Nederland is qua oppervlakte niet heel groot en daarnaast erg dichtbevolkt. Dit zorgt ervoor dat de natuur in ons land niet echt kan gedijen. Toch kent ons land ook een aantal bekende en minder bekende nationaalparken. Deze nationale parken zijn voor het grootste gedeelte voor publiek en toerisme geopend en kun je dus het grootste gedeelte van het jaar bezoeken. In de natuur vinden veel mensen hun rust en kunnen ze even ontsnappen uit de dagelijkse stress, drukte en sleur. Bijna iedere provincie kent wel één of meer nationaalpark(en). Woon jij in de buurt van een nationaal park? Hieronder 10 nationale parken in Nederland.
10. Nationaal park De Alde Feanen (Friesland)
Gelegen in het midden van Friesland ligt het nationale park De Alde Feanen. In termen van nationaalparken is dit natuurpark nog een jonkie, aangezien het pas in 2006 officieel als nationaal park is opgericht. Het beheer van het park ligt in handen van ‘it Fryske Gea’.
Het park is ongeveer 4.000 hectare groot en in het park komen meer dan 450 planten voor, ongeveer 20 vissoorten en er broeden meer dan 100 soorten vogels, met als hoogtepunt de zeldzame zeearend. Ook de otter, die in Nederland maar weinig voorkomt, is in dit nationale park aanwezig.
In 2006 werd het grootste gedeelte van De Alde Feanen aangewezen als natura 2000 gebied. Een natura 2000 gebied is een natuurgebied binnen de EU, dat de biodiversiteit in stand moet houden en soorten moet beschermen.
In de 12e eeuw begon men in het gebied met turfwinning en in de 16e eeuw nam de turfwinning toe. Rond 1900 werd er gestopt met de turfwinning en kwam de huidige naam in gebruik: oude vervening (Alde Feanen). Tegenwoordig is het park geliefd bij watersporters, wandelaars en fietsers. Daarnaast worden er activiteiten georganiseerd voor jong en oud
9. Nationaal park Weerribben-Wieden (Overijssel)
De Weerribben-Wieden liggen in het noordwesten van de provincie Overijssel, op de grens met Flevoland. In 1992 werd het gebied als natuurpark opgericht. Toen bestond het natuurgebied alleen nog uit de Weerribben, in 2009 werd het park uitgebreid met de Wieden.
In totaal is het park zo’n 10500 hectare groot. Net als de Alde Feanen zijn de Weerribben-Wieden ook uit turfwinning ontstaan. Ook de Weerribben-Wieden is een natura 2000 gebied en daarnaast valt het gebied ook onder Natuurmonumenten in Nederland. De Weerribben-Wieden vallen onder het beheer van Staatsbosbeheer.
Vele vogels broeden en leven in de Weerribben-Wieden, zoals bijvoorbeeld de purperreiger. Ook de otter leeft er en zelfs de zeer zeldzame grote vuurvlinder. In dit natuurgebied kun je van alles doen, zoals bijvoorbeeld een bootje huren, kanoën, supboarden, maar ook deelnemen aan verschillende excursies, attracties bezoeken en uiteten en overnachten in verschillende overnachtingsmogelijkheden. Natuurlijk is het ook mogelijk om op eigen houtje in het natuurgebied te wandelen of te fietsen . In de regio ligt het beroemde dorp Giethoorn.
8. Nationaal park Oosterschelde (Zeeland)
Met een grootte van 37.000 hectare het grootste nationale park van Nederland. Het park werd in 2002 opgericht en kenmerkt zich door de grote waterlanden en de bijbehorende flora en fauna. In dit nationael park is er zowel zoet water als zout water. Het nationale park Oosterschelde is ook onderdeel van natura 2000.
Op het land zijn er voornamelijk veel vogels te vinden, met name steltlopers. De vogeltrek kun je in dit natuurgebied bewonderen . Houd je van zeehonden of bruinvissen? Deze kun je bezichtigen in dit nationale park. De populatie van de zeehonden is rond de 150 . Wil je bruinvissen horen? Dan kun je naar Zierikzee gaan. Daar staat namelijk een informatiezuil die verbonden is met de opnameapparatuur in het water. Als je het klikkende geluid hoort, dan weet je dat er een bruinvis in de buurt is.
In het nationale park worden er veel activiteiten georganiseerd voor jong en oud. Zo is er bijvoorbeeld een zeehondensafari, een bruinvisontdekkingstocht, maar ook kun je eten uit de Oosterschelde proeven. Neeltje Jans, een eiland in de buurt van de deltawerken is een geliefde attractie.
