De nineties waren een heerlijke grabbelton voor muziekliefhebbers. De vraag is niet welk muziekgenre toen populair was, maar welk niet? Groezelige Seattle-grunge, zoetgevooisde popdiva’s, knotsgekke eurodance, goedgeluimde van levenslust barstende Britpop, razendsnelle skatepunk, balorig rond stampende Nu Metal, onschuldige bubblegum pop, stomende soul en R&B, gevaarlijk met blaffers zwaaiende gangstarappers tot zelfs banjo pingelende countrydeuntjes en zwoele Latin pop.
In de 90ies schurkten al deze stijlstromingen lekker onbevooroordeeld tegen elkaar aan in de hitlijsten. ‘MTV’, ‘TMF’, ‘The Fresh Prince of Bel-Air’, ‘Full House’, ‘Seinfeld’, The Simpsons’, ‘Friends’, Super Nintendo’s en PlayStations heersten over het kleine tv-scherm, terwijl CD-spelers en Sony Discmans ondertussen de trommelvliezen kietelden.
Streaming was nog verre toekomstmuziek. De eerste commerciële MP3-spelers verschenen pas in 1998. En er pasten toen amper 20 liedjes op! De CD had het nog helemaal voor het zeggen. Midden jaren 90 vlogen er jaarlijks meer dan 2 miljard van die prehistorische blinkende schijfjes over de toonbank!
Wat maakte dit decennium zo bijzonder? Dat ontdek je in deze Top 10 Weetjes over Jaren 90 Muziek!
10. GRUNGE & andere snoeiharde gitaren domineerden de hitlijsten
Vandaag moet je al met een metaaldetector door de hitlijsten schoffelen op zoek naar wat rockmuziek. Als het toestel dan toch gaat piepen, blijkt het verdorie een Italiaanse Songfestivalwinnaar te zijn. Begin jaren 90, daarentegen! Toen struikelde je werkelijk elke week weer over de snoeiharde gitaarbands.
Metallica loste in de zomer van 1991 zijn befaamde ‘The Black Album’. Het zwarte kleinood sleet alleen al in Amerika meer dan 16 miljoen exemplaren en beukte zich een weg naar de eerste plaats van o.a. de Duitse, Nederlandse, Zweedse, Noorse en Zwitserse albumlijsten. Maar de échte triomf van de gitaar moest nog komen. Terwijl de spandex-ster van glam metal acts als Poison en Skid Row wegdeemsterde, borrelde er in de underground van Seattle een nieuw geluid.
In september 1991 ontplofte dat pruttelende kookpotje plotsklaps met de release van Nirvana’s ‘Nevermind’. ‘Smells Like Teen Spirit’ ontketende een ware muzikale revolutie. Andere grungebands als Pearl Jam, Alice in Chains en Soundgarden verruilden de zweterige lokale zaaltjes voor MTV en het miljoenensucces. Nog geen drie jaar later ontdekte een klusjesman Kurt Cobains levenloze lichaam. Met de dood van Nirvana-frontman leken ook de dagen van het grungegenre geteld. Maar niet getreurd. Tussen het rouwen door vond Courtney Love tijd om Hole’s ‘Live Through This’ (1994) uit te brengen.
Ondertussen veroverden vanuit het zonnige Californië het ene skate en ska-punkbandje na het andere alweer de Amerikaanse hitlijsten. Bands als The Offspring, Green Day, Bad Religion, NOFX, Rancid en Sublime verbaasden de muziekindustrie met hun duizelingwekkende verkoopcijfers. Dit waren gisteren toch nog obscure nichegroepjes op KROQ-FM?!
Tussen Nirvana’s ‘Nevermind’ (1991) en Green Days ‘Dookie’ (1994) viel er nog heel wat anders moois uit de platenbakken te graaien. Amerikaanse alternatieve rockbands als Jane’s Addiction, Red Hot Chili Peppers, Smashing Pumpkins en Weezer waren kind aan huis in de Billboard Album Top 200. Terwijl acts als R.E.M., Garbage, The Breeders en Beck beslist ook geen slappe platen maakten! De schuimbekkende smeltkroes van Rage Against The Machine’s debuut bleek dan weer de voorbode van de Nu Metal die eind jaren 90 de mainstream verpulverde.
Allemaal goed en wel. Maar werd er in onze contreien dan geen muziek gemaakt? Zeker en vast dat! En die klonk behoorlijk anders.
9. De BRITPOP-gekte
Wat het Britse antwoord op de Amerikaanse grunge was? Ongebreidelde levenslust! Niemand verwoordde het zo goed als Noel Gallagher. “At the time it was written in the middle of grunge and all that, I remember Nirvana had a tune called ‘I Hate Myself and Want to Die’. Which I was like ‘Well I’m not fucking having that.’ As much as I fucking like him and all that shit, I’m not having that.”
