Bijna ieder attractiepark heeft er wel een en ook op (grote) kermissen zijn ze te vinden: achtbanen. Al in de 17e eeuw werden er in Rusland houten constructies ontworpen waarop men met sleetjes naar beneden kon glijden. Deze werden verder ontwikkeld en rond 1784 werden er wieltjes aan de sledes bevestigd. In de jaren daarna ontwikkelde de achtbaan zich en in 1848 was er in Frankrijk de eerste achtbaan die over de kop ging. Deze had overigens vele ongevallen en technische problemen en werd al snel gesloten.
Tegenwoordig bestaan er verschillende achtbaantypen. In dit lijstje beschrijven we er 10.
10. Gelanceerde achtbaan
De meeste achtbanen worden omhoog getakeld en gaan dan met een snelheid naar beneden. Bij een gelanceerde achtbaan is dit meestal niet het geval (al bestaat er ook de lanceeroptakeling). De gelanceerde achtbaan is populair, vanwege het verrassingseffect door de hoge snelheid die ineens bereikt wordt. Bij achtbanen die zich binnen bevinden is de lancering een mooie oplossing, aangezien zij niet zo hoog getakeld kunnen worden, maar door de lancering toch veel snelheid kunnen maken. De eerste gelanceerde achtbaan in Europa was de Psyké Underground (toen nog Sirocco in Walibi Belgium). Deze achtbaan was tot november 2008 operatief met vliegwiellancering en heropende in juli 2013 opnieuw na een grondige renovatie (tegenwoordig met LIM-lancering) . Walibi Belgium opende in 2016 ook de eerste gelanceerde waterachtbaan ter wereld, Pulsar. Voorbeelden van gelanceerde achtbanen in Nederland zijn: Boosterbike (Toverland), Formule X (Drievliet), Gold Rush (Slagharen) en Xpress: Platform 13 (Walibi Holland). Ook de snelste achtbaan ter wereld, de Formula Rossa, is een gelanceerde achtbaan.
9. Wildemuis-achtbaan
Een Wildemuis-achtbaan is een achtbaan die je vaak op kermissen ziet. De eerste wildemuis-achtbanen werden gebouwd in de jaren ’50. De moderne wildemuis-achtbanen werd uitgevonden door de Duitser Franz Mack. In de jaren ’70 en ’80 waren er bijna geen wildemuis-achtbanen meer maar in de jaren ’90 was er een comeback. Dit type achtbanen is namelijk een goedkope variant binnen de achtbaancategorie. Deze achtbanen hebben niet één grote trein zoals de meeste achtbanen, maar kleine wagons (bakjes) met meestal een capaciteit van 4 of 6 personen. Wildemuis-achtbanen hebben vaak een bochtig parcours met veel heuveltjes en korte afdalingen waardoor het een dolle rit is (zoals een wilde muis). De meeste wildemuis-achtbanen zijn van staal, maar er zijn nog enkele wildemuis-achtbanen die van hout zijn gemaakt. Een voorbeeld van een wildemuis-achtbaan in Nederland is Kopermijn (Drievliet).
8. Duellerende achtbaan
Een duellerende achtbaan is een achtbaantype met twee verschillende banen. Deze banen zijn op zo’n manier ontworpen dat de achtbaantreintjes elkaar bijna raken en om die reden lijkt het op een soort duel dat wordt uitgevochten tussen de twee achtbaantreintjes. Men kan in de wachtrij meestal al een team kiezen. Om ervoor te zorgen dat dat de achtbaantreinen tegelijkertijd bij een bepaald punt zijn, worden de treinen soms verzwaard, zodat ze even zwaar zijn en tegelijkertijd vertrekken vanuit het station. Een duellerende achtbaan kan tegelijkertijd ook een tweelingachtbaan zijn, maar dat hoeft niet! De sporen van een duellerende achtbaan zijn meestal even lang, maar dit is niet noodzakelijk bij een tweelingachtbaan. Een duellerende achtbaan heeft vaak minder gelijklopende banen dan een tweelingachtbaan. Verder kent een duellerende achtbaan een wedstrijdelement (het duel) en dat hoeft bij een tweelingachtbaan niet het geval te zijn. Een duellerende achtbaan kan van hout zijn zoals Joris en de Draak (Efteling) of van staal zoals Tweestryd (Wildlands Adventure Zoo Emmen).
