Kerstmis valt sinds mensenheugenis op 25 december. Maar elk jaar eist het kerstfeest steeds vroeger haar plaatsje op. De Sint probeert zijn ouwe stramme knoken nog over de hoge daken te tillen, of daar enteren al dennenbomen, kerstballen en andere groenwitrode attributen het straatbeeld. In België vinden ze dat helemaal prima.
Al in de laatste novemberdagen struikel je in Belgische steden als Hasselt en Luik over slingers vol twinkelende lichtjes, levende kerststallen en knusse kerstkraampjes. In metropolen als Brussel en Antwerpen doemen gigantische reuzenraden, rodelbanen en exuberante schaatsbanen ter grootte van een bescheiden Olympisch ijshockeyspeelveld op.
Gloeiendhete glühwein, roezige jeneverdruppels, tientallen speciaal gebrouwen straffe kerstbieren en warme chocolademelk met een royale toef slagroom vloeien eindeloos copieus in de kerstchalets en winterbars als ware het de Kroatische Plitvicemeren- en watervallen. En uiteraard vergeten die Bourgondische Belgen daarbij tussendoor niet wat te schransen.
Maar wat zijn nu de mooiste en gezelligste Belgische kerst- en wintermarkten om een dagje rond te struinen in de eindejaarperiode? Wanneer verscheen de eerste kerstmarkt in België? En bestaan er nog goed bewaarde geheime dorpspleintjes waar je niet meteen genadeloos gesandwiched wordt door de koopgekke kerstmeute? Dat ontdek je allemaal in deze Top 10 Kerstmarkten in België.
10. Oostende – Winter in het Park & Wapenplein
Oostende gaf de wereld de hese doorrookte stem van Arno, de groteske maskers van James Ensor en haar onvolprezen knapperige garnaalkroketten. Maar wist je dat ‘Koningin der Badsteden’ ook een behoorlijk aantrekkelijke kerstmarkt heeft? Winter in het Park’ betovert iedere eindejaarperiode de toonaangevende badplaats aan de Noordzeekust.
Dat park luistert uiteraard naar de naam Leopoldpark, het fraaie stadshofje dat de Duitse landschapsarchitect Louis Fuchs in 1861 uit zijn mouw schudde op vraag van een beruchte baardige bloeddorstige Belgische monarch.
Dit fraai aangelegd stukje groen behoort sowieso al tot de mooiste stadsparken die je in het land van bier, chocolade en frieten aantreft. Maar wanneer de Oostendenaren begin december de boel optuigen met meer dan 170.000 sfeervolle lichtjes, 200 kerstbomen en 50 knusse kerstchalets kijk je pas helemaal je ogen uit. Het onbetwist pronkstuk van deze West-Vlaamse kerstmarkt? De overdekte drijvende ijsbaan op de vijver.
Krijg je het schurft van kneiterhoge hemelbomen en woekerende struikpartijen? Wanhoop niet. De mondaine kuststad herbergt nog een tweede, meer urbane kerstmarkt op het Wapenplein waar een rondbuikige uit de Verenigde Staten geëxporteerd Coca-Cola-reclameboy op leeftijd kinderen verwelkomt in het Huis van de Kerstman. Waarna die kinderen even later meteen enkele euro’s uit hun ouders zakken kletsen voor een ritje in de ‘Sapin Magique’, een reusachtige, ronddraaiende kerstboom.
9. Lier – ‘Kerst in Lier’
Ten zuidoosten van de luidruchtige megapolis Antwerpen vind je in de gelijknamige Belgische provincie het charmante stadje Lier. Het volkje dat deze ‘Poort der Kempen’ bewoond is alleraardigst. Je spot er een bekoorlijk, door UNESCO-beschermd gotisch belfort en allerlei fraaie middeleeuwse trappenhuisjes. Maar, ‘deo volente’, voorlopig nog zonder de hijgerige adem en het trammelant van tienduizenden opgejaagde toeristen die klaarstaan om de knappe bezienswaardigheden van deze ‘Netestad’ neer te sabelen, dan wel op te hemelen op de Google Reviews en TripAdvisors van dit gedigitaliseerde ondermaanse.
