De jaren 80 zijn hét ultieme nostalgische muziekdecennium. ‘Stranger Things’ liet de Netflix-kijkers Metallica, Cyndi Lauper en Kate Bush herontdekken. En het internet ontplofte. Terecht. Wie de 80ies meemaakte, wil meteen terug als er een klassieker op de radio passeert. Dit was tenslotte het tijdperk van Bryan Adams ‘Heaven’, Laura Branigans ‘Gloria’, Pat Benatars‘Love is a Battlefield’, Roxette’s ‘Listen to your Heart’ en uiteraard Toto’s ‘Africa’!
Popmuziek veranderde razendsnel. Disco en Punk waren uit. Opwindende nieuwe genres als New Wave, Synth- en Electropop waren in. Drumcomputers, samplers en synthesizers openden ongekende mogelijkheden in de opnamestudio en op het podium.
Tussen al deze fonkelnieuwe digitale technologie hield de gitaar zich bijzonder kranig. De 2de helft van het decennium overstemden hairbands alles met hun loeiharde Hardrock en Glam Metal. Ondertussen verliet Hiphop zijn geboortewiegje in The Bronx. Werkelijke elke nieuwe rapplaat uit New York werd een instant-classic. Run-D.M.C. en Aerosmith vonden tussendoor zelfs ‘Rap Rock’ uit met ‘Walk This Way’.
Videoclips op MTV, de draagbare Walkman, de krachtpatser van een Boombox, en CD’s veranderden voorgoed hoe je muziek beleefde. Elton John mocht dan wel ‘I’m Still Standing’ zingen, maar dit was toch duidelijk tijdperk van nieuwe gezichten. Supersterren als Madonna, Michael Jackson en Prince zogen als nooit tevoren de aandacht naar zich toe.
Alles was mega, overdadig, flitsend, én buitensporig neonkleurig. De haarlak- en krulspeldenindustrie zwom in het geld. Net als de wafelijzer- en föhnfabrikanten. Je zou haast vergeten dat er een economische crisis was. Platenlabels vuurden wekelijks een duizelingwekkend aantal one-hit wonders op de hitlijsten af. Indiana Jones knalde met zijn zweep, ‘Top Gun’ scheerde ‘Right into the Danger Zone’, Pac-Man hapte bolletjes weg, en ‘Live Aid’ prikte miljoenen dollars op een vorkje voor de Afrikaanse voedselcrisis.
Wat maakte dit geliefkoosde muziektijdperk toch zo onweerstaanbaar? Dat ontdek je in deze Top 10 Weetjes over Jaren 80 Muziek!
10. Synthesizers, Samplers & Drumcomputers
In de jaren 70 slopen synthesizers, drummachines en draaitafels langzaam de muziekwereld in. Aan al dat fancy elektronisch spul hing toen nog een pittig prijskaartje. Met de Minimoog stond er in 1970 voor het eerst een draagbare analoge synthesizer naast de gitaren en drums in de muziekwinkels. Progrockers en electropioniers als Kraftwerk en Tangerine Dream deden er meteen knotsgekke dingen mee. Net als ABBA en Giorgio Moroder. Maar het productieproces was traag. Fabrikant Moog Music verkocht doorheen de 70ies een zuinige 10.000 stuks van deze synth-klassieker.
Toen kwamen de jaren 80. De technologie maakte plots reuzensprongen. In 1980 sleet Yamaha nauwelijks 100 exemplaren van de GS-1, een van de allereerste synths met frequentiemodulatie. In 1983 zwierde de Japanse instrumentenbouwer zijn DX7 op de markt: ’s werelds eerste commercieel succesvolle digitale synthesizer. 3 jaar later waren er al 200.000 exemplaren de deur uit.
Je hoort die revolutionaire DX7 in A-ha’s ‘Take On Me’, Kenny Loggins ‘Danger Zone’ en op de succesplaten van U2 en Whitney Houston. Brian Eno ploos het ding volledig uit voor zijn ambient-soundscapes. Andere fabrikanten sprongen op de kar. Digitale synthesizers waren voortaan niet meer weg te denken.
Drummachines gingen terug tot 1931. Toen vond Léon Theremin de Rhythmicon uit. Zeg maar de allereerste elektronische drumcomputer. De geniale Russische uitvinder bedacht ook nog de elektrische cello en de naar zichzelf genoemde ‘theremin’, het vreemde antenne-instrument waarmee filmmakers in de jaren 50 enge UFO-geluiden maakten.
5 decennia later lanceerde Roland in 1980 zijn ‘TR-808 Rythm Composer’. De gebruiksvriendelijke ritmebox werd een commerciële flop. Maar zijn invloed op de muziekgeschiedenis is waanzinnig. Hedendaagse elektronische muziek en hiphop is ondenkbaar zonder de TR-808. Marvin Gaye en Africa Bambaataa & The Soulsonic Force begrepen meteen de eindeloze mogelijkheden van deze ingenieuze Japanse drummachine. De percussie op ‘Sexual Healing’ en ‘Planet Rock’? Komt allemaal uit dat zwarte bakje met de kleurrijke knopjes.
Roland zette de productie van de TR-808 na 3 jaar alweer stop. Ondertussen genoot het ding al een heuse cultstatus. Vroege hiphophelden als Run-D.M.C., LL Cool J en Public Enemy bouwden hun verbaal imperium op de lekker diep boomende bassdrum die uit de TR-808 dreunde. Het invloedrijke hiphopinstrument ontbrak uiteraard ook niet op ‘Licensed to Ill’, het debuutalbum van de Beastie Boys. En toen Whitney Houston een danspartner zocht voor ‘I Wanna Dance With Somebody’, gaf de iconische drumcomputer de maat aan.
Eén probleempje wel. De eerste drumcomputers klonken doorgaans eerder als zieke krekels dan als échte percussie-instrumenten. De Amerikaanse ingenieur Roger Linn loste dit in 1980 op met de ‘Linn LM-1 Drum Computer’. Dit was de allereerste drummachine die digitale samples gebruikte. Artiesten als Michael Jackson, Prince en Gary Numan gingen meteen overstag. Zijn opvolger, de ‘LinnDrum’ is te horen op zowat elke 80ies pophit. Luister maar naar Michael Sembello’s ‘Maniac’, Billy Idols ‘Rebel Yell’, Tears for Fears’ ‘Shout’, Frankie Goes To Hollywoods‘Relax’, en ‘Don’t You Want Me’ van The Human League!
Maar drumcomputers doken ook in heel andere muzikale oorden op. De vleermuizen van The Sisters of Mercy vertrouwden zo op hun drummachine, dat ze hem als een volwaardig groepslid zagen. Echt. Hij kreeg zelfs de naam ‘Doktor Avalanche’. En hield het langer vol dan de andere muzikanten die frontman Andrew Eldritch tussen classics als ‘Temple of Love’, ‘Alice’ en ‘First and Last and Always’ buiten knikkerde. Al werd ie af en toe wel vervangen door een geavanceerder exemplaar.
Ook de post-punkers van Echo & The Bunnymen traden in hun begindagen op met een drumcomputer. Het gerucht gaat dat hun ‘Korg Mini Pops 7’-apparaatje ‘Echo’ heette.
