Met zijn mythische status leende Las Vegas zich als decor voor tal van Hollywoodfilms. Denk maar aan de spectaculaire crash van ‘Con Air’ in The Sands, de uit de hand lopend vrijgezellenongein van ‘The Hangover’ en de in neonlicht badende tristesse van Mike Figgis’ ‘Leaving Las Vegas’. En lang voor George Clooney beraamde Frank Sinatra en zijn originele ‘Ocean’s Eleven’ al een grootschalige ramkraak op de machtige casino’s van de verleidelijke woestijnstad.
Maar ook buiten de befaamde Strip inspireren filmmakers zich door rondtollende roulettes, rinkelende fruitmachines, opgestapelde pokerchips en ander gokvertier. Van ouderwetse ‘5 Card Stud’ in het New Orleans van de Grote Depressie (‘The Cincinnati Kid’), de ongebreidelde maffiahoogdagen van Martin Scorsese’s ‘Casino’ tot clandestiene pokerspelletjes in groezelige New Yorkse en Londense achterkamertjes (‘Rounders’, ‘Lock, Stock and Two Smoking Barrels’), het ‘high stakes’-duel tussen James Bond en Le Chiffre in ‘Casino Royale’ of de schuldentragiek van ‘Uncut Gems’.
Op zoek naar 10 onvergetelijke films over casino’s, poker en andere al dan niet illegale zenuwslopende gokpartijen? Dan rinkelt hieronder de jackpot!
10. 21 (2008)
“The house always wins”, een casinowijsheid waar het ‘MIT Blackjack Team’ lak aan had. Deze briljante studenten en alumni van prestigieuze Amerikaanse universiteiten als het Massachusetts Institute of Technology en Harvard maakten tussen 1979-1994 heel wat gerenommeerde gokpaleizen miljoenen dollars lichter met blackjack.
In 2003 zette auteur Ben Mezrich deze fascinerende geschiedenis op papier in zijn ‘The New York Times’-bestseller ‘Bringing Down the House: The Inside Story of Six MIT Students Who Took Vegas for Millions’. Het verhaal van de gesofisticeerde universitaire kaartenteltrucjes klonk ook regisseur Robert Luketic als rinkelende fruitmachines in de oren.
Luketics filmadaptatie ‘21’ (2008) oogstte flink wat kritiek om zijn ‘whitewashing’ en creatieve melodramatisering. Zo vertolkte de Engelsman Jim Sturgess met hulp van een dialectcoach het Amerikaanse hoofdpersonage Ben Campbell, die op zijn beurt het eigenlijke Chinees-Amerikaanse MIT-meesterbrein Jeff Ma moest voorstellen. De echte Ma trad overigens wel op als adviseur én heeft een amusante cameo als blackjackdealer in het Planet Hollywood Resort & Casino. Aaron Yoo en Liza Lapira, de enige wél opgetrommelde Aziatisch-Amerikaanse acteurs, kregen dan weer veredelde uitgevlakte bijrolletjes.
Uiteraard was er omgekeerd wél plaats voor het obligate flinterdun liefdesverhaaltje met Kate Bosworth als begeerlijke speeltafelversiering van dienst. Voor de toen nog salonfähige Kevin Spacey penden de scenaristen dan weer de compleet fictieve rol van Micky Rosa, de koudbloedige professor die 6 beloftevolle studenten de kneepjes van de betere blackjack-oplichterij bijbrengt. De casting van Laurence Fishburne als hardhandige casinowaakhond valt dan weer alleen maar toe te juichen.
Ondanks deze dubieuze creatieve aanpassingen werd ‘21’ een van de kaskrakers van 2008. De met 35 miljoen dollars gemaakte film haalde vlotjes het viervoud van zijn productiebudget op. Een onverwacht neveneffect was dat bosjes bioscoopgangers nog weken na de aftiteling de catchphrase “Winner, winner, chicken dinner!” opdreunden.
9. Rounders (1998)
In het embryonale inbelinternettijdperk van de jaren 90 waren er nog geen online casino’s, maar was poker bezwaarlijk zo alomtegenwoordig als vandaag. Het kaartspel rook nog naar anonieme rokerige achterkamertjes in New York, kleverige pokerchips, en het parelend angstzweet van overmoedige rookies.
