Baby’s komen op de wereld als een onbeschreven boek. Volwassenen willen de lege bladzijdes zo snel mogelijk gaan vullen. Wij willen kinderen maken tot volmaakte volwassenen. Wij leren hen hoe het allemaal moet. Maar zijn volwassenen wel zo volmaakt? Is het goed hoe wij het doen? Of zijn die kleine mensjes, die nog nauwelijks beïnvloed zijn door hun omgeving, eigenlijk veel volmaakter? Wat kunnen wij van kinderen leren?
10. Vrij zijn, zonder schaamte
Kinderen rennen, springen, huppelen, dansen, schreeuwen, gillen en zingen naar hartenlust. Ze verkleden zich als idioten en laten zich graag schminken. Zij praten over poep, laten boeren en scheten, zonder zich daar voor te generen. Zij voelen zich vrij om dit te doen en denken er (nog) niet bij na. Het maakt daarbij niet uit wie er zich in de buurt bevind(en). Wij kijken niet raar op als kinderen zich zo vrij gedragen, maar wel als een volwassene verkleed als prinses, zingend door de straat huppelt… Ok, dat is ook wel écht een beetje vreemd. Maar het zou toch best lekker zijn om een keer keihard te gillen als we boos zijn? En onze grote boodschap doen we toch veel liever bij een ander thuis zonder al die schaamte?
9. Niks is vanzelfsprekend
Volwassenen maken regels, stellen grenzen, hebben normen en waarden. Kinderen hebben deze van nature niet. Een kind vindt niks vanzelfsprekend. Het zal niet iets denken of zich op een bepaalde manier gedragen, omdat dit zo moet. Als ze een potje memory met je spelen, dan zullen ze, als het hen uitkomt, hun eigen regels maken. Volwassenen raken hierdoor hun zekerheid en houvast volkomen kwijt. Kinderen kunnen ons leren om niet alles te accepteren zoals het is. Ze kunnen ons aan het denken zetten met de vragen die zij aan ons stellen, zoals ‘Waarom doe jij jouw werk als je het niet leuk vindt?’
8. De wereld ontdekken zonder angst
Kinderen denken niet: ‘Kan dat wel?’ of ‘Maar?’ Ze doen gewoon, zonder zich zorgen te maken of bang te zijn. Ze zijn nieuwsgierig naar iets en proberen het uit. Kinderen leven in één grote ontdekkingsreis. Ze exploreren continue. Volwassenen doen dit ook nog wel, maar dan tot in een bepaalde mate. Als we niet zeker weten of we iets kunnen, dan zetten we al snel de rem erop of laten het. Wij zijn bang om te falen. Kinderen maken fouten, maar leren daar juist van. Ook wij mogen fouten maken om daar vervolgens van te leren.
7. Eerlijkheid
Als volwassenen iets zeggen, dan weet je niet zeker of het de waarheid is. Volwassenen kunnen heel iets anders denken, dan wat zij zeggen. Zij verdraaien de boel, omdat zij anderen niet willen kwetsen of omdat zij iets te verbergen hebben. Jonge kinderen durven de waarheid te zeggen. Zo kan een kind tegen je zeggen: ‘Wat zit jouw haar vandaag gek.’ Zij denken er nog niet bij na hoe dit voor de ander zal zijn. Maar het is tenminste wel eerlijk, je weet wat ze écht vinden. Kinderen proberen wel eens te liegen, als ze iets ‘stouts’ hebben gedaan en dit niet toe willen geven. Maar met hun gezicht verraden zij zichzelf. Eerlijkheid is hun op het lijf geschreven. Jammer dat we niet allemaal gewoon eerlijk blijven, dan weten we tenminste wat we aan elkaar hebben.