7. Nationaal park Sallandse Heuvelrug (Overijssel)
Het Nationale park Sallandse heuvelrug ligt in het zuiden van Overijssel en is zo’n 150.000 jaar geleden in de voorlaatste ijstijd ontstaan, maar het gebied werd pas in 2004 een nationaal park. Met een grootte van 3.500 hectare behoort de Sallandse Heuvelrug tot één van de kleinere nationale parken van ons land. Het beheer ligt in handen van verschillende organisaties, waaronder Staatsbosbeheer, Vereniging Natuurmonumenten en Vitens. Daarnaast zijn ook een aantal particuliere grondeigenaren beheerder van het gebied.
De Sallandse heuvelrug bestaat vooral uit heide en heuvels en is daarom populair bij sporters en andere actievelingen. In het natuurgebied kun je mountainbiken, wandelen, fietsen en paardrijden. Daarnaast zijn er gezinsactiviteiten, groepsactiviteiten en excursies. 7 dieren die je bijvoorbeeld niet elke dag ziet, kun je alleen of onder begeleiding van een boswachter ontdekken .
Een van de belangrijkste bezienswaardigheden is het ‘Holten War Cemetery’. Deze militaire begraafplaats is een van de grootste militaire begraafplaatsen in Nederland. Op deze begraafplaats liggen Canadese soldaten begraven die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Er zijn in totaal 1393 graven. In de buurt van de Nijverdalsche Berg ligt Twilhaar. In de Tweede Wereldoorlog was Kamp Twilhaar een werkkamp voor Joodse dwangarbeiders.
In het nationale park kun je verschillende dieren ontdekken, zoals bijvoorbeeld de das, verschillende salamanders en hagedissen, marterachtigen en de hazelworm. Ook zeldzame vogels kun je hier aantreffen, bijvoorbeeld de raaf, de nachtzwaluw en de korhoen (die uiterst zeldzaam is in Nederland!).
6. Nationaal park De Maasduinen (Limburg)
De provincie Limburg kent drie nationale parken, waarvan De Maasduinen de grootste is. De andere twee nationale parken zijn De Groote Peel en De Meinweg.
Het park werd opgericht als nationaal park in 1996 (als de Hamert) en uitgebreid in 1998 (als de Maasduinen) en is tegenwoordig zo’n 4.500 hectare groot. Het is vooral een langgerekt stuk land en ligt aan de grens met Duitsland. Het beheer is in handen van Staatsbosbeheer, Stichting Het Limburgs Landschap, Gemeente Bergen, Gemeente Gennep, Waterschap Peel en Maasvallei en enkele kleine particuliere eigenaren.
Het landschap kenmerkt zich door zandverstuivingen, duinen, naaldbomen en kleine meren. In het nationale park kun je het oorlogsmonument bezoeken. Op Landgoed De Hamert werden tijdens de Tweede Wereldoorlog leiders van het Limburgs verzet gefusilleerd. Een houten kruis markeert het massagraf van deze leiders. In het natuurgebied komen verschillende bijzondere planten en dieren voor, zoals de gladde slang, de zeldzame zandhagedis, de kraanvogel (ook te zien op het logo van Nationale park de Maasduinen), de nachtzwaluw, verschillende soorten vleermuizen, de bever en zelfs de zeer zeldzame klokjesgentiaan. Tot 1982 kwam in dit natuurgebied ook een ondersoort van het gentiaanblauwtje voor, maar deze ondersoort is uitgestorven.
In het gebied wordt veel gewandeld, maar ook fietsen en paardrijden is mogelijk. Er worden verschillende excursies georganiseerd en voor de kinderen zijn er verschillende educatieve routes gemaakt
5. Nationaal park Zuid-Kennemerland (Noord-Holland)
Naast de duinen van Texel, is Nationale park Zuid-Kennemerland één van de twee nationale parken van Noord-Holland. Het ligt in het zuidwesten van de provincie en is ongeveer 3.800 hectare groot. Het nationale park werd in 1995 opgericht en wordt beheerd door Vereniging Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, NV PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland, IVN, het hoogheemraadschap van Rijnland, omliggende gemeenten en enkele particulieren.