9. ‘Golden Age of HIPHOP’
‘Vroeger was het beter’ – In het geval van Hiphop klopt dit best wel. Eind jaren 80 brak namelijk ‘Het Gouden Tijdperk van Hiphop’ aan. Hiphop sprong toen uit de Amerikaanse underground met de verbetenheid van een Olympische polsstokhoogspringer. Ga maar na. Beatboxen? Samplen? Rappen? Graffiti? Breakdancen?
Het was een kwestie van tijd voor de hele wereld alle sleutelwoorden van deze subcultuur ontdekte. MTV Europe zond vanaf 1987 ‘Yo! MTV Raps’ uit. Dankzij het programma omarmde ook het Europese continent al snel deze wonderlijke nieuwe muziekstijl.
Rapmuziek eentonig? Ammehoela. De 80ies blaakten net van diversiteit! En werkelijk alles klonk even vernieuwend als rock-‘n’-roll in de 50ies. In enkele jaren tijd stapelden alle hoekstenen gelegd waardoor rapmuziek midden jaren 90 uitgroeide tot de belangrijkste Amerikaanse jeugdsubcultuur.
Geboren in de Afro-Amerikaanse gemeenschap van New York City, kroop Hiphop op zijn 70ies-babysokjes naar de 80ies. Het genre mat zich een paar netjes opgeblonken Adidas Superstars en slofte nonchalant de puberteit door. Run-D.M.C. demonstreerde in 1983 op ‘Sucker M.C.’s (Krush-Groove 1)’ dat je niet meer dan één drumcomputer, wat turntable-scratches en buitenaards goede bars nodig had om het te maken.
Als eerste hiphop-act ooit haalde Run-D.M.C. goud met hun eponieme debuutalbum. Tegen ‘Raising Hell’ (1986) waren ze multiplatina waard. Op die 3de plaat haalden de carrière van Aerosmith uit het slop en vonden ze de ‘Rap Rock’ uit. Faith No More, Rage Against the Machine, Limp Bizkit, Linkin Park, tot zelfs die vervelende Machine Gun Kelly: ze zijn allemaal schatplichtig aan ‘Walk This Way’.
Public Enemy wierp zich ondertussen op als een band met een missie. En wie hield ze tegen? ‘It Takes a Nation of Millions to Hold Us Back’ was de titel van hun maatschappijkritisch meesterwerk uit 1987. Toen Spike Lee een thematrack zocht voor zijn ‘Do the Right Thing’ (1989), moest de aanstormende regisseur niet lang zoeken. Het werd ‘Fight the Power’, het nummer dat de hele film lang oorverdovend door Radio Raheems Boombox dreunt.
Ice T maakte al in 1986 met ‘6 in the Mornin’’ gangstarap, toen het subgenre nog geen naam had. N.W.A. nam 2 jaar later op ‘Straight Outta Compton’ de brutale klabakken en racistische profilering in het vizier met ‘Fuck tha Police’. Na het opstappen van Ice Cube culmineerde de groepsruzie in ‘No Vaseline’, een van de gemeenste disstracks ooit op tape gespit.
‘3 Feet High And Rising’ van De La Soul leek daarentegen eerder uit vredige Woodstock weggeplukt dan de met drugsgeweld en doodsbedreigingen bezaaide straten van Compton. Het invloedrijke hiphoptrio achter ‘Me Myself and I’ poseerde zelfs vrolijk met bloemetjes op de cover van hun knalgele debuutplaat.
Soms mocht hiphop ook gewoon feest zijn. De Beastie Boys zagen in 1986 ‘No Sleep till Brooklyn’ en zette de Glam Metal-scene te kakken, terwijl Slayer-baas Kerry King een solo uit zijn puntige thrashgitaar gromde. Let ook op de cameo van vroege Def Jam-veteraan LL Cool J in de clip van ‘(You Gotta) Fight for Your Right (to Party!)’. Op het hiphopkunstwerk ‘Paul’s Boutique’ (1989) verknipten de lolbroeken naar schatting 300 samples met The Dust Brothers tijdens hun tweejarig verblijf in de studio.
En wie dacht dat de sterke vrouwenstemmen pas in de jaren 90 kwamen, heeft beslist nog nooit van Salt-N-Peppa gehoord. Maar dat heb je natuurlijk wél. Want hun ‘Push It’ uit 1987 dook 34 jaar later in een Jumbo-reclamespotje op. Benieuwd voor welke ‘ouderwetse lage prijzen’ de supermarktketen de oldschool hiphopheldinnen strikte.
8. ‘I want my MTV!’
‘Video Killed the Radio Star’
Waar moest je in het internetloze tijdperk je videoclipjes halen? Nou. Vanaf 1 augustus 1981 kon dat op MTV. Die nacht trapte ‘Video Killed The Radio Star’ van The Buggles dé belangrijkste muziekgebeurtenis van de jaren 80 af.
De titel van de eerste videoclip op het ‘Music Television’-kabelnetwerk bleek achteraf gezien akelig profetisch. Muziek zou namelijk nooit meer hetzelfde zijn. Voor MTV had de doorsnee radioluisteraar geen flauw benul wie die stem op de radio school. Natuurlijk. De meer gepassioneerde muziekliefhebber las over zijn favoriete artiesten in muziekblaadjes. Of je zag je lievelingsband voor je neus op het podium. Maar welke gezichten zaten er achter al die andere liedjes die dagelijks op de radio hoorde?
Vóór realityshows MTV de dieperik in sleurden, draaide het exclusief om muziek. In de begindagen zond de zender non-stop muziekvideo’s uit. Dag en nacht. 24 uur aan een stuk. Af en toe werd de boel wel even onderbroken door hippe vogels die de clips aan elkaar lulden. De nieuwe beroepsklasse van VJ’s moest tenslotte ook eten.
Zeker in het popgenre zette MTV alles op stelten. Op de radio redde je het nog met je muzikaal talent en een goed geschreven liedje. Wie wou scoren op dit visuele muziekplatform moest voortaan sterker uit de kast komen. Het uiterlijk plaatje primeerde. Je moest er goed uitzien. Of je als een volslagen malloot gedragen, dat wou ook wel eens helpen. De kijkers verwachten namelijk theatraal gedoe. En de ene artiest was daar beduidend beter in dan de andere.
‘The only few black artists …’
Opvallend wel: de totale afwezigheid van zwarte artiesten in de begindagen. Rick James scoorde in 1981 een monsterhit met ‘Super Freak’, maar op de Amerikaanse muziekzender was daar helemaal niets van te merken. Tiens.
Legendarisch is het live-interview waarin David Bowie tussen het promoten van zijn ‘Let’s Dance’ (1983) door polste hoe dat nou precies zat. – “I’m floored by the fact that there are so few Black artists featured on [MTV]. Why is that?” – Interviewer Mark Goodman trok nog wat bleker weg, terwijl de ‘Thin White Duke’, die in de 80ies samenwerkte met Tina Turner en Niles Rodgers van Chic, fijntjes de vinger nog wat dieper in de zere wonde koterde: “The only few black artists one does see are on in about 2:30 in the morning until 6:00. Very few are featured prominently during the day.”
