In de geschiedenis van Ierland speelden mythologische wezens en oeroude legenden steeds een belangrijke rol. De oudste bewoners van Ierland waren de Kelten. Zij geloofden in allerlei fabelachtige wezens. De Keltische druïden verspreidden dit geloof onder de bevolking. Deze historische achtergrond verklaart de talrijke mythen en legenden die tot op de dag van vandaag deel uitmaken van de Ierse cultuur en folklore.
10. De Púca
Púca’s (of Pooka’s) zijn volgens de Ierse folklore harige wezens met een witte of donkere vacht. Ze kunnen eender welke vorm aannemen en hebben er geen moeite mee om te veranderen van bijvoorbeeld een geit naar een kat of hond. Ze kunnen zelfs een menselijke gedaante aannemen, soms met een staart of pels. Tal van mythen over pooka’s doen de ronde. Soms treden ze op als brengers van ongeluk, maar vaak zijn ze vriendelijk en doen mensen geen kwaad. Er zijn verhalen over pooka’s die mensen meenemen voor een wild en angstaanjagend ritje op hun rug. Dat kun je voorkomen door zelf scherpe sporen te dragen, waar de pooka’s schrik voor hebben. Andere pooka’s zijn heel behulpzaam, helpen mee met het werk op een boerderij en waarschuwen soms voor naderend ongeluk.
9. De banshee

Een banshee is een fee die de dood aankondigt. Als een Ierse familie een banshee ziet, betekent dit dat er binnenkort een familielid gaat sterven. Vaak wordt beweerd dat een banshee lange witte haren heeft die ze kamt met een zilveren kam. Soms verschijnt ze als een wondermooie jonge vrouw, soms als een oude vrouw in versleten lompen. Naar verluidt zie je ze soms ook als een meid die kleren aan het wassen is, maar dan wel kleren die doordrenkt zijn met bloed. De ijselijke kreet van een banshee jaagt iedereen de stuipen op het lijf. Een banshee blijft eeuwenlang dezelfde Ierse familie ’dienen’, waarbij ze zich alleen vertoont als de dood van een verwant nabij is. De bekendste banshee uit de Ierse folklore is Aibhill. Deze banshee behoorde tot de koninklijke familie O’Brien. Zij zou in 1014 verschenen zijn aan koning Brian Boru, waardoor deze wist dat hij de komende veldslag niet zou overleven.
8. Dagda’s Harp
Dagda was volgens de Ierse mythologie hogepriester en opperhoofd van de Tuatha Dé Danann, volgens de mythe de oorspronkelijke bewoners van Ierland. Dagda bezat een aantal magische voorwerpen, waaronder een magische harp. Het bespelen van deze harp had een invloed op de seizoenen en ook op de emoties van iedereen die de muziek hoorde. Dagda kon zijn krijgers aanmoedigen bij het begin van een veldslag louter door op zijn harp te spelen. Op een dag werd Dagda’s harp echter gestolen door een rivaliserende stam en meegenomen naar een verlaten kasteel. Dagda en zijn mannen spoorden het kasteel op om de harp terug in bezit te krijgen. Toen Dagda in de buurt van de harp kwam, hoefde hij alleen maar te roepen. De harp herkende de stem van Dagda en vloog dadelijk naar hem toe. Dagda speelde eerst het lied van de tranen op zijn harp. De vijandelijke stam barstte in tranen uit. Daarna speelde hij het lied van de vrolijkheid. Iedereen begon hartelijk te lachen. Tenslotte speelde Dagda het lied van de slaap. De vijandelijke stam viel in een diepe slaap. Dagda en zijn mannen keerden met de harp naar huis terug en werden nooit meer lastiggevallen door hun rivalen.
