De tweede helft van de 20e eeuw werd overschaduwd door de Koude Oorlog. Het was een tijdperk van ‘gewapende vrede’, waarin de spanningen tussen de kapitalistische westerse wereld en de communistische landen soms hoog opliepen. Tot een werkelijke oorlog tussen het kapitalistische westen en het communistische oosten kwam het gelukkig niet. Hier en daar in de wereld werden er wel oorlogen op beperktere schaal uitgevochten. Beide machtsblokken vochten niet rechtstreeks met elkaar, maar verdedigden hun belangen in plaatselijke conflicten, zoals in Korea, Vietnam en Afghanistan.
De Koude Oorlog begon na de Tweede Wereldoorlog en eindigde met de opheffing van de Sovjet-Unie in 1991. Er waren verschillende kritieke momenten en gebeurtenissen tijdens de Koude Oorlog die de wereld op de rand van een Derde Wereldoorlog brachten. Hieronder een lijstje van 10 belangrijke momenten met een grote invloed op de verhoudingen tussen de kapitalistische en de communistische landen.
De Berlijnse luchtbrug
Leerlaufprozess/wikipedia
De Koude Oorlog begon met de zogenaamde ‘Blokkade van Berlijn’. Na de Tweede Wereldoorlog deelden de geallieerden de Duitse hoofdstad op in 4 zones, die respectievelijk bezet werden door de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, Frankrijk en Groot-Brittannië. Berlijn lag in Oost-Duits grondgebied, dat gecontroleerd werd door de Sovjet-Unie. In de drie westelijke zones wilden de bezetters een nieuwe munteenheid invoeren, de Deutsche Mark. Dit was niet naar de zin van de Sovjet-Russische leider Stalin, die vond dat de afspraken tussen de 4 bezettingsmachten niet werden nageleefd.
Henry Ries / USAF / Publiek Domein
Stalin reageerde fel: hij liet op 26 juni 1948 alle toevoerwegen over land en over water naar West-Berlijn afsnijden. De bevoorrading van West-Berlijn was op de gebruikelijke manier niet meer mogelijk. De VS en Groot-Brittannië stelden daarom een luchtbrug in. Zo’n 2,3 miljoen ton voorraden werden in een periode van 11 maanden overgevlogen naar de 3 West-Berlijnse vliegvelden Tempelhof, Gatow en Tegel. Om de 3 minuten landde een vliegtuig met goederen. Om dit alles in goede banen te leiden, stelden de luchtverkeersleiders éénrichtingsverkeer in van en naar Berlijn. Vliegtuigen die naar West-Berlijn vlogen, kwamen uit Frankfurt am Main en Hamburg. Vliegtuigen die terugkeerden naar West-Duitsland, moesten naar Hannover vliegen.
U.S. Air Force / Publiek Domein
De westerse wereld beschouwde de Verenigde Staten en Groot-Brittannië als helden, omdat zij ondanks de blokkade de West-Berlijnse bevolking van goederen bleven voorzien. De Sovjet-Russische leider Stalin zag in dat hij door zijn blokkade gezichtsverlies leed. Op 12 mei 1949 stelde hij daarom de toegangswegen tot West-Berlijn terug open.
Het neerschieten van een Amerikaans U2-verkenningsvliegtuig
USAF/Publiek Domein
Op 1 mei 1960 schoten de Sovjets een Amerikaans verkenningsvliegtuig neer boven Sovjet-Russisch grondgebied. Dit was een van de weinige keren tijdens de Koude Oorlog dat Sovjet-Russische troepen rechtstreeks vuurden op een Amerikaanse militair. In het U2-spionagevliegtuig zat piloot Gary Powers, die het toestel met zijn parachute veilig kon verlaten maar in handen viel van de Sovjets. De regering van de Verenigde Staten beweerde eerst dat het over een NASA-weersverkenningsvlucht ging waarvan de piloot bewusteloos was geraakt. Toen de Sovjets in het neergeschoten toestel foto’s vonden die Powers had genomen van Russische militaire installaties, werd duidelijk dat het wel degelijk over spionage ging. De Amerikaanse president Eisenhower was in verlegenheid gebracht.
Mikko Tapio Vartiainen/wikicommons media
Wegens dit incident weigerde de Sovjet-Unie aanvankelijk deel te nemen aan een geplande topconferentie tussen de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en de Sovjet-Unie. Die conferentie ging uiteindelijk wel door, maar de relaties tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie hadden een flinke deuk gekregen. Gary Powers stond in de Sovjet-Unie terecht voor spionage en kreeg een gevangenisstraf van 10 jaar. Hij kwam terug vrij in 1962, in ruil voor de vrijlating van de Sovjet-Russische spion Rudolf Abel. In een militair museum in Moskou stelt Rusland nog steeds onderdelen tentoon van het neergeschoten U2-spionagevliegtuig.
