Een justitiële dwaling of een gerechtelijke dwaling is een vergissing van de rechterlijke macht waardoor iemand die onschuldig is een hoge straf krijgt opgelegd of levenslang in de gevangenis moet doorbrengen. Gerechtelijke dwalingen komen bij meerdere misdrijven voor, maar bij zware misdrijven zoals moord is er doorgaans meer aandacht voor de gerechtelijke dwaling. Als er geen rechtsmiddel meer openstaat, dan is de straf onherroepelijk, tenzij er nieuwe, essentiële informatie aan het licht komt (een novum). In dat geval kan er sprake zijn van een gerechtelijke dwaling en wordt de zaak heropend.
Hoewel zeldzaam, komen gerechtelijke dwalingen ook in Nederland voor. Oorzaken van gerechtelijke dwalingen zijn bijvoorbeeld: de bekentenis van de verdachte vanwege zware druk, een valse aangifte van het slachtoffer, te veel vertrouwen op één bewijsstuk door politie en justitie en geen aandacht voor andere belangrijke informatie (tunnelvisie) of bevooroordeeldheid van politie en justitie.
Justitiële dwalingen worden gezien als een argument tegen de doodstraf, want als iemand eenmaal geëxecuteerd is en daarna komt nieuw bewijs aan het licht, dan kan dit niet meer teruggedraaid worden. Vaak krijgen mensen die onschuldig gevangen hebben gezeten een schadevergoeding. De hoogte hiervan is afhankelijk van de duur van de gevangenschap. Vaak heeft het onschuldig vastzitten lichamelijke en mentale gevolgen voor de onschuldig veroordeelde.
In deze lijst benoemen we 10 gerechtelijke dwalingen in Nederland.
10. Moord in Giessen-Nieuwkerk (1923)
Bijna 100 jaar geleden, in de nacht van 3 op 4 augustus, was spoorwegwachter Jacob de Jong zijn laatste ronde aan het maken nadat de laatste trein zijn huisje was gepasseerd. De man kwam niet thuis en zijn vrouw en kinderen maakten zich zorgen. Omwonenden vonden het lijk en na onderzoek bleek dat de spoorwegwachter was doodgeslagen met een klauwhamer.
De politie ging op onderzoek uit. Allereerst kwamen twee mannen in beeld die onderhoudswerkzaamheden aan het spoor uitvoerden en een echtpaar dat een van de mannen in de kost had. De twee mannen en het echtpaar werden gearresteerd, maar na een maand werden ze weer vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs en een sluitend alibi.
Een jaar later ging een rijksveldwachter-rechercheur op onderzoek uit en ondervroeg het echtpaar. De druk die op het echtpaar werd uitgeoefend was erg hoog, waardoor het echtpaar een valse getuigenis aflegde. De onderhoudsmedewerkers werden veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf.
Zaak gesloten? Nee, want oud-voetballer en sportjournalist Kick Geudeker voerde speurwerk uit en kwam tot de conclusie dat de getuigenis van het echtpaar verzonnen was, vanwege de druk die uitgevoerd was door de politie. Gevolg: de Hoge Raad wees een herzieningsverzoek toe en uiteindelijk werden de veroordeelden vrijgelaten.
9. Showbizzmoord (1981)
Bart van der Laar was een flamboyante en bekende platenproducent in de jaren ’70. Hij was producer van artiesten als Benny Neyman, LUV’, Babe, Corry Konings en Lenny Kuhr. Van der Laar hield wel van luxe en liet voor een feest kreeft via een limousine invoeren en vloog alleen eersteklas of met een Concorde.
Van der Laar hield zich bezig met muziek, maar ook met drugs en jongensprostitutie. In 1981 werd hij in zijn Hilversumse villa door zijn hoofd geschoten. Na de moord werden maar liefst 600 getuigen gehoord en werd er een groot onderzoek opgezet. Er kwamen vele verdachten in beeld, maar zes personen werden gezien als serieuze verdachten. In 1983, na een uitzending van Opsporing Verzocht, bekende voormalig jongensprostituee Martien Hunnik de moord gepleegd te hebben. Snel na zijn bekentenis, trok hij de bekentenis weer in, maar ondanks dat werd hij veroordeeld tot een celstraf met TBS. Hunnik zat vervolgens 8 jaar vast.