Ook Walter Yetnikoff deed een duit in het zakje. De bekende CBS Records-baas dreigde met een complete artistieke boycot als de muziekzender niet als de wiedeweerga Michael Jacksons ‘Billie Jean’ programmeerde. Geen loze woorden. Yetnikoffs lange managementsarm reikte toen tot Bruce Springsteen, Cyndi Lauper en Billy Joel. Niet veel later was Michael Jackson kind aan huis op MTV. Sterker nog, de zender hoestte zelfs de helft van het budget voor zijn peperdure ‘Thriller’-clip op!
De eerste MTV Music Video Awards in 1984
Op de eerste editie van de MTV Music Video Awards, 14 september 1984 won jazzpianist Herbie Hancock 5 beeldjes voor ‘Rockit’. Michael Jacksons ‘Thriller’ ving 3 prijzen. De prille computergraphics van ‘You Might Think’ leverden The Cars de felbegeerde award voor ‘Video of the Year’ op.
Cyndi Lauper imponeerde vooraf met 9 nominaties. De kleurrijke zangeres moest die avond in de New Yorkse Radio City Music Hall genoegen nemen met 1 ‘Moonman’ – de ‘Best Female Video’ voor ‘Girls Just Want To Have Fun’.
3 jaar later zorgde Peter Gabriel wél voor een unicum. ‘Sledgehammer’ verzilverde 9 van zijn 10 nominaties. Het door Aardman Animations (die handige Britse jongens achter ‘Wallace & Gromit’ en ‘Chicken Run’) geboetseerde kunstwerkje blijft sinds 1987 het meest bekroonde MTV-clipje ooit.
Voor een nieuwe lichting popsterren als Madonna was de revolutionaire muziekzender een godsgeschenk. Dat bewees de ‘Material Girl’ op onnavolgbare wijze tijdens de eerste MTV MVA-ceremonie. De aanstormende superster kronkelde tijdens haar ‘Like a Virgin’-performance van een metershoge bruidstaart en liet daarbij iets meer fijne vleeswaren zien dan de doorsnee tv-kijker anno 1984 aankon. Het zou niet de laatste keer zijn dat de ‘Queen of Pop’ de jaarlijkse videocliphoogmis op stelten zette.
>MTV EUROPE
Op 1 augustus 1987, de nacht waarin MTV alweer 6 kaarsjes uitblies, luidde een optreden van Elton John in de Amsterdamse Roxy Club een heuglijke gebeurtenis in: MTV Europe! 1,6 miljoen huishouden in het Verenigd Koninkrijk, Finland en Denemarken zagen hoe de Dire Straits met ‘Money for Nothing’ Stings smeekbede ‘I want my MTV!’ inloste.
Het jaar daarop kregen België, West-Duitsland, Zwitserland, Noorwegen en Griekenland ook toegang tot het wereldwijde muzieknetwerk, waar VJ’s als Ray Cokes en Marcel Vanthilt de boel aan elkaar praten.
7. De Britten veroveren Amerika (opnieuw!)
In navolging van The Beatles veroverden midden jaren 60 Britse bands als The Rolling Stones, The Kinks, The Animals en The Who Noord-Amerika. Hun muziek was plots zo alomtegenwoordig, dat journalisten over de ‘British Invasion’ schreven. Met de komst van MTV in 1981 overspoelde nu een nieuwe vloedgolf Britse artiesten de VS. Alsof ze in Europa nog niet genoeg hits scoorden! De ‘Second British Invasion’ was feit.
Gek genoeg ging het ook nog eens om muziekacts die op allerlei kleine labeltjes zaten. Hoe palmden deze rare snuiters zonder de goudstaven van de grote platenbazen uit het niets de Amerikaanse markt in?
Want rare snuiters, dat waren deze artiesten zeker. Het was een bont allegaartje van alles en nog wat dat je kon samenvatten als ‘New Wave’. Pingelden ze extra geestdriftig op synthesizers en elektronische drums? Dan zal een muziekkenner zeggen dat het ‘Synthpop’ is. Denk maar aan de Pet Shop Boys (‘It’s a Sin’, ‘West End Girls’), de Eurythmics (‘Sweet Dreams’, ‘There Must Be an Angel’) en Heaven 17 (‘Temptation’).
‘New Wave’
‘New Wave’ begon eind jaren 70 toen de ‘Anarchy in the UK’ over was. Het waren bandjes die voortborduurden op de punk. Ze vonden dat iedereen muziek kon maken. Zeker als je daarbij op een voorgeprogrammeerd keyboard dribbelde. Terwijl goths en post-punkers als Siouxsie and the Banshees, Bauhaus, The Cure, en Joy Division de soundtrack bij ondergesneeuwde grafzerken en verlaten Manchesterse fabriekspanden maakten, mocht het voor de New Wave-ers allemaal wat lichtvoetiger, ‘poppy’ en dansbaarder zijn. Het Ierse U2 en Londense The Police verruilden hun prille Post-punk en New Wave fanbase dan weer moeiteloos voor het absolute sterrendom.
Na de zelfmoord van Joy Division-zanger Ian Curtis op 18 mei 1980, gingen zijn bandleden verder als New Order. Ze maakten met ‘Blue Monday’ de bestverkopende 12-inch single ooit en zette met nummers als ‘True Faith’ en ‘Bizarre Love Triangle’ de standaard voor elke elektronische dansartiest die na hen kwam.
De postpunkers van The Psychedelic Furs verpopten hun vroege ruwe sound op aanstekelijke deuntjes als ‘Love My Way’, ‘Heaven’, en ‘The Ghost in You’. Al leunde het genre soms ook nauw bij punk aan. Zoals bij Billy Idol, wiens ‘Dancing With Myself’ zijn verleden als Generation X-frontman verraadde. Kortom: New Wave was een hoogst veelzijdig muzieketiketje.
Dat zag je ook in hun opvallende kledingstijl en werkelijk unieke kapsels. New Wave-bands als Blondie (‘Denis’, ‘Heart of Glass’, ‘Call Me’, ‘The Tide is High’), Talking Heads (‘Once in a Lifetime’, ‘Burning Down the House’), Tears for Fears (‘Head Over Heels’, ‘Everybody Wants to Rule the World’) inspireerden miljoenen jongeren met hun bijzonder stijlgevoel.
New Romantics
Acts als Duran Duran (‘Girls on Film’, ‘The Reflex’, ‘The Wild Boys’, ‘Save a Prayer’), Spandau Ballet (‘True’, ‘Gold’, ‘Through the Barricades’), Culture Club (‘Karma Chameleon’) en A Flock Full Of Seagulls (‘I Ran (So Far Away)’) vormden een apart kransje binnen de New Wave. Wanneer deze bands niet aandachtig naar David Bowie, Marc Bolan en Roxy Music luisterden, maakten ze het Engelse nachtleven onveilig in notoire clubs als Billy’s en The Blitz.
Ook latere synth-legendes als Depeche Mode (‘Just Can’t Get Enough’), Soft Cell (‘Tainted Love’), The Human League (‘Don’t You Want Me’) en de Schotse rockers van de Simple Minds (‘Don’t You (Forget About Me)’) verdienden eind jaren 70 en begin jaren 80 hun sporen in de ‘New Romantic’-scene. Dankzij MTV maakte deze elegante namen allemaal vlotjes de sprong van undergroundfaam naar het grote mainstreamsucces.
