Gelukkig is de inzet van kernwapens tot nu toe beperkt gebleven tot de twee atoombommen die op de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki werden gedropt. De inzet van deze atoombommen leidde tot het einde van de Tweede Wereldoorlog, maar betekende ook het begin van de Koude Oorlog. Tijdens de Koude Oorlog bestond er min of meer een evenwicht tussen de kernwapenarsenalen van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Iedereen wist dat als de ene partij kernwapens inzette tegen de andere partij, er onmiddellijk een even sterke vergelding door de andere partij zou volgen. De leiders van beide grootmachten waren gelukkig slim genoeg om niet op de ‘rode knop’ te drukken. Maar toch… de wereld stond op bepaalde ogenblikken wel degelijk aan de rand van een nucleair conflict. Het ging vrijwel steeds over een verkeerde interpretatie van radar- of satellietwaarnemingen, technische storingen, computerfouten en niet-doorgegeven informatie. Al deze incidenten hadden echter een Derde Wereldoorlog kunnen veroorzaken. Hieronder een lijstje van 10 gebeurtenissen die bijna leidden tot een fataal gebruik van kernwapens.
De maan aanzien voor een massale raketaanval
Service Depicted: Air Force
Tijdens de Koude Oorlog werden er overal ter wereld radarstations opgericht om een nucleaire raketaanval tijdig op te sporen. Dat was ook het geval op Groenland, waar de Amerikanen een gloednieuw radarstation installeerden in Thule, het huidige Qaanaaq. Op 5 oktober 1960 detecteerde de radar op Groenland een massale raketaanval van de Sovjet-Unie. De raketten, die boven Noorwegen werden waargenomen, zouden volgens berekeningen 20 minuten later op de Verenigde Staten neerploffen. Grote paniek bij het North American Aerospace Defense Command (beter bekend als NORAD), waar het hoogste niveau van alarm werd afgekondigd.
Service Depicted: Air Force
Toch was het vreemd, deze raketaanval gericht tegen de Verenigde Staten. Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov bevond zich immers in New York, aan het hoofd van een Sovjetdelegatie voor de Verenigde Naties. Gingen de Sovjets hun eigen leider bombarderen? De radarwaarneming op Groenland werd nog eens goed onder de loep genomen. Wat bleek? De opkomende maan boven Noorwegen had de Groenlandse radar flink in de war gestuurd. Geen sprake van een raketaanval, alleen een vredevolle maan die opkwam boven het Noorse grondgebied.
Storingen in communicatielijnen
Op 24 november 1961 verloor het Amerikaanse Strategic Air Command Headquarters (SAC) in Omaha, Nebraska, alle communicatie met waarschuwende radarstations en met het NORAD-hoofdkwartier in Colorado. Dat was zeer verdacht, want het gelijktijdig uitvallen van al deze communicatielijnen werd als uiterst onwaarschijnlijk beschouwd. De hoogste graad van paraatheid werd uitgeroepen bij het SAC en gevechtsvliegtuigen maakten zich klaar om op te stijgen. Militaire vliegtuigen die al in de lucht waren, vonden echter geen spoor van een nucleaire aanval gericht tegen de Verenigde Staten. Al snel werd duidelijk dat één enkele defecte mechanische schakelaar in een relaisstation in Colorado de oorzaak was van het uitvallen van alle communicatieverbindingen.
Een beer beschouwd als saboteur
De Cubaanse crisis, in oktober 1962, bracht de wereld aan de rand van een nucleaire oorlog. De relaties tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie waren uitermate gespannen nadat Amerikaanse verkenningsvliegtuigen Sovjet-Russische raketinstallaties hadden ontdekt op Cuba. De crisis duurde 13 dagen (van 16 oktober tot 28 oktober 1962). In deze periode deden er zich meerdere incidenten voor die beide partijen bijna op de ‘rode knop’ deden drukken.