Nooit verlegen voor een straffe uitspraak, voegde het Oasis-brein er nog aan toe: “Seemed to me like a guy who had everything and was miserable about it, and we had fuck all and I still thought that getting up in the morning was the greatest fucking thing ever because you didn’t know where you’d end up at night. We didn’t have a pot to piss in but it was fucking great.”
“Tonight, I’m a Rock ‘N’ Roll Star!”, wist Noels broertje Liam al toen het Oasis-publiek slechts een geluidsman, de barmeid en twee dronken verdwaalde stamgasten telde. ‘Live Forever’, dát was het adagium van de Cool Britannia. De van een verbluffend zelfvertrouwen voorziene working class heroes uit Manchester rolden ondertussen met de kunstschoolstudenten van Blur over de straten van de Britse tabloids.
Op 14 augustus 1995 stond het ‘British Heavyweight Championship’ gepland. De muzikale aartsrivalen lanceerden beide die dag hun nieuwe single. Wie zou de ‘The Battle of Britpop’ winnen? De uitslag loog er niet om. Oasis verkocht 216.000 exemplaren ‘Roll With It’. Blur overtroefde de broertjes Gallagher overtuigend door 274.000 stuks van ‘Country House’ te slijten. Ironisch genoeg waren dat niet eens zó memorabele singles. Beide bands hebben beslist véél grootsere anthems in hun back catalogue zitten (‘Champagne Supernova’, ‘Don’t Look Back in Anger’, ‘Acquiesce’ vs. ‘Girls & Boys’, ‘Parklife’, ‘Beetlebum’)!
Blur tekende bovendien voor een pyrrusoverwinning. Met ‘(What’s the Story) Morning Glory?’ (1995) klauwde Oasis zelfs naar de onbereikbare Amerikaanse markt. ‘Wonderwall’ zal 25 jaar later als eerste 90ies liedje de kaap van 1 miljard Spotify-streams verbrijzelen.
Hét hoogtepunt van de Britpopgekte vindt plaats op 10 en 11 augustus 1996. Dan verzamelt Oasis een droomaffiche (met o.a. Ocean Colour Scene, The Bootleg Beatles, The Chemical Brothers, The Prodigy, Manic Street Preachers & The Charlatans!) én een kwart miljoen mensen op de grasvlakte voor Knebworth House, Hertfordshire.
“Some might say we will find a brighter day!” zong Liam op de tweede avond met een haastig meegegraaide witte wollen cardigan van zijn liefje Patsy Kensit als podiumoutfit. Het enfant terrible van de Britpop was in alle dronken gekte van de nacht tevoren nl. even vergeten dat ze twéé dagen moesten spelen.
Na ‘The Concert of a Generation’ was de Britpopgekte geen lang leven meer beschoren. Oasis verspeelde zijn hand met het bombastische ‘Be Here Now’ (1997), terwijl Blur zijn heil zocht in de Amerikaanse lo-fi van ‘Song 2’. Pulp schreef met ‘This Is Hardcore’ (1998) het jaar daarop de briljante grafrede van hét tijdperk waarin even alles mogelijk leek op dat regenachtig eiland ten noordwesten van Frankrijk.
“Americans want grungy people, stabbing themselves in the head on stage. They get a bright bunch like us, with deodorant on, they don’t get it.”, onderstreepte de onnavolgbare Liam Gallagher later nog eens het verschil tussen Britpop en Amerikaanse gitaarmuziek. Welke andere fleurige grootheden hier schandalig genoeg nog ontbreken? Dat ontdek je in deze supersonische Top 10 Beste Britpop Bands!
8. Het laatste decennium voor reality-tv de muziekclip verdrong
In de jaren 90 waren er niet alleen muziekzenders. Ze zonden bovendien ook daadwerkelijk dag én nacht muziek uit! Waar moesten jongeren anders hun muziekclipjes halen? Alvast niet op YouTube, want die filmpjesreus plofte pas op 23 april 2005 zijn eerste videootje online. Op dat wereldwijde web viel in de jaren 90 bovendien bitter weinig muziek te rapen. Het decennium liep alweer op zijn einde toen de eerste MP3’s opdoken.
Dé grote poortwachter voor muziekclips was MTV. Het alweer in 1981 opgerichte Amerikaanse televisienetwerk bleef nog mooi weg van leeghoofdige Jersey en Geordie Shore’s. Het succes van MTV bleef ook in de Lage Landen niet onopgemerkt. Het Nederlandse TMF zag op 1 mei 1995 het levenslicht. TMF Vlaanderen volgde op 3 oktober 1998.
Toch was er in de jaren 90 ook al iets op til. Langzaam maar zeker zou de muziekzender minder muziekclips en méér andere content programmeren. Die varieerde van plezierige animatiereeksen als ‘Beavis and Butt-head’ (1993), ‘Daria’ (1997) en het geweldige stopmotion knokfestijn ‘Celebrity Deathmatch’ tot de pikante talkshow ‘Loveline’ (1996) en de eerste realityshows ‘The Real World’ (1992) en ‘Road Rules’.