Modebewuste muziekclips
Hun modebewustheid bleek ook uit hun videoclips. Terwijl Amerikaanse artiesten nog moesten ontdekken hoe een camera te verleiden, wisten Britse artiesten al jaren hoe je dé perfecte videoclip in blikte. Eind jaren 70 zetten Britse tv-programma’s al vol in op muziekclipjes.
Het was geen toeval dat MTV op 1 augustus 1981 het feest startte met een Brits bandje. The Buggles kregen al snel navolging van andere New Wave groepjes en synthpop-acts uit het regenachtige Albion. Amerikaanse clips waren nog dun gezaaid en bestonden doorgaans uit mak gemonteerde concert registraties.
Het publiek sloot die hippe kleurrijke Britse vogels met hun flitsende futuristische minifilms dan ook meteen in het hart. Eindelijk gebeurde er iets! Dankzij hun buitengewone videoclips bereikten deze New Wave-artiesten een miljoenenpubliek dat ze met de radio nooit hadden kunnen bereiken. Imago leek soms belangrijker dan de muziek. Maar de muziek? Die was gelukkig ook subliem.
6. Vinnig vinyl, balorige cassettebandjes & miljarden CD’s
Ongezien nieuws van het vinylfront eind 2022. Dat jaar werden er wereldwijd 41 miljoen vinylplaten verkocht. Terwijl er maar een schamele 33 miljoen CD’s de deur uit vlogen. ‘The Vinyl Record Strikes Back!’ – Want het was alweer van 1987 geleden dat het zwarte goud voor het laatst de CD kon aftroeven in de verkoopcijfers.
In tijden van iTunes, Spotify en YouTube maakt de archaïsche grammofoonplaat sinds 2007 een verbazende comeback. Wie had ooit nog durven denken dat 21ste-eeuwse popsterren als Taylor Swift, Harry Styles en Olivia Rodrigo onder de pick-upnaald zouden belanden? Laat staan dat Millennials en Gen Z-ers nieuwe persingen van Fleetwood Mac en The Beatles in hun met monstera’s en bananenplanten volgestouwde hipsterinterieur zouden knallen?
Eind jaren 70 had vinyl een belabberde reputatie. De geluidskwaliteit was prut. Het formaat was lomp en onpraktisch. En die fragiele frisbees braken sneller dan een porseleinen vaasje in een olifantenbuitenperk. Kortom: iedereen wou van die krengen af. Dat was ook duidelijk te zien aan de slappe platenverkoop.
Sony’s ‘Walkman’
Allerlei knappe koppen zochten jarenlang naar een alternatief voor de onhandige grammofoonplaat. Philips zwierde in 1963 al de cassettetape op de markt. Sony kwam in 1979 met de ‘Walkman’ op de proppen. Voortaan droeg je je muziek gewoon in je broekzak. Of beter gezegd: in je hand. Want probeer maar eens zo’n blauwgrijze TPS-L2-baksteen van een halve kilo in je aansluitende disco flares te proppen.
De Walkman II bracht in 1981 soelaas met een handige broeksriembevestiging. Niet veel later kon je zelfs met zo’n ding overal naar de radio luisteren! En hij was nog eens regenbestendig ook. In 1984 stak de cassette de vinylverkoop voorbij. Daar had de waanzinnige succesvolle Walkman een groot aandeel in. Tegen 1989 had Sony alweer 100 miljoen van zijn draagbare cassettespelers verkocht. Maar die balorige bandjes hadden zo hun eigen charmante beperkingen. Probeer ze maar eens terug te spoelen, bijvoorbeeld.
‘Digital Audio Compact Disc’
Daarom dokterden Philips en Sony de ‘Digital Audio Compact Disc’ uit. In oktober 1982 werd het eerste commerciële CD-tje in Japan verkocht. De primeur was voor Billy Joel’s heruitgave van ‘52nd Street’. Eigenlijk had ‘The Visitors’ van ABBA de eerst verkochte CD moeten zijn. De Zweedse popgroep rolde voor de ‘We Didn’t Start the Fire’-zanger van de Duitse Philips-fabrieksband af, maar belandde te laat in de winkels. Maart 1983 enterde het blinkende schijfje vervolgens de Noord-Amerikaanse en Europese markt.
De praktische voordelen waren ongezien. Alleen dat formaat al. Een diameter van 12 cm en dikte van nauwelijks 1,2 millimeter?! Er pasten bovendien ook nog eens 74 minuten muziek op. In werkelijk superieure geluidskwaliteit, dan nog wel. En je moest niet eens eerst een robbertje vechten met de pick-upnaald om die te mogen horen. De lasertechnologie garandeerde tot slot een indrukwekkende levensduur in vergelijking met de snel aan kras, stof en andere narigheid ondergaande grammofoonplaten.
Er was wel één nadeel. CD’s waren kneiterduur. Dat was best verbazend. Het kostte tenslotte geen drol om zo’n CD-tje te maken. De hebberige haaien van de CD-industrie zeiden dat de muziekliefhebber niet te veel praatjes moest hebben. De geluidskwaliteit was tenslotte een verademing in vergelijking met het verguisde krakende 70-ies vinyl. En al die nieuwe hoogtechnologische CD-fabrieken bouwden zichzelf ook niet voor niets.
Natuurlijk was dit allemaal een leugen. De platenlabels staken gewoon al die dikke flappen in hun metersdiepe zakken.
‘Brothers in Arms’
Toen de prijs van de CD-spelers zakte, ging het snel. Nochtans bleef de CD-prijs zelf absurd hoog. Maar mensen aanvaarden het gewoon. Want er was nu eenmaal geen weg meer terug. In 1985 schreef Dire Straits geschiedenis met ‘Brothers in Arms’. Voor het eerst verkocht een artiest meer CD’s dan LP’s van zijn album.
Tegen 1988 moest vinyl zijn meerdere herkennen in de ‘Compact Disc’. In 1991 sloeg de CD vervolgens ook de cassette beurs en werd het blinkende optische schijfje dé onbetwiste fysieke geluidsdrager. Dat jaar vlogen er wel 1 miljard CD’s de deur uit.
LP’s verstoften weg in de platenbakken. Slechts enkele diehards en oldschool DJ’s bleven geloven in deze archeologische artefacten van een voorgoed voorbijgestreefd tijdperk. Voor hen evenaarde niets de heerlijke warme analoge klank van vinyl.
Flash forward naar 2022. Voor het eerst in 35 jaar verkocht een album weer beter op LP dan op CD. Taylor Swifts ‘Midnights’ kroonde zich met bijna 1 miljoen exemplaren tot best verkochte vinylplaat van de 21ste-eeuw.
5. Dorstige HARDROCKers & GLAMoureuze Hair Metal
‘Back in Black’
Begin jaren 80 zag er niet goed uit voor de hardrock. Na de succesvolle 70ies kwam de rampspoed. Het nieuwe decennium was nauwelijks begonnen, of het langharige wereldje werd al opgeschrikt door 2 tragische sterfgevallen. Enkele maanden nadat AC/DC eindelijk de poorten van het sterrendom open beukte met ‘Highway to Hell’ (1979), sloeg het noodlot toe. Zanger Bon Scott zou op 19 februari 1980 niet meer ontwaken uit zijn roes op de achterbank van zijn maats Renault 5, na een stevig avondje klemzuipen in de Londense bar Music Machine.
