Elk weekend trekken in België vele duizenden voetbalsupporters naar de stadions om hun clubs aan te moedigen. Wat zijn de 10 grootste Belgische voetbalstadions? Wanneer zijn deze stadions gebouwd en hoeveel toeschouwers kunnen zij maximaal ontvangen bij een voetbalwedstrijd?
10. Stayen (14.600 toeschouwers)
Een suiker fabrikant uit Sint-Truiden besloot in 1927 om de plaatselijke voetbalclub STVV te helpen. Die club bestond pas enkele jaren en had geen goede accommodatie. Voortaan mochten ze spelen op een terrein van de suiker fabrikant. Voorafgaand aan wedstrijden en trainingen mochten spelers zich omkleden in de suikerfabriek. Het voetbalveld bevond zich in de oude wijk Stayen, vandaar dat het die naam kreeg. De suikerfabriek kwam ten einde in 1959. Het voetbalterrein bleef echter bestaan.

In de loop der jaren is het uitgebreid en gemoderniseerd met onder andere betere sportveldverlichting, zitplaatsen, spelersfaciliteiten, en uitgegroeid tot een serieus voetbalstadion. Midden jaren zestig had het zijn grootste capaciteit: 20.000 toeschouwers. Sinds een grote modernisering van het stadion in 2009 heeft het nog een capaciteit van 14.600 toeschouwers. STVV heeft echter de mogelijkheid om de capaciteit indien gewenst uit te breiden via een aantal ingrepen (waaronder mobiele staantribunes) tot 17.850 toeschouwers.
9. Stade du Pays de Charleroi (15.000 toeschouwers)
Vroeger was Charleroi een bloeiende mijnwerkersstad. Hun beroemdste mijn was Mambourg. In het voetbalstadion dat in 1939 in deze plaats werd geopend stonden de tribunes vaak vol met mijnwerkers. Het stadion werd daarom het Stade de Mambourg genoemd.

Met het oog op het EK voetbal 2000 werd het stadion op grootse wijze verbouwd. Het kreeg toen een nieuwe naam: Stade du Pays de Charleroi. De maximale capaciteit was op dat moment 30.000 toeschouwers. Er waren echter problemen met de bouwvergunningen van de grote nieuwe tribunes. Ook waren er diverse andere praktische problemen met het vernieuwde stadion. Daarom moest het in de daaropvolgende periode nog meermaals verbouwd worden. Tegenwoordig kunnen er nog 15.000 toeschouwers in dit stadion van Royal Charleroi Sporting Club.
8. Bosuilstadion Antwerpen (16.144 toeschouwers)
Het Bosuilstadion behoort tot de meest legendarische voetbalstadions van België. Vanwege de sfeer op de tribunes tijdens de interlands tussen België en Nederland droeg het vroeger als bijnaam ‘De Hel van Deurne-Noord’.

Antwerp FC heeft al sinds 1923 de Bosuil als thuis locatie. Oorspronkelijk had het stadion een capaciteit van circa 38.000 toeschouwers. Later werd dit uitgebreid naar 60.000 toeschouwers. Dit ooit zo glorieuze stadion verpauperde echter sterk in de jaren tachtig en negentig. Diverse malen moest de gemeente om veiligheidsredenen besluiten om het stadion tijdelijk te sluiten.
Er waren toen plannen om elders een klein, modern stadionnetje voor Antwerp FC te bouwen en de oude Bosuil definitief te sluiten. Uiteindelijk is er toch besloten om het monumentale Bosuilstadion te blijven gebruiken, maar het wel radicaal te verbouwen. Het stadion heeft nu nog maar een capaciteit van 16.144 toeschouwers.
7. AFAS-stadion Achter de Kazerne (16.672 toeschouwers)

In 1898 nam het Belgische leger de Baron Michel Kazerne in Mechelen in gebruik. Het was een imponerend bouwwerk. In 1911 was de plaatselijke voetbalclub KV Mechelen op zoek naar een nieuw terrein om een stadion te kunnen bouwen. Uiteindelijk vonden zij een terrein vlakbij de militaire kazerne. Vanwege die locatie werd de accommodatie van KV Mechelen ‘het Stadion Achter de Kazerne’ genoemd. Hoewel die militaire kazerne in de jaren zeventig werd gesloten, heeft het stadion altijd die naam gehouden. Maximaal 16.672 toeschouwers kunnen in dit stadion naar de thuiswedstrijden van KV Mechelen kijken.
6. Ghelamco Arena – Arteveldestadion (20.175 toeschouwers)
In juli 2013 werd dit stadion van KAA Gent geopend. Vergeleken met veel andere Belgische voetbalstadions is het een erg modern stadion. Het is een multifunctioneel complex, dat ook veel kantoorruimtes bevat, maar eveneens cafés, restaurants, een supermarkt en een sportschool.

