Op de Olympische Spelen verwachten we buitengewone sportprestaties, wereldrecords of ontroerende comebacks. Maar tijdens elke editie is er ook wel een sporter die op compleet originele manier de aandacht trekt. Wat zijn de tien meest bijzondere Olympiërs aller tijden?
10. Eric Moussambani – Langzaamste Zwemmer
De zwemmer Eric Moussambani uit Equatoriaal-Guinea baarde tijdens de Spelen van 2000 in Sydney opzien door de 100 meter vrije slag opvallend langzaam af te leggen. Zijn tijd was zelfs langzamer dan het wereldrecord op de 200 meter vrije slag. Moussambani was pas acht maanden voor de wedstrijd begonnen met zwemmen en had tot Sydney nog nooit een officieel wedstrijdbad gezien. Het luide gejuich in het stadion zorgt ervoor dat hij de finish haalt zonder te verdrinken.
9. Oscar Swahn – Oudste Deelnemer
Met zijn lange baard, keurige pak en hoed zou hij tegenwoordig onherkenbaar zijn op de Olympische Spelen. Toch won de Zweed Oscar Swahn als schutter op drie Spelen verschillende medailles, waaronder drie gouden. De gouden medaille tijdens de Spelen van 1912 op een leeftijd van 64 maken hem tot de oudste gouden medaillewinnaar aller tijden. Door mee te doen aan de Spelen van 1920 werd hij met 72 jaar de oudste deelnemer aller tijden.
8. Dimitrios Loundras – Jongste Deelnemer
Naast een oudste is er natuurlijk ook een jongste Olympiër aller tijden. Die titel is al meer dan een eeuw in handen van de Griekse turner Dimitrios Loundras en zal dat waarschijnlijk altijd blijven. Loundras was namelijk tien jaar oud toen hij aan de eerste Olympische Spelen in 1896 meedeed. Hij zou een bronzen medaille winnen als lid van het team op het onderdeel brug met gelijke leggers. Het gerucht gaat dat er vier jaar later een nog jongere deelnemer was: een onbekende Franse jongen van zeven jaar oud zou mee hebben gedaan als stuurman voor een Nederlands roeipaar. Maar dit is in tegenstelling tot Loundras nooit officieel bevestigd.
7. Philip Boit – Afrikaan op ski’s
Kenia staat bekend om zijn vele succesvolle langeafstandlopers. De Keniaan Philip Boit was nog maar een baby toen zijn broer Mike tijdens de Spelen van 1972 een bronzen medaille won. Dat wilde Philip ook toen hij opgroeide maar er bleek een probleem: hij had geen talent voor hardlopen. Nadat hij tijdens een vakantie voor het eerst sneeuw zag ontstond het plan om mee te doen aan de Winterspelen van Nagano (1998) wat uiteindelijk werd goedgekeurd door het Olympisch comité van zijn land. Boit deed zijn voorbereiding voor langlaufen in zand met houten planken en zou pas in Nagano voor het eerst op ski’s staan. Hij eindigde als laatste op de 10 kilometer klassiek waar de Noorse winnaar Dæhlie hem sportief opwachtte en feliciteerde. Boit zou aan nog twee Winterspelen meedoen.
6. Jamaicaanse bobsleeteam 1988
Tijdens de Winterspelen in Calgary deed Jamaica voor het eerst mee en wel op het onderdeel bobslee. De leden van de tweemans en viermans bob waren gerekruteerd uit het Jamaicaanse leger. Ook al waren de sportieve prestaties matig was het idee van Jamaicaanse deelnemers zo speciaal dat het zelfs een film, Cool Runnings, zou inspireren.
[criteo]5. Ian Millar – Meeste deelnames
De Canadese ruiter Ian Millar heeft als bijnaam Captain Canada. Deze heeft hij te danken aan zijn vele deelnames aan Olympische toernooien. Millar deed maar liefst tien keer mee aan de Spelen. Ook al is Millar een succesvolle ruiter won hij op de tien toernooien maar een keer een medaille: zilver in 2008. Hij was toen 61 jaar oud.
4. Frank Kugler – Goud op drie onderdelen
Frank Kugler werd in Duitsland geboren en deed mee aan de Olympische Spelen van 1904 nadat hij geëmigreerd was naar de Verenigde Staten. Tijdens het toernooi zette Kugler een unieke prestatie neer door medailles te winnen in drie verschillende sporten, namelijk worstelen, gewichtheffen en touwtrekken. Volgens het IOC staat Kugler in de boeken als een Amerikaanse sporter terwijl hij destijds nog een Duits paspoort had.
3. George Eyser – 6 Medailles met een houten been
De Spelen van 1904 kende nog een bijzondere sportprestatie. De Duits-Amerikaanse turner George Eyser won op een dag zes medailles waaronder drie keer goud. Dit was al een uitzonderlijke prestatie maar Eyser deed dit met een houten been. Tijdens zijn jeugd was hij een deel van zijn linkerbeen kwijtgeraakt bij een treinongeluk. De houten prothese stelde hem echter in staat om gewoon te blijven sporten wat Eyser dan ook met veel discipline deed. Pas in 2008 zou weer een sporter met een prothese meedoen aan de Olympisch Spelen al zou de Zuid-Afrikaanse zwemster Natalie du Toit veel minder succesvol zijn dan Eyser.
2. Eddie “The Eagle” Edwards
De Britse schansspringer Eddie Edwards werd een cultheld tijdens de Winterspelen van 1988. Edwards kwam niet helemaal onvoorbereid naar Calgary en had eerder met weinig succes meegedaan aan het wereldkampioenschap schansspringen. Tijdens beide proeven eindigde Edwards als laatste maar het was vooral zijn verschijning die opzien baarde. Edwards was veel zwaarder dan zijn collega’s en droeg en grote bril die ongenadig besloeg. Bovendien was zijn techniek waardeloos. Met zijn sympathieke voorkomen wist Edwards het publiek voor zich te winnen en kreeg hij de ironische bijnaam Eddie the Eagle. Onlangs is een speelfilm verschenen over de Olympische avonturen van deze legendarische sporter.
1. Steven Bradbury – Meest onverwachte goud
De Australiër Steven Bradbury zou de eerste sporter van het zuidelijk halfrond zijn die een Olympische titel won op de Winterspelen. Dat hij aan de start verscheen bij het onderdeel shorttrack was op zich al verwonderlijk gezien een aantal ernstige ongelukken die hij op de baan kende (waaronder een schaatswond op zijn dijbeen waarbij hij vier liter bloed verloor.) Tijdens de Spelen van 2002 in Salt Lake City won Bradbury op bizarre manier de gouden medaille op de 1000 meter shorttrack. In de kwartfinale werd Bradbury uitgeschakeld maar mocht hij toch door nadat de tweede schaatser werd gediskwalificeerd. In de halve finale leek Bradbury kansloos maar dankzij een valpartij kon hij zich als tweede plaatsen voor de finale. Ook in de finale kon Bradbury niet meekomen maar tijdens de laatste bocht was er opnieuw een valpartij waardoor de Australiër zomaar naar goud kon rijden. Dit was overigens niet zijn eerste Olympische medaille: in 1994 won hij als teamlid brons op het onderdeel aflossing.
[adsenseo]