De plotse dood van de 33-jarige frontman liet de Australische hardrockformatie compleet verslagen achter. Maar de band bleef niet bij de pakken zitten. Ze deden in de plaats daarvan het onmogelijke. 4 maanden na Bon Scotts fatale alcoholvergiftiging keerde AC/DC terug.
Met hun nieuwe zanger Brian Johnson maakte de band het succesvolste hardrockalbum ooit. Het aan Bon Scott opgedragen ‘Back in Black’ (1980) betonneerde AC/DC’s kapitalen definitief in de muziekgeschiedenis. De plaat met de sobere zwarte hoes vloog wel 50 miljoen keer de deur uit. Geen muziekgroep deed ooit beter.
‘The greatest rock drummer of all time’
Maar Magere Hein was nog niet klaar met 1980. Want op 25 september van datzelfde jaar, bleek John Bonhams wilde levensstijl ook niet eindeloos. Led Zeppelin bereidde zijn eerste Noord-Amerikaanse toer sinds 1977 voor. De eerste repetitiedag begon en eindigde met een geschatte hoeveelheid van 40 Vodka-shots. De volgende dag trof bandmanager Benji LeFevren de imposante 32-jarige drummer levenloos aan in Jimmy Page’s ‘Old Mill House’. Gestikt in zijn braaksel.
Led Zeppelin, een groep waarvan het geheel altijd meer was dan de som der delen, deed na de dood van ‘Bonzo’ meteen de boeken toe. Toen de band in 1985 een verrassende reünie maakte voor ‘Live Aid’ hadden ze 2 drummers (Phil Collins en Chic’s Tony Thompson) mee naar het JFK Stadium om hun gesneuvelde pletwals te vervangen. Robert Plant vatte het teleurstellende optreden samen als ‘an atrocity’.
Maar hardrock was gelukkig niet verloren. Het luide genre klauterde andermaal uit het graf. Naarmate hardrockers hun kapsels almaar indrukwekkender werden, groeide de populariteit van scheurende gitaren en beukende drummers opnieuw. Tegen de 2de helft van de jaren 80 was het zelfs met voorsprong de succesvolste muziekstijl. MTV dumpte de uit de mode geraakte New Wave-ers. Voortaan was het hardrock en hairbands geblazen op de muziekzender.
Hairbands
Van Halen liet de hele wereld opveren met de keyboards van ‘Jump’. De Duitse Scorpions verklaarden met veel gevoel voor drama en pathos hun emotionele en vleselijke noden op rockclassics als ‘Still Loving You’ en ‘Rock You Like a Hurricane’. Het Zweedse Europe telde af naar de ‘The Final Countdown’.
“https://youtu.be/SwYN7mTi6HM
Bon Jovi bestrooide glammetalgitaren met poedersuiker op zijn bestseller ‘Slippery When Wet’ (1986). Radiovriendelijke nummers als ‘You Give Love A Bad Name’, ‘Livin’ on a Prayer’ en ‘Wanted Dead or Alive’ leverde de groep uit New Jersey een onverwacht miljoenenpubliek op.
Rick Allen verloor zijn linkerarm na een auto-ongeluk met zijn Corvette C4 op oudejaar. Dat belette de muzikant niet om met een speciaal aangepast drumstel Def Leppards ‘Hysteria’ (1987) in te spelen. Het werd met 20 miljoen verkochte exemplaren en hits als ‘Animal’, ‘Pour Some Sugar on Me’ en ‘Love Bites’ het grootste succes van de Britse hardrockband.
Ondertussen dreef een afgekickte Aerosmith na hun RUN-D.M.C.-samenwerking ‘Walk This Way’ opnieuw boven water met het gepolijste ‘Permanent Vacation’ (1987). ‘America’s Greatest Rock & Roll Band’ zette zijn geslaagde comeback vervolgens verder met ‘Pump’-ende hits als ‘Love in an Elevator’ en ‘Janie’s Got a Gun’.
Allesbehalve ideale schoonzonen
Terwijl Steve Tyler en Joe Perry de drugs inruilden voor platinaplaten en Grammys, konden hun dealers voortaan hun vieze poedertjes en pillen kwijt op de L.A. Sunset Strip. Daar kon de glam metal verkleedpartij genaamd Mötley Crüe altijd wel wat roes- en pepmiddelen gebruiken. Zanger Vince Neill dronk elke dag een slijterij leeg. Bassist Nikki Sixx schreef ‘Kickstart My Heart’ nadat een paramedicus hem met 2 adrenalinespuitjes op het nippertje van een heroïne-overdosis redde. Met ‘Home Sweet Home’ pende de androgene onverlaat dan weer zo’n meeslepende power ballad dat elke hairband er voortaan eentje op zijn album wou.
Hét succesvolste getoupeerde hardrockproduct kwam eveneens uit Los Angeles. Guns N’ Roses maakte met het 30 miljoen verkopende ‘Appetite for Destruction’ (1987) het succesvolste Amerikaanse debuutalbum ooit. Al moesten Axl Rose en co daar wel even geduld voor hebben. De plaat verkocht aanvankelijk voor geen meter en de muziekpers hoorde niet meteen goud in ‘Sweet Child O’ Mine’ en ‘Paradise City’. Een jaar later was ‘Welcome to the Jungle’ de meest aangevraagde videoclip op MTV en wou elke gitarist Slash zijn.
4. Britse HEAVY METAL & Amerikaanse THRASH
Niet elke metalhead headbangde enthousiast mee met de platen van Twisted Sister, Whitesnake, Dokken, Ratten, Poison en andere bovengenoemde hardrock- en glammetal-grootheden. Er is een reden dat de waaier hairbands die midden jaren 80 met föhn, spandex, flashy zweetbanden en kant de hitparades kleurden, ook vaak wordt weggezet met pejoratieve termen als ‘pop metal’, ‘false metal’, ‘lite metal’ en zelfs ‘poodle bands’. Wie verzint die termen? Waarschijnlijk dezelfde gefrustreerden die naar 12-jarige Blink-182- en Green Day-fans brullen wat nou wél echte punk is.
‘Heavy Metal’
Terug naar 1980. Voor wie zwoer bij zwart leder, pinnenbanden, afgeknipte jeansjasjes vol obscure bandpatches en ruigere gitaren bracht ‘Heavy Metal’ de redding. Nadat Black Sabbath een compleet onhandelbare Ozzy Osbourne buiten kegelde in 1979, nam voormalige Rainbow-zanger Ronnie James Dio de micro van de ‘Prince of Darkness’ over.
Na de albums ‘Heaven & Hell’ (1980) en ‘Mob Rules’ (1981) ging de kleine maar kranige popularisator van het befaamde metalhoorntje solo. Dio’s eerste album ‘Holy Diver’ zette meteen een zeldzame standaard in de Britse metalwereld. Tony Iommi wisselde ondertussen van Black Sabbath-groepsleden alsof het zwarte onderbroeken waren.
