Fossielen gunnen ons een blik op het dierenleven zoals het zich honderden miljoenen jaren geleden afspeelde. Ze zitten vaak diep verborgen in de bodem of in gesteente. We vinden fossielen in mijnen, steengroeven en kliffen. Opgravingen en boringen brengen diverse fossielen aan het licht, ook de meest bizarre. Hieronder een lijstje van 10 bizarre fossielen die men in de loop van de tijd heeft aangetroffen.
Een gevederde dinosaurusstaart in barnsteen
Paleontologen keken vreemd op toen ze in een stuk barnsteen (barnsteen is gefossiliseerd hars van prehistorische naaldbomen) de staart van een dinosaurus vonden. Foto zie je hier. Vreemd genoeg was het een gevederde staart, wat onmiddellijk het bewijs leverde dat tal van dinosaurussoorten bedekt waren met donsachtige veren. Het betrokken fossiel bleek zo’n 99 miljoen jaar oud. Waarschijnlijk was de staart afkomstig van een jonge coelurosaurus, een vleesetende ‘dino’ die op twee poten liep en een lange staart bezat.
Een velociraptor die met zijn prooi vecht
Yuya Tamai/flickr
Beide werden gelijktijdig gedood en gefossiliseerd, een velociraptor in gevecht met een protoceratops. Een protoceratops was een plantenetende dino met een lengte van bijna twee meter. Velociraptors behoorden tot de vleesetende dinosaurussen en leken sterk op een vogel. Aan hun poot bezaten de velociraptors een sikkelvormige klauw waarmee ze een prooi konden steken. Dat is precies wat het betrokken fossiel laat zien: een velociraptor die een protoceratops met zijn klauw doorboort. Beide prehistorische dieren vonden gelijktijdig de dood, waarschijnlijk omdat ze plotseling onder het zand of het slijk van een landverschuiving werden begraven.
Een vis die een vogel aanvalt
Eberhard Frey, Helmut Tischlinger
Een ander bizar fossiel is dit van een prehistorische vis, een Aspidorhynchus, die een vogel (een pterosauriër van de soort Rhamphorhynchus) vangt. De Aspidorhynchus kon waarschijnlijk de te grote Rhamphorhynchus niet in zijn bek krijgen. Zijn vlijmscherpe tanden bleven vermoedelijk steken in de leerachtige vleugels van de pterosauriër. Zowel de vis als het reptiel vonden hierbij de dood: de Rhamphorhynchus verdronk onmiddellijk, terwijl de Aspidorhynchus zijn bek niet meer kon openen en een tijdje later overleed.
Een spin en een wesp gevangen in barnsteen
Oregon State University/flickr
Ook honderden miljoenen jaren geleden joegen spinnen al op insecten. Het bewijs hiervan wordt geleverd door een stuk barnsteen, waarin zich de gefossiliseerde resten van een harige spin en een wesp bevinden. De spin greep met haar poten naar de wesp en stond op het punt om deze smakelijk te verorberen. Zowel spin als wesp werden echter verrast door een vallende druppel hars, waaronder beide bedolven werden en gelijktijdig de dood vonden. In de loop van tientallen miljoenen jaren fossiliseerde het hars tot barnsteen, waarin zowel de wesp als de spin bewaard bleven. Het beroemde stuk barnsteen is afkomstig uit Myanmar en is waarschijnlijk zo’n 100 miljoen jaar oud.