Na zijn vrijlating probeerde Hunnik inzage te krijgen in zijn dossier, maar dat werd hem jarenlang geweigerd. Dat veranderde toen er in 2011 ineens een rapport opdook van de Criminele Inlichtingen Eenheid. De informatie in dat rapport wees in een andere richting en pleitte hem zelfs vrij. Het werd de aanzet tot een herzieningsverzoek aan de Hoge Raad. In 2016 werd Martien Hunnik vrijgesproken voor de moord. Hij kreeg een schadevergoeding en excuses van de staat. Over deze zaak is een zevendelige podcast opgenomen met de naam: Showbizzmoord.
8. Zaanse paskamermoord (1984)
In 1984 werd de 21-jarige verkoopster Sandra van Raalten in de paskamer van kledingboetiek Manouk in Zaandam dood aangetroffen. Ze was gekneveld, haar mond was gesnoerd en haar keel was doorgesneden. De politie ging op onderzoek uit en in 1986 werd fietsenmaker Rob van Zaane gearresteerd. Hij kende namelijk het slachtoffer en het slachtoffer hem, hij had geen alibi, er waren belastende verklaringen tegen hem en ook een geurproef met speurhonden leek tegen hem te werken. De politie dacht dat de moord was gebaseerd op een uit de hand gelopen liefdesspel (sadomasochisme).
Rechercheur Sjoerd Bos was echter al gauw een andere mening toegedaan en gaf in 1986 aan dat niet Van Zaane, maar Erol en Taipovski de moord hadden gepleegd. Dit tweetal was namelijk ten tijde van de moord in de buurt van de boetiek gezien en een van hen had krassen op het gezicht. Daarnaast heeft een van de twee zijn handen gewassen in een emmer van een vrouw die de ramen aan het zemen was. Het onderzoek van Bos werd hem niet in dank afgenomen en hij werd ontslagen bij de Zaanse recherche.
In 1987 veroordeelde de rechtbank Van Zaane tot 12 jaar gevangenisstraf en TBS. Van Zaane ging in hoger beroep en hij werd in 1988 vrijgesproken, al bleven veel mensen geloven dat hij de schuldige was. In 2002 werd er gebruik gemaakt van nieuwe DNA-technieken en die toonden aan dat niet Van Zaane, maar Erol de moord had gepleegd. Op het mes van Erol zat namelijk het bloed van Sandra van Raalten. In 1984 werd weliswaar het mes onderzocht, maar dit werd niet volledig gedaan, waardoor het bewijs uitbleef.
Erol overleed in 1993 aan zijn heroïneverslaving, Taipovski was in 1992 in Noord-Macedonië omgekomen bij een auto-ongeluk. En rechercheur Bos? Hij had het dus al die tijd bij het juiste eind, maar was door de zaak verbitterd geraakt. Zijn gezondheid ging eraan, want hij zocht troost in de drank. In 2015 overleed hij en in 2016 werd hij gerehabiliteerd.
7. Zaak Ina Post (1986)
Ina Post was een bejaardenverzorgster in Leidschendam. In 1986 kwam aan het licht dat de 89-jarige mevrouw Kolstee-Sluiter door wurging was vermoord. De bejaarde vrouw had een aantal cheques en deze werden van haar gestolen en men nam aan dat deze later door de dader waren geïnd.
Er werd een handschrift-onderzoek door de politie uitgevoerd onder de verzorgsters van de bejaarde vrouw. Het handschrift van Ina Post toonde veel gelijkenissen met de handtekeningen op de cheques. Daar kwam nog bij dat Post twee keer de moord bekende, maar volgens haar was dit gebeurd onder grote druk van de recherche. Daarnaast bleek Post te lijden aan een acute stressstoornis ten tijde van de arrestatie. Ina Post werd desondanks veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf.