Ozzy’s wederopstanding
En wat deed Ozzy Osbourne eigenlijk na zijn ontslag? “I’d got £96,000 for my share of the name, so I’d just locked myself away and spent three months doing coke and booze. My thinking was, ‘This is my last party, because after this I’m going back to Birmingham and the dole.’” – Het draaide gelukkig heel anders uit. Na zijn soloalbum ‘Blizzard of Ozz’ (1980) had ‘The Godfather of Metal’ nooit meer een werkloosheidsuitkering nodig.
htttps://youtu.be/G3LvhdFEOqs
Zijn muzikale wederopstanding dankte Osbourne grotendeels aan Randy Roads, de klassiek geschoolde gitarist die ‘Crazy Train’ en ‘Mr. Crowley’ naar zijn hand zette. Op ‘Diary of a Mad Man’ (1981) bereikte Rhoads zijn technisch meesterschap. Naar welke hoogtes had deze beloftevolle knul vervolgens gesoleerd?
We zullen het nooit weten. De 25-jarige gitarist verongelukte aan boord van een sportvliegtuigje op 19 maart 1982. Ironisch genoeg waren Rhoads laatste woorden aan zijn immer bezopen frontman de nacht voor de fatale crash: “You’ll kill yourself, you know, one of these days.”
‘Up the Irons!’
Maar kijk. Ozzy Osbourne zou jaar na jaar elke dolle frats overleven. Net als Jack Daniel’s-hoofdaandeelhouder Lemmy, wiens Motörhead zijn welverdiende commercieel hoogtepunt bereikte op ‘Ace of Spades’ (1980) en ‘No Sleep ‘Til Hammersmith’ (1981).
Iron Maiden ruilde ondertussen de doorslempende Paul Di’Anno in voor het gedisciplineerde operakanon Bruce Dickingson. Een meesterzet. ‘Number of the Beast’ (1982) galoppeerde op de maat van Steve Harris karakteristieke baslijntjes naar de eerste plaats van de Britse albumlijsten. Meer dan 100 miljoen verkochte platen later blijft Iron Maiden een zeldzame oerkracht in het internationale metallandschap.
‘Thrash’
Doorheen de gouden metaljaren groeiden er ondertussen almaar meer hartige subgenres aan de immer bloeiende metalboom. Zo mixten allerlei Amerikaanse undergroundbandjes begin jaren 80 Britse heavy metal met agressieve hardcore punk. ‘Thrash Metal’ heette dat dan.
Najaar 1981 plaatste de 17-jarige naar Los Angeles uitgeweken Deen Lars Ulrich een zoekertje voor zo’n thrashbandje: “Drummer looking for other metal musicians to jam with Tygers of Pan Tang, Diamond Head and Iron Maiden.”
Een zekere James Hetfield ging daar op in. 125 miljoen verkocht albums na ‘Kill ‘em All’ (1983) later, kan geen enkele genre-genoot indrukwekkendere cijfers voorleggen. Maar hun roots zijn ze nooit vergeten. Het zit tenslotte vastgelast in hun naam: Metallica.
3. Elke week nieuwe one-hit wonders
Nooit zag de wereld zoveel eendagsvliegen als in de jaren 80. Hoe kwam dat? Nou. Omdat de muziekbusiness doelbewust duizenden dubieuze one-hit wonders in de hitlijsten kieperde. Slechts een schamele 10 % van de jaarlijks uitgebrachte albums leverde winst op. Het was dus veel goedkoper om gewoon de ene single na de andere naar de platenboer te verschepen. De nieuwe digitale mogelijkheden maakte het bovendien voortaan poepsimpel om snel een liedje op te nemen.
Met de komst van MTV en de cassettesingle werden losse liedjes ook belangrijker dan volwaardige albums. Een voorbode van de shufflende streamingterreur die artiesten later nog te wachten stond. Het lag ook een beetje aan de luisteraars. Ook zij waren veranderd. Voor de komst van het internet, was er namelijk al een andere dreiging. Mixtapes. Plots kon je thuis zelf allerlei liedjes voor een habbekrats van de radio op een cassette pletsen.
‘Home Taping Is Killing Music’
De ‘British Phonographic Industry’ trok al najaar 1981 ten strijde met de slogan ‘Home Taping Is Killing Music’. Punkbands en andere artiesten uit het DIY-circuit hadden daar zo hun eigen mening over. Legendarisch is het voorbeeld van de Dead Kennedys, die de B-kant van hun cassette ‘In God We Trust’ blanco lieten met de woorden “Home taping is killing record industry profits! We left this side blank so you can help.”
Hoe dan ook. Benieuwd naar enkele van de beste wereldwijde eendagsvliegen van de jaren 80? Dan kom je al een eind met ‘Turning Japanese’ van The Vapors, Toni Basils ‘Mickey’, en ‘Come On Eileen’ van de Dexys Midnight Runners. Naar verluidt hebben de Canadezen van Men Without Hats ook nog andere liedjes dan ‘The Safety Dance’, maar vindt ze maar eens.
Ook Modern English had maar één grote hit. Maar dat was wel ‘I Melt With You’, het in wel duizend films, series en covers voortlevende New Wave-liefdesliedje uit 1982. Cutting Crew zuchtte in 1986 hun debuut ‘(I Just) Died in Your Arms’ in de internationale hitlijsten. Die amoureze doodsreutel bleek helaas voor de Engelse rockers ook meteen waarheid.
De tieneridolen van Kajagoogoo pakte het in 1983 direct groots aan met hun kapsels en ‘Too Shy’. Een jaar later was zanger Limahl alweer aan een solocarrière toe. Ook dat succes duurde niet lang. Met ‘The NeverEnding Story’, het door Giorgio Moroder geproducete liedje uit de geweldige gelijknamige jeugdfilm, was meteen ook het laatste belangrijke wapenfeit van de Brit.
Waar zijn de Australiërs van Men at Work trouwens na hun korte Blitzkrieg begin jaren 80 gebleven? Vermoedelijk terug ‘Down Under’, waar ze ‘vegemite sandwiches’ smeren en ‘Who Can It Be Now?’ denken als iemand op de deur klopt. Misschien is het wel Mr. Mister die zijn Ford Thunderbird uit ‘Broken Wings’ nog steeds niet aan de praat krijgt.
Andere typische 80ies fenomenen zongen het langer uit. Na ‘Total Eclipse of the Heart’, perste Bonnie Tyler de hit ‘Holding Out for a Hero’ uit haar hese keelgat voor de ‘Footloose’-soundtrack. De Welshe zangeres deed in 2013 een gooi naar het Eurosongfestival in Mälmo, maar strandde daar op een teleurstellende 19de plaats met 23 punten.
Katrina & The Waves bewezen nochtans dat het kon. De Amerikaans-Britse band won 12 jaar na hun wereldhit ‘Walking on Sunshine’ het Songfestival van 1997 in Dublin. ‘Love Shine a Light’ haalde met 227 punten de toen hoogste score ooit en scoorde vervolgens in zowat alle Europese nationale hitlijsten.
Té vroeg scoren kan ook te hoge verwachtingen scheppen. Rick Astley stond in 1987 meteen in 25 landen op 1 met zijn debuutsingle ‘Never Gonna Give You Up’. Dat monstersucces kon de Engelsman nooit meer evenaren. Al scoorde hij best nog wat aardige hitjes als ‘Whenever You Need Somebody’ en ‘When I Fall In Love’ voor hij in 1993 vroegtijdig op pensioen ging. Om in 2007 onverwacht weer te keren als de inmiddels onsterfelijke ‘Rickrolling’-meme.