Door de wol geverfde kerstmarktliefhebbers die door weer en sneeuwstorm in onverdroten het Europese continent afsnuffelen op zoek naar ‘die schönsten Weihnachtsmärkte’ hebben dit aangename plaatsje natuurlijk al lang van hun bucketlist gevinkt. ‘Kerst in Lier’ is namelijk een gezellige kleinschalige zeldzaamheid in een wereld van blikkerige eurotekens oprochelende monsterwintermarkten. Nauwelijks drie dagen duurt het kerstsprookje hier. Als je even met je ogen knippert, is de magie op de Lierse Grote markt en Felix Timmermansplein alweer voorbij.
Houd ze dus goed open. Of je mist tal van verrassende hebbedingetjes waarvan je niet wist dat je ze wou tot je ze op een roodfluwelen achtergrond zag uitgestald. En sper daarbij meteen ook je neusvleugels maar eens wagenwijd open. Dan kriebelt de geur van allerlei lekkers, eveneens afkomstig uit meer dan 100 kraampjes je edele reukorgaan tegemoet.
Wist je dat de Lierenaars zelfs een heus warme wensenplein hebben op het Zimmerplein? De Lierse kerstmarkt is als een geheimzinnig verborgen dorpje uit een Tim Burton-film. Je moet het met eigen ogen zien om te geloven dat het daadwerkelijk bestaat.
8. Hasselt – ‘Winterland Hasselt’
Geen Belgische kerstmarkt zonder ijskoude jenever. Graanstokerij Filliers, de marktleider achter al die plakkerige zoete alcohol, huist in het Oost-Vlaamse Bachte-Maria-Leerne. Toch profileert Hasselt zich sinds jaar en dag als dé onbetwiste jeneverstad. En probeer dat maar eens te betwisten. Want de Limburgse hoofdstad verleent tenslotte onderdak aan de jaarlijkse Hasseltse Jeneverfeesten én het Nationaal Jenevermuseum.
Maar hebben die immer vreedzame Hasselaren een beetje een leuke kerstmarkt om in de eindejaarperiode wat met jeneverbessen gedistilleerde glaasjes naar binnen te klokken? En of ze die hebben! ‘Winterland Hasselt’ plant jaarlijks zelfs heel want gezellig vertier neer op het Kolonel Dusartplein. Wie ooit het geluk, of dan toch de centen had voor een luxesleetochtje naar Rovaniemi, merkt meteen de frappante gelijkenissen van het Hasseltse kerstdorpje met de officiële woonplaats van de kerstman in de Laplandse hoofdstad.
Wie zich niet beurs zuipt in de authentieke Oostenrijkse Almhütte, Aspen Lounge, Spiegeltent, Tafelhut of het Grand Café, kan altijd nog zijn benen proberen breken op de overdekte schaatsbaan van een indrukwekkende 1.000 m². Vanuit je gondeltje van de chique ‘Grand Carrousel’ overschouw je als een connaisseur het centrum van deze zelfverklaarde ‘Stad van de Smaak’, die voor de gelegenheid ook nog eens volgestouwd is met thematieke kermisattracties als ‘Santa’s Ghost Villa’, ‘Santa’s Labyrint’, ‘Christmas Flight’ en de iets minder thematieke maar oerplezierige mega schuif-af ‘La Suisse’.
Let ook op de hordes smartphones zombies. Winterland denkt ook aan de felbegeerde likes van de scrollende en swipende medemens met het selfie en TikTok-vagevuur van de ‘#WinterWonderExperience’!
7. Durbuy – ‘Marche de Noël de Durbuy’

‘Durbuy’ doet het altijd goed als antwoord op quizvragen die polsen naar ‘het kleinste stadje ter wereld’. Maar het klopt niet. ’s Werelds kleinste stadje luistert namelijk naar de naam ‘Hum’. Je vindt het terug op het Kroatische schiereiland Istrië. Het telt amper twee straten en drie rijen huisjes. Sterker nog. Durbuy is bovendien niet eens het kleinste stadje van België: dat is sinds 2006 het in de Westhoek gelegen Mesen.