7. Overdekte achtbaan
Een overdekte achtbaan is een achtbaan binnen een ruimte die alleen voor de achtbaan is bestemd. Een overdekte achtbaan is niet hetzelfde als een indoorachtbaan. Een indoorachtbaan bevindt zich namelijk ook in een overdekte ruimte, maar er staan ook nog andere attracties binnen diezelfde ruimte. De eerste overdekte achtbaan werd geopend in 1925. Een overdekte achtbaan heeft een aantal voordelen ten opzichte van andere achtbaantypes. Het eerste voordeel zijn de lage onderhoudskosten omdat ze weerbestendig zijn. Het tweede voordeel is de onvoorspelbaarheid voor de bezoekers, vaak zijn overdekte achtbanen ook darkrides (een ritje in het donker), waardoor de baan moeilijk(er) is te zien en men dus niet ziet waar men heengaat. Het derde voordeel is de verhoging van het snelheidsgevoel, mede door de onvoorspelbaarheid. Het vierde voordeel is dat men bij een overdekte achtbaan makkelijker effecten (zoals licht en geluid) kan toevoegen. Voorbeelden van overdekte achtbanen in Nederland zijn: Rioolrat (Avonturenpark Hellendoorn) en Vogel Rok (Efteling).
6. Mijntreinachtbaan
Een mijntreinachtbaan is een achtbaan in de vorm van een locomotief met wagons (die er vaak uitzien als mijnwagentjes). De eerste mijntreinachtbaan was de Runaway Mine Train in Six Flags Over Texas die al in 1966 werd gebouwd. Een kenmerk van de mijntreinachtbaan is dat men meerdere keren wordt opgetakeld. Andere kenmerken zijn de scherpe bochten en schuine duiken. Een mijntreinachtbaan gaat bijna nooit over de kop en kent dus bijna nooit inversies. De baan kan van staal of van hout zijn, maar vaak wordt de baan zo ontworpen dat het op een rails en dus een spoorbaan lijkt. Om het nog meer op een mijntrein te laten lijken is het decor van de achtbaan vaak in Wildweststijl. De achtbaan is erop gericht om de bezoeker de ritervaring van een op hol geslagen mijntrein te geven. Nederland kent officieel geen mijntreinachtbanen al zouden de Mine Train (Attractiepark Slagharen), de Toos-Express (Attractiepark Toverland) en de Dynamite Express (Familiepark Drievliet) vanwege hun uiterlijk en andere kenmerken wel tot de mijntreinachtbanen gerekend kunnen worden.
5. Draaiende achtbaan
Een draaiende achtbaan (ook wel spinning coaster) is een achtbaan waarbij het karretje het traject aflegt en daarnaast zelf kan draaien. De eerste draaiende achtbaan was de Virginia Reel in Luna Park in Brooklyn. Het verschil met de andere achtbaantypen is dat het passagiersdeel dus kan draaien, waar dat bij andere achtbaantypen stil blijft en niet draait. Er zijn twee soorten draaiende achtbanen: de gecontroleerde rotatie en de vrije rotatie. Vrije rotatie is het meest gebruikelijk aangezien de rit dan iedere keer anders is en daardoor langer interessant blijft voor de bezoekers. Het karretje draait namelijk niet iedere keer hetzelfde zoals bij de gecontroleerde rotatie. Voorbeelden van draaiende achtbanen in Nederland: Spinning Coaster (Attractiepark Drouwenerzand), D’Wervelwind (Toverland) en Twistrix (Attractiepark Drievliet).
4. Omgekeerde achtbaan
Een omgekeerde achtbaan (ook wel inverted coaster) is een achtbaantype, waarbij men niet zoals gewoonlijk in een karretje boven de baan zit, maar waarbij de karretjes aan de onderkant van de baan hangen. Een omgekeerde achtbaan is niet hetzelfde als een hangende achtbaan. In tegenstelling tot de omgekeerde achtbaan, kunnen de karretjes bij een hangende achtbaan een zijwaartse beweging maken. De karretjes van een omgekeerde achtbaan kunnen dit niet en blijven dus stil aan de baan hangen. In 1990 werd de eerste omgekeerde achtbaan ontworpen door het Zwitserse bedrijf Bolliger en Mabillard. In 1992 werd de eerste baan gebouwd: Batman: The Ride (Six Flags Great America). Door de populariteit besloot men om meer omgekeerde achtbanen te bouwen en ook in Europa sloeg dit achtbaantype aan. Omgekeerde achtbanen hebben altijd treinen bestaande uit meerdere karretjes met vooruit kijkende stoelen. Meestal is er een rij met twee of vier stoelen. Gewoonlijk hebben de treinen geen vloer zodat de benen van de passagiers in de lucht hangen, wat een andere ervaring oplevert dan een gesloten karretje. In tegenstelling tot een hangende achtbaan heeft een omgekeerde achtbaan vaak veel inversies zoals loopings en kurkentrekkers. Nederland heeft één omgekeerde achtbaan: de Condor (Walibi Holland). De Condor was na de Nemesis (Alton Towers in Groot-Brittannië) de tweede omgekeerde achtbaan in Europa. De Condor werd in 2021 gerenoveerd.