7. Wisselkinderen

Hoewel feeën over het algemeen worden beschouwd als zachtaardige wezens, bleken ze in de Ierse mythologie toch wat onhebbelijke karaktertrekken te bezitten. Ze waren namelijk verzot op knappe menselijke baby’s. Volgens de legenden stalen ze af en toe een mooi mensenkind en legden er een van hun eigen baby’s voor in de plaats – een zogenaamd wisselkind. Er werd verteld dat feeën mensenbaby’s wegnamen om drie redenen: om een mensenkind tot slaaf te maken, om de liefde van een mensenkind te voelen of louter uit wraak. In de middeleeuwen geloofde men in Ierland dikwijls dat een misvormde of zwaar zieke persoon een wisselkind van feeën was. Dergelijke personen werden daarom soms koelbloedig vermoord. Het geloof in wisselkinderen bleef vele eeuwen bestaan op het Ierse platteland – zelfs tot in 1895. In dat jaar werd Bridget Cleary gedood door haar man, die beweerde dat zijn vrouw een wisselkind was.
6. Saint Patrick

Ook over de patroonheilige van Ierland – Saint Patrick (Patricius) – doen vele mythen en legenden de ronde. Vreemd genoeg was Saint Patrick niet Iers, maar Brits–Romeins. Hij werd rond 390 ergens in Groot-Brittannië geboren en was de zoon van – waarschijnlijk – Romeinse ouders. Als zestienjarige knaap werd Saint Patrick ontvoerd, tot slaaf gemaakt en naar Ierland gevoerd. Zes jaar later ontsnapte hij naar Groot-Brittannië, kreeg daar christelijk onderricht en keerde als missionaris terug naar Ierland. Volgens de legende zouden na een preek van Saint Patrick alle slangen uit Ierland weggevlucht zijn. Moeilijk te geloven, want waarschijnlijk kwamen er sinds de laatste ijstijd geen slangen meer voor in Ierland. In de zevende eeuw, een paar eeuwen na zijn dood, begon zijn verering. Saint Patrick werd de nationale Ierse heilige. Zijn feestdag valt op 17 maart en staat bekend als Saint Patrick’s Day.
5. De kinderen van Lir

Volgens de verhalen hadden koning Lir en zijn vrouw Aoibh vier kinderen. Het koninklijk gezin leefde in voorspoed, tot koningin Aoibh stierf. Koning Lir trouwde enige tijd later met Aoife, de zus van Aoibh. Aoife werd al snel jaloers op de vier kinderen, omdat zij de volle liefde en aandacht kregen van hun vader, koning Lir. Daarom toverde ze de kinderen van Lir om in zwanen. De kinderen moesten 900 jaar lang als zwanen leven: 300 jaar op het meer Lough Derravaragh, 300 jaar op de zee Sea of Moyle en 300 jaar op de wateren rond het eiland Inish Glora. De vier zwanen, die hun menselijke stem hadden behouden, vertelden koning Lir wat er was gebeurd. Koning Lir werd woedend op Aoife en toverde haar om in een vogel. De koning zorgde voor de vier zwanen, die eigenlijk zijn kinderen waren, tot aan zijn dood. Na 300 jaar moesten de zwanen vertrekken naar de koude zeestraat Sea of Moyle tussen Schotland en Ierland, waar ze veel ontberingen leden. Nog eens 300 jaar later kwamen de vier zwanen in de koude Atlantische Oceaan rond het eiland Inish Glora terecht. Uiteindelijk was het tijdstip aangebroken waarop de vervloeking zou eindigen. De zwanen vlogen naar huis, maar hun vroegere paleis was een ruïne geworden. Hun vader was al lang dood en er leefde niemand meer die ze nog kenden. Toen een monnik van een naburig klooster de kerkklok luidde, kregen ze hun menselijke gedaante terug. De kinderen, die intussen al meer dan 900 jaar oud waren, stierven vrijwel onmiddellijk wegens hun hoge ouderdom. Ze werden door de monnik dicht bij de kerk begraven.
