Nederland kent talloze streken met een eigen identiteit: denk aan de Betuwe, de Veluwe of de Kempen. Het zijn geen officiële provincies of gemeenten, maar geografische en culturele gebieden die vaak al eeuwen bestaan. Sommige streken zijn verbonden door landschap, andere door geschiedenis of dialect.
In dit overzicht zetten we de tien grootste Nederlandse streken op een rij. Veel mensen onderschatten hoe groot (of juist klein) sommige van deze regio’s zijn. De grenzen zijn soms vaag of cultureel bepaald, dus we kijken naar de gangbare, breed geaccepteerde afbakeningen.
10. De Bollenstreek (~340–360 km²)

Tussen Haarlem en Leiden ligt een van de bekendste, maar kleinste streken van Nederland: de Bollenstreek. Met een oppervlakte van slechts 340 tot 360 km² is het gebied bescheiden, maar de wereldwijde bekendheid van de tulpenvelden en Keukenhof maakt het tot een icoon. Steden als Lisse, Hillegom, Noordwijk en Katwijk liggen in of rond het gebied.
9. De Betuwe (~690 km²)
De Betuwe is de bekende fruitstreek tussen de Waal en de Neder-Rijn/Lek, met een oppervlakte van circa 690 km². Gemeenten als Tiel, Buren, Geldermalsen, Neder-Betuwe en Lingewaard maken deel uit van deze vruchtbare regio.
In het voorjaar kleuren de bloesembomen roze en wit; in de zomer liggen de boomgaarden vol kersen, appels en peren. De naam Betuwe roept direct beelden op van de Linge, van bloesemroutes, van oogstfeesten — en van Holland op z’n mooist.
8. De Peel (~600–1 000 km²)
De Peel is een moerasgebied op de grens van Brabant en Limburg. De Brabantse Peel zelf meet zo’n 600 km², maar als je ook de Limburgse delen meerekent (zoals Meijel en Helenaveen), kom je uit op zo’n 1.000 km².
Het gebied werd in de 20e eeuw grootschalig ontgonnen voor turfwinning, en is tegenwoordig een mix van natuurgebieden, landbouw en veenkoloniale dorpen.
7. West-Friesland (~782 km²)
Boven Hoorn ligt West-Friesland, een streek van bijna 800 km² die ooit een zelfstandig land binnen het graafschap Holland was. De Westfriese Omringdijk markeert nog altijd de historische grenzen.
Steden als Enkhuizen, Medemblik en Hoorn liggen in deze streek, net als talloze dorpen waar het Westfries nog volop wordt gesproken. Het gebied heeft een sterk agrarisch karakter en een duidelijke streekidentiteit. En wie de dijk volgt, krijgt een lesje geschiedenis én weidse uitzichten cadeau.
6. Zuidwest-Drenthe (~794 km²)
In het zuidwesten van Drenthe ligt een van de groenste regio’s van Nederland. Zuidwest-Drenthe omvat gemeenten als Meppel, Westerveld, De Wolden en Hoogeveen. Samen beslaan ze bijna 800 km².
Het gebied kent een rijke afwisseling van hunebedden, esdorpen en nationale parken als het Dwingelderveld en het Drents-Friese Wold. In tegenstelling tot sommige andere streken ontbreekt een eenduidige afbakening, maar de combinatie van landschap, cultuur en historie maakt Zuidwest-Drenthe een duidelijk herkenbare regio.
5. De Veluwe (~912 km²)
De Veluwe is het bekendste natuurgebied van Nederland, met uitgestrekte bossen, zandverstuivingen, heidevelden en landgoederen. De streek meet ruim 900 km² en ligt grotendeels in Gelderland.
Gemeenten als Apeldoorn, Ede, Nunspeet en Ermelo liggen binnen de Veluwe. Nationaal Park De Hoge Veluwe vormt het hart van het gebied, maar de volledige streek is minstens zo indrukwekkend. Het is de ideale plek voor wandelaars, fietsers en rustzoekers — én voor wie wild wil spotten.
4. Het Groene Hart (~1.130 km²)
Midden in de drukste regio van Nederland ligt het Groene Hart: een open, landelijk gebied tussen steden als Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag. Het beslaat ruim 1.100 km² en wordt gekenmerkt door weilanden, polders, plassen en kleine dorpen.
Hoewel het geen historische streek is, wordt het Groene Hart sinds de 20e eeuw als geografisch begrip erkend om het contrast met de omliggende verstedelijking te benadrukken. Een unieke plek waar je nog ruimte vindt, midden in de Randstad.
3. De Achterhoek (~1.476 km²)
In het uiterste oosten van Gelderland ligt de Achterhoek: een uitgestrekte streek van bijna 1.500 km², grenzend aan Duitsland. De regio staat bekend om zijn coulisselandschap, kastelen, rust en de karakteristieke gastvrijheid van de inwoners.
Plaatsen als Doetinchem, Winterswijk, Aalten en Zutphen maken er deel van uit. De streek heeft een sterk gevoel van eigenheid: veel Achterhoekers voelen zich in de eerste plaats “Achterhoeker”, pas daarna Nederlander of Gelderlander.
2. Salland (~1.595 km²)
Salland ligt tussen de IJssel en Twente in Overijssel, en is met bijna 1.600 km² een van de grootste culturele regio’s van het land.
De streek omvat steden en dorpen als Raalte, Olst, Heino en delen van Deventer en Zwolle. De Sallandse Heuvelrug vormt een natuurlijk hoogtepunt, met glooiende bossen en heide. Salland is vaak wat minder bekend dan buurstreek Twente, maar kent een eigen dialect, cultuur en identiteit — diep geworteld in het Overijsselse platteland.
1. De Kempen (~2 000 km²)
De Brabantse Kempen, gelegen in het zuiden van Noord-Brabant, zijn veel groter dan vaak wordt gedacht. Deze streek beslaat zo’n 2.000 km² en strekt zich uit van Eersel en Valkenswaard tot aan de Belgische grens.
De naam “Kempen” komt van het Latijnse campina: vlakte. Vroeger was het een arme streek van heide en zandgrond, maar vandaag de dag is het een vitaal, landelijk gebied met een sterke streektaal en dorpen die hun eigen karakter behouden hebben. Wie de hele Kempen (inclusief België) meerekent, komt zelfs boven de 5.000 km² uit.
Streeknamen zijn vaak ouder dan provincies en gemeenten. Ze ontstonden organisch: langs rivieren, op zandgronden, door boerenland, dialecten en oude handelsroutes. En hoewel ze soms geen bestuurlijke rol meer spelen, blijven ze leven in de hoofden van mensen — én op verkeersborden.