In januari zaten er weer duizenden Nederlanders klaar voor de jaarlijkse tuinvogeltelling. Welke vogels zien we het meest in onze tuinen? Het zachte weer van deze winter heeft minder vogels ertoe aangezet om de tuinen in te trekken, in het bos was nog voldoende eten te vinden. Tijdens de afgelopen Tuinvogeltelling zijn er daarom veel minder vogels in de tuinen opgemerkt dan in voorgaande jaren
10. Spreeuw
Hoor je langdurig gekwetter, dan is de kans groot dat een groepje spreeuwen je tuin heeft gevonden. Naast zijn luidruchtige aanwezigheid kenmerkt de spreeuw zich door zijn gespikkelde verenkleed. Deze veren zijn overwegend glanzend zwart van kleur. Overigens bevat het verenkleed ’s winters meer spikkels dan in de zomer. Het kopje van de spreeuw is vooral groen van kleur. Het is moeilijk om mannetjes en vrouwtjes van elkaar te onderscheiden. Niet alleen hun kleurstelling is nagenoeg hetzelfde, ook zijn ze net zo groot van formaat. Een spreeuw is ongeveer 21 centimeter lang en weegt maximaal 80 gram. Sinds de jaren ’90 loopt de populatie spreeuwen in Nederland snel terug. Als voornaamste reden voor deze ontwikkeling wordt het verdwijnen van eilanden genoemd.
9. Ekster
Bij de Tuinvogeltelling laat de ekster zich het gemakkelijkst tellen; zijn zwart-witte verenkleed valt wel op. De ekster is familie van de kraai. Deze vogel staat bekend als echte omnivoor; naast zaden van de voertafel en planten, eet de ekster ook insecten. Als het eksterpaar jongen heeft, krijgen die gerust ook eieren en jongen van andere vogels te eten. Vermeldenswaardig is dat eksters graag een lange termijn verbintenis met elkaar aangaan. Ze vormen levenslange broedparen. Ook als de jongen zijn uitgevlogen, blijft het gezin nog enige tijd bij elkaar. Eksters zijn niet heel bang uitgevallen. Zo laten ze zich zonder schroom aan mensen zien. Ook bouwen ze hun nest gerust in jouw achtertuin.
8. Houtduif
De houtduif is de grootste onder de duiven. Je herkent de houtduif aan zijn grijs paarse kop, grijs roze borst en grijze bovendelen. De witte vlek in de nek en de witte band om de vleugels worden wel als de meest kenmerkende eigenschappen gezien. Onderschat de houtduif niet; rondom hun nest komen ze best agressief over. Zeker de ekster weet dat de houtduif met zijn vleugels zo nu en dan rake klappen kan uitdelen! Het feit dat deze duif ‘slechts’ twee eieren per nest legt, heeft hiermee misschien wel iets te maken. Daar komt bij dat er nog wel eens ei kapot valt. Houtduiven bouwen namelijk slordige nesten. Overigens hebben de mannetjes en vrouwtjes de broedtaken eerlijk verdeeld.
7. Turkse tortel
Als je een aantal keren achter elkaar ‘pwopeetje’ hoort, dan heb je bezoek van de Turkse tortel. Deze duif is lichter van kleur dan de houtduif. Meer concreet is de Turkse tortel bedekt met lichtbeige grijze veren en voorzien van een zwart witte nekband. Deze vogels bewegen zich redelijk gemakkelijk in de omgeving van mensen. Zeker als ze daar hoenders aantreffen! Turkse tortels voeden zich met rupsen, torren, kleine vruchten en zaden. Opmerkelijk aan de vogelsoort is dat de Turkse tortel het gehele jaar door kan broeden. Meer dan eens overkomt het deze duif dat zijn broedsel mislukt! Het tortelstel geeft niet op en bouwt razendsnel weer een nieuw nest. Door deze vlijt lukt het de meeste Turkse tortels om eens per jaar vliegbestendige jongen af te leveren.
6. Kauw
De kauw staat bekend als één van de kleinste kraaisoorten. Zo wordt deze vogel maximaal 39 centimeter lang. Hoewel je de kauw overwegend in de grijze versie tegenkomt, komen er ook volledig zwarte exemplaren voor. Meestal zie je deze vogel in groepen of paren, de kauw is niet graag alleen. Verder staat deze vogel bekend als een gemakkelijke eter. Naast insecten, spinnen en slakken, houdt de kauw van fruit, eieren, zaden en granen. Ook karkassen van overreden dieren en kattenbrokken gaan er bij de kauw wel in! Vroeger werd de vogel als huisdier gehouden, nu mag dat niet meer. Als ze al jong met mensen in contact komen, kun je ze heel tam maken.