Maar er was geen weg meer terug. De bazen bestelden jaar na meer reality-tv. Wánt: dat leverde duidelijk meer reclamegeld en kijkers op. Jaar na jaar leek de ‘M’ meer voor ‘Mafkezen’ en ‘Money’ dan ‘Music’ te staan. Na de eeuwenwisseling zetten nieuwe shows als ‘Jackass’, ‘MTV Cribs’ en ‘The Osbournes’ de toon. En toen ging het allemaal gruwelijk snel bergaf met de Amerikaanse muziekzender.
Maar aan het einde van de 20ste eeuw gaf de muziekclip nog kranig verweer! En de jaarlijkse hoogmis daarvan was de ‘MTV Video Music Awards’-ceremonie. Miljoenen smartphone-loze tieners en twintigers waakten dan bij de beeldbuis om te zien wie dat jaar op de VMA’s een felbegeerde ‘Moon Man’ mee naar huis nam.
De show stond altijd synoniem voor spektakel. Welke stoute stunt zou veelwinnares Madonna dit jaar weer beramen? Welke rockers zouden backstage elkaar de kop in slaan? In 1992 rolden Axl Rose en Kurt Cobain bijna over de grond, waarna de Nirvana-frontman wraak nam door vlak voor Guns N’ Roses’ ‘November Rain’-performance eens goed op Axls piano te rochelen. Alleen vergiste de grunger zich van instrument. Tot zijn horror bleek hij echter de vleugel van gelegenheidspianist Elton John onder gespeekseld hebben.
Bonjes gebeurden ook binnen eenzelfde band zelf. Legendarisch is Liam Gallaghers hooligangedrag tijdens broer Noels ‘Champagne Supernova’-gitaarsolo op de editie van 1996. Net als het vermeende popdivagevecht tussen Whitney Houston en Mariah Carey in 1998. In 1991 ging Poison-zanger Brett Michaels backstage op de vuist met zijn gitarist C.C. DeVille na een schabouwelijke wanvertoning die de vervaldatum van het glam metal pijnlijk duidelijk maakte.
Hét ultieme VMA-moment? Michael Jackson die op de editie van 1995 niet alleen zijn hit ‘Scream’ brengt, maar ook nog eens een kwartier lang al zijn grootste klappers er doorjaagt én bovendien ook nog eens gezelschap krijgt van Slash voor ‘Black Or White’ en ‘Billie Jean’. Daarbij tastte de moonwalkende, robotdansende en kostuumwisselende ‘King of Pop’ bezeten in zijn kruis alsof hij voor altijd het eeuwige leven had. In 2011 werd Wacko Jacko’s iconische doortocht met voorsprong verkozen als ‘Best VMA Pop Performance’ en ‘Most Iconic VMA Performance’ in de geschiedenis van de award show.
7. Hiphop was een zaak van leven of dood
Eind jaren 80 zette N.W.A. gangstarap op de kaart. Hun ‘Straight Outta Compton’ (1988) werd de blauwdruk voor de West Coast hiphop die enkele jaren later de Amerikaanse hitlijsten overheerste. Het collectief uit Compton was geen lang leven beschoren. Maar hun muzikale nalatenschap was voor altijd. Wanneer de ex-bandleden elkaar niet dreigden neer te schieten, dropten ze legendarische soloalbums. Ice Cube schudde als eerste aan de dollarboom met boze en hoogst controversiële albums als ‘AmeriKKKa’s Most Wanted’ (1990) en ‘Death Certificate’ (1991).
Ondertussen richtte Suge Knight in Los Angeles Death Row Records op. Eind 1992 bracht Dr. Dre daar ‘The Chronic’ uit. Al multitaskend schold Dre op zijn legendarische eerste soloplaat zijn ex-bandlid Eazy-E voor allerlei onfraais uit, werd hij plotsklaps een van de bestverkopende Amerikaanse artiesten, vond-ie de ‘G-funk’ uit én lanceerde de producer ook nog even tussendoor de carrière van Snoop Dogg. Die boomlange rapper debuteerde het jaar daarop op nummer 1 in de Billboard 200 met zijn ‘Doggystyle’ (1993).
Tussen al dat onversneden kwaliteitsspul door, stak er ook nog eens een twintigjarig literair wonderkind zijn neus aan het venster met ‘2Pacalypse Now’ (1991). Na ‘Strictly 4 My N.I.G.G.A.Z…’ (1993), ‘Me Against the World’ (1995), ‘All Eyez on Me’ (1996) én acht maanden gevangenisstraf slenterde 2Pac het beruchte Death Row Records binnen. Dat legendarische West Coast-platenlabel schepte toen op zijn hoogtepunt jaarlijks wel 100 miljoen dollars.