Maar een kniesoor die daar oplet. Zodra je door het piepkleine stadje dat nauwelijks 400 inwoners telt, snap je meteen waarop dit verbazend goed bewaard gebleven middeleeuws overblijfseltje in het Belgische Luxemburg zich zo graag aanprijst als ‘la plus petite ville du monde’. De kerstmarkt van dit compacte Ardennenstadje bezoeken, voelt als het uitpakken van blinkende kerstpakketten.
Wie Durbuy ziet en op slag halsoverkop verliefd wordt op haar kleine kronkelende keienstraatjes, begrijpt meteen waarom dit middeleeuwse doolhofje ook bekend staat als ‘La Petite Merveille’. Wanneer eind november de sprookjesachtige verlichtingaanknippert en de eerste kraampjes op de ‘Place aux Foires’ ploffen, zwicht zelfs de meest verbitterde zwartkijker voor de kerstpracht van dit sfeervolle romantische stadje
6. Antwerpen – ‘Winter in Antwerpen’

Een luidruchtige en zelfbewuste stad als Antwerpen komt uiteraard niet zomaar weg met wat veredelde glühweinkraampjes en een miezerig kerststalletje. Beslist niet. De Sinjoren zien het groots en pakken zodra de Sint terug naar Spanje scheert met zijn stoomboot, uit met een kerstmarkt die zich uitstrekt van de Schelde tot het historisch centrum.
Op de Handschoenmarkt klinken de engelenstemmetjes van ‘Symphonia’-koortjes en de hitgevoeligere contemporaine kerstdeuntjes van de ‘Christmas Singing Tree’-tribune onder de verlichte statige Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Die reus van een boom? Die komt niet uit een Antwerpse serre. Sinds 1967 schenkt het Consulaat van Noorwegen elk jaar een échte Noorse kerstboom aan de Koekenstad. Toffe jongens, die Noren. Check trouwens dat standbeeld van een slapend jochie die tukt onder een deken van straatstenen met zijn trouwe trekhond als zacht hoofdkussen. Het zielige verhaaltje van Nello & Patrasche (‘A Dog of Flanders’) geniet wereldroem tot in het verre Japan. En met de feestdagen klinkt het tranen trekkende einde ervan alleen maar nóg zieliger.
Op de Groenplaats knikt Rubens ondertussen goedkeurend naar de overdekte schaatsbaan van 1000 m². Daarbij ontgaat het standbeeld van de Vlaamse barokschilder uiteraard de balorige dronkenmanskreten van winterbar ‘Den Après’ niet. Meer ouderwets kerstmisvertier raap je op de Grote Markt, die in deze adventsperiode door het leven gaat als ‘Plaza Historia’. Een lichtjestunnel leidt je van dit met tig horecazaken bezaaide nostalgische stadsplein via de Suikerrui naar het Steenplein.
Of beter gezegd: ‘Het Bevroren Rijk’. Want je moet die Antwerpenaren niet leren hoe ze tijdens hun drukbezochte eindejaarperiode hun stadspleinen moeten verkerstmarkten. Traditiegetrouw vloeit in deze kerstzone de drank rijkelijk in ‘Bar Den’, voorzien van een strategisch geplaatste kinderspeeltuin. ‘Voor jong en oud’, heet dat.
5. Gent – ‘De Gentse Winterfeesten’

De Gentse Feesten? Dat als immaterieel erfgoed verpakt anarchistisch volksfeest, kent iedereen van einde en verre. De tiendaagse lokt jaarlijks in de derde week van juli meer dan 1,5 miljoen aardbewoners naar de Oost-Vlaamse hoofdstad. Maar de Gentse WINTERfeesten? Die zorgen nét voor iets minder kwantitatieve aardverschuivingen. Hoewel. Jaar na jaar winnen de Stroppendragers nieuwe zieltjes voor hun hoogst geanimeerd eindejaarsfeestgedruis.