3. Wingcoaster
Een wingcoaster is een type achtbaan van de Zwitserse fabrikant Bolliger en Mabillard. De stoelen hangen in paren naast de rails, waardoor de rails de romp lijkt en de stoelen de vleugels vormen (vandaar de naam wingcoaster). Het verschil met de omgekeerde achtbaan is dat de omgekeerde achtbaan onder de baan hangt, terwijl de wingcoaster naast de baan hangt. Een wingcoaster kent veel inversies (loopings, kurkentrekkers, etc.) Tussen 2007 en 2008 werd de wingcoaster ontwikkeld. Dit achtbaantype is dus nog relatief nieuw en de eerste wingcoaster werd in 2011 geopend. De eerste wingcoaster was de Raptor in Gardaland (Italië) en is nog steeds actief. Nederland kent sinds 2018 ook een wingcoaster: Fenix (Attractiepark Toverland)
2. Vloerloze achtbaan
Een vloerloze achtbaan is net als meerdere achtbaantypen uit deze lijst een achtbaantype dat is ontworpen door het Zwitserse Bolliger en Mabillard. Het is een speciaal type achtbaan aangezien de passagiers geen vloer onder hun voeten hebben nadat men het station is uitgereden. De voeten bengelen dus boven de baan en dit geeft een speciaal gevoel. Vaak hebben vloerloze achtbanen veel inversies. In principe is een omgekeerde achtbaan ook een vloerloze achtbaan. Het verschil met de omgekeerde achtbaan is dat de vloerloze achtbaan zich boven de baan bevindt en de omgekeerde achtbaan zich onder de baan bevindt. De eerste vloerloze achtbaan was Medusa (tegenwoordig Bizarro) in Six Flags Great Adventure (VS) uit 1999. Om fatsoenlijk in te kunnen stappen wordt er bij het instappen een beweegbare vloer omhoog gebracht, die weer verdwijnt wanneer iedereen is ingestapt en het ritje begint. Bij het uitstappen komt de beweegbare vloer weer omhoog. Een voorbeeld van een vloerloze achtbaan in Nederland is: Baron 1898 (de Efteling
). Een deels vloerloze achtbaan is Lost Gravity (Walibi Holland) al valt deze eigenlijk binnen de categorie BigDipper.
1. Duikachtbaan
Een duikachtbaan (ook wel dive coaster) is een achtbaantype waarbij minstens één (meestal de eerste en de grootste) afdaling (zo goed als) verticaal verloopt. Het traject gaat daar (zo goed als) loodrecht naar beneden. De bekendste producent van duikachtbanen is Bolliger en Mabillard. Typisch aan deze duikachtbanen is dat de afdaling meestal net geen 90 graden is. De afdaling van Baron 1898 is bijvoorbeeld 87 graden. Volgens de producent is dit prettiger om te ervaren. In duikachtbanen van B&M bevindt zich boven op de afdaling ook een extra baanelement, bestaand uit een remsysteem, dat ervoor zorgt dat het voertuig nog enkele seconden bovenaan de helling blijft hangen. Het doel hiervan is om spanning op te bouwen. Gerstlauer produceert ook achtbanen met een val die zelfs meer dan verticaal is. Deze achtbanen worden de Euro-Fighters genoemd. Deze zijn echter officieel geen duikachtbanen, omdat ze niet door Bolliger en Mabillard zijn gefabriceerd. Nederland kent dus een duikachtbaan: Baron 1898 (de Efteling). Daarnaast kent Nederland ook een Euro-Fighter: Falcon (Attractiepark Duinrell).
De verschillende achtbaantypen staan niet op zichzelf en kunnen met elkaar gecombineerd worden. De Crush Coaster in Disneyland Parijs is bijvoorbeeld een draaiende overdekte achtbaan, De Baron 1898 in De Efteling is een vloerloze duikachtbaan en de Winja’s Fear en Winja’s Force in Phantasialand in Duitsland is zelfs een draaiende duellerende indoor wildemuisachtbaan.
Dit artikel is geschreven door Ties Grotenhuis, student Rechten.