Soms ligt het ook gewoon aan de groep zelf. Berlin won een Oscar én Golden Globe voor ‘Take My Breath Away’. Maar kort nadat het filmliedje uit ‘Top Gun’ (1986) een wereldhit werd, hielden de Amerikanen het al weer voor bekeken.
Falco genoot even van de absolute wereldroem. ‘Rock Me Amadeus’ blijft nog steeds het enige Duitstalige nummer dat ooit 3 weken op 1 stond in de Amerikaanse hitlijsten. Nena’s ‘99 Luftballons’ vlogen in 1983 niet hoger dan de 2de positie van de Amerikaanse Billboard.
Ook in de rest van de wereld scoorde de Oostenrijker met zijn lofzang op Mozart. Hij harkte daar nog de wereldhitjes ‘Vienna Calling’ en ‘Der Kommissar’ bij elkaar. De best verkopende Oostenrijkse artiest ooit verongelukte in 1998 op 40-jarige leeftijd kort voor zijn geplande comeback. Zijn postuum uitgebrachte album werd alsnog een miljoenensucces in het Duitse taalgebied.
2. ‘Rise of the Superstars’
In de jaren 80 was overdrijven een kunst. De mode, het haar, de videoclips en muziekproductie: overdaad was overal hét toverwoord. Het geld van de platenlabels klotste weer lekker tegen de plinten na enkele jaren van tegenvallende platenverkoop. Alles veranderde razendsnel. Wekelijkse regende het nieuwe cassettes en CD’s in de muziekwinkel.
Dit was hét perfecte klimaat waar een compleet nieuwe artiestensoort kon bloeien. Een artiestensoort die het visueel plaatje volledig naar zijn hand zette. En tussen het zorgvuldig kneden van zijn imago door, ook nog eens een quasi onuitputbare verzameling perfecte popsongs op de wereld los liet. Biologen kennen dit begin jaren 80 ontdekte muziekbeest ook wel als … DE SUPERSTER!
Elvis hypnotiseerde de 50ies met zijn gevaarlijk schuddende heupen. Het 60ies publiek krijste zo luid voor The Beatles, dat The Fab Four niet meer uit de studio kwam. Hardrockers en Elton John lokten de 70ies met hele volksstammen naar megastadions. En op hun beurt drukte een select kransje popsterren hun minstens even indrukwekkende stempel op de 80ies.
Hun roem was zo waanzinnig dat ze met een beetje hulp van MTV en muziekblaadjes het leven van een hele generatie jongeren beïnvloedden. Het waren dan ook allemaal bijzonder intrigerende persoonlijkheden. Met een vingerknip lanceerde ze tijdens fotoshoots nieuwe modetrends. Fans imiteerden blindelings hun kledingstijl en kapsels. Daar hadden deze tieners eindelijk ook een beetje extra zakgeld voor. Als de economie niet de dieperik in kukelde, tenminste.
Tieners waren bovendien perfect op de hoogte van de laatste nieuwtjes van megasterren als Cyndi Lauper, Janet Jackson, Whitney Houston en Paula Abdul. Uitgezonderd George Michaels voorliefde voor de Griekse beginselen dan.
Bovenal maakten deze supersterren onsterfelijke popmuziek. Liedjes die vandaag nog even okselfris klinken als de dag waarop ze verschenen. Dé Heilige Drievuldigheid van de 80ies pop? Dat waren zonder twijfel Madonna, Michael Jackson en Prince.
Madonna
Madonna kietelde in november 1982 de dansvloeren met haar eerste singletje ‘Everybody’. Deze ambitieuze danseres uit het New Yorkse clubcircuit had meteen genoeg aan haar voornaam. Voorjaar 1984 had ze met ‘Borderline’ haar eerste Amerikaanse Top 10-hit beet. Toen ging het snel. Met haar 2de album ‘Like a Virgin’ (1984) had de zangeres haar toverformule beet. Provoceren, shockeren en prikkelen op perfect glashelder aanstekelijke popdeuntjes.
De clips van ‘Like a Virgin’ en ‘Material Girl’ waren vaste prik op MTV. Miljoenen tienermeisjes en modebewuste jonge vrouwen kopieerden de zorgvuldig door de New Yorkse stylist Maripol bedachte looks die hun heldin op tv droeg. Visnetkousen, kruisjes, parelkettingen, rubberen armbanden, vingerloze handschoenen en platina geblondeerde haren werden midden jaren 80 musthaves in de modeblaadjes.
Na haar beruchte doortocht op de MTV Music Video Awards 1984 was de eretitel ‘Queen of Pop’ van Madonna. Ze zou hem de komende decennia niet meer afgeven. Want na ‘Papa Don’t Preach’, ‘True Blue’, ‘La Isla Bonita’ en ‘Like a Prayer’ was de succesvolste vrouwelijke superster ooit beslist nog niet uitgezongen.
Michael Jackson
Geen popster zette de 80ies zo naar zijn glitterhandschoen als Michael Jackson. Het voormalige ‘The Jackson 5’-onderdeurtje gaf op zijn 5de solo-album ‘Off the Wall’ (1979) een voorproefje van de toekomst. Op ‘Thriller’ (1982) vond de 24-jarige artiest zich compleet hernieuw uit als artiest. En hij maakte zo bovendien hét best verkochte muziekalbum ooit. De geschatte verkoopcijfers variëren van 70 tot zelfs 110 miljoen exemplaren.
Michael Jackson was nu voorgoed ‘The King of Pop’. En ook die van Disco, R&B, Funk en Rock. Want je moest de ‘Moonwalker’ niet leren hoe hij uit de bestaande genrehokjes moest sliden en poppen. ‘Billie Jean’ werd een monsterhit en sleet meer dan 10 miljoen singles. Eddie Van Halen kneep in 32 seconden zijn legendarische schroeiende ‘Beat It’-solo uit zijn Frankenstrat.
En dan moest Michael Jackson nog videoclipgeschiedenis schrijven met ‘Thriller’, de 7de en laatste single die van het succesvolste album. ‘An American Wherewolf in London’-regisseur John Landis draaide de iconische zombie-dans. De 14 minuten durende minifilm kostte een half miljoen dollar. Toen de duurste muziekclip ooit.
In 1984 brak Michael Jackson het Grammy Awards-record door op de uitreiking 8 beeldjes mee te graaien. Het jaar daarop overbood de superster Paul McCartney met 47 miljoen dollar in de koopstrijd om de rechten op The Beatles. De twee zouden niet snel een nieuwe ‘The Girl is Mine’ maken. Dus danste de excentrieke popkoning maar richting Disneyland voor ‘Captain EO’.
Bad’ (1987) kletterde vervolgens nummer 1-hits als ‘Man in the Mirror’, ‘Dirty Diana’,’ ‘The Way You Make Me Feel’ en ‘Smooth Criminal’ in de internationale hitparades. De toen 28-jarige artiest reisde in 1987-1989 anderhalf jaar de wereld rond voor maar liefst 123 shows. De eerste soloconcerttour van de ‘Artist of the Decade’ begeesterde bijna 4,5 miljoen toeschouwers.