En geef al die bezoekers eens ongelijk. Het sowieso al behoorlijk aanlokkelijke historische centrum van de Arteveldestad verandert rond kerstmis helemaal in een feeërieke ansichtkaart. Je moet natuurlijk eerst een half uur marcheren vanuit het door miljoen jaren bouwvertraging geplaagde Gent-Sint-Pietersstation vooraleer je een glimp van de middeleeuwse binnenstad ontwaart.
Wat overigens nog steeds sneller en praktische dan met de auto is. Het legendarische Gentse circulatieplan is immers een post-apocalyptisch braakland waar dappere fietsers dagelijks monsterachtige tramsporen trotseren en malafide parkingeigenaars de dienst uitmaken. Maar er gloort gelukkig ook een snippertje hoop achter de horizon in de vorm van gratis ‘park-and-rides’ en shuttlebussen.
En dan. Dan ontwaar je de torens van de ontzagwekkende Sint-Baafskathedraal en het Belfort. Dan deins je respectvol achteruit voor de oplichtende blauwe hardstenen grandeur van het Gravensteen, die voor de gelegenheid vier weken lang bijklust als ‘Winterwonderkasteel’. En niet te vergeten in deze ‘mooiste tijd van het jaar’, de verlichte gondeltjes van het reuzenrad ‘Grand Soleil’ die zelfs in de meest erbarmelijke donkere woekerenergieprijzen voor een vonkje licht zorgen. En dat is dan nog het minst!
Want wat hebben deze hoogst gezellige Gentse Winterfeesten zo nog in petto? In normale tijden bind je je schaatsen aan voor een bijzonder strategisch geplaatste ijsbaan onder de open stadshal. Maar in 2022 bleek er geen ijs te bespeuren onder deze opvallende kunstzinnige overkapping. De Gentenaren zorgden in de plaats daarvan voor een energiezuinige primeur met de grootste mobiele openluchtrolschaatspiste van België.
Een mensenleven is kort, en de volgende kerstmarkt wacht hieronder al op een ludiek woordje uitleg. Slenter dus gewoon door dat middeleeuwse stadswonder naar indoorskibar ‘Chez Babette’ op het Emile Braunplein. Onderweg daarheen ontvouwt die hele winterse Gentse beleving zich vanzelf wel uit over het stadscentrum. Het zal sowieso alle transportperikelen waard zijn. Echt.
4. Leuven – ‘De Leuvense Kerstmarkt’
In 2018 rolden Belgische politici over de Twitter-straatstenen. Tal van steden schrapten het woord ‘kerstmarkt’. Een neutralere combinatie met ‘winter’ kreeg de voorkeur. De brutaliteit. Sindsdien gaan tal van Belgische kerstmarkten door het leven als ‘Winterland’, ‘Wintergloed’, ‘Wintermarkt’, ‘Winterpret’ en andere winterse woordsamenstelling. Ach. Als er maar welriekende warme glühwein is en er wat te bikken valt.
Leuven blijft ver weg van al die winterse neologismen. De Vlaams-Brabantse studentenstad gaat prat op haar ouderwetse benaming. En die gaat al terug tot 1988. Luik mag dan wel de oudste Belgische én Waalse kerstmarkt zijn, boven de taalgrens houden de Leuvense Pietermannen de kerstfakkel brandend. Begonnen als een driedaags kerstfeestje, lokt Leuven vandaag meer dan een half miljoen bezoekers naar de heimat van de wereldvermaarde Stella Artois’ pils. De legende wil trouwens dat brouwerij Artois het dorstlessende godenbier in 1926 introduceerde als kerstbier. ‘Stella’ is niet toevallig Latijns voor ‘ster’.
Kies je bezoekje zorgvuldig uit. De Leuvense Kerstmarkt kraamt namelijk al na twee weken alweer op. En het zou zonde zijn om al die uitzonderlijke streekproducten, overheerlijk traditioneel lekkers en royaal schuimende kerstbiertjes van lokale brouwers te missen.
Het Monseigneur Ladeuzeplein en Herbert Hooverplein vormen na al die jaren nog steeds het vertrouwde decor voor 120 originele kerststandjes met al dan niet eetbare koopwaar van over de halve wereldbol. Menig megalomane kerstmarkten slaan je beurs met holle adjectieven als ‘authentiek’, ‘gezellig’ en ‘nostalgisch’. Maar de Leuvense Kerstmarkt? Die is het ook écht.
