Top 10 Mooiste Safariparken in Afrika die je wilt bezoeken

Als je denkt aan ‘safari’, dan denk je aan Afrika! In het Swahili betekent safari dan ook reis. Mocht je nog twijfelen welk safaripark je wilt zien, dan biedt dit lijstje vast uitkomst.

10. Bwindi Impenetrable Forest – Oeganda

Volgens het management van het Bwindi Impenetrable Forest park groeien hier maar liefst 200 verschillende boomsoorten. Als het gaat om flora, dan wordt dit park beschouwd als één van de rijkste gebieden van Afrika. Dit heeft weer te maken met het feit dat het Bwindi Impenetrable Forest in de afgelopen 25.000 jaren geen ecologische veranderingen heeft ondergaan. Het park – met een oppervlakte van 320 vierkante kilometer – ligt op 1.160 tot 2.600 meter hoogte. Hier tref je dan ook berggorilla’s aan! Verder leven er chimpansees, colobussen, bavianen, luipaarden, olifanten en méér dan 300 vogelsoorten. Anno 2014 vinden steeds meer toeristen de weg naar het Bwindi Impenetrable Forest park.

9. Ngorongoro – Tanzania

Als men spreekt van Ngorongoro, dan doelt men op het natuurgebied rondom de Ngorongoro-krater. Deze krater – met een doorsnede van 17 tot 21 kilometer en een oppervlakte van 260 vierkante kilometer – wordt gezien als de grootste, nog intact zijnde caldera ter wereld. In het midden vind je een groot zoutmeer. Rondom de krater zijn verschillende klimaatzones ontstaan. Ook heeft het grillige, veelal steile landschap gevolgen voor de aan- en afwezigheid van bepaalde diersoorten. Zo komt de giraffe hier niet voor; vanwege zijn lange nek en poten kan hij zich niet begeven over de steile hellingen. Gelukkig komen alle andere grote Afrikaanse dieren wel voor in de Ngorongoro-krater. Dan kun je denken aan nijlpaarden, jachtluipaarden, olifanten, leeuwen, zebra’s, gnoes en zwarte neushoorns. UNESCO heeft de Ngorongoro-krater opgenomen op haar werelderfgoedlijst.

8. Hwange Nationaal Park – Zimbabwe

In 1928 heeft men het Hwange Nationaal Park opgericht. Het gaat hier om het grootste reservaat van Zimbabwe. Naar schatting leven hier maar liefst 100 verschillende zoogdieren en 400 vogelsoorten. Zimbabwe is er trots op dat alle door de overheid in bescherming genomen diersoorten er voorkomen. Volgens de laatste telling zijn ook de aantallen van de zeldzame gemsbok en bruine hyena nog op peil. Zoals in elk safaripark loopt ook in het Hwange Nationaal Park een aantal onderzoeken. Zo houden de wetenschappers zich hier specifiek bezig met luipaarden en de Afrikaanse wilde hond. Als het gaat om de Afrikaanse wilde hond is het er de wetenschappers veel aan gelegen om deze soort in stand te houden.

7. Selous – Tanzania

Wist je dat Selous één van de grootste wildreservaten ter wereld is? Met een oppervlakte van 54.600 vierkante kilometer is Selous groter dan een land als Denemarken! Het park is genoemd naar Frederick Selous. Deze ontdekkingsreiziger en schrijver – van Engelse origine – kwam graag in dit deel van Tanzania. In Selous leven de typische savannedieren zoals krokodillen, nijlpaarden, olifanten en neushoorns. Ook de Afrikaanse wilde hond komt hier voor. Uniek is dat je dit park te voet mag bezoeken. Zo kun je dieren – of sporen van dieren – van heel dichtbij bekijken. Ondanks dit gegeven wordt Selous niet heel drukbezocht. Het voordeel is dat de natuur onverstoord blijft! Net als de Ngorongoro-krater staat ook het Selous wildreservaat op de werelderfgoedlijst van UNESCO.

6. Etosha Nationaal Park – Namibië

In Namibië ligt het Etosha Nationaal Park. Heel bepalend voor het landschap – dus ook voor de aanwezigheid van bepaalde diersoorten – is de enorm grote zoutpan omgeven door een hoog bushveld. Om de wildpopulatie in stand te houden – zeker tijdens droge tijden – heeft men een aantal waterdrinkplaatsen aangelegd. In het Etosha Nationaal Park leven onder meer leeuwen, zebra’s, olifanten en verschillende soorten antilopen. Om de vele toeristen het ultieme safarigevoel te laten beleven heeft men een drietal toeristenkampen gebouwd. Hier kun je overnachten, inkopen doen én wilde dieren spotten! Met deze commerciële aanpak verzekert Namibië zich van een forse bijdrage aan haar Bruto Nationaal Product (BNP).