De Cubacrisis
De Cubacrisis in oktober 1962 bracht de wereld op de rand van een nucleaire Derde Wereldoorlog. Een Amerikaans U2-verkenningsvliegtuig ontdekte op Cuba raketbases in opbouw, van Sovjet-Russische makelij. Raketten die daar werden afgevuurd, zouden heel snel het zuiden van de Verenigde Staten kunnen bereiken. De Amerikaanse president Kennedy overlegde met zijn militaire staf en besloot tot een blokkade van Cuba.
USN/Publiek Domein
Op de internationale wateren rond Cuba patrouilleerden Amerikaanse schepen om Sovjetschepen met militaire goederen tegen te houden. Het Amerikaanse leger werd intussen in de hoogste staat van paraatheid gebracht. De wereld hield haar adem in. Druk diplomatiek overleg tussen de VS en de Sovjet-Unie resulteerde uiteindelijk in de terugtrekking van de Sovjetschepen rond Cuba en de verwijdering van de kernraketten. Ook de Verenigde Staten deden een toegeving: zij verwijderden in alle stilte hun kernraketten in Turkije en Italië, die op de Sovjet-Unie gericht waren.
Abbie Rowe/Publiek Domein
Tijdens de Cubaanse crisis stond de wereld dichter bij een alles vernietigende nucleaire oorlog dan ooit in de geschiedenis. Naar aanleiding van deze crisis werd in 1963 een directe telefoonverbinding tussen het Witte Huis in Washington en het Kremlin in Moskou in gebruik genomen. Voortaan konden de leiders van de VS en van de Sovjet-Unie rechtstreeks met elkaar bellen om een nieuwe crisis te voorkomen.
De Vietnamoorlog
In het begin van de jaren 60 van de vorige eeuw was Vietnam opgesplitst in een noordelijk gedeelte, onder het communistische bewind van leider Hồ Chí Minh, en een zuidelijk gedeelte dat onder westerse invloed stond. Het communistische regime van Noord-Vietnam wilde meer greep krijgen op het zuiden. Guerrillastrijders uit het noorden (later bekend als de Vietcong) drongen Zuid-Vietnam binnen en streden tegen de Zuid-Vietnamese regering, die geholpen werd door de Verenigde Staten. Noord-Vietnam zocht steun bij de Sovjet-Unie. Zuid-Vietnam riep de hulp in van de VS in de strijd tegen de Vietcong.
US Air Force /Publiek Domein
De VS stuurde steeds meer troepen en wapens naar het land. Het conflict evolueerde tot een zeer bloedige en lange oorlog. Het Amerikaanse leger voerde massaal bombardementen uit en gebruikte zelfs chemische ontbladeringsmiddelen (het beruchte Agent Orange) om de strijd in de jungle te winnen. Op het hoogtepunt van de Vietnamoorlog, in 1969, bevonden er zich meer dan 540 000 Amerikaanse militairen in Vietnam. Toch slaagden de Amerikanen er niet in om de Vietcong volledig onder controle te krijgen.
Tijdens het zogeheten Tet-offensief van de Vietcong vielen er meer dan 3.000 burgerslachtoffers. Onder druk van de publieke opinie en massale protesten tegen de Amerikaanse inmenging in Vietnam, besloot de VS om zich uit de strijd terug te trekken. Op 30 april 1975 verlieten de laatste Amerikaanse militairen het Vietnamese grondgebied, terwijl de Zuid-Vietnamese hoofdstad Saigon werd ingenomen door Noord-Vietnam. De Vietnamoorlog kostte aan ongeveer 2,5 miljoen Vietnamezen het leven. Onder de Amerikaanse militairen vielen er meer dan 58.000 slachtoffers. Talrijke veteranen bleven nog jarenlang lichamelijke en geestelijke gevolgen ondervinden van hun diensttijd in Vietnam. De VS en de Sovjet-Unie streden op geen enkel ogenblik rechtstreeks met elkaar, maar steunden wel de twee strijdende partijen in een verafgelegen gebied. Dit was typisch voor de Koude Oorlog.
De inval van de Sovjet-Unie in Afghanistan
Ook in Afghanistan woedde in de jaren 80 van de vorige eeuw een oorlog, waarbij de twee kampen steun kregen van respectievelijk de Sovjet-Unie en de VS. De Afghaanse oorlog begon met de invasie van Sovjet-Russische troepen op 24 december 1979. Het communistische bewind van Afghanistan voerde al lang een strijd tegen islamitische verzetsstrijders van de moedjahedien. De rebellen van de moedjahedien ontvingen hulp van de Verenigde Staten. De Afghaanse oorlog sleepte 10 jaar aan: van 1979 tot 1989. De Sovjet-Unie stuurde meer dan 600.000 militairen naar Afghanistan. De troepen van de Sovjet-Unie en de Afghaanse communistische leiders controleerden slechts 20% van het Afghaanse grondgebied en waren niet in staat om de islamitische moedjahedien-rebellen te verslaan.