4. Fionn mac Cumhaill
Fionn mac Cumhaill (Finn MacCool) was volgens de Ierse folklore een machtige krijger die in de derde eeuw na Christus in Ierland leefde. Er wordt verteld dat hij de aanvoerder was van de Fianna, een groep van mythologische krijgers die bekend stonden om hun enorme kracht en reusachtig voorkomen. Finn zou meer dan vijftien meter lang zijn geweest. Hij was niet alleen groot, maar ook een genereus en wijs man. Die wijsheid had hij gekregen van een mysterieuze zalm die hij in een rivier gevangen had. Die zalm was de drager van alle kennis en wijsheid van de wereld. Toen hij de zalm klaargemaakt had en wilde opeten, verbrandde hij zijn duim aan het hete vet dat uit de zalm kwam. Om de pijn te verzachten stak Finn zijn duim in zijn mond. Onmiddellijk verkreeg hij alle kennis en wijsheid van de zalm. Tijdens de rest van zijn leven stak hij telkens zijn duim in zijn mond als hij op zoek was naar de oplossing van een moeilijk probleem.
3. De shamrock
Een ’shamrock’ is een klaverblad met drie blaadjes. Het is een officieus symbool van Ierland. Druïden beschouwden klaver als een heilige plant waarmee het kwaad kon verdreven worden. De drie hartvormige blaadjes waren voor de Kelten het bewijs dat deze plant mythische eigenschappen bezat. Voor de Kelten was het getal drie immers een heilig getal. Naar verluidt zou Saint Patrick, de patroonheilige van Ierland, het klaverbladje met drie blaadjes gebruikt hebben om de goddelijke Drie-eenheid uit te leggen. De shamrock is geen officieel symbool van Ierland (dat is de Keltische harp), maar het klaverplantje komt wel voor in de logo’s van veel Ierse organisaties. Het beste voorbeeld is de Ierse nationale luchtvaartmaatschappij, Aer Lingus, die de shamrock als logo gebruikt. Nog steeds hechten sommige Ieren geloof in de magische en profetische krachten van het klaverplantje. Zo wordt er beweerd dat de drie blaadjes van de shamrock rechtop gaan staan als er storm op komst is…
2. De leprechaun
Een zeer populaire mythische figuur uit Ierland is de leprechaun. Een leprechaun is een soort kabouter, meestal voorgesteld met een rode baard en uitgedost in een groen kostuum met hoed. Alle leprechauns zijn volgens de mythe schoenmakers. Geen goede schoenmakers echter, want ze werken telkens slechts aan één schoen tegelijk, nooit aan een paar schoenen. Leprechauns doen niemand kwaad, maar het zijn wel heuse plaagstokken. Ze zijn gek op melk, en wie ’s morgens zijn melkflessen leeg voor de deur vindt, kan wel eens een leprechaun op bezoek hebben gehad. Naar verluidt bewaken leprechauns een grote pot met goud die in de bodem begraven is, precies op de plaats waar het einde van de regenboog de aarde raakt.
1. Feeën
Nog bekender dan leprechauns zijn feeën in Ierland. Meestal stellen we ons een fee voor als een klein vrouwelijk wezentje met glinsterende vleugels dat volwassenen en kinderen geluk brengt. Denk maar aan het verhaaltje over de tandenfee, die ’s nachts uitgevallen melktanden van kinderen omruilt voor een cadeautje. De feeën in de Ierse mythologie daarentegen kunnen eender welke gedaante aannemen. Meestal zijn ze even groot als volwassen vrouwen, bezitten geen vleugels en hebben een onweerstaanbare schoonheid. Geluk brengen doen de feeën uit de Ierse mythologie echter niet. Je moet tot op de dag van vandaag opletten waar je in Ierland een weg aanlegt of een huis bouwt. Volgens het diepgewortelde Ierse bijgeloof mag dat vooral niet op een plaats zijn waarvan men gelooft dat er feeën wonen, de zogenaamde feeënforten. Een weg aanleggen door een feeënfort zou immers enorm veel onheil veroorzaken. Er zijn zelfs verhalen bekend over Ierse bouwfirma’s die het traject van een weg moesten wijzigen onder druk van de lokale bevolking, die nog steeds hardnekkig in feeën geloofde.
Meer lijstjes