Top 10 Grootste Sportrampen

Sport geeft de hele wereld plezier. Vol spanning zitten we in het stadion of voor de televisie. Maar sport heeft ook een duistere kant. Hier zijn tien van de grootste sportrampen op een rij gezet.

10. Andrés Escobar doodgeschoten

De verwachtingen waren hooggespannen voor het nationale voetbalelftal van Colombia op het WK van 1994. Met de technische middenvelder Carlos Valderama en de sensationele spits Faustino Asprilla werd Colombia gezien als een gevaarlijke outsider. Het toernooi liep uit op een teleurstelling en na twee verloren wedstrijden was Colombia uitgeschakeld. In de tweede wedstrijd tikken ze thuisland de Verenigde Staten lange tijd van de mat.

Dan bij een spaarzame tegenaanval probeert verdediger Andrés Escobar met een sliding een messcherpe voorzet te blokkeren. Dat lukt, maar de bal verdwijnt in het eigen doel (zie video hierboven). Colombia verliest uiteindelijk de wedstrijd met 2-1. Twee weken later wordt de voetbalwereld opgeschrikt door het nieuws dat Escobar in zijn auto is doodgeschoten. Over het algemeen wordt aangenomen dat hij werd vermoord vanwege het eigen doelpunt. Op zijn begrafenis waren 120.000 mensen aanwezig.

9. Ibrox Ramp

Ibrox Stadium (voorheen Ibrox Park) is het stadion van voetbalclub Glasgow Rangers. Het stadion heeft veel prachtige momenten gekend, maar vreemd genoeg hebben zich er twee grote rampen voorgedaan. De eerste vond plaats in 1902 toen tijdens een interland van Schotland een deel van de houten tribune instortte. 25 mensen werden gedood en meer dan 500 raakten gewond.

De ramp van 2 januari 1971 was groter. Tijdens een derby komt rivaal Celtic in de 90ste minuut op voorsprong en een deel van het publiek begint het stadion te verlaten. Op het laatste moment scoort Stein de gelijkmaker en op een trap ontstaat chaos waardoor mensen omvallen en worden verdrukt. Het resulteert in 66 dodelijke slachtoffers waarvan de meesten omkomen door verstikking.

8. Superga-vliegramp

Na de Tweede Wereldoorlog was A.C. Torino heer en meester in de Italiaanse voetbalcompetitie. De ploeg had als bijnaam Il Grande Torino omdat ze vanaf 1946 vier keer achter elkaar kampioen was geworden. Op 4 mei 1949 raakte een vliegtuig met het team aan boord tijdens de landing terecht in een onweersbui. Door slecht zicht botste het vliegtuig tegen de basiliek op de Superga heuvel bij Turijn.

Alle 31 inzittenden waaronder 18 spelers vonden de dood. Drie spelers van het grote Torino, waaronder de Hongaarse sterspeler Kubala, ontsnapten om verschillende redenen aan de ramp. De laatste vier competitiewedstrijden werden afgewerkt door het jeugdelftal van de club. Uit respect deden de tegenstanders hetzelfde en Torino werd uiteindelijk kampioen. De rol van de club was echter uitgespeeld en pas in 1976 zou Torino weer kampioen van Italië worden.

7. Ramp 24 uur van Le Mans 1955

Het ongeluk tijdens de 23ste editie van de 24 uur van Le Mans is de grootste tragedie in de geschiedenis van de autosport. Op 11 juni 1955 tijdens de 35ste ronde van de race wil Mike Hawthorn afremmen voor een pitstop. De achtervolgende Lance Macklin en Pierre Levegh worden verrast door zijn plotse manoeuvre en Macklin probeert uit te wijken. Met ongeveer 240 km/u botst Leveghs Mercedes 300 SLR tegen de zijkant van Macklins auto waarna hij door de lucht wordt gelanceerd.

De auto raakt een barrière maar vliegt met grote snelheid over de kop in het publiek. Levegh is op slag dood en de explosie in combinatie met rondvliegende onderdelen zorgen voor 83 dodelijke slachtoffers.

6. SLM-ramp (Kleurrijk Elftal)

In de zomer van 1989 zou het Kleurrijk Elftal, een selectie van professionele spelers van Surinaamse afkomst, een voetbaltoernooi spelen in Suriname. Een deel van het elftal vloog vanaf Schiphol via Miami naar Paramaribo. Hennie Meijer en Stanley Menzo, die eigenlijk geen toestemming van Ajax had om mee te doen aan het toernooi, waren al naar Suriname vertrokken.

Op 7 juni komt de vlucht met veel vertraging in de buurt van het vliegveld waar veel mist hangt. Bij een vierde poging tot landen vliegt het toestel te laag, raakt twee bomen en stort op zijn kop neer. Slechts elf van de 187 inzittenden overleven de ramp. Onder de dodelijke slachtoffers bevinden zich veertien voetballers en een coach. Drie spelers – Sigi Lens, Radjin de Haan en Edu Nandlal – overleven de ramp.

5. De Dood van Ayrton Senna

De Braziliaan Ayrton Senna was een zeer succesvolle Formule I coureur die met een avontuurlijk rijstijl drie keer wereldkampioen werd. Met name de rivaliteit met Alain Prost, zijn teamgenoot bij McLaren, zorgde voor veel spectaculaire races. In 1994 tekende Senna bij William-Renault. Hij begon het nieuwe seizoen moeizaam, waarschijnlijk omdat hij aan de nieuwe auto moest wennen die was aangepast aan de laatste regels.

