesterpoker Eddy verliest de ingezette 100.000 pond van zijn makkers in een uiteraard niet helemaal eerlijk verlopen spelletje tegen het gevreesde Londense gangsterkopstuk Hatchet Harry (een hoogst akelige P.H. Moriarty).
Zoals je wel kan bedenken, houden gevreesde gangsterkopstukken van boter bij de vis. En al snel kunnen Eddy, Tom (Jason Flemyng), Soap (Dexter Fletcher) en Bacon (Jason Statham) maken dat ze binnen een week met 500.000 pond over de brug komen.
Wat volgt is een maffe, hallucinante van meesterlijke muziekkeuzes voorziene rit door de Londense onderwereld. De cast amuseerde zich meer dan behoorlijk tussen de draaiuren door. De acteurs vulden hun pauzes met menig pokerpartijtjes. Jason Flemyng, zowat de enige professionele acteur uit de toenmalige cast, verloor daarbij een weekloon aan kaarten.
Twee jaar later trommelde Guy Ritchie het halve ensemble weer op voor ‘Snatch’. Nog zo’n geniale Britse gangsterfilm die leert dat je beter niet met de grote jongens gokt in de Engelse hoofdstad.
2. Casino Royale (2006)
Toen Daniel Craig na 4 films Pierce Brosnan afloste als 007 klapten weinig James Bond-fans in hun handen. In tegendeel. Moesten ze het daarmee doen? Craig was 8 centimeter kleiner dan zijn voorganger, blonder dan de gemiddelde Bondgirl en hij had verdorie nog eens rare broccoli-oren en een permanente duckface ook!
Na de aftiteling van ‘Casino Royale’ roemde vriend en vijand de blonde Brit als misschien wel de beste Bond die sinds Sean Connery in een handgemaakte zwarte tuxedo een kogel door het zilveren scherm knalde. Met een box-office-record van 616,5 miljoen dollar schudde Craig niet alleen het succesvolste filmuitstapje van Ian Flemings Vodka Martini zuipende personage uit de mouw van zijn Brioni-kostuumjasje (of toch tot ‘Skyfall’ (2012)). Hij zorgde er meteen ook voor dat de halve wereld dat jaar een ‘Texas Hold ‘em’-pokerkoffertje onder de kerstboom wou.
Bonds 21ste officiële filmavontuur betekende een drastische reboot voor de MI6-spion. Martin Campbell introduceerde destijds Pierce Brosnan in het geweldige ‘GoldenEye’ (1995). Nu loodste de Nieuw-Zeelandse regisseur de Britse geheime agent de 21ste-eeuw in met energieke actiescènes die overduidelijk knipoogden naar de Jason Bourne-blockbusters. Maar het échte spektakel vindt uiteraard plaats in het luxueuze Montenegrijnse Casino Royale.
James heeft nog maar net zijn ‘licence to kill’ op zak, of hij moet al achter de enigmatische Le Chiffre aan. De Deense klasbak Mads Mikkelsen is niet minder dan subliem als de verontrustend uit zijn linkeroog bloedende terroristenbankier met een voorliefde voor poker.
Eva Greens dodelijk verleidelijke Vesper Lynd waakt namens de ‘HM Treasure’ over het pokermatje, opdat de roekeloze Bond niet over de strikt met M (Judi Dench) afgesproken 10 miljoen dollar buy-in gaat. Want de Britse schatkist heeft wel andere dingen te doen dan internationaal gezochte terroristen sponsoren.
In de eerste akte blijkt ook dat zelfs een MI-6-maandloon niet volstaat voor Bonds iconische 1964 Aston Martin DB5. Nergens voor nodig ook. Bond wint hem namelijk zonder veel moeite tijdens zijn prospecterend pokerspelletje op de Bahama’s tegen een corrupte Griekse hoge ambtenaar (Simon Abkarian). Waarna hij meteen ook diens vrouw (Caterina Murino) inpikt als Bondgirl. James, toch!
1. Rounders (1998)
Doorgewinterde cinefielen, opgeblazen film buffs die al eens een evenaar door hun gat menen te ontwaren en andere hardleerse criticasters die zich beroepen op quoteringen van gezaghebbende entertainmentwebsites zouden het nog niet in hun bolle hoofd halen ‘Rounders’ (1998) hier op het hoogste schavot te schuiven.
Ze weten niet wat ze missen. Toegegeven. Dit filmpje van John Dahl won destijds nog geen armtierig filmprijsje (nou, op die obscure SEFCA Award voor Edward Norton na, dan). Bioscoopkassa’s kraken deed-ie al evenmin. En toch. Toch groeide dit kleine filmpje langzaam maar zeker uit tot misschien wel de ultieme pokerprent aller tijden.
Dat is niet alleen de bescheiden mening van de schrijver achter dit lijstje. Maar die van tal van hedendaagse pokergrootheden. Voor vele pro’s werd het zelfs hun eerste kennismaking met het edele kaartspel. En wie zijn brood verdient met kaarten, zal het toch wel beter weten dan eender welke pokdalige filmjournalist die nog geen ‘Four of a Kind’ zou herkennen als je hem met vier kloeke azen recht in zijn gezicht kletste, zeker?!
‘Rounders’ ruikt in elke scène naar een tijd die nooit meer terugkomt. Het mythische tijdperk vóór pokerspelers rocksterren en bij momenten vooral ook hysterische diva’s werden. In het embryonale inbelinternet-era van de jaren 90 waren er nog geen online casino’s en gezonnebrilde pokersterren met belachelijke hoofddeksels. Het kaartspel rook nog exclusief naar anonieme rokerige achterkamertjes, kleverige pokerchips, en het parelend angstzweet van overmoedige rookies.
Matt Damon speelt na zijn rol van Oscarlieveling ‘Good Will Hunting’ (1997) opnieuw de pientere kerel met foute vrienden. Nadat zijn makker Worm (Edward Norton als doortrapte valsspeler) uit de lik wandelt met een schuld van 15.000 dollar in zijn verder compleet lege broekzakken, keert rechtenstudent Mike (Matt Damon) noodgedwongen terug naar de pokertafel. Daar kan Mike’s vriendin Jo (Gretchen Moll) uiteraard niet mee lachen. Maar vrienden laat je niet in de steek, toch? Bovendien lonkt daar tussen het kaartende gangstertuig van de Chesterfield Club alweer de begeerlijke Petra (Famke Janssen op een fractie van haar grote ‘X-Men’-doorbraak).
Uiteraard dikt Worms schuld ondertussen aan als de Belgische staatschuld. Wat had je eigenlijk verwacht van een dude met de bijnaam Worm? Eerlijk? Een confrontatie met de grootste gemeenste ploert van het clandestiene ‘high stakes’-pokerwereldje wordt onvermijdelijk. Een Oreo-koekjes schrokkende John Malkovich steelt vanzelfsprekend de show met zijn moddervet Russisch accent als Mike’s speeltafelnemesis Teddy KGB. Was dit lijstje een kaartspel, dan was ‘Rounders’ de ‘Royal Flush’.
Dit artikel is geschreven door Matthias Van de Velde. Hij komt uit de verguisde carnavalsstad Aalst en studeerde Klassieke Geschiedenis en Europese Politiek aan UGent. Hij is nog steeds boos dat hij als 6-jarige dreumes niet mee mocht toen ‘Bram Stoker’s Dracula’ en ‘Jurassic Park’ in de bios draaide. Hij schrijft nooit een woord te veel, tenzij hij zich laat gaan.