Tussen het poen harken door vonden eindbaas Suge Knight en zijn rappers genoeg tijd om ruzie te maken met hun rivalen van de East Coast. Want in New York maakten er ook harde bazen hiphop. Voor wie daar aan zou twijfelen, doopte Puff Daddy zijn platenlabel Bad Boys Records. Daar verscheen in 1994 ‘Ready to Die’ van The Notorious B.I.G. met de instant-klassiekers ‘Juicy’ en ‘Big Boppa’.
Het was een gouden tijd vol baanbrekende platina slijtende hiphopplaten. Denk maar aan meesterwerken als Naughty by Nature’s ‘19 Naughty III’ (1993), Wu-Tang Clans hardcore kungfu handboek ‘Enter the Wu-Tang (36 Chambers)’ (1993), Nas’ ‘Illmatic’ (1994), Jay-Z’s gangsterepos ‘Reasonable Doubt’ (1996) en Busta Rhymes’ ‘The Coming’.
Dankzij deze taalvaardige pioniers was hiphop tegen midden jaren 90 plots het best verkopende muziekgenre van de VS. De wonderlijke woordenrijkdom en het lyrische taalgevoel waarmee deze 90ies rappers goochelden, vormt een schril contrast met de krassende hysterische pochende kleuterrap die na de eeuwenwisseling de old school ‘boom bap’-liefhebber verschrikt naar oordopjes en paracetamol doet grijpen.
Maar hiphop was niet alleen bijzonder superieur en succesvol. Het was vooral ook levensgevaarlijk. De East Coast-West Coast-rivaliteit resulteerde in de dood van twee van de grootste artiesten uit het genre. Op 13 september 1996 bezweek Tupac Shakur in het ziekenhuis, zes dagen nadat hij vier kogels ving op de Las Vegas Boulevard. Op 9 maart 1997 kreeg zijn aartsrivaal Biggie Smalls evenveel bullets door zijn kamerbrede borst. Enkele maanden later zongen Puff Daddy en Biggie’s weduwe Faith Evans ‘I’ll Be Missing You’. De moordenaars werden nooit gevonden.
6. De sinistere schaduwkant van BOYSBANDS
Na het monstersucces van de New Kids on the Block eind jaren 80, begrepen gehaaide managers, inhalige impresario’s en andere malafide figuren in de muziekindustrie dat er geld met boysbands viel te verdienen. Verdomd veel geld zelfs. De populariteit van de NKOTB kalfde ondertussen even snel af als ze gekomen was.
Maar geen erg. Er stond al een nieuwe lading boysbands klaar om deze baanbrekende meisjesidolen af te lossen. In Engeland beraamde Take That zijn tienermeisjesblitzkrieg met ‘Everything Changes’. Over de Atlantische Oceaan toonde Boyz II Men met ‘End of the Road’ hoe je met vier stemmen wereldwijd vanuit Philadelphia de hitlijsten inpalmt.
Een zekere Lou Pearlman zag het allemaal grijnzend toe. De corpulente New Yorker was familie van Art Garfunkel en zag zijn bloedband met die legendarische Amerikaanse singer-songwriter als een lotsbestemming. Maar de ambitieuze ondernemer zou zelf zijn handen niet vuil maken. Oh nee. Dat zouden tientallen naïeve tieners en prille twintigers wel voor hem doen.
Lou Pearlman is dé man die in 1993 de Backstreet Boys uitvond. Twee jaar later flanste hij ook *NSYNC in elkaar. Daarnaast duwde de manager ook tig andere latere Amerikaanse boysbands als O-Town, LFO en Take 5 een dubieus contract onder de neus. Hij had zelfs een van zijn vette vingers in de pap van Innosense, het meidengroepje waar Britney Spears op een blauwe maandag in 1997 nog bij zong!
De man was zonder twijfel de succesvolste boysband-manager ooit. De Backstreet Boys sleten wereldwijd meer dan 100 miljoen platen. Geen boysband deed ooit beter. Zijn andere protegés, *NSYNC, gaan voor het zilver met 70 miljoen stuks. Pearlman wist hoe je popidolen moest verpatsen, zoveel was zeker. “If Lou wasn’t the entrepreneur that he was, he would’ve been the best car salesman you’ve ever seen.”, blikt Backstreet Boy AJ McLean terug op zijn vroegere mentor.
Maar achter al die rinkelende kassa’s school een sinister schaduwkantje. Justin Timberlake & co beulden zich af, terwijl ze overleefden op een dagelijks zakcentje van 35 dollar. Zélfs toen ze al 10 miljoen platen hadden verkocht. De Backstreet Boys stonden na ‘Quit Playing Games (with My Heart)’ en ‘Everybody (Backstreet’s Back)’ in uitverkochte megastadions, maar de jongens konden na de tour niet eens hun armtierig huurappartementje betalen. Ondertussen woonde hun manager in een huis ter grootte van Disneyland.