Senna voorzag de mogelijkheid van een serieus ongeluk. Op 1 mei 1994 verongelukte Senna op het circuit van San Marino. De dag ervoor was Roland Ratzenberger al tijdens de kwalificatie dodelijk gecrasht. Senna reed op kop toen hij in de zevende ronde bij de Tamburello bocht met 310 km/u de baan verliet. In een flits remde hij tot 218 km/u af, de uiteindelijke snelheid waarmee hij de betonnen muur ramde.

Even leek Senna zijn hoofd te bewegen, maar terwijl hij uit de auto werd gedragen overleed hij aan zijn hoofdverwondingen. In Brazilië werd de dood van Senna beschouwd als een nationale tragedie. Het ongeluk is uiteindelijk te wijten geweest aan een defecte stuurkolom. Sinds Ayrton Senna is geen enkele Formule I coureur meer dodelijk verongelukt.

4. Estadio Nacional Ramp (Lima, 1964)

Rellen en voetbal zijn door de jaren heen helaas onlosmakelijk met elkaar verbonden. De grootste ramp rond een voetbalwedstrijd blijft die van het Estadio Nacional in Lima. Op 24 mei 1964 speelt thuisland Peru tegen Argentinië een Olympische kwalificatiewedstrijd. Bij een stand van 0-1 werd vlak voor tijd een doelpunt van Peru afgekeurd tot grote woede van het publiek.

Om te voorkomen dat fans het veld zouden bestormen schiet de politie traangas in het publiek dat in paniek het stadion probeert te ontvluchten. De uitgangen waren echter tot afloop van de wedstrijd afgesloten met stalen hekken. In de trapgangen vonden 320 mensen de dood door verstikking of verwondingen na te zijn vertrapt.

3. Vliegramp van München (1958)

Matt Busby, trainer van Manchester United, kreeg eind in het midden van de jaren vijftig een zeer talentvolle lichting voetballers onder zijn leiding. Met de jonge spelers die voornamelijk uit de eigen jeugdopleiding kwamen won United in de seizoenen 1955-1956 en 1956-1957 de titel. The Busby Babes deden het volgende seizoen voor de tweede keer mee aan Europees voetbal.

Na de succesvolle kwartfinale tegen Rode Ster Belgrado moest het vliegtuig een tussenstop maken in München. Na twee mislukte pogingen om op te stijgen, kon het vliegtuig vanwege de sneeuwval niet genoeg snelheid maken en gleed van de baan. Bij de crash kwamen acht spelers van United om het leven. Twee spelers die de ramp overleefden, Bill Foulkes en Bobby Charlton, zouden uiteindelijk in 1968 met een herboren Manchester United de Europa Cup I winnen.

2. Gijzeling tijdens de Olympische Spelen (München 1972)

https://www.youtube.com/watch?v=7XYVzUU21WQ
De Olympische Spelen van 1972 in München zijn onlosmakelijk verbonden met de terroristische aanval die uiteindelijk aan elf Israëlische sporters het leven kostte. Op 5 september 1972 overvallen Palestijnse terroristen het Olympische dorp en gijzelen een aantal leden van het Israëlische team. Twee sporters worden meteen doodgeschoten. De terroristen eisen onder andere de vrijlating van 234 Palestijnse gevangen.

De dag erna krijgen de terroristen samen met de gegijzelden zogenaamd een vrijgeleide. Op het vliegveld waar een vliegtuig klaarstaat, begint de Duitse politie een chaotische bevrijdingsactie. Tijdens het vuurgevecht worden alle atleten gedood. Ondanks hevige kritiek gaan de Olympische Spelen van 1972 daarna gewoon door.

1. Hillsborough Ramp

De halve finale van de F.A. Cup van 1989 tussen de Engelse voetbalclubs Liverpool en Nottingham Forest wordt op neutraal terrein gespeeld: het Hillsborough stadion in Sheffield. Het vak van de Liverpool supporters raakt door een samenloop van omstandigheden vlak voor de wedstrijd overbezet. De druk die ontstaat, zorgt voor een panieksituatie en supporters proberen over de hekken te ontsnappen.

Wanneer een barrière in het vak breekt vallen supporters over elkaar heen. In de druk die ontstaat overlijden 96 Liverpool-fans, sommigen van hen worden staand verstikt. In de chaos verzorgen vooral mede-fans de gewonden op het veld. Door de jaren heen zijn verschillende commissies belast met onderzoek naar de oorzaken van de ramp.

Uiteindelijk worden de Liverpool-fans gevrijwaard van enige schuld en geconcludeerd dat zeker 41 slachtoffers hadden kunnen overleven als nooddiensten die dag goed zouden hebben gefunctioneerd. Onder Liverpool-supporters bestaat veel verbittering over de nasleep van Hillsborough. Tijdens de eerste onderzoeken werden getuigenissen die zich kritisch uitlieten over de rol van de politie gewijzigd en een artikel in The Sun verzon allerlei misdragingen van fans tijdens de ramp. Hillsborough heeft grote invloed gehad op de verbetering van voetbalstadions en het verdwijnen van staanplaatsen.