Er zitten diverse duurzame snufjes in het ontwerp. Zo wordt er regenwater opgevangen, dat onder meer gebruikt wordt voor het besproeien van het voetbalveld voor de wedstrijden, maar ook voor het sanitair.
5. Lotto Park – Astridparkstadion (21.500 toeschouwers)
In 1911 werd in Brussel een park aangelegd dat de naam Parc du Meir kreeg. Na enkele jaren kreeg de voetbalclub Anderlecht een deel van dit park tot zijn beschikking om daar zijn wedstrijden te spelen. In 1935 werd de naam van het park veranderd in Astridpark, als eerbetoon aan de Belgische koningin Astrid die dat jaar door een auto-ongeluk was overleden.

Het stadion van Anderlecht wordt in de volksmond sindsdien het Astridparkstadion genoemd. De officiële naam was oorspronkelijk het Émile Verséstadion, naar een grote geldschieter uit de oertijd van de club. Vervolgens droeg het stadion van 1983 tot 2019 de naam Constant Vanden Stockstadion, als eerbetoon aan die legendarische voorzitter. Tegenwoordig is de officiële naam van het stadion Lotto Park.
Rond 1980 had het stadion een capaciteit van 38.349 toeschouwers, maar vanwege veiligheidsredenen en moderniseringen is de capaciteit tegenwoordig 21.000 toeschouwers.
4. Cegeka Arena – Fenixstadion (23.718 toeschouwers)

Racing Genk ontstond in 1988 als gevolg van een fusie tussen Thor Waterschei en KFC Winterslag. In de begintijd speelde Genk in het oude stadion van Winterslag. Ondertussen werd bij het André Dumontstadion (het oude stadion van Thor Waterschei) een nieuwe hoofdtribune gebouwd. In 1990 verhuisde de club naar die locatie. Vervolgens vond er in 1999 een grootschalige verbouwing van het stadion plaats. Hierna is het stadion van Genk nog diverse malen gemoderniseerd. De thuiswedstrijden van Genk kunnen door maximaal 23.718 toeschouwers bezocht worden.
3. Maurice Dufrasnestadion – Sclessin (27.670 toeschouwers)
Al sinds 1909 is dit de locatie waar Standard Luik zijn thuiswedstrijden speelt. Vaak wordt dit stadion Sclessin genoemd, naar de gelijknamige wijk waarin het zich bevindt. Het stadion is in de loop der jaren vaak verbouwd.

In 1973 bereikte het zijn grootste capaciteit, namelijk 43.000 toeschouwers, maar later is dat vanwege moderniseringen en veiligheidsmaatregelen gedaald naar 27.670 toeschouwers.
2. Jan Breydelstadion (29.062 toeschouwers)

Midden jaren zeventig kregen de aartsrivalen Club Brugge en Cercle Brugge een gezamenlijk stadion: het Olympiastadion. Ten behoeve van het EK voetbal 2000 werd dit stadion in de jaren negentig op grootse wijze verbouwd en gemoderniseerd. De capaciteit werd circa 30.000 toeschouwers. Het kreeg toen ook een nieuwe naam, het Jan Breydelstadion. Dit is een eerbetoon aan de 14e eeuwse volksheld Jan Breydel, die vooral beroemd is uit de roman De leeuw van Vlaanderen van Hendrik Conscience.
1. Koning Boudewijnstadion (50.093 toeschouwers)
Het grootste voetbalstadion van België draagt een afschuwelijke geschiedenis met zich mee. Het ligt in de Brusselse wijk Heizel, vandaar dat het vroeger het Heizelstadion heette. Op 29 mei 1985 vond in dit stadion één van de grootste rampen uit de sportgeschiedenis plaats: het Heizeldrama. Door supportersrellen tijdens de finale om de Europacup I overleden er 39 mensen. Bovendien waren er circa 400 gewonden.

Na de ramp werd er vele jaren bijna niet meer gevoetbald in het stadion. Uiteindelijk werd het in de jaren negentig op grootse wijze gerenoveerd, waarbij er natuurlijk veel aandacht voor betere veiligheidsmaatregelen was. Sinds die renovatie telt het stadion 50.093 zitplaatsen. Omdat de oude stadionnaam een inktzwart imago had gekregen vanwege het Heizeldrama, kreeg het in 1995 een nieuwe naam: het Koning Boudewijnstadion.