3. Luik – ‘Village de Noël’
Je zou denken dat Belgische kerstmarkten een lange Bourgondische geschiedenis hebben. Dat valt tegen. Voor de wortels van de kerstmarkt moet je in Duitsland en Oostenrijk zijn. Wenen rolde al in december 1296 een ‘Krippenmarkt’ uit. Uit deze ‘decembermarkten’ groeiden doorheen de middeleeuwen tijdens de adventsperiodes de moderne kerstmarkt, die vooral in Duitstalige regio’s een cultureel fenomeen op zich is. Niet toevallig zie je ze nog steeds vlakbij het stadhuis of de oudste dorpskerk, het belangrijkste stukje grond waarrond die middeleeuwers destijds hun nietige leventje boetseerden.
Pas in december 1987, de maand waarin Studio Brussel voor het eerst De Tijdloze 100 uitzond (met Deep Purple’s ‘Child in Time’ op 1), de Gentse komiek Xander De Rycke het levenslicht zag en de Belgen andermaal vervroegd naar de stembus trokken omdat hun door allerlei kwibussen en andere oelewappers bevolkte regering weer eens in de lappenmand lag, daalde de eerste Belgische ‘Weihnachtsmärkte’ neer in België. En wel in Luik. Het jaar daarop volgde Leuven en in 1989 liet het Waalse Warnach ook voor het eerst wat chalets aanrukken.
‘La Cité Ardente’ steekt haar straat voorsprong op de rest van het kerstpeloton niet onder stoelen en banken. De bakermat van de Luikse wafel gaat er prat op dat ze jaarlijks 1,5 tot 2 miljoen koppen op haar ‘Féérie de Noël’ telt. Bezoekers van over heel Europa vergapen zich aan 150 chalets waar 300 internationale ambachtslui hun zorgvuldig in elkaar geknutselde koopwaren aan de man brengen.
De Luikse ‘Village de Noel’ kronkelt haar kerstlichtjes vanuit het historische stadscentrum op de ‘Place du Marché’ naar een 540 m² overdekte ijsbaan op de ‘Place Cathédrale’. Een schaatsbaan heet overigens ‘patinoire’, want in het Waalse, Franstalige ‘Liège’ kom je met de taal van Bredero niet bepaald ver. Uiteraard ontbreken buiten een geproportioneerd reuzenrad (‘grande roue’), rodelbaan (‘piste de luge’) en podium voor allerlei muzikale randanimatie niet op het vijf weken lang in een compleet kerstdorp omgetoverde stadsplan. En vergeet beslist niet een stukje brood in de Zwitserse kaasfondue van ‘Le Chalet de la Gruyère’ te doppen!
2. Brugge – ‘Wintergloed’
Het historische stadscentrum van Brugge is zó betoverend mooi, dat UNESCO elke bewaarde 430 hectare van de middeleeuws handelsstad in 2000 op haar Werelderfgoedlijst pleurde. En terecht. Chinese en Japanse toeristen vliegen de halve wereld rond voor een foto van de charmante kanaaltjes in het ‘Venetië van het Noorden’. Film buffs kennen de West-Vlaamse hoofdstad dan weer als decor van ‘In Bruges’ (2008), de voortreffelijke prent waarin Colin Farrell 107 minuten lang sakkert in wat voor een ‘shithole’ hij wel niet belandt is.
Tot zover de verplichte achtergrondkennis. Maar hoe vieren de Bruggelingen daar nou kerst in de Breydelstad? Op onnavolgbare wijze. ‘Wintergloed’ dompelt de fraaie binnenstad compleet onder in een, waarom ook niet, winterse gloed.
Op het Minnewater, een meertje naast het stadspark dat jaarlijks het driedaagse wereldmuziek festijn Cactusfestival huist, drijft een duurzame ijspiste. Uiteraard wordt dat ecologische kunstijs verlicht met een rist twinkelende lichtguirlandes. Nog meer feeërieke elektromagnetische straling fonkelt en flikkert over je netvlies heen tijdens de ‘Lichtbelevingswandeling’. Dit lichtparcours loodst je met acht lichtinstallaties doorheen iconische Brugse bezienswaardigheden als het Oud Waterhuis en de Sint-Godelieveabdij.