In 1989, toen de gematigde Sovjetleider Gorbatsjov aan de macht kwam, besloot de Sovjet-Unie om zijn troepen uit Afghanistan terug te trekken. De oorlog had aan 14.751 Sovjetmilitairen het leven gekost, 5 miljoenen vluchtelingen op de been gebracht en zo’n 1,5 miljoen burgerslachtoffers veroorzaakt. Na de terugtrekking van de Sovjettroepen brak er in Afghanistan een wrede burgeroorlog uit. Net als in Vietnam, verdedigden de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten hun belangen tijdens een bloedige oorlog in een ander land, ten koste van miljoenen mensenlevens.
De Koreaanse oorlog
Korea werd na de Tweede Wereldoorlog verdeeld in een noordelijk en zuidelijk gedeelte. De scheidingslijn was de 38e breedtegraad. Het noordelijk gedeelte werd bezet door de Sovjet-Unie, het zuidelijke deel door de VS. In Noord-Korea ontwikkelde er zich een communistisch bewind met de steun van de Sovjet-Unie, Zuid-Korea stond onder invloed van de VS. Op 25 juni 1950 vielen de communistische troepen van Noord-Korea het grondgebied van Zuid-Korea binnen. Begin september 1950 bezette Noord-Korea al 90% van Zuid-Korea.
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties reageerde snel. Troepen van de Verenigde Staten en nog 15 andere landen, waaronder Nederland en België, werden naar Zuid-Korea gestuurd. Het offensief van Noord-Korea kwam tot een stilstand. Steeds meer buitenlandse troepen kwamen het leger van Zuid-Korea versterken. Uiteindelijk slaagde de westerse alliantie erin om het Noord-Koreaanse leger heel ver terug te dringen op zijn eigen grondgebied, bijna zelfs tot aan de grens met China. De Chinese leiders vreesden op hun beurt voor een invasie van de westerse coalitie en stuurden Chinese legereenheden naar Noord-Korea. De westerse alliantie moest zich opnieuw terugtrekken.
U.S. Department of Defense (F. Kazukaitis. U.S. Navy)/Publiek Domein
Nog 2 jaar lang vocht Noord-Korea, gesteund door de Sovjet-Unie en China, tegen Zuid-Korea dat hulp kreeg van de VS en andere westerse landen. Uiteindelijk bereikten beide partijen op 27 juli 1953 een wapenstilstand. De grens tussen Noord- en Zuid-Korea werd opnieuw vastgelegd op de 38ste breedtegraad. Een vredesakkoord kwam er echter niet. Tot op de dag van vandaag zijn beide landen officieel nog steeds in staat van oorlog. Regelmatig vinden er schermutselingen plaats in de buurt van de grens en bedreigt Noord-Korea met langeafstandsraketten buurland Zuid-Korea.
De Spoetnikcrisis
NSSDC, NASA
Het nieuws sloeg in als een bom in oktober 1957: de eerste kunstmaan ‘Spoetnik’, van Sovjet-Russische makelij, vloog in een baan om de aarde. Tot dan toe veronderstelden de Verenigde Staten dat ze op het gebied van rakettechnologie en ruimtevaart niets te vrezen hadden van de Sovjets. Op 4 oktober 1957 besefte de VS echter dat de Sovjets in werkelijkheid een enorme voorsprong bezaten in de race naar de ruimte. De Amerikaanse burgers waren geschokt en vreesden voor een aanval met hoogtechnologische kernraketten vanuit de Sovjet-Unie. Een reactie van de Verenigde Staten liet niet lang op zich wachten. Slechts 4 maanden later, op 1 februari 1958, vloog er al een Amerikaanse satelliet om onze planeet (Explorer 1).
NASA
De Amerikaanse regering pompte miljoenen dollars in de opleiding van ingenieurs en wetenschappers, gaf enorme bedragen uit aan wetenschappelijk en technologisch onderzoek en richtte de ruimtevaartorganisatie NASA op. De ruimtewedloop tussen de VS en de Sovjet-Unie was begonnen. De Amerikaanse president Kennedy beloofde dat hij voor het einde van de jaren 60 van de vorige eeuw een mens op de maan zou laten landen. Terwijl de Sovjet-Unie eigen raketten en ruimteschepen als Sojoez verder perfectioneerde, volgden de Amerikaanse ruimtevaartprogramma’s Mercury, Gemini en Apollo elkaar in een snel tempo op. De ruimtewedloop werd uiteindelijk door de VS gewonnen. Op 20 juli 1969 liep Neil Armstrong als eerste mens op de maan.