6. Genieten van de natuur
Kinderen genieten van kleine beestjes en grote dieren, van een mug tot een olifant. Zij verzamelen steentjes, blaadjes, bloemetjes, eikels, dennenappels en schelpen. Zij spelen het liefst met zand, water, sneeuw en wind. Zij dansen door de regen en kijken nauwkeurig rond in het bos. Kortom zij genieten van alles wat de natuur ons heeft te bieden. Zouden wij dat ook niet iets meer kunnen en willen doen?
5. Openheid in gevoelens
Als een tweejarige boos is, kan het gillend op de grond gaan liggen, stampend met de voeten en slaand met de handen. Het kind is boos. Een blij enthousiast kind zal stralen van geluk. Als een kind verdrietig is, zal het hartverscheurend gaan huilen en wil het getroost worden. Alles wat kinderen voelen, laten zij overduidelijk zien aan de buitenwereld, vooral aan hun ouders. Het is natuurlijk goed dat niet alle boze volwassenen gillend op de grond gaan liggen. Toch zijn er volwassenen die er baat bij zouden hebben als zij hun ware gevoel er laten zijn en dit tonen aan de buitenwereld. Dat zou misverstanden voorkomen, zorgen voor begrip en medeleven.
4. Onthaasten
‘Tijd’, dat begrip kennen jonge kinderen nog niet. Zij worden door hun ouders erop attent gemaakt, dat ze moeten opschieten om op tijd ergens te zijn. Het levert vele ouders ‘stress’ dat kinderen hier niet aan mee werken. Kinderen kennen geen haast, doen het rustig aan. Ze laten zich nauwelijks opjagen door hun ouders. Van nature voelen zij rust. Zij willen niet geleefd worden door tijd. Dat onze cultuur is ingericht op tijd, daar is natuurlijk niks aan te doen. We moeten nu eenmaal onze kinderen op tijd op school brengen en op tijd op ons werk zijn. Maar zijn er niet momenten in ons leven waarin we aan het haasten zijn, wanneer dat niet nodig is? Voelen we ons soms niet gestrest, terwijl we nergens op tijd hoeven te zijn? Als het mogelijk is, kijk dan op die momenten naar (je) kinderen en ga mee in hun tempo.
3. Leven in het hier en nu
We piekeren, twijfelen, plannen, dromen en fantaseren. Dat kan leuk zijn of juist vervelend. Maar het zorgt er in elk geval voor, dat we niet bezig zijn met wat we op dát moment aan het doen zijn. De meeste bezigheden op een dag doen we op de automatische piloot, terwijl onze hersenen op dat moment overuren draaien. We genieten hierdoor minder van onze favoriete maaltijd, van een zoen van onze geliefde of van het zonnetje in ons gezicht. Als je een groep kinderen een zakje chips geeft, dan hoor je ze niet, ze zijn stuk voor stuk aan het genieten. Als kinderen een wandeling maken, dan hebben ze oog voor alles wat ze tegen komen. Zij leven in het hier en nu. Dit zou velen van ons ook goed doen. We zouden meer genieten en minder ‘gestrest’ zijn. Het is niet voor niks dat mindfulness zo populair is.
2. Spelen
Kinderen besteden de meeste vrije tijd aan spelen. Dan zijn ze weg van de echte wereld en volkomen ontspannen. Ook wij kunnen ontspannen als we gaan spelen: voetballen, poolen, tafeltennissen, gamen, een gezelschapsspel doen, mee spelen met (onze) kinderen… Doe jij dit genoeg?
1. Genieten
Geef een kind een klein cadeautje en het springt een gat in de lucht. Met een ballonnetje of een stuiterbal, maak je het net zo blij als met een nieuwe fiets. Zij genieten van het zien van een vliegtuig, een bus en een vuilniswagen. Zien ze een luchtballon, dan is het feest. Naar de supermarkt of eendjes voeren in de buurt. Voor veel kinderen is dit ook een genot. Zij vinden iets niet snel saai of alledaags. Zij doen dingen nog niet op de automatische piloot. Door de ogen van een kind zou de wereld voor ons een stuk mooier zijn!
1 reactie
kinderen geloven alles, totdat we ze leren te twijfelen.