Het gebied kenmerkt zich door de vele duinen, landgoederen en duinbossen. In de duinen bij Overveen ligt het bezoekerscentrum van het natuurpark, waar je wat kunt eten en drinken, informatie kan krijgen en lokale en biologische producten kan kopen. In het park kun je aan een excursie deelnemen, maar je kunt ook op eigen houtje het natuurgebied te voet, per fiets of te paard verkennen. In de warme maanden kun je in de zwemgelegenheden verkoeling zoeken. Wil je nou weten hoe de Nederlandse schrijver, onderwijzer en natuurbeschermer Jac. P. Thijsse leefde, dan kun je in het park de Thijsse tour bewandelen of fietsen .
Ook in dit park komen verschillende plantensoorten en diersoorten voor, bijvoorbeeld het plantje parnassia (ook te zien in het logo van het natuurpark) en het duinroosje of bijvoorbeeld wisenten, zandhagedissen, verschillende vlindersoorten en het locomotiefje (een sprinkhaan).
4. Nationaal park Drentsche Aa (Drenthe)
Drenthe kent drie nationale parken, te weten: Drentsche Aa, Drents-Friese Wold en Dwingelderveld. De Drentsche Aa is het grootste nationale park van Drenthe met zo’n 10.600 hectare grond.
Het park kenmerkt zich door de vele graslanden, veengebied en de beken. Het gebied werd in 2002 als nationaal park opgericht en is een natura 2000 gebied. In het nationale park geldt een vaarverbod, maar op sommige plaatsen is het toegestaan om te kanoën . In het park kun je daarnaast ook fietsen, wandelen en paardrijden en daarnaast worden er ook activiteiten georganiseerd. In de streek kun je streekproducten kopen die bij omliggende bedrijven worden gemaakt. Net zoals in de andere nationale parken, komen er ook veel vlindersoorten in de Drentsche Aa voor. Daarnaast komt de witte kievitsbloem bijna alleen nog maar voor in de Drentsche Aa en is dus zeer zeldzaam.
3. Nationaal park Utrechtse heuvelrug (Utrecht)
Gelegen in de provincie Utrecht ligt de Utrechtse heuvelrug met een grootte van zo’n 10.000 hectare. Het park kenmerkt zich door stuwwallen, heidevelden, stuifzanden, bossen en uiterwaarden. In 2003 werd de Utrechtse heuvelrug als nationaal park opgericht, maar in 2013 werd het natuurgebied aanzienlijk uitgebreid. Het beheer is in handen van Staatsbosbeheer, het Utrechts Landschap, Vereniging Natuurmonumenten en particulieren. Een deel van het nationale park biedt veel ruimte voor recreatie. Er zijn verschillende wandel-, fiets-, mountainbike- en paardrijdroutes. Het andere deel is vooral ingericht voor de flora en fauna in het park, zodat zij daar ongestoord kunnen leven. Het park wordt druk bezocht: zo’n miljoen mensen bezoeken jaarlijks het park.
Er worden verschillende activiteiten georganiseerd voor jong en oud. Ook valt er in het park veel te zien, wat dacht je bijvoorbeeld van de Pyramide van Austerlitz (in opdracht van Napoleon) en de Grebbeberg (belangrijk in de Tweede Oorlog als verdedigingslinie van de Nederlanders tegen de Duitsers en waar flink gevochten is)? Het militaire ereveld Grebbeberg is de eerste officiële begraafplaats van Nederland. Verder kun je in het nationale park Ouwehands Dierenpark bezoek en zijn er nog verschillende kastelen en buitenplaatsen te zien.
Voor natuurliefhebbers is dit nationale park ook geschikt, want er broeden meer dan 100 soorten vogels (waaronder de zwarte specht) en kun je verschillende andere diersoorten zoals de ree, das, ringslang, zandhagedis en de zeldzame boommarter aantreffen. Plantenliefhebbers kunnen de vleesetende zonnedauw en de klokjesgentiaan in het nationale park zien. Wil je nou zelf een stukje van het nationale park als onderdeel hebben, dan kun je een stukje heuvelrugtuin aanleggen. Deze tuin moet minimaal 60 % groen zijn en er moet rekening gehouden worden met de biodiversiteit
2. Nationaal park De Biesbosch (Noord-Brabant, Zuid-Holland)
Het Nationale park de Biesbosch ligt eigenlijk in twee provincies, namelijk in Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het gebied is ongeveer 9.000 hectare groot en werd in 1994 opgericht als nationaal park. De naam Biesbosch komt van het woord ‘bies’ (een plantensoort) en ‘bosch’ (nu bos). Er was dus een bos vol met bies. Aangezien het nationale park in verbinding staat met de Nieuwe Waterweg, is het gebied een zoetwatergetijdengebied. Het water uit zee duwt het zoete water het gebied in en trekt het daarna weer mee terug. Een zoetwatergetijdengebied is een zeldzaam fenomeen.