John Dahl was zijn tijd dan ook vooruit met ‘Rounders’ (1998). Dahls onderhoudende pokerprent verliet de zalen haast even geruisloos als hij binnenkwam. In de jaren daarop groeide ‘Rounders’ uit tot een cultfilm van formaat in het pokerwereldje en ver daarbuiten. Voor tal van professionele pokerspelers werd het zelfs hun eerste kennismaking met het kaartspel. Vanessa Rousso prijst hem zelfs aan als beste pokerfilm ooit! ‘A rounder’ is overigens iemand die zijn brood verdient met kaarten.
Matt Damon speelt na ‘Good Will Hunting’ (1997) opnieuw de pientere kerel met foute vrienden. Nadat zijn makker Worm (Edward Norton als doortrapte valsspeler) uit de lik wandelt met een schuld van 15.000 dollar, keert rechtenstudent Mike (Damon) noodgedwongen terug naar de pokertafel. Daar kan Mike’s vriendin Jo (Gretchen Moll) niet bepaald mee lachen. Maar gluiperige vrienden laat je niet in de steek, toch? Bovendien lonkt daar tussen het kaartende gangstertuig van de Chesterfield Club alweer de begeerlijke Petra (Famke Janssen).
Uiteraard dikt Worms schuld ondertussen alleen maar verder aan. Een confrontatie met de grootste ploert van het clandestiene ‘high stakes’-pokerwereldje wordt onvermijdelijk. Een Oreo-koekjes schrokkende John Malkovich steelt vanzelfsprekend de show met zijn moddervet Russisch accent als Mike’s speeltafelnemesis Teddy KGB.
8. The Cincinnati Kid (1965)
Wandelde er in de jaren 60 een coolere acteur over de aardbol dan Steve McQueen? Quentin Tarantino gaf de ster een piepklein rolletje in zijn gefictionaliseerde ‘Once Upon a Time in Hollywood’ (2019), gespeeld door Damian Lewis. Daarnaast monteerde de regisseur ook op vernuftige wijze Leonardo DiCaprio’s personage Rick Dalton in McQueens hoofdrol van ‘The Great Escape’ (1963). 2 jaar na die klassieke oorlogsfilm ruilde de legendarische acteur het gevangenkamp voor de pokertafel in ‘The Cincinnati Kid’ (1965).
Met zijn 35 jaar was Hollywoods getormenteerde snelheidsduivel eigenlijk te oud voor de titelrol. Maar wie maakt Steve McQueen wat? Juist. Het verhaallijntje dat zich afspeelt in New Orleans ten tijde van de Depressie is zo beknopt dat ze op een pokerkaart past. Het jonge haantje ‘The Kid’ (Steve McQueen) daagt de gevestigde waarde Lancey ‘The Man’ Howard (een weergaloze Edward G. Robinson als onverzettelijke pokerveteraan) uit voor een spelletje ‘5 Card Stud’. Geheel in de traditie van oude Hollywoodfilms verloopt dit met ‘open stakes’ i.p.v. het vandaag gebruikelijke ‘table stakes’.
Maar of ‘The Kid’ daarbij genoeg heeft aan zijn onwrikbare gelaatstrekken? Het zenuwslopende eindspel blijft 6 decennia later nog steeds een masterclass in acteren en spanningsopbouw.
7. Molly’s Game (2017)
Aaron Sorkin sloeg in het verleden meesterlijke tv-series als ‘The West Wing’ (1999-2006) en ‘The Newsroom’ (2012-2014) uit zijn computertoetsenbord. De Amerikaanse scenarist zette ook zijn handtekening onder het Oscarwinnende scenario van ‘The Social Network’ (2012) en het verbaal vuurwerk van andere op waargebeurde feiten gebaseerde films als ‘Steve Jobs’ (2015) en ‘Moneyball’ (2011). Toen Sorkin zijn regiedebuut aankondigde, turfden cinefielen de dagen af tot ‘Molly’s Game’ (2017) in première ging op het Toronto International Film Festival.
De Amerikaan schrijft helaas beter dan hij regisseert. Maar dankzij het intrigerend bronnenmateriaal en Jessica Chastain in bloedvorm zie je die beginnersfoutjes door de vingers. De roodharige actrice ritst zich in de indrukwekkend uitgesneden cocktailjurk van Molly Bloom. Deze beloftevolle skiester ruilde na een blessure haar Olympische ambities in voor een rechtenstudie.
Of dat was toch het plan. In werkelijkheid belandde ze in een wereld van illegale pokerwedstrijden, waar onscrupuleuze Hollywoodsterren, bankinvesteerders en sportsterren de miljoenen laten rollen. Dat ging goed. Heel goed zelfs. Tot zowel de Russische maffia als de FBI voor Molly’s deur staan.