Het non-proliferatieverdrag: schrik voor een nucleaire oorlog
De voortdurende dreiging van een nucleair conflict tijdens de Koude Oorlog leidde tot het opstellen van een internationaal verdrag in 1968, het zogenaamde non-proliferatieverdrag. Het verdrag had tot doel om het aantal kernwapens te beperken, de verspreiding ervan tegen te gaan, algemene ontwapening na te streven en kernenergie alleen voor vreedzame doeleinden toe te passen. In 1970 trad het verdrag effectief in werking. Op dat ogenblik waren er 5 landen die over kernwapens beschikten: de VS, de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en China. Ook vele andere naties ondertekenden het akkoord. In 2018 waren er 191 landen die het non-proliferatieverdrag hadden bekrachtigd. Een aantal staten weigeren nog steeds hardnekkig om het non-proliferatieverdrag te ratificeren. Dat zijn onder meer India, Pakistan en Israël. Deze 3 landen bezitten nucleaire wapens. Ook Noord-Korea, dat de overeenkomst oorspronkelijk wel ondertekende, trok zich in 2003 terug uit het verdrag. Noord-Korea voerde sindsdien verschillende kernproeven uit.
De val van de Berlijnse Muur
Sinds 1961 werd Berlijn in twee verdeeld door de Berlijnse Muur, opgetrokken door het voormalige Oost-Duitsland (de Duitse Democratische Republiek of DDR). De Berlijnse Muur moest verhinderen dat burgers van de DDR zouden vluchten naar West-Berlijn en het kapitalistische West-Duitsland. De Sovjet-Unie hield streng toezicht op de politiek van de Oost-Duitse regering, zoals ze dat ook deed bij andere Oost-Europese landen.
Raphaël Thiémard/flickr
Toen in 1985 de nieuwe Sovjetleider Gorbatsjov aan de macht kwam, veranderde de buitenlandse politiek van de Sovjet-Unie. Gorbatsjov concentreerde zich op de binnenlandse problemen van de Sovjet-Unie en versoepelde zijn greep op de Oost-Europese landen. Ook in de DDR begon er een nieuwe wind te waaien. De roep om meer democratie werd steeds luider en DDR-leider Honecker, die geen steun meer ontving van de Sovjet-Unie, werd afgezet. De nieuwe DDR-leider Krenz versoepelde de uitreisvoorwaarden voor burgers van de DDR. Een van de hoogste partijleiders in de DDR, Günter Schabowski, kondigde tijdens een verwarrende persconferentie op 9 november 1989 abusievelijk aan dat DDR-burgers vanaf dat ogenblik zonder toelating vrij naar het westen mochten reizen. Massaal stroomden DDR-inwoners door de grensovergangen in de Berlijnse Muur naar West-Berlijn. De grenswachten en het leger van de DDR grepen niet in. Oost- en West-Duitse burgers hakten grote stukken beton uit de Berlijnse Muur, die nu geen functie meer had. Uiteindelijk werd de muur zo goed als volledig gesloopt. De val van de Berlijnse Muur, een belangrijk symbool van de voortdurende spanningen tussen het communistische oosten en het kapitalistische westen, wordt beschouwd als het einde van de Koude Oorlog.
Perestrojka en Glasnost: het einde van de Sovjet-Unie
Ronald Reagan Presidential Library photo id C31982-11
Het aantreden van Michail Gorbatsjov als leider van de Sovjet-Unie in 1985 betekende een drastische wending in de gespannen relaties tussen de Sovjet-Unie en de westerse landen. Gorbatsjov sloeg de weg in van herstructurering (perestrojka) en openheid (glasnost). Dit leidde tot hervormingen in de Sovjet-Unie en de langzame ontwikkeling van een vrije markteconomie. Er was ook meer openheid merkbaar in de Sovjet-Russische media. De burgers mochten eindelijk hun eigen mening laten horen. De veranderingen in de buitenlandse politiek werkten de val van het communisme in de Oost-Europese landen in de hand. Uiteindelijk zou het westersgezinde bewind van Gorbatsjov leiden tot de opsplitsing van de Sovjet-Unie in 1991. De voormalige grootmacht viel uiteen in 15 onafhankelijke republieken, waarvan de republiek Rusland nog steeds de belangrijkste blijft. Na het opheffen van de Sovjet-Unie was de Koude Oorlog definitief voorbij.
2 reacties
hoi
hoi