Dat was onder meer het geval op 25 oktober 1962. Op een militaire basis in Duluth, Minnesota, zag een bewaker iemand over het hek klimmen. De bewaker vuurde onmiddellijk en liet het sabotage-alarm afgaan. In heel de omgeving werd er gevreesd voor een Sovjet-Russische raketaanval. Militaire piloten kregen het bevel om hun gevechtsvliegtuigen onmiddellijk klaar te maken en op te stijgen. Gelukkig kwam net op tijd het bericht binnen dat de saboteur in Duluth een… beer bleek te zijn. Het beest moest het avontuur met zijn leven bekopen.
Er zijn overigens wel twijfels of het hier niet gaat om een broodje aap verhaal.
Een Sovjet-duikboot vuurt bijna een nucleaire torpedo af
U.S. Navy photographer
Op 27 oktober 1962 probeerde een Sovjet-Russische B-59 duikboot door de blokkade te breken die de Amerikaanse vloot rond Cuba had aangelegd. Amerikaanse schepen probeerden de duikboot naar de oppervlakte te dwingen door lichte dieptebommen in zee te gooien. De kapitein van de Sovjet-Russische duikboot interpreteerde deze kleine ontploffingen als een regelrechte Amerikaanse aanval. De duikboot kon op grote diepte geen contact leggen met Moskou. Bij gebrek aan orders uit de Sovjet-Unie, beval kapitein Valentin Savitsky om een nucleaire torpedo klaar te maken en af te vuren op de Amerikaanse schepen. De tweede officier die aan boord was, kon Savitsky er gelukkig van overtuigen om naar de oppervlakte te stijgen en alsnog contact op te nemen met Moskou. De nucleaire torpedo werd weer opgeborgen toen bleek dat er geen sprake was van een Amerikaans offensief.
Een Amerikaanse straaljager boven Sovjet-Russisch grondgebied
NASA
Op precies dezelfde dag als het incident met de duikboot, op 27 oktober 1962, ontstond er bijna een gevecht tussen Amerikaanse en Sovjet-Russische gevechtsvliegtuigen boven de Beringzee. Een Amerikaans U2-verkenningsvliegtuig op weg naar de noordpool maakte ongewild een navigatiefout en kwam terecht in het Sovjet-Russische luchtruim boven het Chukotka-schiereiland. Onmiddellijk stegen er minstens 6 Sovjet-Russische MiG-straaljagers op om de U2 uit de lucht te halen. De Amerikaanse luchtmacht reageerde snel door F102A-straaljagers, uitgerust met nucleaire wapens, ter plaatse te sturen. Het kwam gelukkig niet tot een luchtgevecht met de MiG-straaljagers. De F102A-gevechtsvliegtuigen konden de U2 ongehinderd naar het oosten escorteren, tot ver buiten het Sovjet-Russische luchtruim.
Een satelliet brengt radaroperators in de war
Op 28 oktober 1962, de laatste dag van de Cubacrisis, dachten radaroperators in de militaire basis van Moorestown, New Jersey, dat er Russische nucleaire raketten op weg waren naar Florida. NORAD kondigde de hoogste staat van alarm af, maar toen er geen raketten insloegen op Florida, werd het alarm snel afgeblazen. De radaroperators in Moorestown hadden een plots opduikende satelliet aanzien voor een Sovjet-Russische raket. Ze werden op dat ogenblik volledig in beslag genomen door een simulatie-oefening van een Sovjet-Russische nucleaire aanval, wat de situatie nog verwarrender maakte.
Een zonnevlam verstoort Amerikaanse radarwaarnemingen
Een krachtige zonnevlam (een explosie op het oppervlak van de zon, gepaard met krachtige elektromagnetische straling) verstoorde op 23 mei 1967 de radarwaarnemingen van het Amerikaanse NORAD over zowat het volledige noordelijk halfrond. Militaire radars op Alaska, Groenland en Groot-Brittannië bleken niet meer te functioneren. De Amerikaanse militaire bevelhebbers dachten onmiddellijk aan een grote Sovjet-Russische sabotage van Amerikaanse radarstations, wat werd beschouwd als een regelrechte oorlogshandeling. Amerikaanse gevechtsvliegtuigen met nucleaire wapens werden snel in gereedheid gebracht. Alvorens ze opstegen, brachten militaire meteorologen echter geruststellend nieuws: de zonnevlam was verantwoordelijk voor het uitvallen van de radars.