Pittig detail: A-listers als Ben Affleck, Matt Damon, Leonardo DiCaprio en honkballer Álex Rodríguez schoven mee aan Molly’s clandestiene pokertafel. Maar dé inspiratie voor de überirritante enigmatische ‘Plaxer X’ (Michael Cera) is volgens ingewijden Tobey Maguire. Wie had dat ooit achter die suffe goedlachse ‘Spider-Man’-ster gezocht?
6. Uncut Gems (2019)
Een Daniel-Day Lewis is niet bepaald aan Adam Sandler verloren gegaan. Toch kreeg de vaak verguisde Amerikaanse komiek eind 2019 een telefoontje van de Engels-Ierse drievoudige Oscarwinnaar. En wel om Sandler helemaal de hemel in te prijzen na het zien van zijn meesterlijke vertolking in ‘Uncut Gems’ (2019). En ’s werelds enige acteur met drie Oscars voor beste mannelijke hoofdrol op zijn palmares zal het wel weten, toch?
In dit even knotsgekke als tragische Safdie brothers-filmpareltje meet Adam Sandler zich een vals gebit en bedenkelijk ringbaardje aan voor de rol van Howard Ratner. Een Joods-Amerikaanse juwelier met een knoert van een gokverslaving in het diamantdistrict van New York City. Howards scheiding loopt niet bepaald gesmeerd, zijn affaire met zijn werkneemster (socialite Julia Fox in haar grandioos filmdebuut) hobbelt al niet veel beter en dan wacht er nog een weinig aangename colonoscopie.
En dat is allemaal nog klein bier met Howards financiële perikelen. Als de veelgeplaagde juwelier niet snel over de brug komt met 100.000 dollar bij zijn grimmige schuldeisers, ziet het er naar uit dat darm- en relatieproblemen nog het minste van zijn zorgen zijn. De verkoop van moker van een zeldzame zwarte Ethiopische opaal moet alles oplossen. Of net veel erger maken?
NBA-liefhebbers zullen helemaal in hun nopjes zijn. De zelfverklaarde ‘crazy Knicks fans’ Joshua en Benjamin Safdie de ex-Boston Celtics en Brooklyn Nets Power Forward Kevin Garnett voor een hilarische bijrol als geïnteresseerde koper. De gebruikte wedstrijdbeelden waarop Howard inzet, dateren zelfs van de ‘2012 NBA Eastern Conference Semi Finals’ tussen de Boston Celtics en de Philadelphia 76ers.
5. Ocean’s Eleven (2001)
Met zijn exuberante kraakfilm ‘Ocean’s Eleven’ (2001) – eigenlijk een remake van de veel ernstigere opgevatte gelijknamige heist met Frank Sinatra’s Rat Pack uit 1960 – maakte Steven Soderbergh een van de onbetwiste kaskrakers van het door ‘Harry Potter’ en ‘Lord of the Rings’ gedomineerde blockbusterjaar 2001. De film cashte 450 miljoen dollar – toevallig ook het drievoud van het bedrag dat Danny Ocean (George Clooney) en zijn 10 trawanten willen buit maken tijdens hun overval op drie Las Vegas-casino’s.
Alleen al de samenstelling van het team behoort tot het beste popcornentertainment van rond de eeuwenwisseling. Brad Pitt is ronduit subliem als Rusty, Danny’s eetgekke partner-in-crime die in werkelijk elke scène wel een cheeseburger, garnalencocktail, fruitsalade of ijshoorntje soldaat maakt. En dan moet de eigenlijke simultane heist op de Bellagio, Mirage en MGM Grand nog komen.
Dat Soderbergh het productiebudget op 85 miljoen dollar kon houden, was cruciaal voor de casting. Het sterrenensemble ging akkoord met een flinke knip in hun gebruikelijke salaris. Afgaande op het spelplezier dat in werkelijke elke scène van het scherm spat hadden Brad Pitt, Matt Damon, & co daar weinig problemen mee. Julia Roberts was begin 21ste-eeuw met 20 miljoen dollar per film ’s werelds best betaalde actrice. Clooney, altijd in voor een grap en grol, stuurde haar een briefje van 20 dollar om zijn sterrencast te vervoegen als Tess, de vrouw van Andy García’s ijskoude casinobaas Terry Benedict.