Wie nachtmerries krijgt van zoveel ongeoorloofd kunstzinnig energieverbruik, slentert snel verder naar de Grote Markt. Daar wacht je een knusse ouderwetse kerstmarkt. Dat aanbod heb je al genoeg gezien in andere Belgische steden, zeg je? Trek dan door naar het Simon Stevinplein, waar de houten kerststalletjes van de Brugse zotten vol liggen met korte ketenspulletjes en allerlei ambachtelijke snuisterijen.
1. Brussel – ‘Winterpret’ / ‘Plaisirs d’Hiver’ / ‘Winter Wonders’
Het Brusselse ‘Winterpret’ schurkt zich onder haar Angelsaksische koosnaam ‘Winter Wonders’ in gezaghebbende internationale kerstmarktlijstjes moeiteloos naast wereldvermaarde kleppers als het Portugese Madeira, Franse Montbéliard, Duitse Trier, en het Oostenrijkse Wenen. De statistieken zijn daar ook naar. ‘Plaisirs d’Hiver’ trekt 2,5 miljoen bezoekers naar de Belgische hoofdstad. Die komen beslist niet terug van een kale reis. Deze ‘Winterpret’ telt nét geen 250 kraampjes, verspreid over een kerstparcours van ruim 3 km lang.
De grootste kerstmarkt van België versiert een 20 meter hoge en 7 meter brede nordmannspar op de Grote Markt met 600 champagnekleurige kerstballen en wel 2 km aan slingerlichtjes. Hoe dat eruit ziet? Nou, zo! Een webcam links van het Brusselse stadhuis toont je 24/24 hoe het eraan toe gaat op de Grand-Place. Moet je zéker ’s avonds eens bekijken. Dan geselt een spectaculaire klank- en lichtshow de gevel van het flamboyante gotische stadhuis. Die Grand-Place ligt overigens op een steenworp van Station Brussel-Centraal. Bespaar je een zenuwzinking en kom mooi via de trein naar de door ellenlange verkeersopstoppingen geplaagde Brusselse Vijfhoek.
Luitjes wiens playlists opgetrokken zijn uit alpenhymnes over ‘Eisbären’, ‘Johnny Däpp’ en ‘die Mutter von Niki Lauda’ komen helemaal aan hun trekken op het tot après-skidorp opgebouwde Muntplein. Je spot er ook drie kunstmatige curlingbanen als je plots de onweerstaanbare drang voelt om met wat loodzware stenen te schuiven. Het De Brouckèreplein verwelkomt uiteraard de vertrouwde schaatsbaan. Laat ze in Gent maar op rolletjes onder hun lelijke stadshal glijden. Geen enkele energiecrisis die de Brusselaar van zijn overdekte ijspiste duwt.
Uiteraard ontbreekt het reuzenrad op de Vismet niet: 55 meter hoog, 42 gondeltjes en 18.000 lichtjes. En niet te vergeten: een weergaloos uitzicht over de stadskern van ‘Bruxelles, ma belle’. Op diezelfde Vismet en Sint-Katelijneplein draait sinds jaar en dag (of toch al zeker sinds begin jaren 00) ‘Le Manège d’Andrea’ rondjes, één van de mooiste carrousels die je ooit een kermis zag opvrolijken. Voortreffelijk eten daar ook, aan de kerstkraampjes van de pijnlijke hippe zelfvoldane Dansaertwijk.
Dit artikel is geschreven door Matthias Van de Velde. Hij komt uit de verguisde carnavalsstad Aalst en studeerde Klassieke Geschiedenis en Europese Politiek aan UGent. Hij is nog steeds boos dat hij als 6-jarige dreumes niet mee mocht toen ‘Bram Stoker’s Dracula’ en ‘Jurassic Park’ in de bios draaide. Hij schrijft nooit een woord te veel, tenzij hij zich laat gaan.