5. South Luangwa Nationaal Park – Zambia

Aan de rivier Luangwa – die Zambia doorkruist – liggen drie nationale parken. Eén daarvan is het South Luangwa Nationaal Park. Dit park – opgericht in 1938 – is circa 9.050 vierkante kilometer groot. Hier leven grote populaties van de Afrikaanse buffel, de olifant en de Thornicrofts giraffe. In en rondom de oevers van de rivier kom je groepen nijlpaarden en krokodillen tegen. Het feit dat hier regelmatig graslanden onder water staan – die nijlpaarden aantrekken – houdt het ecosysteem in stand. Zo voeden de vissen zich met de uitwerpselen van de nijlpaarden. De vissen vormen weer het hoofdbestanddeel van de maaltijd van de krokodillen.

4. Chobe – Botswana

Elk park heeft z’n eigen bezienswaardigheden. Zo staat het Chobe wildpark ook wel bekend als het ‘Gemsbok park’. Best wel vreemd als je weet dat dit park het domein is van de reusachtige Kalahari olifant. Er verblijven naar schatting zo’n 50.000 van deze soort in het Chobe wildpark. Het resultaat van een intensief fokprogramma; zo zijn er in 1990 slechts een paar duizend Kalahari olifanten geteld. Meer in het algemeen is dit het meest bezochte wildpark in Botswana. Het bestaat uit diverse gebieden; een stuk – in het noorden – langs de Chobe rivier en zuidwaarts de Savuti. Al met al kun je spreken van een bijzonder gevarieerd landschap.

3. Serengeti Nationaal Park – Tanzania

Het doel van elke safarireis is natuurlijk het spotten van de ‘big five’. Hiertoe worden de olifant, neushoorn, leeuw, buffel en het luipaard gerekend. Is dit ook jouw reisdoel? Dan moet je zeker het Serengeti Nationaal Park bezoeken. Naast het genoemde vijftal leven hier ook hyena’s, Afrikaanse wilde honden, gazelles, elanden en giraffen. Ook biedt het Serengeti Nationaal Park onderdak biedt aan wel 500 verschillende vogelsoorten! Met een oppervlakte van 30.000 vierkante kilometer wordt het Serengeti Nationaal Park gerekend tot de grote parken. Misschien hadden de kenners dit al afgeleid van de naam. Zo betekent ‘serengeti’ letterlijk ‘eindeloze vlaktes’. Ook is deze streek beroemd door de migratie; elk jaar in oktober verplaatsen 1,5 miljoen planteneters zich via de noordelijke heuvels naar de zuidelijke vlaktes.

2. Kruger Nationaal Park – Zuid-Afrika

Het Kruger Nationaal Park is het meest bekende safaripark van Afrika. Ga je op rondreis naar Zuid-Afrika, dan staat dit safaripark zeker op het programma. De Afrikanen spreken liefkozend van hun ‘Nasionale Krugerwildtuin’. Het park ligt in Zuid-Afrika, op de grens van Mozambique en Zimbabwe. Er zijn in totaal 25 goed omheinde kampen gebouwd. Alleen hier – én op een aantal aangewezen locaties – is het toegestaan om uit je auto te stappen. In het Kruger Nationaal Park behoort een voetsafari dus niet tot de mogelijkheden. Gelukkig is het ook vanuit de auto mogelijk om de ‘big five’ te spotten. In 2003 telde het Kruger Nationaal Park nog 11.700 Afrikaanse olifanten. Nergens ter wereld tref je een grotere populatie van deze diersoort aan! Ook de giraffe, de zebra, het jachtluipaard, het nijlpaard, de hyena en Afrikaanse wilde hond komen voor in dit park.

1. Masai Mara – Kenia

In het zuidwesten van Kenia ligt het wereldberoemde natuurreservaat Masai Mara. Hoewel dit park slechts 1.700 vierkante kilometer groot is, wordt het park massaal bezocht door toeristen. Wat zij graag zien is de massale seizoenstrek van de zebra’s en de gnoes. Als de regentijd begint trekken de gnoes – vergezeld door thomsongazelles en zebra’s – in grote getale naar het zuiden. Op een bepaald moment moeten ze de Mara rivier oversteken. In het woest stromende water vinden vele dieren de dood. De trek van de dieren door het park – in combinatie met het relatief hoge sterftecijfer – heeft als gevolg dat de dichtheid aan wild van seizoen tot seizoen behoorlijk verschilt.