5. Vink
Bij de vink kun je de mannetjes en vrouwtjes duidelijk van elkaar onderscheiden. Zo valt het mannetje op door zijn donkerrode, bruine rug. Die van het vrouwtje is meer olijfgroen. Ook verschillen de staarten; die van het mannetje is voorzien van een witte rand. De staart van de vrouwtjesvink is bruiner van kleur. Meer in het algemeen staat de vink bekend als zangvogel. Afgestemd op zijn leefomgeving kent de vinkenzang verschillende dialecten. Vinken voeden zich met zaden, knoppen, insecten, vruchten en bessen. Rondom de voedertafel duldt de vink geen andere bezoekers! Overigens trekt de vink wel met andere vogels. Zo kunnen ze het goed vinden met de groenling en geelgors. Ook leeuweriken behoren tot de vriendenkring van de vink.
4. Pimpelmees
In tegenstelling tot spreeuwen en huismussen, neemt het aantal pimpelmezen in Nederland toe. Zo staat deze vogel bekend als slim; ze weten bijna overal voedsel te vinden. Ook kunnen pimpelmezen een hoge leeftijd bereiken. Acht jaar is geen uitzondering. De oudste, in Nederland geregistreerde vogel van deze soort is 19 jaar oud geworden. De pimpelmees leeft vooral in bosrijke gebieden. Overal waar bomen staan, voelen ze zich thuis. In hun optiek behoren daartoe ook tuinen met veel groen. Deze vogel bevindt zich graag tussen de struiken. Fruittelers zien de pimpelmees graag; ze vormen een biologische bestrijding van bladluis. Helaas gaat hun zoektocht nog wel eens ten koste van het blad!
3. Merel
Ook bij de merel zijn de verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes duidelijk waarneembaar. Op een spitse, oranje snavel na, is het mannetje egaal zwart. In het Verenigd Koninkrijk noemt men hem ook wel ‘blackbird’. Zijn spanwijdte reikt tot wel 38,5 centimeter. Het lijf van een vrouwtjesmerel is aardbruin van kleur. Ook de kleur van haar snavel wijkt af, deze is bruingeel. Meer in het algemeen is zij een maatje kleiner. De merel behoort tot de familie van de lijsters. Deze staan bekend om hun zangkwaliteiten, waaraan ook de merel graag een bijdrage levert. Vanaf februari laat het mannetje zowel ’s morgens als ’s avonds van zich horen. Als zijn vrouwtje eenmaal op de eieren zit, gaat hij mogelijk nog uitbundiger zingen.
2. Koolmees
Met de populatie koolmezen zit het wel goed. Het geschatte aantal koppels in ons land vertoont nog altijd een stijgende lijn. De koolmees bereikt een gemiddelde leeftijd van 10 jaar. Deze vogel vertoeft het liefst in een bosrijke omgeving. Ook in tuinen met veel groen of in boomgaarden kom je de koolmees tegen. Menig eigenaar van een boomgaard is niet zo blij met de koolmees. In zijn zoektocht naar rupsen op het blad van de bomen, richt hij doorgaans veel schade aan. Naast het nuttigen van rupsen, zaden en bessen, laat de koolmees zich de vetbollen en pindalijnen in onze tuinen goed smaken. Tenslotte nog een leuke wetenswaardigheid over zijn stemgeluid; de roep van de koolmees laat zich vergelijken met de sirene van een politiewagen.
1. Huismus
De huismus stamt af van een ‘chique’ familie, namelijk die van de Passeridae. Met zijn vrolijke getjilp en zijn huppende bewegingen is de huismus een graag geziene vogel. Hoewel de huismus deze lijst aanvoert, laat de populatie al tientallen jaren een dalende lijn zien. Als belangrijkste oorzaak wordt de verminderde schuil- en nestgelegenheid genoemd. Zo worden de huizen van tegenwoordig voorzien van een andere dakpanconstructie. Ook in de hedendaagse tuin voelt de huismus zich minder thuis. Een tweede oorzaak betreft het afgenomen voedselaanbod. Dan moet je vooral denken aan andere oogstmethoden. Ook kloppen minder mensen hun tafelkleed buiten uit. Verder heeft de mus van nu meer last van graaiende huiskatten.
4 reacties
ik vind de merel een mooie vogel en de naam ook want mijn nicht heet ook merel
Ja! Wat leuk zeg, goh heet je nicht Merel, jeetje wat leuk. Boeiend ook zeg! Goh, leuk hoor
haha
Leuk he mensen afzeiken……