De titel van *NSYNC’s album na hun grimmige en fel gemediatiseerde rechtsworsteling met hun hebberige ex-broodheer sprak boekdelen. ‘No Strings Attached’ (2000) en de ook al weinig genuanceerde lead single ‘Bye Bye Bye’ werden wereldhits. Vandaag is Justin Timberlake een van de succesvolste soloartiesten ter wereld.
Met Lou Pearlman liep het minder goed af. De man perste niet alleen tientallen tieneridolen uit. Hij had daarnaast ook nog tijd om argeloze investeerders voor haast een half miljard dollar op te lichten. Zijn jarenlange Ponzifraude werd uiteindelijk ook zijn ondergang. ‘Big Boppa’ checkte op 21 mei 2008 de federale gevangenis van Florida in voor een celstraf van 25 jaar. Daar overleed hij ook roemloos op 19 augustus 2016 aan een hartstilstand.
Meer weten over dit onthutsend verhaal? Check dan zeker ‘The Boy Band Con: The Lou Pearlman Story’ (2019). Van een gezaghebbende docu gesproken: Lance Bass pronkt op de credits als producer.
5. Miljarden CD’s, Napster, Metallica & de iPod
In 1982 zag het eerste commerciële CD-tje het levenslicht. De oeroude grammofoonplaat was niet meteen onder de indruk van deze ‘Compact Disc’. Dat kwam nog. In 1988 haalde de CD-verkoop voor het eerst de vinyl-handel in. Tegen 1991 had het 12 cm brede schijfje ook de cassette verdrongen als succesvolste fysieke geluidsdrager. Dat jaar vlogen er wel 1 miljard CD’s de deur uit.
Toen ging het snel. In 1996 rolden er wereldwijd meer dan 2 miljard stuks over de toonbank. Dat leverde de muziekindustrie hele geldpakhuizen op. Vinyl persen was een duur én arbeidsintensief proces. Dat veranderde allemaal met dit waanzinnig ergonomisch optische audioschijfje van Philips en Sony. Het kostte omgerekend nauwelijks 1 euro om een CD te maken. De uiteindelijke prijssticker op het plastieken doosje bedroeg wel 15 keer meer. Tel uit je winst. Nooit had de muziekwereld zo’n lucratieve geldkoe gevonden.
De hegemonie van de CD was ongezien. Maar haar heerschappij bleek niet eindeloos. Eind jaren 90 keken de machtige muziekmoguls argwanend naar het groeiende internet en de komst van de MP3’s. Die gekke dingen zouden hun feestje toch niet verpesten? Welnee. Je kreeg nog geen 2 albums op zo’n malle lompe MP3-speler en het internet was toen zo traag als je grootje.
Op 1 juni 1999 lanceerden Shawn Fanning, Sean Parker en Hugo Sáez Contreras Napster. ’s Werelds eerste populaire peer-to-peer-muziekdeelservice. Zo populair dat niemand minder dan Metallica de jongens voor de rechtbank sleepte. Dat had een omgekeerd effect. Door de media-aandacht kreeg Napster tegen voorjaar 2000 miljoenen nieuwe gebruikers bij. 2000 was ook het hoogtepunt van de CD-verkoop. Maar na een historische 2,455 miljard verkochte CD’s dat jaar, kwam de onvermijdelijke ondergang. Razendsnel, bovendien.

Het jaar daarop toverde Steve Jobs op 23 oktober 2001 tijdens een Apple-presentatie in Cupertino plots een kek klein wit dingetje uit de broekzak van zijn spijkerbroek. De iPod. Een MP3 speler waar wel 1.000 liedjes op pasten. “Ultra portable”, ook. “… you can take your entire music library with you, right in your pocket.” – Voor de muziekindustrie goed en wel besefte wat er gebeurde, was het al te laat.
4. Onvergetelijke filmsoundtracks
De film- en muziekindustrie waren nauw verweven in de 90ies. De jaren 90 baarden namelijk een hoop buitengewone filmsoundtracks. Bijzonder was dat miljoenen mensen ook effectief naar de platenwinkel holde om deze aan te schaffen. Want wat moest je anders doen als je die mooie liedjes opnieuw wou beluisteren? In een tijdperk zonder YouTube, iTunes en Spotify brak de filmsoundtrackverkoop dan ook het ene record na het andere.
Whitney Houstons ‘I Will Always Love You’ kampeerde maar liefst 14 weken op nummer 1 in de Billboard Hot 100. Meer dan 20 miljoen mensen haalden het singletje in huis. Met 45 miljoen verkochte exemplaren is ‘The Bodyguard’ (1992) bovendien nog steeds de best verkopende soundtrack ooit én het 3de best verkochte album allertijden. ‘The Voice’ was uiteraard ook van partij op ‘Waiting to Exhale’ (1995), de prijswinnende filmsoundtrack die gevierde R&B en Soul-sterren als TLC, Toni Braxton, Brandy, Mary J. Blige en Aretha Franklin strikte.