In 1990 kwam ze vrij, maar daarmee was voor Post de kous nog niet af. Ze wilde haar onschuld bewijzen en zodoende kwam haar zaak in behandeling bij de Commissie evaluatie afgesloten strafzaken (CEAS). Meerdere herzieningsverzoeken werden ingediend, allemaal zonder resultaat, maar nadat de CEAS concludeerde dat de zaak qua bewijsvoering rammelde, besloot de Hoge Raad in 2009 de zaak te heropenen. De nieuwe behandeling werd gedaan door het Gerechtshof in Den Bosch en in 2010 werd Ina Post vrijgesproken. Ze kreeg een schadevergoeding en daarmee richtte zij haar eigen fonds op met als doel onterecht veroordeelden te helpen in hun strijd voor gerechtigheid.
6. Balpenaffaire
In 1991 wordt een vrouw in Leiden dood aangetroffen met in haar rechteroogkas een balpen. Er werd getwijfeld hoe de vrouw aan haar einde was gekomen. Allereerst werd gedacht dat het zou gaan om een ongeluk, waarbij de vrouw zou zijn gestruikeld en daarbij de pen in haar oog kreeg. Daarna wordt toch de ex-man verdacht en vervolgens de zoon. In 1995 wordt de zoon aangehouden, omdat een psychotherapeute beweerde dat hij haar verteld had dat hij met een kruisboog zou hebben geschoten. De forensische onderzoekers kwamen tot de conclusie dat de dood van de vrouw door een val is veroorzaakt, maar andere deskundigen verklaarden dat het onwaarschijnlijk was dat de vrouw door een ongelukkige val was overleden. De rechtbank veroordeelde vervolgens de zoon tot 12 jaar gevangenisstraf. De zoon ging in hoger beroep. Vervolgens werden er verschillende schietproeven ondernomen en aan de hand daarvan werd geconcludeerd dat de zoon zijn moeder niet heeft vermoord met de kruisboog. Bij het hoger beroep waren verschillende deskundigen aanwezig die aangaven dat de moeder moest zijn overleden door een dodelijke val. De zoon werd vrijgesproken. Na deze vrijspraak gaf neurochirurg M. van Duinen in 2000 aan dat een dodelijke val onwaarschijnlijk is en dat de schietproeven niet op een juiste manier zijn uitgevoerd. Forensisch patholoog Frank van de Goot gaf in 2017 drie mogelijke doodsoorzaken. De dood door de kruisboog achtte hij het meest plausibel, omdat bij een val de balpen niet helemaal in de schedel zou doordringen. Tot slot kwam forensisch toxicoloog professor Donald Uges in 2013 met een verklaring dat er geen sprake was van moord of een ongeluk, maar dat er sprake was van zelfmoord – intracranial self-stabbing. Moord, zelfmoord of ongeluk? De balpenaffaire wordt gezien als een justitiële dwaling in Nederland.
5. Hendrik W uit Almelo (1993)
In 1993 vond er een feest plaats in Vriezenveen en tijdens dit feest ontstond er een steekpartij. Er werd gezocht naar de dader en verschillende getuigen wezen naar Hendrik W. Op basis van deze getuigenverklaringen werd Hendrik W. veroordeeld tot een celstraf van 15 maanden.
Het slachtoffer verbleef lange tijd in coma, maar toen hij hieruit ontwaakte, gaf hij aan dat niet Hendrik W., maar waarschijnlijk iemand anders de dader was. Als gevolg hiervan moest de strafzaak opnieuw behandeld worden. Bij deze zaak werden 11 getuigen gehoord. De meesten hadden Hendrik W. in eerste instantie aangewezen als dader, maar kwamen bij de heropende strafzaak uit bij een andere Hendrik: Hendrik H.
Ze hadden Hendrik H. in eerste instantie niet aangewezen als dader vanwege angst voor hem. Drie getuigen werden daarom ook vervolgd voor meineed (als getuige niet de waarheid spreken). Hendrik W. heeft zijn celstraf uitgezeten, maar hij is zijn huis uitgezet en heeft met zijn kinderen moeten vluchten. Hendrik H. heeft vervolgens ook 15 maanden celstraf opgelegd gekregen. Hendrik W. was dus onschuldig.