Sponsor Pepsi financierde het popcircus met 5 miljoen dollar. Bovenop de 1,5 miljoen dollar smartengeld dat de drankgigant Wacko Jacko al betaalde na een gruwelijk fout afgelopen reclamespotje in 1984. Guinness World Records schreef vanzelfsprekend graag een woordje over deze lucratiefste solotour ooit.
Prince
Niemand in de 80ies showbusiness werkte zo hard als Prince. Als hij de wereld niet leerde feesten alsof het ‘1999’ was, Tim Burtons ‘Batman’ (1989) gangmaakte met de ‘Batdance’, tufte hij met zijn ‘Little Red Corvette’ als een van de eerste Afro-Amerikaanse artiesten over het MTV-scherm.
Samen met The Revolution maakte Prince het weergaloze Oscarwinnende filmalbum ‘Purple Rain’ (1981). ‘The Purple One’ liet daarop horen hoe het klonk ‘When Doves Cry’ en schreef met de live opgenomen titeltrack zijn ultieme powerballad.
Nadat Tipper Gore (de vrouw van de latere Amerikaanse vicepresident en milieuactivist Al Gore) hoorde welke ‘vuile praat’ Prince op ‘Darling Nikki’ verkocht, richtte ze prompt het ‘Parents Music Resource Center’ op. Al die ‘Parental Advisory: Explicit Lyrics’-stickertjes die op je Eminem- en Korn-CD’s pronken, heb je dus eigenlijk te danken aan de ‘Raspberry Beret’-zanger.
‘His Royal Badness’ drukte daarna zijn lippen op de wereldhit ‘Kiss’. Maar Prince gunde met plezier anderen een monsterhit. April 1986 stond ‘The Artist’ op nummer 1 in de Amerikaanse Billboard Hot 100. Nummer 2? Het door Prince gepende ‘Manic Monday’, dat hij cadeau gaf aan The Bangles.
De hoffelijke multi-instrumentalist schreef met plezier ook hits voor het meidentrio Vanity 6 (‘Nasty Girl’), Chaka Khan (het 2 Grammy’s winnende ‘I Feel for You’) en nog een half telefoonboek andere 80ies-sterren. Een liedje van Prince coveren pakte beslist ook nooit verkeerd uit. Vraag maar aan Sinead O’Connor die eind 1989 met zijn ‘Nothing Compares 2 U’ de opnamestudio indook.
1. Hét liefdadigheidsdecennium
Tussen het haar föhnen, potsierlijk dure videoclips inblikken en catchy nummer 1-hits scoren door, maakten 80ies-artiesten altijd graag tijd voor het goede doel. Want het was niet omdat ze zo goed in de slappe was zaten, dat ze niet aan de minderbedeelden der aarde dachten. Als ze het geld maar niet zelf moesten neertellen, tenminste. De extra publiciteit was mooi meegenomen.
‘The Concert in Central Park’
Het aantal liefdadigheidsconcerten en benefietssingles in de jaren 80 was ongezien. Simon & Garfunkel zette al meteen op 19 september 1981 de standaard in Central Park. Het Amerikaanse folkduo deelde 11 jaar na hun split weer het podium om geld in te zamelen voor het verloederde New Yorkse stadspark.
Het gratis benefietconcert lokte een half miljoen mensen naar de ‘Great Lawn’. Met 51.000 dollar was de opbrengst van ‘The Concert in Central Park’ niet meteen een vetpot. Maar het optreden zette een rist andere benefiets in gang. Vandaag ligt de groene oase in Manhattan er nog steeds piekfijn bij dankzij de vele donaties.
‘Band Aid’
The Boomtown Rats hadden in 1979 een aardig hitje beet met ‘I Don’t Like Mondays’. Hun frontman Bob Geldof zou de jaren daarop zijn Ierse bandje overschaduwen met zijn bezeten liefdadigheidswerk. De verwaaide zanger trommelde in 1984 het kruim van de Britse en Ierse New Wave-scene op voor ‘Band Aid’.
Geldofs supergroep telde klinkende namen als Ultravox-brein Midge Urge, Boy George van Culture Club, Spandau Ballet, Duran Duran, Heaven 17, U2 én Sting. Zelfs George Michael, Bananarama en Kool & The Gang waren te porren voor ‘Do They Know It’s Christmas’.
Phil Collins roffelde zijn drumpartij in één take in. De 70ies-rockveteranen Francis Rossi en Rick Parfitt had iets meer moeite met hun hoge zanglijnen. Het duo had gelukkig andere talenten. “Once Status Quo produced their bag of cocaine and the booze started to flow – I brought six bottles of wine from my flat, which disappeared in a minute – it became a party.”, aldus Robin Eggar – de enige aanwezige journalist in de studio.
De kerstsingle kwam vervolgens meteen binnen op 1 in de Britse hitlijsten en overwinterde daar vervolgens 5 weken. Het bleef moeiteloos de best verkocht single in de UK tot Elton John in 1997 ‘Candle in the Wind’ op Lady Di’s begrafenis pingelde. Uiteindelijk haalde Band Aids kerstliedje wel 10 miljoen dollar op voor de slachtoffers van de voedselcrisis in Ethiopië.
‘Usa for Africa’
Daarna vloog Bob Geldof in januari 1985 de Atlantische Oceaan over voor ‘USA for Africa’. De beroemde namen achter ‘We Are The World’, waren nóg indrukwekkender. Lionel Richie en Michael Jackson schreven het liedje, terwijl producer Quincy Jones zowat elke 80ies superster (op Madonna en Prince na) in de opnamestudio kreeg.
De benefietsingle werd een gigantisch succes. De 20 miljoen verkochte exemplaren leverden (samen met het verzamelalbum) maar liefst 60 miljoen dollar op voor de Afrikaanse hongersnood.
‘Live Aid’
Hét grote liefdadigheidsmoment volgde diezelfde zomer nog. Op 13 juli 1985 kluisterde ‘Live Aid’ 1,9 miljard mensen aan het tv-scherm. Dankzij een toen ongeziene satellietverbinding beleefde bijna 40% van de wereldbevolking in 150 landen de concerten in Londen en Philadelphia. Ze zagen hoe Madonna in het John F. Kennedy Stadium een mensenzee van 100.000 koppen opzweepte met ‘Holiday’. David Bowie bezwoer ondertussen de 72.000 toeschouwers van het Wembley Stadium dat we voor één dag ‘Heroes’ konden zijn.
Dé iconische performance was evenwel voor Freddie Mercury. De zanger kaapte het hele event met zijn bovenmenselijke vertolkingen van ‘Bohemian Rhapsody’, ‘Radio Ga Ga’ en ‘We Are the Champions’. Alles aan Live Aid was historisch. Maar de Queen-frontman? Die was niets minder dan legendarisch. Of zoals de pers schreef: “For about 20 minutes, England was ruled by a different Queen.”
Het massa-evenement leverde uiteindelijk 127 miljoen dollar en allerlei dure Westerse beloftes op. Het jaar daarop kreeg Bob Geldof een ridderlintje van Queen Elizabeth II.
Je weet nu alle weetjes over jaren ’80 muziek. Maar nog niet genoeg muziek weetjes geleerd? Lees dan ook
Jaren 60 Muziek weetjes
Jaren ’70 Muziek Weetjes
Jaren 90 Muziek Weetjes
Jaren 00 Muziek Weetjes