Celine Dions ‘My Heart Will Go On’ werd de 10de best verkopende single aller tijden. Het onvergetelijke themalied van ‘Titanic’ (1997) graaide op de Oscars, Golden Globes en Grammy’s ook meteen alle beschikbare blinkende beeldjes mee.
Wie alle landen waar Bryan Adams ‘(Everything I Do) I Do It for You’ op 1 stond wil aanwijzen op de wereldkaart, is wel even zoet. En zeggen dat de power ballad bijna uit de film ‘Robin Hood: Prince of Thieves’ (1991) werd geschrapt! Wie had trouwens kunnen voorspellen dat Aerosmith uitgerekend na 28 jaar in de hardrock business alsnog zijn grootste hit zou scoren met ‘I Don’t Want To Miss a Thing’ van het Michael Bay-sci-fi rampengeweld ‘Armageddon’ (1998)?
Maar ook de alternatieve meerwaardezoeker komt beslist aan zijn trekken tussen de stapels ‘Music from the Motion Picture’ en ‘Original Motion Picture Soundtrack’ uit de jaren 90. Denk maar aan de geweldige Seattle-grungetaalkaart ‘Singles’ (1992) of de brutale verzameling tracks die NIN-frontman Trent Reznor voor Oliver Stone’s ‘Natural Born Killers’ (1994) samenstelde. Quentin Tarantino toonde zijn muzikaal fijnproeversgevoel film na film. En zeker op het met Dick Dale’s gierende ‘Misirlou’-surfgitaar en ‘Urge Overkills ‘Girl, You’ll Be a Woman Soon’ verrijkte ‘Pulp Fiction’ (1994).
De soundtrack van Baz Luhrmann’s ‘Romeo + Juliet’ (1996) werd een laaiend succes dankzij liedjes als Des’ree’s ‘Kissing You’ en The Cardigans ‘Lovefool’. Van Radioheads aftitelingssaluut ‘Exit Music (For a Film)’ ontbrak dan weer elk spoor op het schijfje, omdat Thom Yorke & co het nummer voor hun nog te verschijnen ‘OK Computer’ (1997) wouden bewaren. De met Leftfield-elektronica soezende en Underworld-beats pompende ‘Trainspotting’ (1996) soundtrack bleek dan weer zo populair dat-ie het jaar daarop zelfs een vervolgschijfje kreeg. En wie denkt niet spontaan aan ‘Good Will Hunting’ (1997) bij Elliott Smith pareltjes als ‘Between the Bars’, ‘Say Yes’, ‘Angeles’ en ‘Miss Misery’?
Zelfs in kinderfilms was de muzikale kwaliteit torenhoog. Toegegeven. R. Kelly bleek achteraf gezien een enge kinderlokker. Maar met ‘I Believe I Can Fly’ gaf hij de sowieso al hoogst puike ‘Space Jam’-soundtrack (1996) een zinderend emotioneel hoogtepunt mee.
Animatiefiguren en mooie melodietjes waren in de jaren 90 ook een gouden match voor Disney. Het Huis van de Muis maakte in zijn ‘Disney Renaissance’ opnieuw tijdloze tekenfilms als ‘The Little Mermaid’ (1989), ‘Beauty and the Beast’ (1991) en ‘Aladdin’ (1992). Dat leverde prijswinnende prachtliedjes als ‘Under the Sea’, ‘Beauty and the Beast’ en ‘A Whole New World’ op.
Maar dé mooist klinkende jeugdherinnering uit dat gouden tijdperk schreven Elton John en Tim Rice voor ‘The Lion King’ (1994). Want wie wordt er nou niet een beetje weemoedig als hij ‘Can You Feel the Love Tonight’, ‘Circle of Life’ of ‘Hakuna Matata’ terug hoort?
3. EURODANCE & andere gekke popfenomenen
Mensen die de jaren 90 actief meemaakten, blikken graag nostalgisch op het decennium terug. Het was ook best een wonderlijk tijdperk. De Muur was net gevallen, de WTC-torens stonden nog recht, er zaten Flippo’s in de chipszakjes, de Super Soaker 50 zorgde op de toen nog acceptabel hete zomers voor verkoeling én er was sowieso altijd wel nog een snippertje tijd voor Super Mario 64 of een potje Mortal Kombat.
Dat vrolijke gevoel uitte zich ook in de muziek. Terwijl grunge en gangstarap de Verenigde Staten beheersten, de hele UK als knuffelbare hooligans meezong met Britpop-anthems, en elders de zwoele zuiderse Latin van Ricky Martin broedde op een wereldopmars, had ook Europa zijn muzikale eigenheid. EURODANCE!
Gewapend met een batterij synthesizers, met stevig veel cocktails opgevoerde drumcomputers en hoogst aanstekelijke zanglijnen plofte in West-Europa de een na de andere eurodance-act uit de grond. Snap! gaf begin 1990 de voorzet met ‘The Power’. Twee jaar later forceerden de Duitsers de totale doorbraak met de internationale megahit ‘Rhythm Is a Dancer’.