In het park kun je fietsen, wandelen, varen, kanoën, vissen, vogels kijken en spelen. Er worden verschillende excursies aangeboden. In het park zijn verschillende diersoorten te vinden, zoals bijvoorbeeld de ree, de vos, de in Nederland zeldzame boommarter, de haas, verschillende vogels waaronder de zeearend en de visarend, de das, een wasbeer en natuurlijk de bever (die in het logo van het nationaalpark prijkt en je met een beetje geluk kan zien tijdens een van de bootexcursies).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Biesbosch een schuilplaats voor onderduikers, aangezien de Duitsers bang waren het gebied te betreden. Tegenwoordig zijn water- en bodemvervuiling een probleem voor het gebied. Om het ecosysteem te herstellen moeten alle kreken schoongemaakt worden, maar dit is een kostbare en een grote taak. Men probeert om naar mogelijke oplossingen te zoeken.
1. Nationaal park De Hoge Veluwe (Gelderland)
Na Nationaalpark Veluwezoom (opgericht als Nationaalpark in 1930) is het Nationale park De Hoge Veluwe het oudste nationale park van Nederland. De Hoge Veluwe is in 1935 als nationaal park opgericht en werd gesticht door het echtpaar Helene Müller en Anton Kröller. Zij kochten verschillende landerijen om zo een privéjachtterrein in hun bezit te krijgen. Destijds werden moeflons, wilde zwijnen, edelherten en zelfs kangoeroes uitgezet. Het echtpaar kwam in financiële problemen en verkocht het park aan een stichting, die vandaag de dag nog steeds de eigenaar van het park is.
Allereerst was het park een bosrijk gebied, maar door de vele houtkap ontstond er heide en stuifzanden. Er is toen weer bos aangeplant, maar later ook weer weggehaald, omdat de stuifzanden zouden verdwijnen. In het nationaalpark bevinden zich ook een aantal vennen, zoals de Deelense Was. De grootte van het nationale park is zo’n 5.500 hectare en samen met nationaalpark Veluwezoom 10.500 hectare. Het beheer van het park is in handen van Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe.
In het natuurgebied komen verschillende planten- en diersoorten voor. Dieren zoals dassen, moeflons, vossen, edelherten, boommarters, wilde zwijnen, reeën, maar ook adders, zandhagedissen, nachtzwaluwen, draaihalzen en zwarte spechten . Ook de klokjesgentiaan is te vinden in dit nationaalpark .
Je kunt De Hoge Veluwe te voet ontdekken, maar leuker is het nog om te fietsen in het park. Je kunt daarvoor gratis de witte fietsen gebruiken die je op de verschillende plekken op de daarvoor bestemde depots kan neerzetten. Deze fietsen mag je natuurlijk niet op slot zetten of uit het park meenemen. Ongeveer een derde van het park is niet toegankelijk voor het publiek.
Er zijn verschillende musea, zoals het Kröller-Müller-Museum en het Museonder en er zijn verschillende activiteiten, zoals wildsafari’s en kinderspeurtochten. Het jachthuis Sint Hubertus is een van de architectonische hoogtepunten en in de nabijgelegen vijver is het mogelijk om te vissen (mits je een vergunning van het park hebt ontvangen). Liefhebbers van paardrijden kunnen tevens op de paardrijdroutes gaan paardrijden en met een beetje geluk wild zien.
Nationaal park De Hoge Veluwe neemt een unieke positie in binnen de Nederlandse nationaal parken en natuurgebieden. De Hoge Veluwe wil weinig overheidsbemoeienis en vertrouwt daarom op inkomsten afkomstig van toeristen en sponsoren. Er is daarnaast binnen het park een voorliefde voor kunst, jacht en cultuur aanwezig, waardoor het financiële en het ecologische beheer anders is dan bij andere nationaalparken. Jaarlijks bezoeken zo’n 600.000 mensen het park en zelfs een Suske en Wiske-verhaal speelt zich af op De Hoge Veluwe!
Dit artikel is geschreven door Ties Grotenhuis, student Rechten.
Wij zoeken nog schrijvers! Ben jij kenner over een leuk onderwerp? Mag van alles zijn, boeken, games, films, geschiedenis, klimaat, etc, onze subtitel is niet voor niets ‘lijstjes over van alles’. Interesse? Je artikel wordt gelezen door duizenden lezers, ideaal om als tekstschrijver een portfolio op te bouwen. We kunnen mogelijk een kleine vergoeding bieden. Neem hier contact met ons op.