De heerlijk voortstuwende komische kraakfilm kreeg met ‘Ocean’s Twelve’ (2004) en ‘Ocean’s Thirteen’ (2007) twee vermakelijke sequels met de originele castleden. In 2018 volgde nog de spin-off ‘Ocean’s Eight’, waar dit keer Sandra Bullock als Danny’s zus Debbie Ocean een geheel vrouwelijk ensemble samenstelt.
4. Casino Royale (2006)
Toen EON Productions in 2005 Daniel Craig aanwees als nieuwe 007 gingen diehard James Bond-fans tekeer als een levend gekookte Dr. No in een vat kernreactorkoelwater. De toen 37-jarige ‘Layer Cake’-acteur was te jong, blond en klein (met zijn meter 1 meter en 78 centimeter was hij zelfs 8 centimeter korter dan zijn voorganger Pierce Brosnan) om in de tuxedo van de geheime agent te kruipen.
Een jaar later bleek het met 150 miljoen dollar gedraaide ‘Casino Royale’ (2016) met een box-office van 616,5 miljoen dollar de succesvolste Bond tot ‘Skyfall’ (2012). Ook de critici gingen helemaal overstag en dat jaar haalde zowat de halve wereld een ‘Texas Hold’em’-pokerkoffertje in huis.
Voor dit 21ste officiële filmavontuur kreeg de MI6-spion een forse reboot. De piepjonge Bond heeft nog maar net zijn ‘licence to kill’ op zak, of hij mag al achter de geheimzinnige Le Chiffre aan. De Deen Mads Mikkelsen is meesterlijk als de verontrustend uit zijn linkeroog bloed tranende terroristenbankier met een voorliefde voor poker. Eva Greens dodelijk ravissante Vesper Lynd waakt in het Montenegrijnse Casino Royale namens de Britse HM Treasure dat Bond niet over de 10 miljoen dollar buy-in gaat.
En passant ontdek je hoe de Britse geheime agent aan zijn iconische 1964 Aston Martin DB5 komt. Hij wint hem tijdens pokerspelletje op de Bahama’s, tegen een corrupte Griekse hoge ambtenaar (Simon Abkarian) – waarna hij meteen ook diens vrouw Solange Dimitrios (Caterina Murino) inpikt als Bond girl. James, toch!
3. Lock, Stock and Two Smoking Barrels (1998)
Met ‘Lock, Stock and Two Smoking Barrels’ (1998) ejaculeerde Guy Ritchie de beste Britse gangsterfilm van de jaren 90. Meteen werd de jonge regisseur op het schild gehesen als de nieuwe Quentin Tarantino. Een lotsbestemming die Engelsman nooit volledig kon in lossen. Maar wat een maffe, hallucinante en van meesterlijke muziekkeuzes voorziene rit door de Londense onderwereld blijft Ritchie’s debuut toch.
Het feit dat zowat de hele cast weleens in aanraking kwam met het gerecht hielp daarbij allicht een misdadig handje. Vinnie Jones, mogelijks de gemeenste middenvelder die ooit over een Engels voetbalveld stormramde, wandelde zelfs rechtstreeks na een nachtje brommen de set op van wat zijn acteerdebuut werd.
Jason Statham, tot dan een ‘jack of all trades’ die rondkwam als schoonspringer, videoclipdanser en model, kluste al eens bij als straatventer op de zwarte markt. Niet toevallig verloor Jason Flemyng, als beroepsacteur het zelfverklaarde doetje van het gezelschap, een werkweek aan loon tijdens de pokerspelletjes na de draaiuren.
Je zou het haast vergeten tussen de aaneenschakeling van de knotsgekke, hyperkinetische gemonteerde gebeurtenissen dat uitgerekend een partijtje poker de plot van dit briljante, met onverstaanbaar Londens dialect en groezelige sepiakleuren gekruide meesterwerk aftrapt. En wel ‘Three Card Brag’. Zeg maar het Britse grootje van het moderne Amerikaanse pokerspel.
Eddy (Nick Moran) overtuigt zijn drinkebroers om hun gezamenlijk appeltje voor de dorst van 100.000 pond in te zetten op een ‘high stakes’ pokeravond van de gevreesde Londense opperschoft Hatchet Harry (een akelige P.H. Moriarty). Dat loopt mis. Héél erg mis. En al snel kunnen Eddy, Tom (Jason Flemyng), Soap (Dexter Fletcher) en Bacon (Jason Statham) maken dat ze binnen een week met 500.000 pond over de brug komen.