Ondertussen stond Dr. Alban op nummer 1 met zijn ‘It’s My Life’ in zowat alle lidstaten van de toenmalige Europese Unie. Het Nederlands-Belgische 2 Unlimited tekende in 1993 voor dé Europese hit van het jaar met ‘No Limit’. Het jaar daarop liet Scatman John de hele planeet jazz scatten met zijn ‘Ski-Ba-Bop-Ba-Dop-Bop’, en regelde het Italiaans-Duitse Mo-Do het hitparadeverkeer met ‘Eins, Zwei, Polizei’.
Tegen 1995 leken de gloriedagen van de eurodance voorbij. Of niet? Het genre transformeerde geheel in lijn met de veranderende tijdsgeest als een Mighty Morphin Power Ranger in iets nieuws. De Italiaanse Gala mende de discotheken met ‘Freed From Desire’, terwijl het Belgische Paradisio de temperaturen gevoelig opdreef met ‘Bailando’. Het Duitse Sash! leerde het volk ondertussen wat Spaans en Frans met ‘Ecuador’ en ‘Encore une fois’. Maar het beste moest nog komen.
“Life in plastic, it’s fantastic!” – In 1997 veroverde Aqua de wereld met ‘Barbie Girl’. De succesplaat ‘Aquarium’ schudde ook nog hits als ‘Doctor Jones’ en ‘My Oh My’ in de hitlijsten. De Deens-Noorse dance-act bewees met ‘Turn Back Time’ dat ze ook zonder drukke bubblegumbeats prima overeind bleven. Sterker nog. De melancholische ballad demonstreerde bovendien dat frontvrouw Lene Nystrøm een meer dan aardig stukje kon zingen.
In het kielzog van Aqua probeerden copycats als Toy-Box (‘Tarzan & Jane’, ‘Best Friend & ‘The Sailor Song’), Daze (‘Together Forever (The Cyber Pet Song)’) en de zelfverklaarde ‘technobilly popband’ Cartoons (‘Doodah’ en ‘Witch Doctor’) een graantje mee te pikken. Maar even memorabel als de best verkopende Deense muziekact aller tijden werd het nooit.
2. GIRL POWER!
“I wanna, I wanna, I wanna / I really, really, really wanna zigazig ah!” – Het in nauwelijks 30 minuten opgenomen ‘Wannabe’ sprong in 1996 naar nummer 1 in maar liefst 37 landen. Nog dat zelfde najaar verscheen ‘Spice’. De plaat verkocht wereldwijd meer dan 23 miljoen exemplaren. Daarmee hebben de Spice Girls nog steeds het succesvolste album van een meidengroep op hun naam staan. Het debuut katapulteerde ook nog de wereldhits ‘Say You’ll Be There’, ‘2 Become 1’ en de dubbele A-kant ‘Who Do You Think You Are’/ ‘Mama’ naar de hoogste positie van de hitlijsten.
Het was een dolle tijd. Victoria Beckham, Emma Bunton, Melanie Brown, Melanie Chisholm en Geri Halliwell veroverden giechelend de hele wereld onder hun alter ego’s Posh, Baby, Scary, Sporty en Ginger Spice. Het Britse vijftal wond zelfs moeiteloos de overzeese muziekmarkt rond hun vingers.
Het was alweer van The Beatles geleden dat een Britse band zo in het hart gesloten werd door het Amerikaanse publiek. De okselfrisse dance-popsongs waren dan ook een verademing tussen alle groezelige grunge en gevaarlijk stoere hiphop. Een cruciale assist voor ‘teen pop’. Ná de Spice Girls sierden posters van meidengroepen, boysbands en allerlei poplolita’s plots miljoenen tienerkamers.
De meisjes hadden bovendien nog iets te zeggen ook: ‘GIRL POWER!’ – Dat imago van meisjesemancipatie werd weliswaar minutieus gekneed door hun manager Simon Fuller, maar toch. Die man wist wel wat van marketing. Hij zou enkele jaren later het hele wereldwijde ‘Idols’-tv-circus uit de grond stampen.
Toen in oktober 1997 de hitsingle ‘Spice Up Your Life’ het tweede album ‘Spiceworld’ gangmaakte, was de ‘Spicemania’ helemaal op haar knotsgekke hoogtepunt. Het waren de dagen waarin Ginger Spice Prince Charles in zijn koninklijke kont kneep, Pepsi en Polaroid met lucratieve sponsorcontracten zwaaiden, speelgoedmaker Galoob Toys met kerst wel 11 miljoen Spice Girls-poppen verpatste, hun kleien stopmotion versies de Hanson-slungels bij hun blonde haren door de boksring van MTV’s ‘Celebrity Deathmatch’ sleurden en de meiden zelfs The Fab Four achterna holden met ‘Spice World – The Movie’ (1997).