4. Puttense moordzaak (1994)
In 1994 werd in Putten de 23-jarige stewardess Christel Ambrosius dood aangetroffen in het huis van haar oma. De belangrijkste sporen waren een spermadruppel en haren die niet van Christel waren.
Tijdens het onderzoek werden verschillende mensen uit Putten gehoord, zoals de mannen Wilco Viets, Herman du Bois, Willem Bettink en Gerrit Schuchard, die in de weekenden in een groene Mercedes rondjes door de bossen reden. Een aantal getuigen zag de Mercedes op de dag van de moord rondrijden, en dat was voor de politie reden om de mannen als verdacht aan te merken. Na meerdere verhoren werden Wilco Viets en Herman du Bois aangemerkt als de daders van de moord op de stewardess. Hoewel het sperma niet van een van deze mannen was, oordeelde de politie dat dit door eerder seksueel contact met een derde op het lichaam terecht was gekomen. In 1995 werden de twee mannen (Viets en Du Bois) veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf. De andere twee verdachten, die getuigden tegen de veroordeelden, kregen geen straf opgelegd.
Peter R. de Vries en oud-korpschef Jan Blaauw gingen op onderzoek uit en kwamen in 1999 met een brief met daarin 8 kritiekpunten. Vooral de tunnelvisie van de politie was een reden dat er aan de juistheid van het oordeel werd getwijfeld. In 2002 kwamen beide mannen vrij na tweederde van hun straf uitgezeten te hebben. De Hoge Raad besloot dat de zaak moest worden heropend en uiteindelijk werden de twee veroordeelden alsnog vrijgesproken. Hun schadevergoeding? 900.000 euro per persoon.
Wie heeft dan Christel Ambrosius vermoord? In 2008 is er een DNA-match met Ron P. Het oorspronkelijke DNA-dossiermateriaal van de NFI was verloren gegaan en deskundigen gaven aan dat dit DNA-materiaal wel degelijk van belang was. Desalniettemin werd Ron P. veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar en 6 maanden. Zaak opgelost? Mogelijk, maar wetenschapsfilosoof Ton Derksen geeft aan dat de aantijgingen tegen P. geen stand kunnen houden en dat de werkelijke dader nog altijd vrij zou rondlopen. Een dubbele justitiële dwaling? De toekomst zal het (waarschijnlijk) uitwijzen.
3. Pettense campingmoord (1994)
Het is 2 juli 1994 en op een camping in Petten wordt het stoffelijk overschot van de Duitse toerist Peter Teschke aangetroffen. De doodsoorzaak is een steekincident. De eerste verdachte is een reisgenoot van het slachtoffer. Een getuige zag deze man namelijk met een mes en merkte op dat hij zich nerveus gedroeg. De politie richt zich echter op een andere verdachte, de schoonzoon van het slachtoffer, die aangaf per ongeluk met een mes op zijn schoonvader te zijn gevallen. Deze bekentenis trok hij drie weken later weer in. De rechtbank sprak hem vrij, maar het gerechtshof veroordeelde de Duitser tot 5 jaar cel, ondanks het gebrek aan ooggetuigen en forensisch bewijs. Het moordwapen is nooit gevonden.
De veroordeling was echter twijfelachtig, want volgens het gerechtshof was er een andere verdachte in beeld, van wie destijds al belastende feiten en omstandigheden bekend waren. Er is echter geen onderzoek verricht naar deze persoon ten tijde van de moord. Daarnaast concludeert het gerechtshof dat de verklaringen van de verdachte waarschijnlijk vals en dus niet betrouwbaar waren. Conclusie: er was geen sluitend bewijs dat de verdachte zijn schoonvader om het leven heeft gebracht. In 2022 sprak het gerechtshof in Den Haag de verdachte alsnog vrij.
2. Schiedammer Parkmoord (2000)
In 2000 werden in Schiedam twee kinderen (een jongen en een meisje) seksueel misbruikt. Het tienjarige meisje werd om het leven gebracht en het elfjarige jongetje was ook neergestoken, maar deed zich als dood voor en rende naar een voorbijganger. In de ambulance richting het ziekenhuis gaf hij een beschrijving van de aanvaller en uiteindelijk wist hij te overleven.