Mammoeten met verstrengelde slagtanden
Het was een jonge paleontoloog die in 1962 de fossiele resten van twee mammoeten vond, wiens slagtanden in elkaar verstrengeld waren. Beide mammoeten vochten een strijd op leven en dood uit, waarschijnlijk – hoe kan het anders – omwille van een vrouwelijke soortgenoot. Geen van beide prehistorische dieren overleefde het felle gevecht. Bij nader onderzoek bleek een slagtand van één mammoet in de oogkas van de andere mammoet te zitten – het moet er pittig aan toegegaan zijn tijdens de vechtpartij…
Een uitgestorven haai met een tandkrans in zijn keel
© Citron / CC BY-SA 3.0
Van prehistorische haaiensoorten vindt men niet veel fossiele resten: hun skelet bestond immers voornamelijk uit kraakbeen. Wat er wel van miljoenen jaren oude haaien overblijft, zijn de tanden. Paleontologen braken zich het hoofd over de fossiele tanden die ze terugvonden van de uitgestorven haaiensoort Helicoprion. Dit beest bezat een zogenaamde tandkrans in zijn bek: een spiraalvormige krans van tanden, gelijkend op een cirkelzaag. Zo’n tandkrans ontstond door het voortdurend aangroeien van nieuwe tanden achteraan in de bek en het uitvallen van oude tanden vooraan. Zwem maar eens heel je leven rond met een cirkelzaag in je bek…
Een dinosaurusmoeder die op haar nest zit
Steve Starer/flickr
Ja hoor, ook dinosaurussen bezaten een sterk ontwikkeld moederinstinct. Paleontologen dachten eerst dat ze het skelet van een oviraptor hadden gevonden die eieren uit een nest aan het stelen was. Bij nader onderzoek bleken het nest en de eieren tot de gefossiliseerde oviraptor zelf te behoren. Dit bewees dat deze dinosaurusmoeder goed voor haar eieren zorgde, net zoals vogels dat tegenwoordig doen. De trouwe moeder bleef haar nest bewaken, zelfs toen er een zandstorm opstak en zijzelf en haar nest onder het zand werden begraven. Dit merkwaardige fossiel werd aangetroffen in de Gobiwoestijn.
Reusachtige pinguïns in Peru
De pinguïns die we tegenwoordig kennen zijn schattige dieren. Beeld je echter eens in dat je een pinguïn tegen het lijf loopt die bijna zo groot is als jijzelf – een beetje angstaanjagend, niet? Ze hebben ooit bestaan, gigantische pinguïns van 1,5 meter lengte. Hun fossiele resten werden aangetroffen in Peru en bleken ca. 36 miljoen jaar oud. Het was een spraakmakende vondst, niet alleen omwille van de beenderen, maar ook om de veren die teruggevonden werden. De veren waren niet alleen zwart en wit, maar ook roodbruin van kleur.
Een reuzenkikker die dino’s kon eten
Nobu Tamura/wikipedia
In 2007 stootten paleontologen in Madagaskar op de resten van een prehistorische reuzenkikker, waarvan de soort ‘Beelzebufo ampinga’ werd gedoopt. Onderzoek wees uit dat het fossiel ongeveer 68 miljoen jaar oud was. De gigantische kikker woog rond de 4,5 kilogram en bereikte een lengte van meer dan 40 centimeter. Zijn kaken waren sterk genoeg om andere kleine kikkers, hagedissen en zelfs kleine dinosaurussen op te eten. De kracht van de kaken was even groot als de beet van hedendaagse wolven en tijgers.
Een fossiele mug in barnsteen
Didier Desouens/wikipedia
Het is een mythe die door de overbekende film Jurassic Park de wereld werd ingestuurd: dat we van het bloed van een fossiele mug het DNA van een dino zouden kunnen klonen. In oktober 2013 dachten paleontologen dat ze deze mythe waar konden maken. Ze troffen in een stoffige kelder barnsteen aan waarin een prehistorische mug zat – vol met bloed. Het fossiel was afkomstig uit de Amerikaanse deelstaat Montana en bleek zo’n 46 miljoen jaar oud. Helaas niet oud genoeg om bloed van een dinosaurus te bevatten – die stierven immers al zo’n 65 miljoen jaar geleden uit. Van welk dier de fossiele mug bloed had opgezogen, zullen we nooit weten. DNA kan immers geen 46 miljoen jaar overleven.