Een simulatie werd bijna werkelijkheid
Op 9 november 1979 stond het hoofdkwartier van NORAD opnieuw in rep en roer. Computers waarschuwden voor een enorme nucleaire aanval vanuit de Sovjet-Unie. Duizenden atoomraketten waren afgevuurd vanaf Russische onderzeeërs en waren op weg naar de Verenigde Staten. De toenmalige Amerikaanse president Jimmy Carter moest binnen 7 minuten een beslissing nemen over een eventuele vergeldingsaanval tegen de Sovjet-Unie. Amerikaanse satellieten en radars bevestigden echter binnen 7 minuten dat er geen Russische atoomraketten op weg waren naar de VS. Het alarm werd tijdig afgeblazen. Achteraf bleek dat er per ongeluk een simulatie was ingeladen in een van de computers van NORAD. De militaire bevelhebbers interpreteerden de simulatie als een werkelijk nucleair offensief.
Een Sovjet-Russische kolonel voorkomt een atoomoorlog
In 1983 voorkwam een Sovjet-Russische kolonel op het nippertje een atoomoorlog. Op 26 september van dat jaar detecteerden Sovjet-Russische militaire satellieten 5 Amerikaanse atoomraketten die waren afgevuurd op de Sovjet-Unie. De relaties tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie waren in die periode erg gespannen, omdat de Sovjets kort voordien een burgervliegtuig van Korean Airlines hadden neergeschoten, met de dood van 269 mensen tot gevolg. Onder de slachtoffers bevond zich een Amerikaans senator. De Russische bevelhebber van een militaire basis ten zuiden van Moskou, kolonel Stanislav Petrov, twijfelde eraan of er werkelijk sprake was van een nucleaire aanval. Hij moest zijn oversten inlichten over de satellietwaarneming, zodat de Sovjet-Unie een tegenaanval kon starten. De Russische kolonel besloot echter om nog even af te wachten. Dat was een grote gok, maar hiermee voorkwam de kolonel een nucleair conflict. Toen er voldoende tijd voorbij was gegaan en er geen Amerikaanse raketten op de Sovjet-Unie waren ingeslagen, kon Petrov opgelucht ademhalen. Achteraf bleek dat de satelliet de reflectie van zonlicht op wolken foutief had geïnterpreteerd als Amerikaanse atoomraketten.
Ook nog nucleaire dreiging na de Koude Oorlog
NASA/Wallops
Ook na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 en de beëindiging van de Koude Oorlog blijft er een zekere nucleaire dreiging bestaan. De atoomwapens van de voormalige Sovjet-Unie zijn nu grotendeels in handen van Rusland. Dat waarnemingen niet altijd correct geïnterpreteerd worden, bewijst een incident van 25 januari 1995. Russische radarsystemen detecteerden de lancering van een raket aan de kust van Noorwegen. De raket werd aanzien als een Amerikaanse nucleaire Tridentraket. De toenmalige Russische president Boris Jeltsin moest een beslissing nemen over een eventuele tegenaanval. Atoomduikboten werden in staat van paraatheid gebracht, maar militaire satellieten vonden geen enkele raket die op weg was naar het Russisch grondgebied. De radaroperators hadden een Noorse wetenschappelijke raket, die het noorderlicht moest bestuderen, verward met een nucleaire Tridentraket. Nochtans waren de Russische bevelhebbers op voorhand op de hoogte gebracht over de geplande lancering van de Noorse raket. Die informatie had de radaroperators blijkbaar niet bereikt. Alweer een ‘slordigheid’ die bijna een Derde Wereldoorlog ontketende…