Cees B. werd gearresteerd, want hij was dicht bij de plaats delict aanwezig, bekende zijn daad en daarnaast was hij pedofiel. Aan de andere kant werd er geen DNA-materiaal van hem gevonden, kwam het aangegeven signalement niet overeen met Cees B en trok hij zijn bekentenis later weer in. Cees B. had verder geen sluitend alibi en de jongen was gestoken met een mes dat overeenkwam met het mes dat Cees B. op zijn werk gebruikte. Wel was Cees B. ook degene die als eerste de politie waarschuwde door te bellen met zijn mobiele telefoon. Cees B. werd uiteindelijk veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf en TBS.
Na de veroordeling begonnen de twijfels toe te nemen, vooral toen een 25-jarige man onverwachts bij de recherche volledig het misdrijf bekende te hebben gepleegd. Deze bekentenis werd echter achtergehouden voor de Hoge Raad. Zowel politie, het Openbaar Ministerie als de rechterlijke macht hadden te veel vastgehouden aan de gebrekkige ‘bewijsmiddelen’.
De ‘nieuwe’ verdachte, Wik H., voldeed aan het signalement dat het jongetje had gegeven. Daarnaast was Wik H. vaker betrokken geweest bij soortgelijke zaken. Het DNA-materiaal dat gevonden werd kwam overeen met het DNA van Wik H. In 2005 werd bepaald dat bij het gerechtshof in Amsterdam de zaak helemaal overgedaan moest worden. Na 4,5 jaar cel werd Cees B. op vrije voeten gesteld en hij kreeg een schadevergoeding van 600.835 euro. Wik H. werd uiteindelijk veroordeeld voor het misdrijf en kreeg 18 jaar gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging opgelegd.
1. Zaak Lucia de Berk (2003)

Lucia de Berk is een Haagse verpleegkundige die ervan werd verdacht ernstig zieke kinderen en bejaarden te hebben gedood door ze overdoses medicijnen te geven. Ze werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor zeven vermoedelijke moorden en drie vermoedelijke pogingen tot moord tijdens het uitoefenen van haar functie.
Rechtstreekse bewijzen, zoals DNA-sporen of vingerafdrukken, werden nooit gevonden. De Berk werd schuldig bevonden omdat de sterfgevallen waarbij zij betrokken zou zijn, allen onverwacht kwamen en medisch onverklaarbaar waren. Daarnaast had De Berk opvallend vaak dienst tijdens het overlijden van een patiënt. Lucia de Berk leverde verder vaak leugenachtige verklaringen en gedroeg zich vaak verdacht door bijvoorbeeld overdreven bezorgd te zijn. De door verschillende experts geleverde statistische redeneringen maakten het plaatje compleet. Deze statistische redeneringen bleken later omstreden te zijn en na een advies van de CEAS in 2007 werd de strafzaak heropend.
In 2008 kwam De Berk na ruim 6 jaar gevangenschap vrij, nadat deskundigen het bewijs tegen haar onderuit hadden gehaald. Het belangrijkste bewijs: de vergiftiging van een baby, kon niet worden bewezen, aangezien de toegediende medicijnen niet genoeg waren om van vergiftiging te spreken. In 2010 werd ze door het gerechtshof in Den Haag definitief vrijgesproken van de zeven moorden en de drie pogingen daartoe. Ze kreeg van haar ex-werkgever een schadevergoeding van 45.000 euro. In 2014 kwam een film uit over de zaak Lucia de B. In deze film is te zien hoe de veroordeling van Lucia de B. verloopt en wat voor een impact dit heeft op het leven van Lucia de B.
1 reactie
ik vind dat de verantwoordelijken nl. hen die de zg. verdachten koste wat kost achter slot en grendel hebben geplaatst ook ’n schadevergoeding moeten betalen aan de onschuldigen.. maar ja.. Nederland is goed in het wegmoffelen van de namen van deze mensen…