2. The Sting (1973)
Wanneer Paul Newmans personage Henry Gondorff als een eersteklas dronkenlap met een bijzonder strak getrimd snorretje en een fles Gordon’s London Dry Gin de treincoupé van de 20th Century Limited richting Chicago binnen waggelt voor een spelletje poker en daarbij de legendarische woorden “Sorry I’m late. I was taking a crap.” broebelt, weet je: zó maken ze geen films meer.
Paul Newmans iconische potje ‘high stakes’ poker tegen Robert Shaws gangsterkopstuk Doyle Lonnegan is maar een van de hoogtepunten uit ‘The Sting’ (1973). 4 jaar na het monstersucces van ‘Butch Cassidy and the Sundance Kid’ (1969) riep regisseur George Roy Hill zijn acteurstandem Paul Newman en de inmiddels voorgoed gevestigde Robert Redford terug samen voor een van de beste oplichterfilms ooit.
De prent was goed voor 10 Oscarnominaties, waarvan hij er 7 verzilverde (o.a. ‘Beste Film’, ‘Regie’ en ‘Scenario’). Noem het in het jaar 1936 gezette ‘The Sting’ gerust de ‘Ocean’s Eleven’ van de jaren 70. Alles draait om een zorgvuldig opgezette ‘long con’. De jonge oplichter Johnny Hooker (Robert Redford) wil de dood van zijn leermeester (Robert Earl Jones) wreken.
Om de verantwoordelijke gangsterbaas Doyle Lonnegan (elke filmliefhebber herkent Robert Shaw als de ruwe zeebonk Quint uit ‘Jaws’) te klissen, spant Johnny samen met meesteroplichter Henry Gondorff (Paul Newman). Een intrigerende persoonlijkheid die zo zijn eigen beweegredenen heeft.
‘The Sting’ goochelt 129 minuten lang met geniale twists en plotwendingen en blijft kijkbeurt na kijkbeurt onversneden grootse entertainde cinema. Terecht ligt deze film veilig opgeborgen in de kluis van het National Film Registry in Washington D.C. voor het nageslacht.
1. Casino (1995)
Toen Martin Scorsese in 1995 de filmspoelen van ‘Casino’ naar de bioszalen bracht, was de algemene teneur: “Fraai, maar toch niet zo goed als ‘Goodfellas (1990).” Zoals zo vaak bij kunst het geval is, moesten de geesten eerst een beetje rijpen. En zie. Vandaag staat ‘Casino’ te boek als een onbetwist meesterwerk.
Ook dit keer haalde Marty de mosterd bij een boek van Nicholas Pileggi. De opkomst en ondergang van Frank ‘Lefty’ Rosenthal’ die namens de Chicago Outfit in de jaren 70 en 80 de speelhallen van de Marina, Hacienda, Fremont en Stardust controleerde, kon uiteraard alleen door Robert De Niro vertolkt worden.
De Niro’s in tientallen markante maatpakken uitgedoste Sam ‘Ace’ Rothstein (het kostuumbudget liep op tot 1 miljoen dollar) schopt het met zijn goktalent tot exploitant van het door de maffia gerunde Tangiers Casino. Voor de zekerheid sturen Ace’ criminele broodheren zijn oude jeugdvriend Nicky Santoro (een bijzonder heetgebakerde Joe Pesci) om een oogje in het zeil te houden.
Maar Nicky heeft zo zijn eigen zaakjes lopen. Een met een Golden Globe en Oscarnominatie bekroonde Sharon Stone schittert als de geld- en drugsverslaafde Ginger, de femme fatale die de definitieve wig tussen Ace en Nicky’s gokimperium drijft.
‘Casino’ opent magistraal met de Matteüspassie van Bach, uitgevoerd door het Chicago Symphony Orchestra en het ontvlammende vagevuur van een strategisch geplaatste autobom. In de daarop volgende 178 minuten ontvouwt zich na de beloftevolle glimmer van de Las Vegas Boulevard een bloederige, tragische, wrange allegorie op de paradijsvertelling uit het Oud Testament.
“No one stays at the top forever”, luidde de tagline op de filmposters. Maar dat de daarop volgende val naar beneden zo gruwelijk hard is? Dat vertelt niemand je erbij.
Dit artikel is geschreven door Matthias Van de Velde. Hij komt uit de verguisde carnavalsstad Aalst en studeerde Klassieke Geschiedenis en Europese Politiek aan UGent. Hij is nog steeds boos dat hij als 6-jarige dreumes niet mee mocht toen ‘Bram Stoker’s Dracula’ en ‘Jurassic Park’ in de bios draaide. Hij schrijft nooit een woord te veel, tenzij hij zich laat gaan.