Maar na de top kan je enkel nog naar beneden. Op 31 mei 1998, negen dagen voor de start van hun Amerikaanse toer, kondigde Geri Halliwell haar afscheid aan. Zonder de vurige Ginger ging het snel bergaf. Victoria, Emma, Mel B en Mel C probeerden nog een schamele poging tot een comeback als viertal. ‘Forever’ (2000) raakte zelfs niet voorbij de koorknapen van Westlife in de UK Album Charts. Nog diezelfde winter trok de groep er de stekker uit.
Tijdelijk, weten we ondertussen. Op de afsluitceremonie van de Olympische Spelen in Londen 2012 demonstreerden de Spice Girls met verve waarom zij het belangrijkste popfenomeen van de 90ies waren.
1. NU METAL & De Grote Woodstock ’99 Ramp
Het feest kon niet blijven duren. Eind jaren 90 hing er een grimmig sfeertje in de muziekwereld. Goed. Niet alles was slecht. 2Pac scoorde vanuit het graf zijn postume wereldhit ‘Changes’. Cher bleef zelfs niet alleen wél nog te leven, ze scoorde met de AutoTune-dance van ‘Believe’ ook nog eens haar grootste hit ooit. Britney Spears en Christina Aguilera waren nog onschuldige meisjes. Niet zo onschuldig als de in de ‘Big Big World’ verloren lopende Emila misschien, maar toch.
Blink-182 liep in zijn blote flieter door de hitlijsten met ‘What’s My Age Again’. Lou Bega en Eiffel 65 luisterden de zomer van 1999 op ‘Mambo no. 5’ en ‘Blue (Da ba dee)’. Én de Vengaboys beloofden dat we met ‘The Vengabus’ naar ‘Ibiza!’ voor wat ‘Boom, boom, boom, boom!!’.
In Amerika ging het er minder vrolijk aan toe. Nu Metal, het genre dat met zijn opgestoken middelvinger naar de Europese hitlijsten lonkte, maakte daar voortaan de dienst uit. De laag gestemde gitaren scheurden hard en dissonant, terwijl de beukende bassnaren door de speakers kletterden als zwepen.
Korn vertolkte puberpijn, angst, woede, vervreemding en onbegrip op ‘Follow the Leader’ (1998). Met de beenharde woorden ‘Sometimes I cannot take this place / Sometimes it’s my life I can’t taste’ gaf Jonathan Davis een weinig opbeurende inkijk in zijn ziel. Maar voor veel fans werkten nummers als ‘Freak On a Leash’ en ‘Got the Life’ vreemd genoeg geruststellend. Want ze waren niet alleen. De levensmotivatie van alfamannetje Fred Durst beperkte zich eerder tot ‘Nookie’ en ‘Break Stuff’. Maar daar kon het Limp Bizkit-publiek zich best wel in vinden. Alleen namen sommigen Dursts’ woorden ernstiger dan de frontman achteraf bedoelde.
Beide bands stonden geprogrammeerd op Woodstock 1999. Andere grote namen als Metallica, Kid Rock, Rage Against the Machine, Red Hot Chili Peppers, DMX, Alanis Morissette, Sheryl Crow, Jamiroquai, Creed, Fat Boy Slim, The Offspring én zelfs James Brown pronkte eveneens op de affiche. 30 jaar na de legendarische hippiehoogmis die Woodstock 1969 was, beloofde het vierdaags festival dé gepaste afsluiter voor een decennium dat de wereld zoveel tijdloze muziek had geschonken.
Het draaide anders uit. Heel anders. De organisatie was een lachertje. De temperaturen moordend, op een compleet ongeschikt schaduwloos festivalterrein waar eten en flesjes water voor woekerprijzen verkocht werden en sanitair zo goed als onbestaande was. Duizenden mensen belanden op de ziekenboeg. Het aantal meldingen van vrouwenmishandeling, aanrandingen en groepsverkrachtingen was daarbij onthutsend. Drie festivalgangers overleefden het horrorweekend niet.
Tegen de derde dag bereikte de rampspoed stilaan zijn hoogtepunt. De niet bepaald met veel gevoel voor tact en inschattingsvermogen begiftigde Fred Durst jutte de opgefokte massa nog wat extra op tijdens het Limp Bizkit-optreden. “It’s time to let yourself go right now, ‘cause there are no motherfuckin’ rules out there!” – Waarop het volk effectief de boel afbrak.
De laatste dag was de chaos compleet. Nog voor de Red Hot Chili Peppers klaar waren met hun set, stond het festivalterrein al in lichterlaaie. Dat was het moment dat de New York State Police eindelijk ingreep. Woodstock ’99 – “The Day The Music Died”, kopten de kranten de volgende ochtend.
Je weet nu alle weetjes over jaren ’90 muziek. Maar nog niet genoeg muziek weetjes geleerd? Lees dan ook
Jaren 60 Muziek weetjes
Jaren ’70 Muziek Weetjes
Jaren 80 Muziek Weetjes
Jaren 00 Muziek Weetjes