Evolutionair gezien is het belangrijk dat moeders (en in mindere mate ook vaders) hun kroost schattig vinden, want dat bevordert de drang om voor ze te zorgen.
Een baby-gezicht is schattig omdat het proportioneel grote ogen heeft ten opzichte van de rest van het gezicht. Wanneer we dit in andere (vooral zoog-)dieren terugzien, roept dit ook verzorgende instincten bij ons op, ongeacht het feit dat het een andere diersoort is. Denk maar eens aan de enorme aantrekkingskracht en ‘aw’-factor van een jonge pup of kitten.
Maar niet alle dieren met grote ogen zijn schattig. Er zijn namelijk nog andere evolutionaire redenen te bedenken waarom een dier grote ogen zou hebben; veel en goed kunnen zien is namelijk een groot voordeel in het spel van overleven.
Deze lijst bevat dan ook niet de meest schattige ‘oogdieren’, maar wel de meest bizarre, obscure en wellicht griezelige. We beginnen met de meest verwante aan ons mensen, namelijk apen. Na een paar andere zoogdieren te hebben besproken zullen we echter pas écht vreemde dieren gaan zien.
10. De Gibbon
De Gibbon is een mensaap, wat betekent dat het een van de meest nauw verwante diersoorten aan de mens is. We kennen de Gibbon het meest vanwege zijn typische gezwaai en slinger van de ene op de andere tak.
Naast elegante boomklimmers zijn Gibbons bijzonder zachtmoedig en lief, ze zijn monogaam (maken paartjes van twee en blijven bijeen) en ze helpen elkaar als er noodzaak is tot hulp. Bij zulk engelengedrag horen twee enorme kijkers, die samen met hun gebroken witte vacht meehelpen aan een imago van schattigheid dat in dit specifieke geval toevallig wél gerechtvaardigd is).
9. Spookdiertjes
Het lichaam van een Spookdiertje lijkt een beetje op een buitenaards wezen, met lange tengere vingers en tenen, maar de ogen, de ogen zijn prachtig.
Het Spookdiertje is in feite een aap, maar wel een van de minst bekende. Hij leeft in de oerwouden in Zuidoost Azië, en ondanks zijn super schattige uiterlijk is dit dier (in tegenstelling tot meeste primaten) een vleeseter. Hij jaagt op vogeltjes, hagedissen en insecten.
De ogen van het Spookdiertje zijn in proportie tot zijn lichaamsgewicht, het grootste van alle diersoorten op aarde. De oogbollen zijn vast gemonteerd in zijn schedel, dus om rond om zich heen te kijken moet het Spookdier zijn hoofd draaien. Dit, zoals we zullen zien, is echter niet altijd het geval!
8. Kinkajoe
De Kinkajoe is een zoogdier uit Centraal en Zuid Amerika, en het is nauw verwant aan wasberen, hoewel het meer weg heeft van een fret.
Een Kinkajoe kan zowel vooruit als achteruit rennen, dingen grijpen met zijn staart, en tot 40 jaar oud worden, allemaal vrij unieke eigenschappen van de Kinkajoe. Maar het meest bijzondere is zijn stel ogen, de grote glinsterende zwarte bollen die de Kinkajoe een bijzonder schattig diertje maken. Oh, en ze hebben razend scherpe tanden. Maar geen zorgen, het zijn fruiteters.
7. Plompe Lori
Nee, het is niet de meest charmante naam, maar het beestje zelf is bijzonder schattig, en volgens sommige zijn deze Lori’s ook bijzonder mooi. De Plompe Lori heeft tevens het perfecte formaat, ongeveer dat van een pasgeboren baby. Met die ogen, en zo’n lichaampje, wie zou deze Lori niet in de armen willen nemen? Maar laat je niet bedriegen door zijn onschadelijk ogende uiterlijk, want deze Lori kan een gif uit zijn ellenbogen uitscheiden dat dodelijk is voor mensen. Dodelijk schattig, dus!
6. Uilen
Er zijn uiteraard vele soorten uilen, maar ze hebben allemaal op zijn minst een ding met elkaar overeen: hun super grote kijkers.
Uilen zijn nachtjagers, en ze moeten dus goed kunnen zien in het donker. Om dit te bewerkstelligen hebben ze zulke enorme oogbollen. De ogen van een uil kunnen tot wel vijf procent van het lichaamsgewicht groeien. Met die ogen zien ze beter dan ons mensen, zelfs overdag, maar vooral in het donker.
Overigens zeiden we oogbollen, maar dat is niet helemaal correct; uilen hebben namelijk als oog een soort van tube. Daarmee kunnen ze beter zien, maar het betekent wel dat het oog niet gemakkelijk in hun schedel kan roteren. Derhalve moeten uilen dus constant hun hoofd draaien om iets te kunnen zien. Vandaar dat zenuwachtige getrek met het hoofd.
5. Henkel’s bladstaartgekko
Deze jongen is een hagedis die ontdekt werd door Henkel (vandaar de naam, ja). Henkel’s bladstaartgekkos komen voor op Madagaskar, en ze zijn gemiddeld zo’n 280 millimeter lang (ongeveer de lengte van een a-4tje). Ze eten voornamelijk insecten, maar willen zich nog wel eens vergrijpen aan een slangetje of twee.
Wat echter het meest bijzonder is aan Henkel’s gekko, is zijn waanzinnig grote ogen. Niet alleen zijn ze groot, gezien het formaat van het dier, maar ook merkwaardig. Zijn pupillen zijn enorm, en bestaan uit vele verticale spleetjes, en deze spleetjes kunnen ’s nachts verder openen zodat er maximale hoeveelheden licht binnen kan komen. Dit laat de Henkel zien in het donkerste van de nacht. Ze zien ongeveer 350 keer beter dan wij zien in het duister. Ze hebben geen oogleden, en hun ogen zijn tevens moeilijk te zien, want ze zijn bedekt met camouflage materiaal.
4. Vieroogvis
Latijnse naam Anableps, deze vier-oogige vis heeft een unieke oplossing voor het probleem waar veel oppervlakte vissen mee worstelen, het feit dat de wereld er onder water heel anders uit ziet dan bovenwater (dat kan je zelf ook ervaren als je naar een rietje in een glas water kijkt, immers, in het water lijkt het rietje namelijk verbogen te zijn!).
De Anableps voeden zich vooral op insecten en deze leven boven water. Het is dus van belang voor de Anableps om te kunnen zien boven water, maar ook onderwater, want wie weet wat voor vijand er op hen loert, terwijl zij op insecten azen! In principe heeft deze vis slechts twee ogen, maar deze twee zijn gesplitst zodat ze toch onafhankelijk van elkaar zowel boven als onder water kunnen rondkijken. Overigens hebben vissen geen oogleden, en dus moet de Anableps af en toe duiken, om het bovenwater-oog nat te houden.
3. Boomkikker
Boomkikkers zijn niet één soort, maar meerdere soorten kikkers die het grootste deel van hun leven in bomen vertoeven. De meeste van deze kikkers bekijken de wereld door grote ogen, maar het mooiste voorbeeld is wellicht de Roodoogmakikikker (Agalychnis callidryas in het Latijn). Deze prachtkikker met zijn felle groene, rode en blauwe kleuren komt uit Midden Amerika en heeft, net als andere nachtkikkers, enorme ogen met een mooie spleet-pupil.
Helaas of gelukkig, afhankelijk van hoeveel je van kikkers houdt, zijn deze boomkikkers bijna altijd van klein formaat. Gelukkig kunnen ze, vanwege zuignapjes als voeten, gemakkelijk tot op comfortabele ooghoogte klimmen, zodat we niet op onze knietjes hoeven om ze te vinden!
2. Libelle
Over griezels gesproken. Libellen worden in het Engels Dragonflies genoemd, en dat heeft een reden. Van dichtbij gezien hebben ze namelijk inderdaad een draken-uiterlijk. Maar hoe griezelig insecten ook kunnen zijn, één ding moet je toegeven, zijn ogen zijn gigantisch. En toch, toch is de libelle niet bepaald schattig…
De ogen van de libelle zijn zo groot dat ze het hele hoofd van het beestje bedekken. De libelle is dus letterlijk ‘een en al oog’. Maar in feite heeft een libelle niet twee ogen, maar ongeveer 30.000. Een libelle-oog is namelijk een facetoog, wat betekent dat het is opgemaakt uit vele ‘facetten’ die allemaal afzonderlijk als oog fungeren. Met dit oog-hoofd kan de libelle 360 graden om zich heen zien. Je kan dus niet in de dode hoek van een libelle geraken. Oh en alsof dat nog niet genoeg is, heeft de libelle ook nog drie ogen om in het donker te kunnen zien…
1. Hemelkijker
We eindigen de lijst met de grootste gribus (die op zijn eigen bijzondere manier toch ook prachtig is), namelijk de Hemelkijker. Deze vis wordt niet veel groter dan 15 centimeter, en leeft op grote diepten in de oceaan (ongeveer 1 kilometer onder het wateroppervlak), waar bijna geen licht meer doordringt. Maar de Hemelkijker kan met dat schamele beetje licht genoeg zien!
Deze vis heeft namelijk kokerogen, net als de uil, die perfect in staat zijn om bij zeer zwak licht toch nog te kunnen zien. Echter, deze kokers kunnen niet goed bewegen. De Hemelkijker heeft deze kokers dan ook op zijn hoofd gemonteerd, waar ze naar boven turen (vandaar Hemelkijker, hij kijkt richting hemel). Wanneer er dan een prooi wordt gezien, haast hij zich ernaar toe. Het merkwaardige is echter dat op de plek waar wij ogen verwachten (boven zijn bek), ook donkere vlekken aanwezig zijn. Een leek zou vermoeden dat dit de ogen zijn, maar neen, dit zijn in feite zijn neusgaten.
Tot dusver tien bizarre oogdieren. Nu weer snel terug naar de tekenfilms op tv, waar alle karakters ook gigantische ogen hebben (geen wonder dat we animaties zo plezierig vinden!).
6 reacties
Sorry hoor, maar de hemelkijker is GEEN oceaanvis. Slechts een zielige kweekvorm van de sluierstaart goudvis, net als de oranda, bubble-eye,…
Ik vind er wel een paar echt enge bij zitten..
En de pug dan?
cool
Steen
Poep